Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
George Rose: verschil tussen versies
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=George_Rose&oldid=47107526) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''George Rose''' (1787 | '''George Rose''' (1787 – 1873) was een zwarte soldaat in [[British Army|het Brits leger]] tussen 1809 en 1837. Hij was, wanneer men de koloniale legers niet meetelt, de enige zwarte soldaat in het Brits leger die het tot sergeant schopte in het begin van de negentiende eeuw. | ||
== Biografie == | == Biografie == | ||
=== Het leger als toevluchtsoord === | === Het leger als toevluchtsoord === | ||
George Rose (1787 | George Rose (1787 – 1873) werd als slaaf in [[Spanish Town]], [[Jamaica]] geboren. Rose ontsnapte en reisde naar Engeland. Toen hij in Engeland aankwam was hij 22 jaar. In augustus 1809 ging hij in dienst bij het tweede bataljon van het 73e infanterie regiment.<ref name=bwm>{{Citeer web|taal=en|titel=Blackwatchmuseum – Figure of the month: figure of sergeant George Rose|url=https://blackwatchmuseum.wordpress.com/2014/08/14/object-of-the-month-figure-of-sergejant-george-rose/|year=2014|bezochtdatum=10 juli 2016}}</ref> | ||
In het begin van de negentiende eeuw werden er veel zwarte soldaten in dienst genomen in het Brits leger, niet alleen in de koloniale troepen maar ook in wat tot dan toe werd beschouwd als het | In het begin van de negentiende eeuw werden er veel zwarte soldaten in dienst genomen in het Brits leger, niet alleen in de koloniale troepen maar ook in wat tot dan toe werd beschouwd als het ’Blanke’ leger. In alle ’household’-regimenten, in de meeste cavalerieregimenten en in heel wat (41 van de 103) infanterieregimenten werden zwarten in dienst genomen die geboren waren in [[West-Indië]].<ref name=tbpib>{{Citeer web|taal=en|titel=The black Presence in Britain - Ellis, J.(2009) The visual representation,role and origin of black soldiers in British army regiments during the early nineteenth century|url=http://www.blackpresence.co.uk/the-visual-representation-role-and-origin-of-black-soldiers-in-british-army-regiments-during-the-early-nineteenth-century/|bezochtdatum=10 juli 2016}}</ref> Hoewel zwarten uit alle regio’s van de diaspora hun weg vonden in het leger, waren zwarten uit West-Indië de grootste groep. Dit is een gevolg van de [[trans-Atlantische driehoekshandel]].<ref name=tbpibb>{{Citeer web|taal=en|titel= The black Presence in Britain regimenten– Black soldiers in the British army – John Ellis|url=http://www.blackpresence.co.uk/black-soldiers-in-the-british-army-john-ellis/|bezochtdatum=10 juli 2016}}</ref> | ||
Het is geweten dat het Brits leger slaven in West-Indië aankocht om te dienen in het koloniaal leger, gestationeerd in de [[Britse Caraïben]]. Er is echter geen bewijs dat dit ook gebeurde in Engeland. Het is wel zo dat het leger in die tijd vaak een toevluchtsoord was voor gevluchte slaven.<ref name="tbpib"/> Sinds [[Somerset v Stewart|de zaak Somerset]] 1772 was het immers niet langer mogelijk om een slaaf tegen zijn wil uit Engeland te verwijderen.<ref>{{citeer boek|auteur= Fryer, Peter|year=1984|taal=en|titel= Staying power, the history of black people in Britain|isbn=9780861047499|uitgever=Pluto Press}}</ref> In 1807 was er naast de [[Slave Trade Act|slave trade abolition act]] (een wet van het Verenigd Koninkrijk voor afschaffing van de handel in slaven) ook de [[Mutiny Acts|mutiny act]]. De | Het is geweten dat het Brits leger slaven in West-Indië aankocht om te dienen in het koloniaal leger, gestationeerd in de [[Britse Caraïben]]. Er is echter geen bewijs dat dit ook gebeurde in Engeland. Het is wel zo dat het leger in die tijd vaak een toevluchtsoord was voor gevluchte slaven.<ref name="tbpib"/> Sinds [[Somerset v Stewart|de zaak Somerset]] 1772 was het immers niet langer mogelijk om een slaaf tegen zijn wil uit Engeland te verwijderen.<ref>{{citeer boek|auteur= Fryer, Peter|year=1984|taal=en|titel= Staying power, the history of black people in Britain|isbn=9780861047499|uitgever=Pluto Press}}</ref> In 1807 was er naast de [[Slave Trade Act|slave trade abolition act]] (een wet van het Verenigd Koninkrijk voor afschaffing van de handel in slaven) ook de [[Mutiny Acts|mutiny act]]. De ’muiterijwet’ bevatte een clausule waardoor alle zwarten die deel uitmaakten van de Britse troepen vanaf dat moment vrij waren. Een slaaf die na 1807 in dienst ging, werd vrij bij zijn indiensttreding.<ref>{{citeer boek|auteur=Bukley, Roger Norman|year=1979|taal=en|titel=Slaves in red coats, the British West India Regiments 1795-1815|uitgever=New Haven and London, Yale University Press|isbn=9780300022162 }}</ref> | ||
=== In dienst bij het 73e infanterie regiment === | === In dienst bij het 73e infanterie regiment === | ||
Tijdens | Tijdens Rose’s jaren in dienst bij het 73e regiment vocht hij in Duitsland, Nederland en uiteindelijk ook in de [[slag bij Quatre-Bras]] en [[slag bij Waterloo]] in 1815. Rose werd gewond in Merxem (het hedendaagse Merksem bij Antwerpen) in 1814 en nadien in de slag bij Waterloo.<ref name="bwm"/> Voor zijn inzet in de slagen van Quatre Bras en Waterloo ontving Rose de [[Waterloomedaille (Verenigd Koninkrijk)|Waterloomedaille]]. Andere zwarte soldaten waaronder William Wilson van Barbados en William Affleck van St. Kitts kregen eveneens de medaille. Zwarte soldaten ontvingen dezelfde decoraties als hun blanke collega’s.<ref name="tbpib"/> | ||
=== In dienst bij het 42e regiment === | === In dienst bij het 42e regiment === | ||
In april 1817 werd het tweede bataljon van het 73e infanterie regiment in Chelmsford ontbonden.<ref name="bwm"/> Het staand leger van Groot-Brittannië kon gereduceerd worden na de slag bij Waterloo, het einde van de [[Napoleontische oorlogen]].<ref name=w200>{{Citeer web|taal=en|titel=Discharge papers of George Rose, a back soldier at Waterloo|url=http://waterloo200.org/200-object/discharge-papers-of-george-rose/|bezochtdatum=10 juli 2016}}</ref> Rose werd bijgevolg overgeplaatst naar het 42e regiment. Hij is één van de weinige soldaten van die tijd die zowel in het 73e als in 42e gediend heeft. Tijdens zijn tijd bij het 42e diende Rose in Ierland, [[Gibraltar]], [[Korfoe (eiland)|Corfu]] en [[Malta (land)|Malta]].<ref name="bwm"/> | In april 1817 werd het tweede bataljon van het 73e infanterie regiment in Chelmsford ontbonden.<ref name="bwm"/> Het staand leger van Groot-Brittannië kon gereduceerd worden na de slag bij Waterloo, het einde van de [[Napoleontische oorlogen]].<ref name=w200>{{Citeer web|taal=en|titel=Discharge papers of George Rose, a back soldier at Waterloo|url=http://waterloo200.org/200-object/discharge-papers-of-george-rose/|bezochtdatum=10 juli 2016}}</ref> Rose werd bijgevolg overgeplaatst naar het 42e regiment. Hij is één van de weinige soldaten van die tijd die zowel in het 73e als in 42e gediend heeft. Tijdens zijn tijd bij het 42e diende Rose in Ierland, [[Gibraltar]], [[Korfoe (eiland)|Corfu]] en [[Malta (land)|Malta]].<ref name="bwm"/> | ||
In 1829 werd hij bevorderd tot korporaal, in 1831 tot sergeant. Hierdoor werd hij de hoogst gerangschikte zwarte soldaat in het | In 1829 werd hij bevorderd tot korporaal, in 1831 tot sergeant. Hierdoor werd hij de hoogst gerangschikte zwarte soldaat in het ’blank’ Brits leger van die tijd, de koloniale legers buiten beschouwing gelaten. Een van de criteria waar men rekening mee hield bij een bevordering was de uitgebreide ervaring in militaire campagnes. Toch werden maar weinig zwarten bevorderd in het ’blank’ Brits leger. Een mogelijke reden is dat vele zwarten muzikale rollen hadden in het leger.<ref name="tbpib"/> Rose was een drummer in het 42e regiment in de periode van 25 mei 1822 tot 24 september 1823.<ref name=na>{{Citeer web|taal=en|titel=Transcript, Sergeant George Rose|url=http://www.nationalarchives.gov.uk/pathways/blackhistory/work_community/transcripts/george_rose_service_record.htm|bezochtdatum=10 juli 2016}}</ref> John D. Ellis gelooft echter dat de afkeer van blanken ten opzichte van zwarten in een positie van autoriteit ervoor zorgde dat weinig zwarten werden bevorderd.<ref name="tbpib"/> | ||
=== Ontslag === | === Ontslag === | ||
Regel 22: | Regel 22: | ||
De volgende tien jaar verbleef hij in Glasgow waar hij predikte als lid van de primitieve methodisten. In 1849 keerde Rose terug naar Jamaica. Daar was hij nog dertien jaar als missionaris actief. Rose stierf op 27 juli 1873 dicht bij Spanish Town, Jamaica waar hij geboren was.<ref name="bwm"/> | De volgende tien jaar verbleef hij in Glasgow waar hij predikte als lid van de primitieve methodisten. In 1849 keerde Rose terug naar Jamaica. Daar was hij nog dertien jaar als missionaris actief. Rose stierf op 27 juli 1873 dicht bij Spanish Town, Jamaica waar hij geboren was.<ref name="bwm"/> | ||
Het aanwerven van zwarte soldaten in het | Het aanwerven van zwarte soldaten in het ’blank’ Brits leger, in tegenstelling tot het [[West India Regiment|West India regiment]] en [[Britse Oost-Indische Compagnie]], stopte eind 1820. Bijgevolg waren er hoe langer hoe minder zwarte soldaten in het Brits leger. Tegen 1840 waren er geen meer.<ref name="tbpib"/> Een mogelijke reden hiervoor is onder andere de opkomst van het geloof in raciale verschillen en wetenschappelijk racisme.<ref name=shm>{{Citeer web|taal=en|titel=Sherwood, M. (2003) White myths, black omissions: the historical origins of racism in Britain|url=http://centres.exeter.ac.uk/historyresource/journal5/Sherwood.pdf|bezochtdatum=10 juli 2016}}</ref> | ||
== Geen memoires == | == Geen memoires == | ||
De Napoleontische oorlogen deed een overvloed ontstaan aan schrijvers en dagboekschrijvers door personen die betrokken waren bij de campagnes. Slechts twee vermelden de aanwezigheid van zwarte soldaten. | De Napoleontische oorlogen deed een overvloed ontstaan aan schrijvers en dagboekschrijvers door personen die betrokken waren bij de campagnes. Slechts twee vermelden de aanwezigheid van zwarte soldaten. De memoires van Thomas Morris van het 73e infanterie regiment vermeldden de aanwezigheid van George Rose niet, hoewel ze vijf jaar lang samen gediend hebben, inclusief in de Nederlanden en de slag van Waterloo. John D. Ellis meent dat de oorzaak hiervan ligt bij het feit dat de meeste memoires werden gepubliceerd na 1840. Sindsdien nam het racisme toe. De status van zwarten leed hieronder, waardoor het niet langer populair was om zwarten te vermelden.<ref name="tbpib"/> | ||
{{Appendix}} | {{Appendix}} | ||
{{authority control|TYPE=p| | {{authority control|TYPE=p|}} | ||
[[Categorie:Brits militair]] | [[Categorie:Brits militair]] | ||
[[Categorie:Brits zendeling]] | |||
[[Categorie:Racisme]] | [[Categorie:Racisme]] |
Huidige versie van 21 jul 2016 om 16:11
George Rose (1787 – 1873) was een zwarte soldaat in het Brits leger tussen 1809 en 1837. Hij was, wanneer men de koloniale legers niet meetelt, de enige zwarte soldaat in het Brits leger die het tot sergeant schopte in het begin van de negentiende eeuw.
Biografie
Het leger als toevluchtsoord
George Rose (1787 – 1873) werd als slaaf in Spanish Town, Jamaica geboren. Rose ontsnapte en reisde naar Engeland. Toen hij in Engeland aankwam was hij 22 jaar. In augustus 1809 ging hij in dienst bij het tweede bataljon van het 73e infanterie regiment.[1]
In het begin van de negentiende eeuw werden er veel zwarte soldaten in dienst genomen in het Brits leger, niet alleen in de koloniale troepen maar ook in wat tot dan toe werd beschouwd als het ’Blanke’ leger. In alle ’household’-regimenten, in de meeste cavalerieregimenten en in heel wat (41 van de 103) infanterieregimenten werden zwarten in dienst genomen die geboren waren in West-Indië.[2] Hoewel zwarten uit alle regio’s van de diaspora hun weg vonden in het leger, waren zwarten uit West-Indië de grootste groep. Dit is een gevolg van de trans-Atlantische driehoekshandel.[3]
Het is geweten dat het Brits leger slaven in West-Indië aankocht om te dienen in het koloniaal leger, gestationeerd in de Britse Caraïben. Er is echter geen bewijs dat dit ook gebeurde in Engeland. Het is wel zo dat het leger in die tijd vaak een toevluchtsoord was voor gevluchte slaven.[2] Sinds de zaak Somerset 1772 was het immers niet langer mogelijk om een slaaf tegen zijn wil uit Engeland te verwijderen.[4] In 1807 was er naast de slave trade abolition act (een wet van het Verenigd Koninkrijk voor afschaffing van de handel in slaven) ook de mutiny act. De ’muiterijwet’ bevatte een clausule waardoor alle zwarten die deel uitmaakten van de Britse troepen vanaf dat moment vrij waren. Een slaaf die na 1807 in dienst ging, werd vrij bij zijn indiensttreding.[5]
In dienst bij het 73e infanterie regiment
Tijdens Rose’s jaren in dienst bij het 73e regiment vocht hij in Duitsland, Nederland en uiteindelijk ook in de slag bij Quatre-Bras en slag bij Waterloo in 1815. Rose werd gewond in Merxem (het hedendaagse Merksem bij Antwerpen) in 1814 en nadien in de slag bij Waterloo.[1] Voor zijn inzet in de slagen van Quatre Bras en Waterloo ontving Rose de Waterloomedaille. Andere zwarte soldaten waaronder William Wilson van Barbados en William Affleck van St. Kitts kregen eveneens de medaille. Zwarte soldaten ontvingen dezelfde decoraties als hun blanke collega’s.[2]
In dienst bij het 42e regiment
In april 1817 werd het tweede bataljon van het 73e infanterie regiment in Chelmsford ontbonden.[1] Het staand leger van Groot-Brittannië kon gereduceerd worden na de slag bij Waterloo, het einde van de Napoleontische oorlogen.[6] Rose werd bijgevolg overgeplaatst naar het 42e regiment. Hij is één van de weinige soldaten van die tijd die zowel in het 73e als in 42e gediend heeft. Tijdens zijn tijd bij het 42e diende Rose in Ierland, Gibraltar, Corfu en Malta.[1]
In 1829 werd hij bevorderd tot korporaal, in 1831 tot sergeant. Hierdoor werd hij de hoogst gerangschikte zwarte soldaat in het ’blank’ Brits leger van die tijd, de koloniale legers buiten beschouwing gelaten. Een van de criteria waar men rekening mee hield bij een bevordering was de uitgebreide ervaring in militaire campagnes. Toch werden maar weinig zwarten bevorderd in het ’blank’ Brits leger. Een mogelijke reden is dat vele zwarten muzikale rollen hadden in het leger.[2] Rose was een drummer in het 42e regiment in de periode van 25 mei 1822 tot 24 september 1823.[7] John D. Ellis gelooft echter dat de afkeer van blanken ten opzichte van zwarten in een positie van autoriteit ervoor zorgde dat weinig zwarten werden bevorderd.[2]
Ontslag
In 1936 keerde het 42e terug naar Schotland. Rose bleef in dienst tot 29 mei 1837. Bij zijn ontslag werd genoteerd dat hij blijvend invalide was als gevolg van opgelopen letsels. Rose had onder andere een zwakke rechterarm als gevolg van een oude schotwond. Bij ontslag ontving hij een pensioen van 23 pence per dag, wat gepast was voor zijn rang en dienstperiode.[1]
De volgende tien jaar verbleef hij in Glasgow waar hij predikte als lid van de primitieve methodisten. In 1849 keerde Rose terug naar Jamaica. Daar was hij nog dertien jaar als missionaris actief. Rose stierf op 27 juli 1873 dicht bij Spanish Town, Jamaica waar hij geboren was.[1]
Het aanwerven van zwarte soldaten in het ’blank’ Brits leger, in tegenstelling tot het West India regiment en Britse Oost-Indische Compagnie, stopte eind 1820. Bijgevolg waren er hoe langer hoe minder zwarte soldaten in het Brits leger. Tegen 1840 waren er geen meer.[2] Een mogelijke reden hiervoor is onder andere de opkomst van het geloof in raciale verschillen en wetenschappelijk racisme.[8]
Geen memoires
De Napoleontische oorlogen deed een overvloed ontstaan aan schrijvers en dagboekschrijvers door personen die betrokken waren bij de campagnes. Slechts twee vermelden de aanwezigheid van zwarte soldaten. De memoires van Thomas Morris van het 73e infanterie regiment vermeldden de aanwezigheid van George Rose niet, hoewel ze vijf jaar lang samen gediend hebben, inclusief in de Nederlanden en de slag van Waterloo. John D. Ellis meent dat de oorzaak hiervan ligt bij het feit dat de meeste memoires werden gepubliceerd na 1840. Sindsdien nam het racisme toe. De status van zwarten leed hieronder, waardoor het niet langer populair was om zwarten te vermelden.[2]