Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Latijnse klassen: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Latijnse_klassen&oldid=19292499 12 dec 2009 behouden bij verwijdersessie 07-08-09 (JulliusCaesar0369 24 jul 2009) ChristopheS)
 
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Met '''Latijnse klassen''' wordt een indeling van [[Latijn]]se [[Zelfstandig naamwoord|substantieven]] (zelfstandige naamwoorden) en [[Bijvoeglijk naamwoord|adjectieven]] (bijvoeglijke naamwoorden) bedoeld, die vooral bij het aanleren van Latijn op de middelbare school wordt gebruikt. Deze wijkt af van de onderverdeling in [[declinatie (taalkunde)|declinaties]] (zie: [[Algemene Latijnse vervoegingen en verbuigingen]]).
Met '''Latijnse klassen''' wordt een indeling van [[Latijn]]se [[Zelfstandig naamwoord|substantieven]] (zelfstandige naamwoorden) en [[Bijvoeglijk naamwoord|adjectieven]] (bijvoeglijke naamwoorden) bedoeld, die vooral bij het aanleren van Latijn op de middelbare school wordt gebruikt. Deze wijkt af van de onderverdeling in [[declinatie (taalkunde)|declinaties]] (zie: [[Algemene Latijnse vervoegingen en verbuigingen]]).
<br>
<br />
*''Mini legenda:''
*''Mini legenda:''
**a = korte a
**a = kort
**ã = lange aa
**ā = lang
**sub. = substantief(zelfstandig naamwood)
**sub. = substantief ([[zelfstandig naamwoord]])
**adj. = adjectief(bijvoeglijk naamwoord)
**adj. = adjectief ([[bijvoeglijk naamwoord]])
**m. = mannelijk
**m. = mannelijk
**v. = vrouwelijk
**v. = vrouwelijk
Regel 11: Regel 11:


== Naamvallen ==
== Naamvallen ==
Het Latijn kent zes [[naamvallen]]. De naamvallen geven meer informatie over het woord of vervangen voegwoorden in het [[Nederlands]] zoals van, voor, door, aan, voor en andere.
Het [[klassiek Latijn]] kent zes [[naamvallen]]. Een naamval is een middel waarmee de [[grammatica]]le functie van een [[naamwoord]] of [[voornaamwoord]] in het grotere verband van de [[zin (taalkunde)|zin]] wordt aangegeven.


;[[nominatief|NOMinativus]]:Naamval voor [[onderwerp (zinsdeel)|onderwerp]] en de [[predicaatsnomen]].
==Gebruik==
;[[vocatief|VOCativus]]:Naamval voor de [[aangesproken persoon]]. ''Tu quoque fili mi, et tu, Brute''.
{| class="wikitable" width="100%" style="line-height:160%"
;[[accusatief|ACCusativus]]:Naamval voor het [[lijdend voorwerp]] EN vaste naamval voor woorden na bepaalde [[voorzetsel]]s (het onderwerp ziet/hoort/vindt lijdend voorwerp / ad, inter, post)
! Naamval
;[[genitief|GENitivus]]:Naamval voor de van-bepaling of [[bezittelijke bepaling]] EN vaste naamval voor woorden na bepaalde voorzetsels (voorbeeld: regis = van de koning, avi = van grootvader)
! Gebruik
;[[ablatief|ABLativus]]:Naamval voor [[bijwoordelijke bepaling]], vertaal met door of met EN vaste naamval voor woorden na bepaalde voorzetsels (Met een grote smak valt hij / in, sub…)(middel, wijze, tijd, oorzaak)
! Beknopt gebruik / Afkorting
;[[datief|DATivus]]:Naamval voor: [[meewerkend voorwerp]] (aan), [[voordeel|voor-]] [[nadeel|/nadeel]] (voor), [[voorwerpsdatief]] (parcere ''pecuniae'' - geld sparen) en naamval voor [[naamwoord]]en bij bepaalde adjectieven (canis iratus ''tibi'' - de hond die boos op je is)
! Voorbeeld
|-
! rowspan="2" | [[Nominatief]] (nom.)
| Onderwerp
| Ond.
| ''Avus'' dormit.<br /><span style="color:#777777">''Grootvader'' slaapt.</span>
|- style="border-bottom: 2px solid #AAAAAA;" |
| [[Naamwoordelijk deel van het gezegde]] bij het werkwoord esse of [[Gezegde (taalkunde)|predicaatsnomen]]
| NWD
| Avus ''senex'' est.<br /><span style="color:#777777">Grootvader is ''een oude man''.</span>
BVG (bepaling van gesteldheid)
|- style="border-bottom: 2px solid #AAAAAA;" |
| [[Vocatief]] (voc.)
| colspan="2" | Aangesproken persoon
| Vale, ''ave''!<br /><span style="color:#777777">Tot ziens, ''grootvader''!</span>
|-
!  rowspan="5" | [[Accusatief]] (acc.)
| [[Lijdend voorwerp]]
| LV
| ''Avum'' video.<br /><span style="color:#777777">Ik zie ''grootvader''.</span>
|-
| [[Subjectsaccusativus]], dus onderwerp
| Ond. in inf.zin.
| Gaudeo ''avum'' hic esse.<br /><span style="color:#777777">Ik ben blij dat ''grootvader'' hier is.</span>
|-
| Bijwoordelijke bepaling na bepaalde [[voorzetsel|voorzetsels]]<ref>Enkele van de meest voorkomende voorzetsels die worden gevolgd door een accusatief zijn: ad, ante, apud, inter, trans, sub, iuxta, intra, per, post, praeter, prope, circum, in (met de betekenis 'naar'), extra</ref>
| BWB na bep. voorzetsels
| Apud ''avum'' sumus.<br /><span style="color:#777777">We zijn bij ''grootvader''.</span>
|-
| Bijwoordelijke bepaling van richting of duur
| Acc. van richting
| Avus ''Romam'' it.<br /><span style="color:#777777">Grootvader gaat ''naar Rome''.</span>
|- style="border-bottom: 2px solid #AAAAAA;" |
| Bij sommige voorzetsels die als prefix in een werkwoord vervat zijn
| Prefixacc.
| Avus aviam ''fluminem'' traduxit.<br /><span style="color:#777777">Grootvader brengt grootmoeder ''over de rivier''.</span>
|-
! rowspan="5"  | [[Genitief]] (gen.)
| Van-bepaling of [[bezittelijke bepaling]]
| Bezitsgen.
| Hic est liber ''avi''.<br /><span style="color:#777777">Dit is het boek ''van grootvader''.</span>
|-
| Bepaling bij een substantief dat van een werkwoord is afgeleid, waarbij de genitief het voorwerp zou zijn. Ook worden enkele adjectieven en werkwoorden gevolgd door een voorwerpsgenitief<ref>Enkele adjectieven en werkwoorden die worden gevolgd door een voorwerpsgenitief: avidus, cupidus, memor, immemor, patiens, peritus, conscius, oblivisci, meminisse</ref>
| Voorwerpsgen.
| Avus spem ''vitae post mortem'' habet.<br /><span style="color:#777777">Grootvader koestert hoop ''op leven na de dood''.</span><br /><span style="color:#888888">Grootvader <u>hoopt</u> ''op leven na de dood'' – ''op leven na de dood'' is voorwerp bij ''hoopt''</span>
|-
| Bepaling bij een substantief dat van een werkwoord is afgeleid, waarbij de genitief het onderwerp zou zijn
| Onderwerpsgen.
| Avus canit victoriam ''Graecorum''.<br /><span style="color:#777777">Grootvader bezingt de overwinning ''van de Grieken''.</span><br /><span style="color:#888888">''De Grieken'' <u>overwinnen</u> – ''de Grieken'' is onderwerp bij ''overwinnen''</span>
|-
| Bij woorden die een deel uitdrukken<ref>Enkele woorden die worden gevolgd door een partitieve genitief: copia, milia, satis, plenus</ref>
| Partitieve gen. of gen. van het geheel
| Avus partem ''panis'' edit.<br /><span style="color:#777777">Grootvader eet een deel ''van het brood''.</span>
|- style="border-bottom: 2px solid #AAAAAA;" |
| De genitief van eigennamen van steden en kleine eilanden van de eerste klasse, die voorkomen in het enkelvoud, kan de plaats uitdrukken
| Gen. van plaats
| Avus ''Romae'' est.<br /><span style="color:#777777">Grootvader is ''in Rome''.</span><br />Maar niet: <s>Avus ''Athenarum'' est.</s><br /><span style="color:#777777">Zie: ablatief → BWB van plaats</span>
|-
! rowspan="7"  | [[Datief]] (dat.)
| Meewerkend voorwerp (aan of voor)
| MV
| Piscem ''avo'' dono.<br /><span style="color:#777777">Ik geef een vis ''aan grootvader''.</span>
|-
| Bij sommige werkwoorden en adjectieven<ref>Enkele werkwoorden en adjectieven die gevolgd worden door een voorwerpsdatief: noceo (inf.: nocere), parco (inf.: parcere), iratus</ref>
| Voorwerpsdat.
|
* Avus ''pecuniae'' parcit.<br /><span style="color:#777777">Grootvader spaart ''geld''.</span>
* Avus iratus ''tibi'' est.<br /><span style="color:#777777">Grootvader is woedend ''op jou''.</span>
|-
| Om bezit uit te drukken in combinatie met het werkwoord esse
| Bezitsdat.
| ''Avo'' duo liberi sunt.<br /><span style="color:#777777">''Grootvader'' heeft twee kinderen.</span><br /><span style="color:#888888">''Letterlijk: ''Aan grootvader'' zijn twee kinderen.''</span>
|-
| Handelend persoon bij een [[gerundivum]]
| HP
| Nunc vina ''avo'' bibendum est.<br /><span style="color:#777777">Nu moet ''grootvader'' de wijn drinken.</span><br /><span style="color:#888888">''Letterlijk (bij benadering): Nu is het aan'' grootvader'' de wijn te drinken.''</span>
|-
| Om aan te duiden of een persoon of zaak voor- of nadeel ondervindt bij de handeling
| Dat. van voordeel/nadeel
| Avus ''nepotibus'' vivit.<br /><span style="color:#777777">Grootvader leeft ''voor zijn kleinkinderen''.</span>
|-
| Bij sommige voorzetsels die als prefix in een werkwoord vervat zijn<ref>Enkele werkwoorden die gevolgd worden door een prefixdatief: antepono (inf.: anteponere), contingit, adsum (inf.: adesse)</ref>
| Prefixdatief
| Avus ''nepotibus'' adest.<br /><span style="color:#777777">Grootvader staat ''zijn kleinkinderen'' bij.</span>
|- style="border-bottom: 2px solid #AAAAAA;" |
| Om het doel van een bepaalde actie weer te geven.
| Dat. van doel
| Avus aviae ''auxilio'' venit.<br /><span style="color:#777777">Grootvader komt grootmoeder ''te hulp''.</span>
|-
! rowspan="12"  | [[Ablatief]] (abl.)
| Bijwoordelijke bepaling van middel
| BWB van middel
| Avus ''stilo'' scribit.<br /><span style="color:#777777">Grootvader schrijft ''met een schrijfstift''.</span>
|-
| Bijwoordelijke bepaling van oorzaak
| BWB van oorzaak
| Avus ''metu'' fugit.<br /><span style="color:#777777">Grootvader vlucht ''uit angst''.</span>
|-
| Bijwoordelijke bepaling van wijze
| BWB van wijze
| Avus ''magnā curā'' litteras scribit.<br /><span style="color:#777777">Grootvader schrijft ''met grote zorg'' een brief.</span>
|-
| Bijwoordelijke bepaling van tijd
| BWB van tijd
| Avus ''aestate'' iter facit.<br /><span style="color:#777777">''<nowiki>'</nowiki>s Zomers'' maakt grootvader een reis.</span>
|-
| Bijwoordelijke bepaling van plaats; ook bij namen van steden en kleine eilanden van de tweede of derde klasse, of van de eerste klasse die in het meervoud voorkomen.
Meestal wordt voor de bepaling van plaats echter geen losse ablativus gebruikt, maar het voorzetsel ''in'' + ablativus.
| BWB van plaats
|
* Avus ''lapide'' sedet.<br /><span style="color:#777777">Grootvader zit ''op een steen''.</span>
* Avus ''Athenis'' est.<br /><span style="color:#777777">Grootvader is ''in Athene''.</span>
** Maar niet: <s>Avus ''Romā'' est.</s><br /><span style="color:#777777">Zie: genitief → gen. van plaats</span>
|-
| Bijwoordelijke bepaling na bepaalde [[Voorzetsel|voorzetsels]]
| BWB na vz.
| Avus in ''horto'' est.<br /><span style="color:#777777">Grootvader is in ''de tuin''.</span>
|-
| [[Handelend voorwerp]]
| HV
| Lapis primus ab ''avo'' ponitur.<br /><span style="color:#777777">De eerste steen wordt door ''grootvader'' gelegd.</span>
|-
| Tweede lid van een vergelijking, dus na een comparatief
| 2<sup>e</sup> lid vgl.
| Avus non melior ''aviā'' est.<br /><span style="color:#777777">Grootvader is niet beter dan ''grootmoeder''.</span>
|-
| Bij werkwoorden en adjectieven die een verwijdering, een scheiding, een gemis, een weggaan, een beroving of een bevrijding uitdrukken<ref>Enkele werkwoorden en adjectieven die gevolgd worden door een ablatief van scheiding: careo (inf.: carere), libero (inf.: liberare), vaco (inf.: vacare), expello (inf.: expellere), vacuus, privatus, nudus</ref> heeft de ablatief van scheiding de functie van voorzetselvoorwerp
| Abl. van scheiding
| Avia ''nepotibus suis'' caret.<br /><span style="color:#777777">Grootmoeder mist ''haar kleinkinderen''.</span>
|-
| De [[Ablativus absolutus|losse ablatief of ablativus absolutus]] wordt ook uitgedrukt in de ablatief
| LA
| ''Aviā dormiente''<ref>In de losse ablatief is de uitgang van de ablatief in de 2<sup>e</sup> klasse niet ''-i'', maar ''-e''</ref>, avus in horto laborat.<br /><span style="color:#777777">''Terwijl grootmoeder slaapt'', werkt grootvader in de tuin.</span>
|-
| Enkele deponente werkwoorden worden gevolgd door een voorwerpsablatief<ref>Enkele deponente werkwoorden die worden gevolgd door een voorwerpsablatief: fruor (inf.: frui), potior (inf.: potiri), fungor (inf.: fungi)</ref>, met de functie van lijdend voorwerp of voorzetselvoorwerp
| Voorwerpsabl.
| Avus ''vitā'' fruitur.<br /><span style="color:#777777">Grootvader geniet ''van het leven''.</span>
|}
 
Alle naamvallen worden ook gebruikt als [[bijstelling]] of [[bepaling van gesteldheid]].


== De substantieven ==
== De substantieven ==
In het Latijn zijn alle substantieven onderverdeeld in declinaties, naargelang hun [[verbuiging]]. Zoals de inleiding zegt kan men de substantieven ook onderverdelen in klassen, woordgroepen dus.
In het Latijn zijn alle substantieven onderverdeeld in declinaties, naargelang hun [[verbuiging]]. Zoals de inleiding zegt kan men de substantieven ook onderverdelen in klassen, woordgroepen dus.


Net zoals het [[Frans]] en het Nederlands kent het Latijn [[geslacht (taalkunde)|geslachten]]. Deze zijn mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. (Het Frans onderscheidt enkel mannelijk en vrouwlijk. Het Nederlands heeft in principe drie geslachten).  
Net zoals het [[Frans]] en het Nederlands kent het Latijn [[geslacht (taalkunde)|geslachten]]. Deze zijn mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. (Het Frans onderscheidt enkel mannelijk en vrouwelijk. Het Nederlands heeft in principe drie geslachten).


=== Eerste klasse van de substantieven ===
=== Eerste klasse van de substantieven ===
Elke klasse heeft haar [[paradigma (taalkunde)|paradigma]]'s. Diet zijn de voorbeeldwoorden van de klasse en geslacht waaraan je kan zien hoe gelijkaardige woorden verbogen worden.
Elke klasse heeft haar [[paradigma (taalkunde)|paradigma]]'s. Dit zijn de voorbeeldwoorden van de klasse en geslacht waaraan je kan zien hoe gelijkaardige woorden verbogen worden.
{| class="prettytable"
 
|-
Modellen: avus (de grootvader), rosa (de roos), donum (het geschenk)
{| class="wikitable"
| rowspan="2" style="background-color:Lightgray" | '''Substantieven<br />klasse I'''
| rowspan="2" style="background-color:Lightgray" | '''Substantieven<br />klasse I'''
| colspan="3" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''ENKELVOUD'''
| colspan="3" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''Enkelvoud'''
| colspan="3" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''MEERVOUD'''  
| colspan="3" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''Meervoud'''
|-
|-
! mannelijk
! mannelijk
Regel 40: Regel 180:
! onzijdig
! onzijdig
|-
|-
| Nominativus || Av-us<br />(grootvader) || Ros-a<br />(roos) || Don-um<br />(geschenk) || Av-i<br />(grootvaders) || Ros-ae<br />(rozen) || Don-a<br />(geschenken)
| Nominatief || Av-us || Ros-a || Don-um || Av-i || Ros-ae || Don-a
|-
|-
| Vocativus || Av-e || Ros-a || Don-um || Av-i || Ros-ae || Don-a
| Accusatief || Av-um || Ros-am || Don-um || Av-os || Ros-as || Don-a
|-
|-
| Accusativus || Av-um || Ros-am || Don-um || Av-os || Ros-as || Don-a
| Genitief || Av-i <br />(van grootvader) || Ros-ae || Don-i || Av-orum || Ros-arum || Don-orum
|-
|-
| Genitivus || Av-i<br />(van grootvader} || Ros-ae || Don-i || Av-orum || Ros-arum || Don-orum
| Datief || Av-o <br />(aan/voor grootvader) || Ros-ae|| Don-o || Av-is || Ros-is || Don-is
|-
|-
| Ablativus || Av-o<br />(door grootvader) || Ros-ã || Don-o || Av-is || Ros-is || Don-is
| Ablatief|| Av-o <br />( met/door grootvader) || Ros-ā || Don-o || Av-is || Ros-is || Don-is
|-
|-
| Dativus || Av-o<br />(voor grootvader) || Ros-ae || Don-o || Av-is || Ros-is || Don-is
| Vocatief || Av-e || Ros-a || Don-um || Av-i || Ros-ae || Don-a
|}
|}
In de tweede klasse van de substantieven worden mannelijke en vrouwelijke substantieven op dezelfde manier verbogen.
In de tweede klasse van de substantieven worden mannelijke en vrouwelijke substantieven op dezelfde manier verbogen.


=== Tweede klasse van de substantieven ===
=== Tweede klasse van de substantieven ===
{| class="prettytable"
Modellen: Dux (de leider), mater (de moeder), corpus (het lichaam)
|-
{| class="wikitable"
| rowspan="2" style="background-color:Lightgray" | '''Substantieven<br />klasse II'''
| rowspan="2" style="background-color:Lightgray" | '''Substantieven<br />klasse II'''
| colspan="2" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''ENKELVOUD'''
| colspan="3" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''Enkelvoud'''
| colspan="2" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''MEERVOUD'''  
| colspan="3" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''Meervoud'''
|-
|-
! m. + v.
! m.
! v.
! o.
! o.
! m. + v.
! m.
! v.
! o.
! o.
|-
|-
| NOM || Dux<br />(leider) || Corpus<br />(lichaam) || Duc-es || Corpor-a
| Nominatief || Dux || Mater|| Corpus || Duc-es || Matr-es || Corpor-a
|-
|-
| VOC || Dux || Corpus || Duc-es || Corpor-a
| Accusatief || Duc-em || Matr-em || Corpus || Duc-es || Matr-es || Corpor-a
|-
|-
| ACC || Duc-em || Corpus || Duc-es || Corpor-a
| Genitief || Duc-is || Matr-is || Corpor-is || Duc-um || Matr-um || Corpor-um
|-
|-
| GEN || Duc-is || Corpor-is || Duc-um || Corpor-um
| Datief || Duc-i || Matr-i || Corpor-i || Duc-ibus || Matr-ibus || Corpor-ibus
|-
|-
| ABL || Duc-e || Corpor-e || Duc-ibus || Corpor-ibus
| Ablatief || Duc-e || Matr-e || Corpor-e|| Duc-ibus || Matr-ibus || Corpor-ibus
|-
|-
| DAT || Duc-i || Corpor-i || Duc-ibus || Corpor-ibus
| Vocatief || Dux || Mater || Corpus || Duc-es || Matr-es || Corpor-a
 
|}
|}


=== Derde klasse van de substantieven ===
=== Derde klasse van de substantieven ===
{| class="prettytable"
{| class="wikitable"
|-
| rowspan="2" style="background-color:Lightgray" | '''Substantieven<br />klasse III'''
| rowspan="2" style="background-color:Lightgray" | '''Substantieven<br />klasse III'''
| colspan="2" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''ENKELVOUD'''
| colspan="2" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''Enkelvoud'''
| colspan="2" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''MEERVOUD'''  
| colspan="2" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''Meervoud'''
|-
|-
! m.
! m.
Regel 91: Regel 233:
! v.
! v.
|-
|-
| NOM || Fructu-s<br />(vrucht) || Die-s<br />(dag) || Fructu-s || Die-s
| Nominatief|| Fructu-s<br />(vrucht) || res
(zaak)
| Fructu-s || res
|-
|-
| VOC || Fructu-s || Die-s || Fructu-s || Die-s
| Accusatief || Fructu-m || rem || Fructu-s || res
|-
|-
| ACC || Fructu-m || Die-m || Fructu-s || Die-s
| Genitief || Fructu-s || rei || Fructu-um || rerum
|-
|-
| GEN || Fructu-s || Die-i || Fructu-um || Die-rum
| Datief || Fructu-i || rei || Fructi-bus || rebus
|-
|-
| ABL || Fructu || Die || Fruct-ibus || Die-bus
| Ablatief || Fructu || re || Fructi-bus || rebus
|-
|-
| DAT || Fructu-i || Die-i || Fruct-ibus || Die-bus
| Vocatief || Fructu-s || res || Fructu-s || res
|}
|}


Er bestaat in de derde klasse maar één onzijdig woord, cornu (hoorn, legerflank).
Er bestaan in de derde klasse maar enkele onzijdige woorden zoals cornu (hoorn, legerflank) en genu (knie).


Ook is er een onregelmatige verbuiging van domus (huis), deze gaat gedeeltelijk volgens de eerste klasse.
Ook is er een onregelmatige verbuiging van domus (huis), deze gaat gedeeltelijk volgens de eerste klasse.
{| class="prettytable"
{| class="wikitable"
|-
| rowspan="2" style="background-color:Lightgray" | '''Substantieven<br />klasse III bis'''
| rowspan="2" style="background-color:Lightgray" | '''Substantieven<br />klasse III bis'''
| colspan="1" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''ENKELVOUD'''
| colspan="1" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''Enkelvoud'''
| colspan="1" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''MEERVOUD'''  
| colspan="1" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''Meervoud'''
|-
|-
! v./o.
! v./o.
! v./o.
! v./o.
|-
|-
| NOM || Domu-s(huis)/<br/>Cornu(hoorn, legerflank) || Domu-s/Cornu-a
| Nominatief || Dom-us(huis)/<br />Cornu(hoorn, legerflank) || Dom-us/Cornu-a
|-
|-
| VOC || Domu-s / Cornu || Domu-s/Cornu-a
| Accusatief || Dom-um / Cornu || Dom-os/Cornu-a
|-
|-
| ACC || Domu-m / Cornu || Dom-os/Cornu-a
| Genitief || Dom-us / Cornu-s || Dom-orum/Cornu-um
|-
|-
| GEN || Domu-s / Cornu-s || Dom-orum/Cornu-um
| Datief || Dom-ui / Corn-i || Dom-ibus/Corn-ibus
|-
|-
| ABL || Domu-i / Cornu || Dom-ibus/Corn-ibus
| Ablatief || Dom-o / Cornu || Dom-ibus/Corn-ibus
|-
|-
| DAT || Dom-o / Corn-i || Dom-ibus/Corn-ibus
| Vocatief || Dom-us / Cornu || Dom-us/Cornu-a
|}
|}


=== Opmerkingen bij substantieven ===  
=== Opmerkingen bij de substantieven ===
*Somige naamwoorden (adj. + sub.) van de Ie adj./sub. eindigen in de NOM, M, ENK op -er of -r. In de stam kan dan de -e- wegvallen (ager = agri, puer = pueri).
*Sommige naamwoorden (adjectieven en substantieven) van de eerste klasse eindigen in de nominatief mannelijk enkelvoud op -er of -r. In de stam kan dan de -e- wegvallen (ager = agri, puer = pueri).
*Bij de VOC m. enk worden sommige sub. die eindigen op –ius of –eus vervangen door –i (''deum'', ''socium'', ''liberum'' en ''virum'' niet).
*Bij de meeste substantieven van de eerste klasse waarvan de stam eindigt op –i of –e, is de vocatief gelijk aan de stam. Bij diegenen waarvan de stam eindigt op -e, wordt de -e vervangen door een -i. Deze regel is niet van toepassing op ''deum'', ''socium'', ''liberum'' en ''virum''.
*''Deus'' heeft een onregelmatige NOM meervoud di. Dit is niet zo bij ''dea''.
*''Deus'' heeft een onregelmatige nominatief en vocatief meervoud, namelijk ''di''. Maar ook de datief en ablatief meervoud is anders, namelijk ''dis''. Dit is niet zo bij ''dea''.
*Sommige woorden worden als vrouwelijke Ie sub. verbogen maar zijn mannelijk (''agricola'' en namen van rivieren).
*Sommige woorden worden als vrouwelijke Ie sub. verbogen maar zijn mannelijk (''agricola'' en namen van rivieren).
*Vroeger was de GEN v. enk. –as, zoals in ''pater familias''.
*Vroeger was de GEN v. enk. –as, zoals in ''pater familias''.
*In Latijnse [[poëzie]] is de [[uitgang (taalkunde)|uitgang]] van de ABL en DAT mv. van ''filia'' en ''dea'' soms ''–ãbus'', om verwarring met ''filius'' en ''filia'' te voorkomen.
*In Latijnse [[poëzie]] is de [[uitgang (taalkunde)|uitgang]] van de ABL en DAT mv. van ''filia'' en ''dea'' soms ''–ābus'', om verwarring met ''filius'' en ''filia'' te voorkomen
*Sommige woorden worden als mannelijke Ie sub. verbogen maar zijn onzijdig/vrouwelijk (bomen, (ei)landen, steden enz).
*Sommige woorden worden als mannelijke Ie sub. verbogen maar zijn onzijdig/vrouwelijk (bomen, (ei)landen, steden enz).
**''Aegyptus'', ''Populus'' (populier),'' Corinthus'' (Korinthe),'' humus'' (grond). Onzijdig is ''vulgus'' (gepeupel).
**''Aegyptus'', ''Populus'' (populier),'' Corinthus'' (Korinthe),'' humus'' (grond). Onzijdig is ''vulgus'' (gepeupel).
*De meeste IIe sub. op –us en –men zijn meestal onzijdig, ''-o'', ''-s'' en ''–x'' vrouwelijk, ''-er'', ''-or'' en ''-os'' mannelijk.
*De meeste IIe sub. op –us en –men zijn meestal onzijdig, ''-o'', ''-s'' en ''–x'' vrouwelijk, ''-er'', ''-or'' en ''-os'' mannelijk.
*Sommige woorden worden als mannelijke IIIe sub. verbogen maar zijn vrouwelijk/onzijdig (v: ''manus'' (hand), o: enige woord: ''cornu''). Ook ''domus'' is vrouwelijk en wordt deels als'' fructus'' verbogen en deels als ''avus''.
*Sommige woorden worden als mannelijke IIIe sub. verbogen maar zijn noch vrouwelijk noch onzijdig (v: ''manus'' (hand), o: enige woord: ''cornu''). Ook ''domus'' is vrouwelijk en wordt deels als'' fructus'' verbogen en deels als ''avus''.
*Soms wordt van de [[locativus]] gesproken, dit is een onderdeel van de ABL en volledig zoals ABL verbogen (LOC = plaats).
*Soms wordt van de [[locativus]] gesproken, dit is een onderdeel van de ABL en volledig zoals ABL verbogen (LOC = plaats).
*''Dies'' is het paradigma voor de vrouwelijke IIIe sub., maar zelf kan het ook mannelijk zijn als de dag onbekend is. Als een bepaalde dag word bedoeld is ze vrouwelijk (daarom is het ''dies ill''-a''').
*''Dies'' is het paradigma voor de vrouwelijke IIIe sub., maar zelf kan het ook mannelijk zijn als de dag onbekend is. Als een bepaalde dag wordt bedoeld is ze vrouwelijk (daarom is het ''dies ill''-a).
*[[#Opmerkingen bij de adjectieven|De uitzonderingen van de laatste opmerking bij de adjectieven]] is soms van toepassing op de substantieven.
* [[#Opmerkingen bij de adjectieven|De uitzonderingen van de laatste opmerking bij de adjectieven]] is soms van toepassing op de substantieven.


== Adjectieven ==
== Adjectieven ==
Regel 149: Regel 292:


=== Eerste klasse van de adjectieven ===
=== Eerste klasse van de adjectieven ===
{| class="prettytable"
{| class="wikitable"
|-
| rowspan="2" style="background-color:Lightgray" | '''Adjectieven<br />klasse I'''
| rowspan="2" style="background-color:Lightgray" | '''Adjectieven<br />klasse I'''
| colspan="3" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''ENKELVOUD'''
| colspan="3" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''Enkelvoud'''
| colspan="3" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''MEERVOUD'''  
| colspan="3" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''Meervoud'''
|-
|-
! mannelijk
! mannelijk
Regel 162: Regel 304:
! onzijdig
! onzijdig
|-
|-
| NOM || Bon-us<br/>(goed(e)) || Bon-a || Bon-um || Bon-i || Bon-ae || Bon-a
| NOM || Bon-us<br />(goed(e)) || Bon-a || Bon-um || Bon-i || Bon-ae || Bon-a
|-
|-
| VOC || Bon-e || Bon-a || Bon-um || Bon-i || Bon-ae || Bon-a
| ACC || Bon-um || Bon –am || Bon-um || Bon-os || Bon-as || Bon-a
|-
|-
| ACC || Bon-um || Bon –am || Bon-um || Bon-os || Bon-as || Bon-a
| GEN || Bon-i || Bon-ae || Bon-i || Bon-orum || Bon-arum || Bon-orum
|-
|-
| GEN || Bon-i || Bon-ae || Bon-i || Bon-orum || Bon-arum || Bon-orum
| DAT || Bon-o || Bon-ae || Bon-o || Bon-is || Bon-is || Bon-is
|-
|-
| ABL || Bon-o || Bon-ã || Bon-o || Bon-is || Bon-is || Bon-is
| ABL || Bon-o || Bon-ā || Bon-o || Bon-is || Bon-is || Bon-is
|-
|-
| DAT || Bon-o || Bon-ae || Bon-o || Bon-is || Bon-is || Bon-is
| VOC || Bon-e || Bon-a || Bon-um || Bon-i || Bon-ae || Bon-a
|-
|-
| BIJW || colspan="6" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | B'''e'''n-e (onr.)
| BIJW || colspan="6" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | B'''e'''n-e (onr).: regelmatige vorming: stam+e (''maxime'', heel groot)
|}
|}


=== Tweede klasse van de adjectieven ===
=== Tweede klasse van de adjectieven ===
{| class="prettytable"
{| class="wikitable"
|-
| rowspan="2" style="background-color:Lightgray" | '''Adjectieven<br />klasse II'''
| rowspan="2" style="background-color:Lightgray" | '''Adjectieven<br />klasse II'''
| colspan="2" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''ENKELVOUD'''
| colspan="2" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''Enkelvoud'''
| colspan="2" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''MEERVOUD'''  
| colspan="2" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''Meervoud'''
|-
|-
! m.+v.
! m.+v.
Regel 189: Regel 330:
! o.
! o.
|-
|-
| NOM || Felix<br/>(gelukkig(e)) / Fortis<br/>(sterk(e)) || Felix/Forte || Felic-es/Fort-es || Felic-ia/Fort-ia
| NOM || Felix<br />(gelukkig(e)) / Fortis || Felix/Fort-e || Felic-es/Fort-es || Felic-ia/Fort-ia
|-
|-
| VOC || Felix/Fortis || Felix/Forte || Felic-es/Fort-es || Felic-ia/Fort-ia
| ACC || Felic-em/Fort-em || Felix/Fort-e || Felic-es/Fort-es || Felic-ia/Fort-ia
|-
|-
| ACC || Felic-em/Fort-em || Felix/Forte || Felic-es/Fort-es || Felic-ia/Fort-ia
| GEN || Felic-is/Fort-is || Felic-is/Fort-is || Felic-ium/Fort-ium || Felic-ium/Fort-ium
|-
|-
| GEN || Felic-is/Fort-is || Felic-is/Fort-is || Felic-ium/Fort-ium || Felic-ium/Fort-ium
| DAT || Felic-i/Fort-i || Felic-i/Fort-i || Felic-ibus/Fort-ibus || Felic-ibus/Fort-ibus
|-
|-
| ABL || Felic-i/Fort-i || Felic-i/Fort-i || Felic-ibus/Fort-ibus || Felic-ibus/Fort-ibus
| ABL || Felic-i/Fort-i || Felic-i/Fort-i || Felic-ibus/Fort-ibus || Felic-ibus/Fort-ibus
|-
|-
| DAT || Felic-i/Fort-i || Felic-i/Fort-i || Felic-ibus/Fort-ibus || Felic-ibus/Fort-ibus
| VOC || Felix/Fortis || Felix/Fort-e || Felic-es/Fort-es || Felic-ia/Fort-ia
|-
|-
| BIJW || colspan="4" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | Normaal: -iter/eindigend op -ax: -ter/eindigend op -ns: -er
| BIJW || colspan="4" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | Normaal: -iter/eindigend op -ax: -ter/eindigend op -ns: -er
|}
|}


{| class="prettytable"
{| class="wikitable"
|-
| rowspan="2" style="background-color:Lightgray" | '''Adjectieven<br />klasse II bis'''
| rowspan="2" style="background-color:Lightgray" | '''Adjectieven<br />klasse II bis'''
| colspan="3" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''ENKELVOUD'''
| colspan="3" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''Enkelvoud'''
| colspan="3" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''MEERVOUD'''  
| colspan="3" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | '''Meervoud'''
|-
|-
! m.
! m.
Regel 217: Regel 357:
! o.
! o.
|-
|-
| NOM || Acer || Acris</br>(scherp(e), fel(le)) || Acre || Acr-es || Acr-es || Acr-ia
| NOM || Acer || Acris|| Acre || Acr-es || Acr-es || Acr-ia
|-
|-
| VOC || Acer || Acris || Acre || Acr-es || Acr-es || Acr-ia
| ACC || Acr-em || Acr-em || Acre || Acr-es || Acr-es || Acr-ia
|-
|-
| ACC || Acr-em || Acr-em || Acre || Acr-es || Acr-es || Acr-ia
| GEN || Acr-is || Acr-is || Acr-is || Acr-ium || Acr-ium || Acr-ium
|-
|-
| GEN || Acr-is || Acr-is || Acr-is || Acr-ium || Acr-ium || Acr-ium
| DAT || Acr-i || Acr-i || Acr-i || Acr-ibus || Acr-ibus || Acr-ibus
|-
|-
| ABL || Acr-i || Acr-i || Acr-i || Acr-ibus || Acr-ibus || Acr-ibus
| ABL || Acr-i || Acr-i || Acr-i || Acr-ibus || Acr-ibus || Acr-ibus
|-
|-
| DAT || Acr-is || Acr-is || Acr-is || Acr-ibus || Acr-ibus || Acr-ibus
| VOC || Acer || Acris || Acre || Acr-es || Acr-es || Acr-ia
|-
|-
| BIJW || colspan="6" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | Normaal: -iter/eindigend op -ax: -ter/eindigend op -ns: -er
| BIJW || colspan="6" style="text-align:center;background-color:Lightgray" | Normaal: -iter/eindigend op -ax: -ter/eindigend op -ns: -er
|}
|}
Bij de adjectieven bestaat er geen derde klasse of woordgroep.
Bij de adjectieven bestaat er geen derde klasse of woordgroep.  


=== Opmerkingen ===  
=== Opmerkingen bij de adjectieven ===
*Bij sommige Ie adj. BIJW zijn er uitzonderingen (bone → bene) en zijn er woorden die enkel in het bijwoord bestaan (cito-???).
*Bij sommige bijwoorden van de adjectieven van de Ie klasse zijn er uitzonderingen (bone → bene) en zijn er woorden die enkel in het bijwoord bestaan (cito, afgeleid van het p.p.p. citus van ciere).
*Bij sommige IIe adj. BIJW zijn er uitzonderingen (trist → triste / facil → facile).
*Bij sommige bijwoorden van de adjectieven van de IIe klasse zijn er uitzonderingen (trist → triste / facil → facile).
*Anders dan bij de IIe sub., bv. de NOM enk. zijn er bij de IIe adj. geen oneindig vele mogelijkheden. Men kan kiezen tussen 3 mogelijkheden: Felix, fortis of acer.
*Anders dan bij het substantief van de IIe klasse (bijvoorbeeld de nominativus enkelvoud), zijn er bij de adjectieven van de IIe klasse niet oneindig vele mogelijkheden. Men kan kiezen tussen 3 mogelijkheden: felix, fortis of acer.
**acer lijkt in veel gevallen niet op felix, deze krijgt een andere tabel.
**acer lijkt in veel gevallen niet op felix, deze krijgt een andere tabel.
*Bij de naamwoorden (adj. + sub.) van de IIe adj./sub. zijn er maar 3 uitgangen verschillend tussen sub. en adj.:
*Bij de naamwoorden (adj. + sub.) van de IIe adj./sub. zijn er maar 3 uitgangen verschillend tussen sub. en adj.:
*:de NOM/ACC/VOC O. MV. word de –a een –ia
*:de NOM/ACC/VOC O. MV. wordt de –a een –ia
*:de ABL ENK. word de –e een –i
*:de ABL ENK. wordt de –e een –i
*:de GEN MV. word de –um een –ium
*:de GEN MV. wordt de –um een –ium
**:Maar er zijn afwijkingen:
**:Maar er zijn afwijkingen:
*:I 3 adj. die worden verbogen als sub.: dives, pauper, vetus.
*:I 3 adj. die worden verbogen als sub.: dives, pauper, vetus.
Regel 247: Regel 387:
*:III sub. met enkel GEN MV. op –ium: - gelijklettergrepige sub.(NOM en GEN hebben evenveel lettergrepen)(bv. avis)
*:III sub. met enkel GEN MV. op –ium: - gelijklettergrepige sub.(NOM en GEN hebben evenveel lettergrepen)(bv. avis)
*:sub. met minstens 2 medeklinkers voor de uitgang. (bv. coll-is)
*:sub. met minstens 2 medeklinkers voor de uitgang. (bv. coll-is)
(* deze hebben meestal een ACC mv. op –is in plaats van -es.)
(* deze hebben meestal een ACC mv. op –is in plaats van -es)
*:IV “de kleine familie” is wel normaal: pater, mater, parentes, frater, iuvenis, senex, canis, sedes.
*:IV “de kleine familie” is wel normaal: pater, mater, parentes, frater, iuvenis, senex, canis, sedes.


{{Latijnse grammatica}}
{{Appendix}}
{{authority control|TYPE=s|Wikidata=Q2368570}}
{{Navigatie Latijnse grammatica}}


[[categorie:Latijnse grammatica]]
[[Categorie:Latijnse grammatica]]

Huidige versie van 24 okt 2024 om 23:48

Met Latijnse klassen wordt een indeling van Latijnse substantieven (zelfstandige naamwoorden) en adjectieven (bijvoeglijke naamwoorden) bedoeld, die vooral bij het aanleren van Latijn op de middelbare school wordt gebruikt. Deze wijkt af van de onderverdeling in declinaties (zie: Algemene Latijnse vervoegingen en verbuigingen).

Naamvallen

Het klassiek Latijn kent zes naamvallen. Een naamval is een middel waarmee de grammaticale functie van een naamwoord of voornaamwoord in het grotere verband van de zin wordt aangegeven.

Gebruik

Naamval Gebruik Beknopt gebruik / Afkorting Voorbeeld
Nominatief (nom.) Onderwerp Ond. Avus dormit.
Grootvader slaapt.
Naamwoordelijk deel van het gezegde bij het werkwoord esse of predicaatsnomen NWD Avus senex est.
Grootvader is een oude man.

BVG (bepaling van gesteldheid)

Vocatief (voc.) Aangesproken persoon Vale, ave!
Tot ziens, grootvader!
Accusatief (acc.) Lijdend voorwerp LV Avum video.
Ik zie grootvader.
Subjectsaccusativus, dus onderwerp Ond. in inf.zin. Gaudeo avum hic esse.
Ik ben blij dat grootvader hier is.
Bijwoordelijke bepaling na bepaalde voorzetsels[1] BWB na bep. voorzetsels Apud avum sumus.
We zijn bij grootvader.
Bijwoordelijke bepaling van richting of duur Acc. van richting Avus Romam it.
Grootvader gaat naar Rome.
Bij sommige voorzetsels die als prefix in een werkwoord vervat zijn Prefixacc. Avus aviam fluminem traduxit.
Grootvader brengt grootmoeder over de rivier.
Genitief (gen.) Van-bepaling of bezittelijke bepaling Bezitsgen. Hic est liber avi.
Dit is het boek van grootvader.
Bepaling bij een substantief dat van een werkwoord is afgeleid, waarbij de genitief het voorwerp zou zijn. Ook worden enkele adjectieven en werkwoorden gevolgd door een voorwerpsgenitief[2] Voorwerpsgen. Avus spem vitae post mortem habet.
Grootvader koestert hoop op leven na de dood.
Grootvader hoopt op leven na de doodop leven na de dood is voorwerp bij hoopt
Bepaling bij een substantief dat van een werkwoord is afgeleid, waarbij de genitief het onderwerp zou zijn Onderwerpsgen. Avus canit victoriam Graecorum.
Grootvader bezingt de overwinning van de Grieken.
De Grieken overwinnende Grieken is onderwerp bij overwinnen
Bij woorden die een deel uitdrukken[3] Partitieve gen. of gen. van het geheel Avus partem panis edit.
Grootvader eet een deel van het brood.
De genitief van eigennamen van steden en kleine eilanden van de eerste klasse, die voorkomen in het enkelvoud, kan de plaats uitdrukken Gen. van plaats Avus Romae est.
Grootvader is in Rome.
Maar niet: Avus Athenarum est.
Zie: ablatief → BWB van plaats
Datief (dat.) Meewerkend voorwerp (aan of voor) MV Piscem avo dono.
Ik geef een vis aan grootvader.
Bij sommige werkwoorden en adjectieven[4] Voorwerpsdat.
  • Avus pecuniae parcit.
    Grootvader spaart geld.
  • Avus iratus tibi est.
    Grootvader is woedend op jou.
Om bezit uit te drukken in combinatie met het werkwoord esse Bezitsdat. Avo duo liberi sunt.
Grootvader heeft twee kinderen.
Letterlijk: Aan grootvader zijn twee kinderen.
Handelend persoon bij een gerundivum HP Nunc vina avo bibendum est.
Nu moet grootvader de wijn drinken.
Letterlijk (bij benadering): Nu is het aan grootvader de wijn te drinken.
Om aan te duiden of een persoon of zaak voor- of nadeel ondervindt bij de handeling Dat. van voordeel/nadeel Avus nepotibus vivit.
Grootvader leeft voor zijn kleinkinderen.
Bij sommige voorzetsels die als prefix in een werkwoord vervat zijn[5] Prefixdatief Avus nepotibus adest.
Grootvader staat zijn kleinkinderen bij.
Om het doel van een bepaalde actie weer te geven. Dat. van doel Avus aviae auxilio venit.
Grootvader komt grootmoeder te hulp.
Ablatief (abl.) Bijwoordelijke bepaling van middel BWB van middel Avus stilo scribit.
Grootvader schrijft met een schrijfstift.
Bijwoordelijke bepaling van oorzaak BWB van oorzaak Avus metu fugit.
Grootvader vlucht uit angst.
Bijwoordelijke bepaling van wijze BWB van wijze Avus magnā curā litteras scribit.
Grootvader schrijft met grote zorg een brief.
Bijwoordelijke bepaling van tijd BWB van tijd Avus aestate iter facit.
's Zomers maakt grootvader een reis.
Bijwoordelijke bepaling van plaats; ook bij namen van steden en kleine eilanden van de tweede of derde klasse, of van de eerste klasse die in het meervoud voorkomen.

Meestal wordt voor de bepaling van plaats echter geen losse ablativus gebruikt, maar het voorzetsel in + ablativus.

BWB van plaats
  • Avus lapide sedet.
    Grootvader zit op een steen.
  • Avus Athenis est.
    Grootvader is in Athene.
    • Maar niet: Avus Romā est.
      Zie: genitief → gen. van plaats
Bijwoordelijke bepaling na bepaalde voorzetsels BWB na vz. Avus in horto est.
Grootvader is in de tuin.
Handelend voorwerp HV Lapis primus ab avo ponitur.
De eerste steen wordt door grootvader gelegd.
Tweede lid van een vergelijking, dus na een comparatief 2e lid vgl. Avus non melior aviā est.
Grootvader is niet beter dan grootmoeder.
Bij werkwoorden en adjectieven die een verwijdering, een scheiding, een gemis, een weggaan, een beroving of een bevrijding uitdrukken[6] heeft de ablatief van scheiding de functie van voorzetselvoorwerp Abl. van scheiding Avia nepotibus suis caret.
Grootmoeder mist haar kleinkinderen.
De losse ablatief of ablativus absolutus wordt ook uitgedrukt in de ablatief LA Aviā dormiente[7], avus in horto laborat.
Terwijl grootmoeder slaapt, werkt grootvader in de tuin.
Enkele deponente werkwoorden worden gevolgd door een voorwerpsablatief[8], met de functie van lijdend voorwerp of voorzetselvoorwerp Voorwerpsabl. Avus vitā fruitur.
Grootvader geniet van het leven.

Alle naamvallen worden ook gebruikt als bijstelling of bepaling van gesteldheid.

De substantieven

In het Latijn zijn alle substantieven onderverdeeld in declinaties, naargelang hun verbuiging. Zoals de inleiding zegt kan men de substantieven ook onderverdelen in klassen, woordgroepen dus.

Net zoals het Frans en het Nederlands kent het Latijn geslachten. Deze zijn mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. (Het Frans onderscheidt enkel mannelijk en vrouwelijk. Het Nederlands heeft in principe drie geslachten).

Eerste klasse van de substantieven

Elke klasse heeft haar paradigma's. Dit zijn de voorbeeldwoorden van de klasse en geslacht waaraan je kan zien hoe gelijkaardige woorden verbogen worden.

Modellen: avus (de grootvader), rosa (de roos), donum (het geschenk)

Substantieven
klasse I
Enkelvoud Meervoud
mannelijk vrouwelijk onzijdig mannelijk vrouwelijk onzijdig
Nominatief Av-us Ros-a Don-um Av-i Ros-ae Don-a
Accusatief Av-um Ros-am Don-um Av-os Ros-as Don-a
Genitief Av-i
(van grootvader)
Ros-ae Don-i Av-orum Ros-arum Don-orum
Datief Av-o
(aan/voor grootvader)
Ros-ae Don-o Av-is Ros-is Don-is
Ablatief Av-o
( met/door grootvader)
Ros-ā Don-o Av-is Ros-is Don-is
Vocatief Av-e Ros-a Don-um Av-i Ros-ae Don-a

In de tweede klasse van de substantieven worden mannelijke en vrouwelijke substantieven op dezelfde manier verbogen.

Tweede klasse van de substantieven

Modellen: Dux (de leider), mater (de moeder), corpus (het lichaam)

Substantieven
klasse II
Enkelvoud Meervoud
m. v. o. m. v. o.
Nominatief Dux Mater Corpus Duc-es Matr-es Corpor-a
Accusatief Duc-em Matr-em Corpus Duc-es Matr-es Corpor-a
Genitief Duc-is Matr-is Corpor-is Duc-um Matr-um Corpor-um
Datief Duc-i Matr-i Corpor-i Duc-ibus Matr-ibus Corpor-ibus
Ablatief Duc-e Matr-e Corpor-e Duc-ibus Matr-ibus Corpor-ibus
Vocatief Dux Mater Corpus Duc-es Matr-es Corpor-a

Derde klasse van de substantieven

Substantieven
klasse III
Enkelvoud Meervoud
m. v. m. v.
Nominatief Fructu-s
(vrucht)
res

(zaak)

Fructu-s res
Accusatief Fructu-m rem Fructu-s res
Genitief Fructu-s rei Fructu-um rerum
Datief Fructu-i rei Fructi-bus rebus
Ablatief Fructu re Fructi-bus rebus
Vocatief Fructu-s res Fructu-s res

Er bestaan in de derde klasse maar enkele onzijdige woorden zoals cornu (hoorn, legerflank) en genu (knie).

Ook is er een onregelmatige verbuiging van domus (huis), deze gaat gedeeltelijk volgens de eerste klasse.

Substantieven
klasse III bis
Enkelvoud Meervoud
v./o. v./o.
Nominatief Dom-us(huis)/
Cornu(hoorn, legerflank)
Dom-us/Cornu-a
Accusatief Dom-um / Cornu Dom-os/Cornu-a
Genitief Dom-us / Cornu-s Dom-orum/Cornu-um
Datief Dom-ui / Corn-i Dom-ibus/Corn-ibus
Ablatief Dom-o / Cornu Dom-ibus/Corn-ibus
Vocatief Dom-us / Cornu Dom-us/Cornu-a

Opmerkingen bij de substantieven

  • Sommige naamwoorden (adjectieven en substantieven) van de eerste klasse eindigen in de nominatief mannelijk enkelvoud op -er of -r. In de stam kan dan de -e- wegvallen (ager = agri, puer = pueri).
  • Bij de meeste substantieven van de eerste klasse waarvan de stam eindigt op –i of –e, is de vocatief gelijk aan de stam. Bij diegenen waarvan de stam eindigt op -e, wordt de -e vervangen door een -i. Deze regel is niet van toepassing op deum, socium, liberum en virum.
  • Deus heeft een onregelmatige nominatief en vocatief meervoud, namelijk di. Maar ook de datief en ablatief meervoud is anders, namelijk dis. Dit is niet zo bij dea.
  • Sommige woorden worden als vrouwelijke Ie sub. verbogen maar zijn mannelijk (agricola en namen van rivieren).
  • Vroeger was de GEN v. enk. –as, zoals in pater familias.
  • In Latijnse poëzie is de uitgang van de ABL en DAT mv. van filia en dea soms –ābus, om verwarring met filius en filia te voorkomen
  • Sommige woorden worden als mannelijke Ie sub. verbogen maar zijn onzijdig/vrouwelijk (bomen, (ei)landen, steden enz).
    • Aegyptus, Populus (populier), Corinthus (Korinthe), humus (grond). Onzijdig is vulgus (gepeupel).
  • De meeste IIe sub. op –us en –men zijn meestal onzijdig, -o, -s en –x vrouwelijk, -er, -or en -os mannelijk.
  • Sommige woorden worden als mannelijke IIIe sub. verbogen maar zijn noch vrouwelijk noch onzijdig (v: manus (hand), o: enige woord: cornu). Ook domus is vrouwelijk en wordt deels als fructus verbogen en deels als avus.
  • Soms wordt van de locativus gesproken, dit is een onderdeel van de ABL en volledig zoals ABL verbogen (LOC = plaats).
  • Dies is het paradigma voor de vrouwelijke IIIe sub., maar zelf kan het ook mannelijk zijn als de dag onbekend is. Als een bepaalde dag wordt bedoeld is ze vrouwelijk (daarom is het dies ill-a).
  • De uitzonderingen van de laatste opmerking bij de adjectieven is soms van toepassing op de substantieven.

Adjectieven

Eén vorm

Bijwoord
Vorm voor het bijwoord, als het adj. terugvalt op het werkwoord.(goede opa = avus bonus, opa ziet goed = avus bene videt)

Eerste klasse van de adjectieven

Adjectieven
klasse I
Enkelvoud Meervoud
mannelijk vrouwelijk onzijdig mannelijk vrouwelijk onzijdig
NOM Bon-us
(goed(e))
Bon-a Bon-um Bon-i Bon-ae Bon-a
ACC Bon-um Bon –am Bon-um Bon-os Bon-as Bon-a
GEN Bon-i Bon-ae Bon-i Bon-orum Bon-arum Bon-orum
DAT Bon-o Bon-ae Bon-o Bon-is Bon-is Bon-is
ABL Bon-o Bon-ā Bon-o Bon-is Bon-is Bon-is
VOC Bon-e Bon-a Bon-um Bon-i Bon-ae Bon-a
BIJW Ben-e (onr).: regelmatige vorming: stam+e (maxime, heel groot)

Tweede klasse van de adjectieven

Adjectieven
klasse II
Enkelvoud Meervoud
m.+v. o. m.+v. o.
NOM Felix
(gelukkig(e)) / Fortis
Felix/Fort-e Felic-es/Fort-es Felic-ia/Fort-ia
ACC Felic-em/Fort-em Felix/Fort-e Felic-es/Fort-es Felic-ia/Fort-ia
GEN Felic-is/Fort-is Felic-is/Fort-is Felic-ium/Fort-ium Felic-ium/Fort-ium
DAT Felic-i/Fort-i Felic-i/Fort-i Felic-ibus/Fort-ibus Felic-ibus/Fort-ibus
ABL Felic-i/Fort-i Felic-i/Fort-i Felic-ibus/Fort-ibus Felic-ibus/Fort-ibus
VOC Felix/Fortis Felix/Fort-e Felic-es/Fort-es Felic-ia/Fort-ia
BIJW Normaal: -iter/eindigend op -ax: -ter/eindigend op -ns: -er
Adjectieven
klasse II bis
Enkelvoud Meervoud
m. v. o. m. v. o.
NOM Acer Acris Acre Acr-es Acr-es Acr-ia
ACC Acr-em Acr-em Acre Acr-es Acr-es Acr-ia
GEN Acr-is Acr-is Acr-is Acr-ium Acr-ium Acr-ium
DAT Acr-i Acr-i Acr-i Acr-ibus Acr-ibus Acr-ibus
ABL Acr-i Acr-i Acr-i Acr-ibus Acr-ibus Acr-ibus
VOC Acer Acris Acre Acr-es Acr-es Acr-ia
BIJW Normaal: -iter/eindigend op -ax: -ter/eindigend op -ns: -er

Bij de adjectieven bestaat er geen derde klasse of woordgroep.

Opmerkingen bij de adjectieven

  • Bij sommige bijwoorden van de adjectieven van de Ie klasse zijn er uitzonderingen (bone → bene) en zijn er woorden die enkel in het bijwoord bestaan (cito, afgeleid van het p.p.p. citus van ciere).
  • Bij sommige bijwoorden van de adjectieven van de IIe klasse zijn er uitzonderingen (trist → triste / facil → facile).
  • Anders dan bij het substantief van de IIe klasse (bijvoorbeeld de nominativus enkelvoud), zijn er bij de adjectieven van de IIe klasse niet oneindig vele mogelijkheden. Men kan kiezen tussen 3 mogelijkheden: felix, fortis of acer.
    • acer lijkt in veel gevallen niet op felix, deze krijgt een andere tabel.
  • Bij de naamwoorden (adj. + sub.) van de IIe adj./sub. zijn er maar 3 uitgangen verschillend tussen sub. en adj.:
    de NOM/ACC/VOC O. MV. wordt de –a een –ia
    de ABL ENK. wordt de –e een –i
    de GEN MV. wordt de –um een –ium
    • Maar er zijn afwijkingen:
    I 3 adj. die worden verbogen als sub.: dives, pauper, vetus.
    II sub. die worden verbogen als adj.: onzijdig enkel meervoud en onzijdig met –e, -al of –ar.(bv. moen-ia) (* deze hebben meestal een ACC mv. op –is in plaats van -es.)
    III sub. met enkel GEN MV. op –ium: - gelijklettergrepige sub.(NOM en GEN hebben evenveel lettergrepen)(bv. avis)
    sub. met minstens 2 medeklinkers voor de uitgang. (bv. coll-is)

(* deze hebben meestal een ACC mv. op –is in plaats van -es)

  • IV “de kleine familie” is wel normaal: pater, mater, parentes, frater, iuvenis, senex, canis, sedes.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Enkele van de meest voorkomende voorzetsels die worden gevolgd door een accusatief zijn: ad, ante, apud, inter, trans, sub, iuxta, intra, per, post, praeter, prope, circum, in (met de betekenis 'naar'), extra
  2. º Enkele adjectieven en werkwoorden die worden gevolgd door een voorwerpsgenitief: avidus, cupidus, memor, immemor, patiens, peritus, conscius, oblivisci, meminisse
  3. º Enkele woorden die worden gevolgd door een partitieve genitief: copia, milia, satis, plenus
  4. º Enkele werkwoorden en adjectieven die gevolgd worden door een voorwerpsdatief: noceo (inf.: nocere), parco (inf.: parcere), iratus
  5. º Enkele werkwoorden die gevolgd worden door een prefixdatief: antepono (inf.: anteponere), contingit, adsum (inf.: adesse)
  6. º Enkele werkwoorden en adjectieven die gevolgd worden door een ablatief van scheiding: careo (inf.: carere), libero (inf.: liberare), vaco (inf.: vacare), expello (inf.: expellere), vacuus, privatus, nudus
  7. º In de losse ablatief is de uitgang van de ablatief in de 2e klasse niet -i, maar -e
  8. º Enkele deponente werkwoorden die worden gevolgd door een voorwerpsablatief: fruor (inf.: frui), potior (inf.: potiri), fungor (inf.: fungi)
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow