Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Tielt tijdens de Eerste Wereldoorlog: verschil tussen versies
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Tielt_tijdens_de_Eerste_Wereldoorlog&oldid=43436221 NeleRoelens 24 feb 2015) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
Van 14 oktober 1914 tot en met 14 oktober 1918 was [[Tielt]] het hoofdkwartier van het Vierde Duitse Leger, het A.O.K. IV (''Armee Over Kommando IV''). Het opperbevel van het Vierde Leger coördineerde vanuit Tielt de militaire strijd aan het IJzerfront en bestuurde het burgerlijk gebied ten westen van de [[Schelde (rivier)|Schelde]]. Tielt bleek al vroeg in de oorlog de ideale locatie voor een hoofdkwartier. De stad lag op de ideale afstand van het front, [[Gent]] was te ver en [[Roeselare]] te dicht en daarenboven beschikte Tielt over een rechtstreekse [[Spoorlijn 73|spoorwegverbinding]] met [[Diksmuide]]<ref>(2014) Tielt, strategisch hoofdkwartier. De Groote Oorlog in en om West-Vlaanderen, extra bijlage 2014 Knack. p. 56.</ref> In Tielt werd op 22 april 1915 de eerste gasaanval bevolen.<ref>Thielt 1914-1918. Bezette stad. Stadsmagazine Tielt ‘Op de hoogte’, januari 2015-nr 45, p.31.</ref> | |||
Tielt | [[File:DuitseVierdeLeger Hoogstraat.jpg|thumb|Hoogstraat 44, een van de hoofkwartieren van A.O.K. IV]] | ||
== | == Bezetting == | ||
Opperbevelhebber van het Vierde Duitse Leger, [[Albrecht van Württemberg|Albrecht von Würtemberg]], organiseerde vanuit Tielt samen met zijn generaals de oorlog en besliste over leven en dood aan de [[IJzer (rivier)|IJzer]]. | |||
[[File:Albrecht von Wurttemberg.jpg|thumb|Portret van Albrecht von Württemberg]] | |||
Het Vierde Duitse Leger nam alle openbare gebouwen en de mooiste [[Herenhuis|burgerhuizen]], onder andere in de Hoogstraat, in beslag om er hun hoofdkwartier te vestigen. De eigenaars kregen één kamer waar ze mochten leven en wonen of er werd hen een vrijgeleide naar het buitenland gegeven. | |||
Albrecht von Württemberg koos het huis van brouwer [[René Colle]] in de Hoogstraat 26 uit <ref>Vandermeulen, J. (2008). Thielt 1914-1918. Strategische hoogte voor Hertogen en Prinsen. Tweede druk. Tielt: heemkundige kring De Roede van Tielt.</ref>, de belangrijkste bureaus werden ondergebracht bij Dr. Ferdinand Vande Walle in de Hoogstraat 44. | |||
De Duitsers maakten grote sier terwijl de gevolgen voor de Tieltenaar niet te overzien waren.<ref>Van Coillie, P. (4 en 5 december 2014). Huis Mulle De Terschueren toont het leven tijdens WO I. Tielt krijgt oorlogsmuseum. Het laatste nieuws, p. 39.</ref> Tielt werd volledig aangepast aan de noden van de [[Bezetting (militair)|bezetter]]. De stad werd moeilijk te verlaten en te betreden, waardoor de weinige voorzieningen tot honger en kou leidden. Voor de minste overtreding werden burgers gearresteerd. | |||
Bij het begin van de 20ste eeuw slopen wetenschap en technologie het militaire apparaat binnen.<ref>Vandermeulen, J. (2010). De wieg van de chemische oorlog staat in Tielt. De roede van Tielt, driemaandelijks heemkundig tijdschrift voor de gemeenten van de vroegere roede van Tielt, nr. 4/jaargang 41, p.279-331.</ref> Er werd nagedacht over een nieuw soort oorlogsvoering. Tweemaal zou Tielt een belangrijke rol spelen. In 1909 kreeg Tielts mandataris [[August Beernaert]] de nobelprijs voor de vrede wegens zijn hoofdrol op de ''Internationale Haagse Vredesconferentie'' over ontwapening (1899 en 1907), waar een verbod op het gebruik van gifgas één van de besluiten was. In 1915 werd in Tielt de militaire tactiek van de allereerste gasaanval uitgebroed. | |||
In 1914 werd de spanning tussen Frankrijk en Duitsland verder op de spits gedreven. Elk zocht zijn eigen bondgenoten. Het neutrale België werd een deel van het slagveld. De geplande Blitzkrieg (zie: [[Schlieffenplan|Von Schlieffenplan]]) werd gestuit aan de IJzer, na drie maanden liep het front vast: de [[Loopgravenoorlog|stellingenoorlog]] zou vier jaar duren. | |||
Vanaf [[Nieuwpoort (België)|Nieuwpoort]] tot de Zwitserse Alpen werd één [[Westfront (Eerste Wereldoorlog)|loopgravenfront]] gevormd. Het Belgische deel van dit front werd door het Duitse Vierde Leger bemand en werd geleid vanuit Tielt. | |||
Het stilgevallen front moest doorbroken worden. Max Bauer, een Duitse kolonel, besefte al vanaf september 1914 dat een ander soort wapens nodig zou zijn om de vijand te verslaan. Hij dacht aan scheikunde en kreeg na enig aandringen groen licht van [[Erich von Falkenhayn]], de algemene bevelhebber van alle Duitse troepen in Oost-, Zuid- en West-Europa. | |||
== | == Ontwikkeling == | ||
[[File:Fritz Haber.png|thumb|Fritz Haber]] | |||
[[Fritz Haber]] had juist de kunstmestproductie ontdekt en zo het leven van honderdduizenden hongerigen gered. Echter, hetzelfde chemisch proces om via stikstof uit de lucht kunstmest te produceren kon ook gebruikt worden voor de onbeperkte aanmaak van explosieven. | |||
Haber schakelde zijn laboratorium in en leidde er een team van 150 wetenschappers. Hij maakte er zijn nieuwste geesteskind: [[Dichloor|Chloorgas]] voor militair gebruik. Hij ontdekte ook dat langdurige blootstelling aan een lage concentratie van een giftig gas hetzelfde (dodelijke) effect had als een korte blootstelling aan hoge concentraties van datzelfde gas. Met deze observatie werd Haber één van de grondleggers van de moderne [[toxicologie]]. | |||
Niemand wou het nieuwe wapen van Haber gebruiken, behalve von Württemberg. Met dit nieuwe wapen wou hij zijn troepen behoeden voor nog een oorlogswinter in de natte Vlaamse loopgraven. Von Württemberg lichtte zijn stafchef in over zijn beslissing alsook de generaal van de sector waar hij de aanval plande. Stafchef Emile Ilse was de militaire strateeg in het Vierde Leger. De sector van generaal Berthold von Deimling (Zonnebeke-Geluveld-Hollebeke) werd uitgekozen voor de aanval. Von Deimling was eerst ongelukkig met de opdracht – hij vond gasgebruik aan het front een brug te ver - maar draaide later toch bij.[[File:Nieuwstraat 7 - Tielt.JPG|thumb|Gebouwen in de Nieuwstraat]] | |||
Vanaf dan stonden alle betrokken militairen rechtstreeks onder het gezag van von Württemberg. De [[Chemische wapens|gasaanval]] werd voorbereid, dit gebeurde in de Nieuwstraat 7 in Tielt. Dit was één van de Tieltse wooncomplexen waarin het Vierde Leger zijn 40 verschillende afdelingen onderbracht. | |||
Detailplannen werden uitgewerkt voor het plaatsen van de gasflessen, men moest leidingen en gastoevoer regelen en ook met de weersomstandigheden moest rekening gehouden worden. Bij een verkeerde windrichting kon men zichzelf schade toekennen in plaats van de vijand. | |||
Op 10 maart 1915 was het inbouwen van de gasflessen voltooid (in de regio Zonnebeke-Geluveld-Hollebeke). Toch werd een eerste aanval niet uitgevoerd. Door de foute inschatting van de windrichting stierven bij eerste testen ook een vijftigtal Duitse soldaten. Dit tot zeer groot ongenoegen van generaal von Deimling. | |||
Von Württemberg besliste om de ingedolven gasflessen achter zich te laten en een nieuwe aanval te plannen in de regio Lizerne-Steenstrate-Boezinge-Langemark. | |||
De hoogste Duitse legerleiding van het westelijk front wilde weten hoe ver het met de Tieltse plannen stond. Op 21 april 1915 kwam von Falkenhayn zelf naar het Vierde Leger in Tielt om er met von Württemberg en zijn staf het scenario te overlopen. Er kwam geen uitstel meer, het bevel voor de gasaanval moest worden gegeven. | |||
== Eerste gasaanval == | |||
Na vier vergeefse pogingen (windkracht-windrichting) werden de gaskranen van de ingedolven gasflessen opengedraaid in het gebied Lizerne-Steenstrate-Boezinge-Langemark. Het volledige Tieltse hoofdkwartier was uitgerukt naar het [[slagveld]]. | |||
Op 22 april 1915 om 18u Duitse tijd gaf von Württemberg zelf het bevel om de gaskranen te openen. Het gas sleepte zich laag boven de grond verder, alles kleurde geel-groen. De uitwerking was verschrikkelijk.[[File:Gasaanval.jpg|thumb|Slachtoffers van een gasaanval]] | |||
De acute symptomen waren vuurrode, brandende ogen; gezwollen slijmvliezen van de neus en keelholte met een kwellende hoest; overvloedige gelige slijmsecretie in de keel. Bij sterkere vergiftiging kon door zwelling van de slijmvliezen in neus, keel en longen verstikking optreden, werden bloedfluimen opgegeven en ontstond longoedeem. | |||
Als de troepen al een vergiftiging overleefden, bleven de chronische hoest en ernstige zuurstofnood meestal levenslang. | |||
Technisch gezien had de chemische aanval zijn effect niet gemist: het vastgelopen front scheurde. Na zes maanden blokkage ontstond er een bres tussen Langemark en Bikschote. [[File:Ieperstraat 18 (1914-1918).jpg|thumb|Gebouwen in de Ieperstraat]] | |||
Maar tactisch kon von Württemberg de geallieerde panieksituatie en het plotse openliggende front niet uitbuiten. Algemeen opperbevelhebber Erich von Falkenhayn weigerde immers toe te geven aan de herhaalde vraag van von Deimling, Ilse en von Württemberg om een extra divisie manschappen toe te voegen aan het Vierde Leger om op die manier de enorme bres in het front te bezetten en door te stoten naar Ieper. Onder andere door von Falkenhayns aarzelen bracht zijn leger opnieuw een oorlogswinter door in Vlaanderen. | |||
[[File:Ieperstraat 18.JPG|thumb|Gevel Ieperstraat 18]] | |||
De besluiten van de [[Vredesconferentie van Den Haag|Haagse Vredesconferenties]] – een verbod op het gebruik van oorlogsgassen - bleken net zo dood als hun promotor, de Tieltse mandataris en Nobelprijswinnaar August Beernaert. Gas werd een officieel erkend en gebruikt [[Gevechtswapen|oorlogswapen]]. Het Vierde Leger in Tielt richtte een apart bureau op: ''de Gasdienst''. Het was gevestigd in de Ieperstraat 18. | |||
Uiteindelijk zouden de geallieerden meer gasaanvallen uitvoeren dan de Duitsers. | |||
De directe dodelijke impact van oorlogsgas was niet zo groot, maar toch maakte het gas een verpletterende indruk. Tot in de late jaren 80 van de 20<sup>ste</sup> eeuw kende iedereen wel oud-strijders die ''‘van de gaze gepakt waren’'' en een leven van chronisch lijden en zuurstofnood kenden. | |||
Haber kreeg in november 1919 de [[Nobelprijs voor de Scheikunde|Nobelprijs voor scheikunde]], zij het onder luid protest. Hij bleef zijn leven lang volhouden dat al zijn gifgassen ''humane waffe'' waren die indirect veel levens redden door het verkorten van de oorlog. | |||
Het nieuw soort oorlog dat von Württemberg creëerde, het doden op afstand zonder explosieven noch uitwendig zichtbare kwetsuren, kreeg nog een extra abstraherend aspect. ‘De vijand’ liep gemaskerd rond. Hij had geen menselijk gelaat meer, geen identiteit. Men doodde geen mensen meer, maar gemaskerde wezens. | |||
== | == Bibliografie == | ||
{{References}} | |||
{{Wikidata|}} | |||
{{nocat}} | |||
Huidige versie van 10 mrt 2015 om 17:33
Van 14 oktober 1914 tot en met 14 oktober 1918 was Tielt het hoofdkwartier van het Vierde Duitse Leger, het A.O.K. IV (Armee Over Kommando IV). Het opperbevel van het Vierde Leger coördineerde vanuit Tielt de militaire strijd aan het IJzerfront en bestuurde het burgerlijk gebied ten westen van de Schelde. Tielt bleek al vroeg in de oorlog de ideale locatie voor een hoofdkwartier. De stad lag op de ideale afstand van het front, Gent was te ver en Roeselare te dicht en daarenboven beschikte Tielt over een rechtstreekse spoorwegverbinding met Diksmuide[1] In Tielt werd op 22 april 1915 de eerste gasaanval bevolen.[2]
Bezetting
Opperbevelhebber van het Vierde Duitse Leger, Albrecht von Würtemberg, organiseerde vanuit Tielt samen met zijn generaals de oorlog en besliste over leven en dood aan de IJzer.
Het Vierde Duitse Leger nam alle openbare gebouwen en de mooiste burgerhuizen, onder andere in de Hoogstraat, in beslag om er hun hoofdkwartier te vestigen. De eigenaars kregen één kamer waar ze mochten leven en wonen of er werd hen een vrijgeleide naar het buitenland gegeven. Albrecht von Württemberg koos het huis van brouwer René Colle in de Hoogstraat 26 uit [3], de belangrijkste bureaus werden ondergebracht bij Dr. Ferdinand Vande Walle in de Hoogstraat 44.
De Duitsers maakten grote sier terwijl de gevolgen voor de Tieltenaar niet te overzien waren.[4] Tielt werd volledig aangepast aan de noden van de bezetter. De stad werd moeilijk te verlaten en te betreden, waardoor de weinige voorzieningen tot honger en kou leidden. Voor de minste overtreding werden burgers gearresteerd.
Bij het begin van de 20ste eeuw slopen wetenschap en technologie het militaire apparaat binnen.[5] Er werd nagedacht over een nieuw soort oorlogsvoering. Tweemaal zou Tielt een belangrijke rol spelen. In 1909 kreeg Tielts mandataris August Beernaert de nobelprijs voor de vrede wegens zijn hoofdrol op de Internationale Haagse Vredesconferentie over ontwapening (1899 en 1907), waar een verbod op het gebruik van gifgas één van de besluiten was. In 1915 werd in Tielt de militaire tactiek van de allereerste gasaanval uitgebroed.
In 1914 werd de spanning tussen Frankrijk en Duitsland verder op de spits gedreven. Elk zocht zijn eigen bondgenoten. Het neutrale België werd een deel van het slagveld. De geplande Blitzkrieg (zie: Von Schlieffenplan) werd gestuit aan de IJzer, na drie maanden liep het front vast: de stellingenoorlog zou vier jaar duren. Vanaf Nieuwpoort tot de Zwitserse Alpen werd één loopgravenfront gevormd. Het Belgische deel van dit front werd door het Duitse Vierde Leger bemand en werd geleid vanuit Tielt. Het stilgevallen front moest doorbroken worden. Max Bauer, een Duitse kolonel, besefte al vanaf september 1914 dat een ander soort wapens nodig zou zijn om de vijand te verslaan. Hij dacht aan scheikunde en kreeg na enig aandringen groen licht van Erich von Falkenhayn, de algemene bevelhebber van alle Duitse troepen in Oost-, Zuid- en West-Europa.
Ontwikkeling
Fritz Haber had juist de kunstmestproductie ontdekt en zo het leven van honderdduizenden hongerigen gered. Echter, hetzelfde chemisch proces om via stikstof uit de lucht kunstmest te produceren kon ook gebruikt worden voor de onbeperkte aanmaak van explosieven. Haber schakelde zijn laboratorium in en leidde er een team van 150 wetenschappers. Hij maakte er zijn nieuwste geesteskind: Chloorgas voor militair gebruik. Hij ontdekte ook dat langdurige blootstelling aan een lage concentratie van een giftig gas hetzelfde (dodelijke) effect had als een korte blootstelling aan hoge concentraties van datzelfde gas. Met deze observatie werd Haber één van de grondleggers van de moderne toxicologie.
Niemand wou het nieuwe wapen van Haber gebruiken, behalve von Württemberg. Met dit nieuwe wapen wou hij zijn troepen behoeden voor nog een oorlogswinter in de natte Vlaamse loopgraven. Von Württemberg lichtte zijn stafchef in over zijn beslissing alsook de generaal van de sector waar hij de aanval plande. Stafchef Emile Ilse was de militaire strateeg in het Vierde Leger. De sector van generaal Berthold von Deimling (Zonnebeke-Geluveld-Hollebeke) werd uitgekozen voor de aanval. Von Deimling was eerst ongelukkig met de opdracht – hij vond gasgebruik aan het front een brug te ver - maar draaide later toch bij.
Vanaf dan stonden alle betrokken militairen rechtstreeks onder het gezag van von Württemberg. De gasaanval werd voorbereid, dit gebeurde in de Nieuwstraat 7 in Tielt. Dit was één van de Tieltse wooncomplexen waarin het Vierde Leger zijn 40 verschillende afdelingen onderbracht.
Detailplannen werden uitgewerkt voor het plaatsen van de gasflessen, men moest leidingen en gastoevoer regelen en ook met de weersomstandigheden moest rekening gehouden worden. Bij een verkeerde windrichting kon men zichzelf schade toekennen in plaats van de vijand. Op 10 maart 1915 was het inbouwen van de gasflessen voltooid (in de regio Zonnebeke-Geluveld-Hollebeke). Toch werd een eerste aanval niet uitgevoerd. Door de foute inschatting van de windrichting stierven bij eerste testen ook een vijftigtal Duitse soldaten. Dit tot zeer groot ongenoegen van generaal von Deimling. Von Württemberg besliste om de ingedolven gasflessen achter zich te laten en een nieuwe aanval te plannen in de regio Lizerne-Steenstrate-Boezinge-Langemark.
De hoogste Duitse legerleiding van het westelijk front wilde weten hoe ver het met de Tieltse plannen stond. Op 21 april 1915 kwam von Falkenhayn zelf naar het Vierde Leger in Tielt om er met von Württemberg en zijn staf het scenario te overlopen. Er kwam geen uitstel meer, het bevel voor de gasaanval moest worden gegeven.
Eerste gasaanval
Na vier vergeefse pogingen (windkracht-windrichting) werden de gaskranen van de ingedolven gasflessen opengedraaid in het gebied Lizerne-Steenstrate-Boezinge-Langemark. Het volledige Tieltse hoofdkwartier was uitgerukt naar het slagveld.
Op 22 april 1915 om 18u Duitse tijd gaf von Württemberg zelf het bevel om de gaskranen te openen. Het gas sleepte zich laag boven de grond verder, alles kleurde geel-groen. De uitwerking was verschrikkelijk.
De acute symptomen waren vuurrode, brandende ogen; gezwollen slijmvliezen van de neus en keelholte met een kwellende hoest; overvloedige gelige slijmsecretie in de keel. Bij sterkere vergiftiging kon door zwelling van de slijmvliezen in neus, keel en longen verstikking optreden, werden bloedfluimen opgegeven en ontstond longoedeem. Als de troepen al een vergiftiging overleefden, bleven de chronische hoest en ernstige zuurstofnood meestal levenslang.
Technisch gezien had de chemische aanval zijn effect niet gemist: het vastgelopen front scheurde. Na zes maanden blokkage ontstond er een bres tussen Langemark en Bikschote.
Maar tactisch kon von Württemberg de geallieerde panieksituatie en het plotse openliggende front niet uitbuiten. Algemeen opperbevelhebber Erich von Falkenhayn weigerde immers toe te geven aan de herhaalde vraag van von Deimling, Ilse en von Württemberg om een extra divisie manschappen toe te voegen aan het Vierde Leger om op die manier de enorme bres in het front te bezetten en door te stoten naar Ieper. Onder andere door von Falkenhayns aarzelen bracht zijn leger opnieuw een oorlogswinter door in Vlaanderen.
De besluiten van de Haagse Vredesconferenties – een verbod op het gebruik van oorlogsgassen - bleken net zo dood als hun promotor, de Tieltse mandataris en Nobelprijswinnaar August Beernaert. Gas werd een officieel erkend en gebruikt oorlogswapen. Het Vierde Leger in Tielt richtte een apart bureau op: de Gasdienst. Het was gevestigd in de Ieperstraat 18. Uiteindelijk zouden de geallieerden meer gasaanvallen uitvoeren dan de Duitsers.
De directe dodelijke impact van oorlogsgas was niet zo groot, maar toch maakte het gas een verpletterende indruk. Tot in de late jaren 80 van de 20ste eeuw kende iedereen wel oud-strijders die ‘van de gaze gepakt waren’ en een leven van chronisch lijden en zuurstofnood kenden. Haber kreeg in november 1919 de Nobelprijs voor scheikunde, zij het onder luid protest. Hij bleef zijn leven lang volhouden dat al zijn gifgassen humane waffe waren die indirect veel levens redden door het verkorten van de oorlog.
Het nieuw soort oorlog dat von Württemberg creëerde, het doden op afstand zonder explosieven noch uitwendig zichtbare kwetsuren, kreeg nog een extra abstraherend aspect. ‘De vijand’ liep gemaskerd rond. Hij had geen menselijk gelaat meer, geen identiteit. Men doodde geen mensen meer, maar gemaskerde wezens.
Bibliografie
- º (2014) Tielt, strategisch hoofdkwartier. De Groote Oorlog in en om West-Vlaanderen, extra bijlage 2014 Knack. p. 56.
- º Thielt 1914-1918. Bezette stad. Stadsmagazine Tielt ‘Op de hoogte’, januari 2015-nr 45, p.31.
- º Vandermeulen, J. (2008). Thielt 1914-1918. Strategische hoogte voor Hertogen en Prinsen. Tweede druk. Tielt: heemkundige kring De Roede van Tielt.
- º Van Coillie, P. (4 en 5 december 2014). Huis Mulle De Terschueren toont het leven tijdens WO I. Tielt krijgt oorlogsmuseum. Het laatste nieuws, p. 39.
- º Vandermeulen, J. (2010). De wieg van de chemische oorlog staat in Tielt. De roede van Tielt, driemaandelijks heemkundig tijdschrift voor de gemeenten van de vroegere roede van Tielt, nr. 4/jaargang 41, p.279-331.