Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hendrik van Zutphen: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Hendrik van Zutphen''' (warschijnlijk Zutphen (Gelre), 1488/89 – Heide (Holstein), 10 december 1524) was een augustijns monnik en lutheraan die de marteldood stierf. Op jonge leeftijd trad Hendrik van Zutphen toe tot een van de drie Nederlandse augustijner kloosters (waarschijnlijk Dordrecht), die behoorden tot de Saksische congregatie. In de zomer van 1508 schreef hij zich in als student in Wittenberg (1509 baccalaureus, 1511 magister artium). N...')
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
'''Hendrik van Zutphen''' (warschijnlijk Zutphen (Gelre), [[1488]]/89 – Heide (Holstein), 10 december 1524) was een augustijns monnik en lutheraan die de marteldood stierf.
'''Hendrik van Zutphen''' (Zutphen (Gelre), [[1488]]/89 – Heide (Holstein), 10 december 1524) was een augustijns monnik en lutheraan die de marteldood stierf.


Op jonge leeftijd trad Hendrik van Zutphen toe tot een van de drie Nederlandse augustijner kloosters (waarschijnlijk [[Dordrecht]]), die behoorden tot de Saksische congregatie. In de zomer van 1508 schreef hij zich in als student in Wittenberg (1509 baccalaureus, 1511 magister artium). Net als [[Maarten Luther]] woonde hij in die tijd in het klooster van de augustijner eremieten. In dienst van zijn orde werkte hij korte tijd in [[Keulen]] en werd vervolgens in 1516 benoemd tot [[prior]] in het augustijnerklooster in Dordrecht. Daar stuitte hij op weerstand toen hij het klooster een strengere discipline wilde opleggen. Hij moest meermaals zijn standpunt verantwoorden voor Hertog Karel van Gelre en de Dordtse Senaat. Nadat hij herhaaldelijk uit zijn ambt gezet was en weer in ere hersteld was, moest van Zutphen plaats maken voor zijn tegenstanders. In 1520 keerde hij terug naar Wittenberg, waar hij in 1521 een baccalaureaat in de theologie behaalde en waarschijnlijk in hetzelfde jaar [[licentiaat]] werd. Hij was in die tijd was vooral bevriend met Luther en [[Melanchthon]]. De stellingen die hij in deze jaren in talrijke disputaties verdedigde, laten zien dat hij de nieuwe ideeën van de [[Reformatie]] zelfstandig had overgenomen en wist hoe hij ervoor moest opkomen. De vervolgingen die de protestanten in de Nederlanden troffen, brachten hem ertoe om in de zomer van 1522 naar Antwerpen te verhuizen, waar hij tot prior werd benoemd als opvolger van [[Jacobus Praepositus]] (Jacob Proost). Maar al gauw werd hij net als zijn voorganger gevangen gezet. Door een volksopstand bevrijd, kon hij Antwerpen ontvluchten. Hij kwam naar [[Bremen]] en hield op 9 november 1522 in St. Anschari de eerste protestantse preek. Dit markeerde het begin van de reformatie in Bremen, die al snel zegevierde ondanks het verzet van de aartsbisschop en het domkapittel. In 1524 volgde Hendrik van Zutphen het verzoek op van pastoor Nicolaus Boye (Boie) in Meldorf om het evangelie te verkondigen aan de mensen in [[Dithmarschen]]. Op instigatie van de dominicaner prior van Meldorf, Augustinus Torneborch, werd hij aangevallen, gedeporteerd naar de plaats Heide en daar op 10 december 1524 verbrand. Luther herdacht zijn martelaarschap in een troostbrief aan de kerk van Bremen.
Op jonge leeftijd trad Hendrik van Zutphen toe tot een van de drie Nederlandse augustijner kloosters (waarschijnlijk [[Dordrecht]]) die behoorden tot de Saksische congregatie. In de zomer van 1508 schreef hij zich in als student in Wittenberg onder de naam ''Fra. Hinricus Gelrie de Zutphania ord. Augustini'' (Augustijner Orde). (1509 baccalaureus, 1511 magister artium). Net als [[Maarten Luther]] woonde hij in die tijd in het klooster van de augustijner eremieten. In dienst van zijn orde werkte hij korte tijd in [[Keulen]] en werd vervolgens in 1516 benoemd tot [[prior]] in het augustijnenklooster in Dordrecht. Daar stuitte hij op weerstand toen hij het klooster een strengere discipline wilde opleggen. Hij moest meermaals zijn standpunt verantwoorden voor Hertog Karel van Gelre en de Dordtse Senaat. Nadat hij herhaaldelijk uit zijn ambt gezet was en weer in ere hersteld was, moest van Zutphen plaats maken voor zijn tegenstanders. In 1520 keerde hij terug naar Wittenberg, waar hij op 11 januari 1521 zijn bacchalaureaatsstudie in de theologie afrondde met de verdediging van zijn stellingen over de rechtvaardiging door het geloof. Later dat jaar, op 11 oktober 1521, behaalde hij zijn [[licentiaat]] met een dispuut over het hogepriesterschap van Christus en het misoffer. Hij was in die tijd was vooral bevriend met Luther en [[Melanchthon]]. De stellingen die hij in deze jaren in talrijke disputaties verdedigde, laten zien dat hij de nieuwe ideeën van de [[Reformatie]] zelfstandig had overgenomen en wist hoe hij ervoor moest opkomen. De vervolgingen die de protestanten in de Nederlanden troffen, brachten hem ertoe om in de zomer van 1522 naar Antwerpen te verhuizen, waar hij tot prior werd benoemd als opvolger van [[Jacobus Praepositus]] (Jacob Proost). Maar al gauw werd hij net als zijn voorganger gevangen gezet. Nadat hij begin oktober door een volksopstand werd bevrijd, kon hij Antwerpen ontvluchten. Hij kwam naar [[Bremen]] en kreeg daar van de overste van de augustijnen toestemming om te preken. Op 9 november 1522 hield hij in de St. Anschari-kerk de eerste protestantse preek. Dit markeerde het begin van de reformatie in Bremen. Ondanks het verzet van de aartsbisschop en het domkapittel, ging over naar de reformatie. In 1524 volgde Hendrik van Zutphen het verzoek op van pastoor Nicolaus Boye (Boie / Boje) in Meldorf om het evangelie te verkondigen aan de mensen in [[Dithmarschen]]. Op instigatie van de dominicaner prior van Meldorf, Augustinus Torneborch, werd hij aangevallen, gedeporteerd naar de plaats Heide en daar op 10 december 1524 verbrand. Luther herdacht zijn martelaarschap in een troostbrief aan de kerk van Bremen.
{{authority control|TYPE=p|GND=118773763|LCCN=n/91/087388|VIAF=18863647|Wikidata=Q99021}}
{{authority control|TYPE=p|GND=118773763|LCCN=n/91/087388|VIAF=18863647|Wikidata=Q99021}}
{{DEFAULTSORT:Zutphen, Hendrik}}
{{DEFAULTSORT:Zutphen, Hendrik}}

Huidige versie van 11 feb 2024 om 20:26

Hendrik van Zutphen (Zutphen (Gelre), 1488/89 – Heide (Holstein), 10 december 1524) was een augustijns monnik en lutheraan die de marteldood stierf.

Op jonge leeftijd trad Hendrik van Zutphen toe tot een van de drie Nederlandse augustijner kloosters (waarschijnlijk Dordrecht) die behoorden tot de Saksische congregatie. In de zomer van 1508 schreef hij zich in als student in Wittenberg onder de naam Fra. Hinricus Gelrie de Zutphania ord. Augustini (Augustijner Orde). (1509 baccalaureus, 1511 magister artium). Net als Maarten Luther woonde hij in die tijd in het klooster van de augustijner eremieten. In dienst van zijn orde werkte hij korte tijd in Keulen en werd vervolgens in 1516 benoemd tot prior in het augustijnenklooster in Dordrecht. Daar stuitte hij op weerstand toen hij het klooster een strengere discipline wilde opleggen. Hij moest meermaals zijn standpunt verantwoorden voor Hertog Karel van Gelre en de Dordtse Senaat. Nadat hij herhaaldelijk uit zijn ambt gezet was en weer in ere hersteld was, moest van Zutphen plaats maken voor zijn tegenstanders. In 1520 keerde hij terug naar Wittenberg, waar hij op 11 januari 1521 zijn bacchalaureaatsstudie in de theologie afrondde met de verdediging van zijn stellingen over de rechtvaardiging door het geloof. Later dat jaar, op 11 oktober 1521, behaalde hij zijn licentiaat met een dispuut over het hogepriesterschap van Christus en het misoffer. Hij was in die tijd was vooral bevriend met Luther en Melanchthon. De stellingen die hij in deze jaren in talrijke disputaties verdedigde, laten zien dat hij de nieuwe ideeën van de Reformatie zelfstandig had overgenomen en wist hoe hij ervoor moest opkomen. De vervolgingen die de protestanten in de Nederlanden troffen, brachten hem ertoe om in de zomer van 1522 naar Antwerpen te verhuizen, waar hij tot prior werd benoemd als opvolger van Jacobus Praepositus (Jacob Proost). Maar al gauw werd hij net als zijn voorganger gevangen gezet. Nadat hij begin oktober door een volksopstand werd bevrijd, kon hij Antwerpen ontvluchten. Hij kwam naar Bremen en kreeg daar van de overste van de augustijnen toestemming om te preken. Op 9 november 1522 hield hij in de St. Anschari-kerk de eerste protestantse preek. Dit markeerde het begin van de reformatie in Bremen. Ondanks het verzet van de aartsbisschop en het domkapittel, ging over naar de reformatie. In 1524 volgde Hendrik van Zutphen het verzoek op van pastoor Nicolaus Boye (Boie / Boje) in Meldorf om het evangelie te verkondigen aan de mensen in Dithmarschen. Op instigatie van de dominicaner prior van Meldorf, Augustinus Torneborch, werd hij aangevallen, gedeporteerd naar de plaats Heide en daar op 10 december 1524 verbrand. Luther herdacht zijn martelaarschap in een troostbrief aan de kerk van Bremen.

rel=nofollow
 
rel=nofollow