Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Ben Hasselman: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 22: | Regel 22: | ||
== Biografie == | == Biografie == | ||
=== Jonge jaren === | === Jonge jaren === | ||
Hasselman werd geboren in Rotterdam in een vrijzinnig-liberaal milieu als enige zoon van drie kinderen. Als kind had hij de ambitie om officier in het Nederlandse leger te worden. Na zijn examen HBS werd hij in 1916 toegelaten tot de [[Koninklijke Militaire Academie]] (KMA). Het officiersvak bleek hem op het lijf geschreven en hij voelde zich daar thuis: vanwege zijn hang naar orde en gezag stond hij bij zijn collega-cadetten bekend als | Hasselman werd geboren in Rotterdam in een vrijzinnig-liberaal milieu als enige zoon van drie kinderen. Als kind had hij de ambitie om officier in het Nederlandse leger te worden. Na zijn examen HBS werd hij in 1916 toegelaten tot de [[Koninklijke Militaire Academie]] (KMA). Het officiersvak bleek hem op het lijf geschreven en hij voelde zich daar thuis: vanwege zijn hang naar orde en gezag stond hij bij zijn collega-cadetten bekend als ’de Pruis’. Op 31 juli 1919 werd hij benoemd tot tweede luitenant der [[Cavalerie]] en verliet Breda. | ||
Na zijn benoeming kon hij pas echt aan het werk gaan, hij dient bij het 4e Regiment Huzaren in [[Deventer]] en in 1922 werd hij gelegerd in [[Amersfoort]] als eerste luitenant bij het | Na zijn benoeming kon hij pas echt aan het werk gaan, hij dient bij het 4e Regiment Huzaren in [[Deventer]] en in 1922 werd hij gelegerd in [[Amersfoort]] als eerste luitenant bij het Eerste Regiment, in diezelfde stad volgde hij in de periode 1925/1926 een cursus paardrijden op de Rijschool: paardrijden was ook een van zijn grootste passies. Een paar jaar later vertrekt hij naar [[Den Haag]] om daar een cursus te volgen op de [[Hogere Krijgsschool]], waarna hij zijn studie in 1931 afsloot. Hasselman bleef in Den Haag om daar de bevelen van zijn meerderen te volgen. Hij was een veelbelovend officier en werd in 1933 als Kapitein der Generale Staf bij de tweede afdeling B op het Departement van Oorlog geplaatst. | ||
In 1937 werd Hasselman militair attaché in Berlijn. Hasselman en veel andere Nederlandse officieren bleken een grote bewondering te hebben voor hoe het Duitse leger getraind en uitgerust werd. Hij maakte nimmer een geheim van zijn overtuigingen, | In 1937 werd Hasselman militair attaché in Berlijn. Hasselman en veel andere Nederlandse officieren bleken een grote bewondering te hebben voor hoe het Duitse leger getraind en uitgerust werd. Hij maakte nimmer een geheim van zijn overtuigingen, en zijn carrière leed er geen schade. Na zijn taak in Berlijn keert Hasselman terug naar Den Haag op tweede afdeling B, dit keer als Hoofd van de Organisatie. | ||
===Tweede Wereldoorlog=== | ===Tweede Wereldoorlog=== | ||
Na de Duitse invasie werd het Departement gereduceerd | Na de Duitse invasie werd het Departement van Oorlog gereduceerd tot Afwikkelingsbureau. Kapitein Hasselman werd als hoofd hiervan geplaatst en kreeg de ambtelijke leiding van het Departement. Na de demobilisatie van 15 juli 1940 vaardigde hij een [[oekaze]] uit waarna aan voormalige beroepsmilitairen werd toegestaan een universitaire opleiding te gaan volgen. | ||
Op eigen verzoek werd Hasselman in mei 1942 uit zijn functie ontheven. Daarna werd hij gevangengehouden in het kamp Langwasser bij Neurenberg. | |||
===Na de oorlog=== | ===Na de oorlog=== | ||
In juni 1945 | In juni 1945 keerde Hasselman terug naar Nederland. Kort daarop moest hij verschijnen voor de Commissie Verantwoording Krijgsgevangen Officieren. Deze rekende hem vooral aan dat hij buiten zijn oversten om de functie van Hoofd Afwikkelingsbureau had aanvaard. De commissie vond dat Hasselman daarom niet meer als officier mocht functioneren. Minister van Oorlog [[Alexander Fiévez|Fiévez]] besloot hiervan af te zien, onder toekenning van wachtgeld en (ongevraagd) eervol ontslag. | ||
En deze beslissing was enorm van belang, omdat de minister conform handelde en er geen beroep mogelijk was. Fiévez kende Hasselman, want Fiévez was in 1940 ook Kapitein der Generale Staf geweest. Maar Hasselman besloot dankbaar in beroep te gaan en in 1947 werd het door de geschillencommissie van de [[Raad van State (Nederland)|Raad van State]] het beroep gegrond. Verder zag de raad geen laakbare handelingen over het aanvaarden van functies buiten zijn meerderen, | En deze beslissing was enorm van belang, omdat de minister conform handelde en er geen beroep mogelijk was. Fiévez kende Hasselman, want Fiévez was in 1940 ook Kapitein der Generale Staf geweest. Maar Hasselman besloot dankbaar in beroep te gaan en in 1947 werd het door de geschillencommissie van de [[Raad van State (Nederland)|Raad van State]] het beroep gegrond. Verder zag de raad geen laakbare handelingen over het aanvaarden van functies buiten zijn meerderen, bovendien heeft Hasselman geen enkele hoge functie uit het oog verloren. | ||
Hasselman keerde terug naar de Generale Staf waar hij snel hogerop wist te komen: in oktober 1948 kreeg hij de rang van majoor, daags daarna de rang van luitenant-kolonel en op 25 oktober werd hij bevorderd tot kolonel. Enkele dagen na zijn bevordering ging hij naar Praag als militair attaché bij het Nederlandse gezantschap. In juli 1950 werd Hasselman benoemd tot inspecteur der Cavalerie. Een jaar later stapte de chef Generale Staf [[Hendrik Johan Kruls|Generaal Kruls]] op, die in conflict was geraakt met de minister. Voor deze functie werd Hasselman reeds genoemd en op 1 februari 1951 werd hij benoemd tot chef Generale Staf, onder gelijktijdige bevordering tot | Hasselman keerde terug naar de Generale Staf waar hij snel hogerop wist te komen: in oktober 1948 kreeg hij de rang van majoor, daags daarna de rang van luitenant-kolonel en op 25 oktober werd hij bevorderd tot kolonel. Enkele dagen na zijn bevordering ging hij naar Praag als militair attaché bij het Nederlandse gezantschap. In juli 1950 werd Hasselman benoemd tot inspecteur der Cavalerie. Een jaar later stapte de chef Generale Staf [[Hendrik Johan Kruls|Generaal Kruls]] op, die in conflict was geraakt met de minister. Voor deze functie werd Hasselman reeds genoemd en op 1 februari 1951 werd hij benoemd tot chef Generale Staf, onder gelijktijdige bevordering tot generaal-majoor. Opnieuw klom hij op van rang tot rang. In oktober van dat jaar kreeg hij de rang van luitenant-generaal, en in maart 1954 de rang van generaal (4 sterren). Intussen was Hasselman in oktober 1953 voorzitter van het [[Chef-Defensiestaf|Comité Verenigde Chefs van Staven]] en vanaf november van datzelfde jaar benoemd tot de eerste [[bevelhebber der Landstrijdkrachten]] (BLS). | ||
Als CGS/BLS moest Hasselman de Landmacht opbouwen tot een grote defensiemacht | Als CGS/BLS moest Hasselman de Landmacht opbouwen tot een grote defensiemacht die toekomstgericht was en met de beste middelen hun werk kan doen. Op 1 januari 1957 werd Hasselman voorzitter van het Militaire Comité van de [[NAVO]] in Parijs. Na zijn afscheid als CGS/BLS werd hij benoemd tot adjudant in Buitengewone Dienst van de Koningin. In zijn functie als comité-voorzitter heeft hij zich ingespannen om de structuur van de alliantie om te gooien. In 1958 werd Hasselman permanent voorzitter in [[Washington D.C.]]. In maart 1961 keerde Hasselman terug naar Den Haag en werd eervol uit de dienst ontslagen. | ||
== Privéleven == | == Privéleven == | ||
Hasselman overleed op 85-jarige leeftijd in Den Haag. Hasselman trouwde tweemaal en kreeg uit | Hasselman overleed op 85-jarige leeftijd in Den Haag. Hasselman trouwde tweemaal en kreeg uit elk van beide huwelijken een zoon. | ||
===Onderscheidingen=== | ===Onderscheidingen=== |
Huidige versie van 15 feb 2022 om 13:35
Ben Hasselman | ||
Ben Hasselman (1957) | ||
Ben Hasselman (1957) | ||
Bijnaam | De Pruis | |
Geboren | 14 maart 1898 Rotterdam | |
Overleden | 2 maart 1984 Den Haag | |
Land/partij | Nederland | |
Onderdeel | Cavalerie 1919-1936 Generale Staf 1936-1961 | |
Dienstjaren | 1916-1961 | |
Leiding over | Generale Staf Comité Verenigde Chefs van Staven Militaire Comité NAVO | |
Slagen/oorlogen | Mobilisatie 1940 | |
Onderscheidingen | zie lijst | |
Ander werk | Adjudant in buitengewone dienst van H.M de Koningin |
Benjamin Richard Pieter Frans (Ben) Hasselman (Rotterdam, 14 maart 1898 – Den Haag, 2 maart 1984) was een van Nederlands hoogste en omstreden opperofficieren van na de Tweede Wereldoorlog.
Biografie
Jonge jaren
Hasselman werd geboren in Rotterdam in een vrijzinnig-liberaal milieu als enige zoon van drie kinderen. Als kind had hij de ambitie om officier in het Nederlandse leger te worden. Na zijn examen HBS werd hij in 1916 toegelaten tot de Koninklijke Militaire Academie (KMA). Het officiersvak bleek hem op het lijf geschreven en hij voelde zich daar thuis: vanwege zijn hang naar orde en gezag stond hij bij zijn collega-cadetten bekend als ’de Pruis’. Op 31 juli 1919 werd hij benoemd tot tweede luitenant der Cavalerie en verliet Breda.
Na zijn benoeming kon hij pas echt aan het werk gaan, hij dient bij het 4e Regiment Huzaren in Deventer en in 1922 werd hij gelegerd in Amersfoort als eerste luitenant bij het Eerste Regiment, in diezelfde stad volgde hij in de periode 1925/1926 een cursus paardrijden op de Rijschool: paardrijden was ook een van zijn grootste passies. Een paar jaar later vertrekt hij naar Den Haag om daar een cursus te volgen op de Hogere Krijgsschool, waarna hij zijn studie in 1931 afsloot. Hasselman bleef in Den Haag om daar de bevelen van zijn meerderen te volgen. Hij was een veelbelovend officier en werd in 1933 als Kapitein der Generale Staf bij de tweede afdeling B op het Departement van Oorlog geplaatst.
In 1937 werd Hasselman militair attaché in Berlijn. Hasselman en veel andere Nederlandse officieren bleken een grote bewondering te hebben voor hoe het Duitse leger getraind en uitgerust werd. Hij maakte nimmer een geheim van zijn overtuigingen, en zijn carrière leed er geen schade. Na zijn taak in Berlijn keert Hasselman terug naar Den Haag op tweede afdeling B, dit keer als Hoofd van de Organisatie.
Tweede Wereldoorlog
Na de Duitse invasie werd het Departement van Oorlog gereduceerd tot Afwikkelingsbureau. Kapitein Hasselman werd als hoofd hiervan geplaatst en kreeg de ambtelijke leiding van het Departement. Na de demobilisatie van 15 juli 1940 vaardigde hij een oekaze uit waarna aan voormalige beroepsmilitairen werd toegestaan een universitaire opleiding te gaan volgen.
Op eigen verzoek werd Hasselman in mei 1942 uit zijn functie ontheven. Daarna werd hij gevangengehouden in het kamp Langwasser bij Neurenberg.
Na de oorlog
In juni 1945 keerde Hasselman terug naar Nederland. Kort daarop moest hij verschijnen voor de Commissie Verantwoording Krijgsgevangen Officieren. Deze rekende hem vooral aan dat hij buiten zijn oversten om de functie van Hoofd Afwikkelingsbureau had aanvaard. De commissie vond dat Hasselman daarom niet meer als officier mocht functioneren. Minister van Oorlog Fiévez besloot hiervan af te zien, onder toekenning van wachtgeld en (ongevraagd) eervol ontslag. En deze beslissing was enorm van belang, omdat de minister conform handelde en er geen beroep mogelijk was. Fiévez kende Hasselman, want Fiévez was in 1940 ook Kapitein der Generale Staf geweest. Maar Hasselman besloot dankbaar in beroep te gaan en in 1947 werd het door de geschillencommissie van de Raad van State het beroep gegrond. Verder zag de raad geen laakbare handelingen over het aanvaarden van functies buiten zijn meerderen, bovendien heeft Hasselman geen enkele hoge functie uit het oog verloren.
Hasselman keerde terug naar de Generale Staf waar hij snel hogerop wist te komen: in oktober 1948 kreeg hij de rang van majoor, daags daarna de rang van luitenant-kolonel en op 25 oktober werd hij bevorderd tot kolonel. Enkele dagen na zijn bevordering ging hij naar Praag als militair attaché bij het Nederlandse gezantschap. In juli 1950 werd Hasselman benoemd tot inspecteur der Cavalerie. Een jaar later stapte de chef Generale Staf Generaal Kruls op, die in conflict was geraakt met de minister. Voor deze functie werd Hasselman reeds genoemd en op 1 februari 1951 werd hij benoemd tot chef Generale Staf, onder gelijktijdige bevordering tot generaal-majoor. Opnieuw klom hij op van rang tot rang. In oktober van dat jaar kreeg hij de rang van luitenant-generaal, en in maart 1954 de rang van generaal (4 sterren). Intussen was Hasselman in oktober 1953 voorzitter van het Comité Verenigde Chefs van Staven en vanaf november van datzelfde jaar benoemd tot de eerste bevelhebber der Landstrijdkrachten (BLS).
Als CGS/BLS moest Hasselman de Landmacht opbouwen tot een grote defensiemacht die toekomstgericht was en met de beste middelen hun werk kan doen. Op 1 januari 1957 werd Hasselman voorzitter van het Militaire Comité van de NAVO in Parijs. Na zijn afscheid als CGS/BLS werd hij benoemd tot adjudant in Buitengewone Dienst van de Koningin. In zijn functie als comité-voorzitter heeft hij zich ingespannen om de structuur van de alliantie om te gooien. In 1958 werd Hasselman permanent voorzitter in Washington D.C.. In maart 1961 keerde Hasselman terug naar Den Haag en werd eervol uit de dienst ontslagen.
Privéleven
Hasselman overleed op 85-jarige leeftijd in Den Haag. Hasselman trouwde tweemaal en kreeg uit elk van beide huwelijken een zoon.
Onderscheidingen
- Grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau met de Zwaarden.
- Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
- Grootkruis in de Huisorde van Oranje.
- Mobilisatie-Oorlogskruis.
- Onderscheidingsteken voor Langdurige Dienst als Officier, cijfer XL.
- Vierdaagsekruis.
- Mobilisatiekruis 1914-1918
- Grootkruis in de Orde van de Eikenkroon van het Groothertogdom Luxemburg.
- Grootkruis in de Kroonorde van België.
- Grootofficier Legioen van Eer van Frankrijk.
- Commandeur in de Legion of Merit van Amerika.
- Kruis van Verdienste 3e klasse in de Orde van de Rode Adelaar.
- Ridder in de Orde van de Draak van Annam van Frankrijk.
Voorganger: H.J. Kruls |
Chef Generale Staf/Bevelhebber der Landstrijdkrachten 1951-1957 |
Opvolger: G.J. le Fèvre de Montigny |
Voorganger: Luitenant-generaal vlieger I.A. Aler |
Voorzitter Comité Verenigde Chefs van Staven 1953-1957 |
Opvolger: Luitenant-generaal vlieger H. Schaper |