Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Karl Marx wegbereider links antisemitisme: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Essay|Schierlocker:31 maart 2019 18:52 (CET) }} | {{Essay|Schierlocker:31 maart 2019 18:52 (CET) }} | ||
Het Joodse vraagstuk is een in 1843 geschreven essay door Karl Marx over twee werken geschreven door Bruno Bauer,<ref> Bauer, Die Judenfrage(The Jewish Question), Braunschweig 1843</ref><ref> Bauer: "Die Fähigkeit der heutigen Juden und Christen, frei zu werden"</ref> dat in 1844 werd gepubliceerd. Marx bekritiseert hierin deze twee studies door Bruno Bauer over de poging van de Joden om politieke gelijkgerechtigdheid te krijgen. In het essay komen citaten voor, die naar de maatschappelijke opvattingen toch zeker al 150 jaar als antisemitisch worden beschouwd. De strekking hiervan zo kunnen we vaststellen wordt door zijn discipelen beschouwd als een leidraad in hun streven naar een socialistische heilstaat, waarin niet de Jood als individu, maar de Jood als gemeenschap en de Jood als staatvorm moet worden afgewezen. Het atheïstische karakter van de leer heeft hen echter berooft van hun innerlijke morele normen en waarden, waardoor hun bejegening van de Joden gekenmerkt wordt door ambivalentie en dubbelzinnigheid. | Het Joodse vraagstuk is een in 1843 geschreven essay door Karl Marx over twee werken geschreven door Bruno Bauer,<ref> Bauer, Die Judenfrage(The Jewish Question), Braunschweig 1843</ref><ref> Bauer: "Die Fähigkeit der heutigen Juden und Christen, frei zu werden"</ref> dat in 1844 werd gepubliceerd. Marx bekritiseert hierin deze twee studies door Bruno Bauer over de poging van de Joden om politieke gelijkgerechtigdheid te krijgen. In het essay komen citaten voor, die naar de maatschappelijke opvattingen toch zeker al 150 jaar als antisemitisch worden beschouwd. De strekking hiervan zo kunnen we vaststellen wordt door zijn discipelen beschouwd als een leidraad in hun streven naar een socialistische heilstaat, waarin niet de Jood als individu, maar de Jood als gemeenschap en de Jood als staatvorm moet worden afgewezen. Het atheïstische karakter van de leer heeft hen echter berooft van hun innerlijke morele normen en waarden, waardoor hun bejegening van de Joden gekenmerkt wordt door ambivalentie en dubbelzinnigheid. |
Huidige versie van 11 jun 2019 om 06:49
Het Joodse vraagstuk is een in 1843 geschreven essay door Karl Marx over twee werken geschreven door Bruno Bauer,[1][2] dat in 1844 werd gepubliceerd. Marx bekritiseert hierin deze twee studies door Bruno Bauer over de poging van de Joden om politieke gelijkgerechtigdheid te krijgen. In het essay komen citaten voor, die naar de maatschappelijke opvattingen toch zeker al 150 jaar als antisemitisch worden beschouwd. De strekking hiervan zo kunnen we vaststellen wordt door zijn discipelen beschouwd als een leidraad in hun streven naar een socialistische heilstaat, waarin niet de Jood als individu, maar de Jood als gemeenschap en de Jood als staatvorm moet worden afgewezen. Het atheïstische karakter van de leer heeft hen echter berooft van hun innerlijke morele normen en waarden, waardoor hun bejegening van de Joden gekenmerkt wordt door ambivalentie en dubbelzinnigheid.
Begripsbepalingen
Marx definitie en toekomstbeeld van het Jodendom
In het essay reduceert Marx de Jood en het Jodendom tot drie elementen: het eigenbelang, de sjacheraar en aanbidding van Mammon, en stelt dat de de maatschappelijke bevrijding van de Jood de bevrijding van de mensheid van het Jodendom is[3][4]. Het Jodendom zo betoogd Marx hier moet verdwijnen!
Definitie Marxisme
Het Marxisme is een atheïstische dogmatische levensbeschouwelijke en/of wereldbeschouwelijke ideologie, en heeft het kenmerk van een zelfverlossingsideologie met religieuze eigenschappen. Het Marxisme is een heilsleer, totalitair en absoluut, Zij predikt en voorspelt een einde aan alle honger, onderdrukking, onrecht, onwetendheid, oorlog, misdaad, vijandschap, haat. Het is de enige leer die dat doet. Zij beperkt haar uitspraken - niet tot het gebied van alleen de filosofie, alleen de economie of de politiek of de geschiedschrijving of de psychologie of de opvoeding of de esthetica. Nee, zij bestrijkt al deze gebieden, heeft voor alle problemen een oplossing, heeft over ieder twistpunt een mening[5]
Ethiek en moraal
Het Marxisme is atheïstisch, In een atheïstisch wereldbeeld worden ethiek en moraal bepaald door de heersende politieke machthebbers. Nazi Duitsland, Communistisch Rusland, Mao China, Pol Pot Cambodja, Ceausescu Roemenië. En wat zij onder ethiek en moraal verstaat is feitelijk een verwrongen wereldbeeld waarin de mens alleen rekening hoeft te houden met zichzelf, omdat de rest niet meer is dan een culturele laag die gedrag bestraft en beloont op basis van conformiteit met de do’s en taboes van het moment. De atheïstische ethiek vanuit rationaliteit is niet meer dan een glijdende schaal. Deze is dan gebaseerd op een menselijk oordeel dat eenvoudig veranderd na gelang het te behalen voordeel veranderd.[6][7]
Der magyarische Kampf
Op 13 Januari 1849 schreef Friedrich Engels een blauwdruk over de komende wereldrevolutie in de "Neue Rheinische Zeitung" onder de titel "Der magyarische Kampf". In deze blauwdruk werdt aangegeven, hoe om te gaan met minderheden die als contrarevolutionairen moeten worden beschouwd. In deze publicatie, spreekt Friedrich Engels over verdelgen en vernietigen van deze contrarevolutionaire volkeren. [8] Enkele citaten uit de publicatie die een en ander duidelijk maken
1. "Die ganze frühere Geschichte Östreichs beweist es bis auf diesen Tag, und das Jahr 1848 hat es bestätigt. Unter allen den Nationen und Natiönchen Östreichs sind nur drei, die die Träger des Fortschritts waren, die aktiv in die Geschichte eingegriffen haben, die noch jetzt lebensfähig sind - die Deutschen, die Polen, die Magyaren. Daher sind sie jetzt revolutionär. Alle andern großen und kleinen Stämme und Völker haben zunächst die Mission, im revolutionären Weltsturm unterzugehen. Daher sind sie jetzt kontrerevolutionär".
2. "Es ist kein Land in Europa, das nicht in irgendeinem Winkel eine oder mehrere Völkerruinen besitzt, Überbleibsel einer früheren Bewohnerschaft, zurückgedrängt und unterjocht von der Nation, welche später Trägerin der geschichtlichen Entwicklung wurde. Diese Reste einer von dem Gang der Geschichte, wie Hegel sagt, unbarmherzig zertretenen Nation, diese Völkerabfälle werden jedesmal und bleiben bis zu ihrer gänzlichen Vertilgung oder Entnationalisierung die fanatischen Träger der Kontrerevolution, wie ihre ganze Existenz überhaupt schon ein Protest gegen eine große geschichtliche Revolution ist". 3. So in Östreich die panslawistischen Südslawen, die weiter nichts sind als der Völkerabfall einer höchst verworrenen tausendjährigen Entwicklung. Daß dieser ebenfalls höchst verworrene Völkerabfall sein Heil nur in der Umkehr der ganzen europäischen Bewegung sieht, die für ihn nicht von Westen nach Osten, sondern von Osten nach Westen gehen sollte, daß die befreiende Waffe, das Band der Einheit für ihn die russische Knute ist - das ist das Natürlichste von der Welt.
4. "Die Sache der Magyaren steht lange nicht so schlecht, als der bezahlte schwarzgelbe Enthusiasmus glauben machen möchte. Sie sind noch nicht besiegt. Fallen sie aber, so fallen sie rühmlich als die letzten Helden der Revolution von 1848, und nur auf kurze Zelt. Dann wird einen Augenblick die slawische Kontrerevolution mit ihrer ganzen Barbarei die östreich[ische] Monarchie überfluten, und die Kamarilla wird sehen, was sie an ihren Bundes- genossen hat. Aber bei dem ersten siegreichen Aufstand des französischen Proletariats, den Louis-Napoleon mit aller Gewalt heraufzubeschwören bemüht ist, werden die östreichischen Deutschen und Magyaren frei werden und an den slawischen Barbaren blutige Rache nehmen. Der allgemeine Krieg, der dann ausbricht, wird diesen slawischen Sonderbund zersprengen und alle diese kleinen stierköpfigen Nationen bis auf ihren Namen vernichten. Der nächste Weltkrieg wird nicht nur reaktionäre Klassen und Dynastien, er wird auch ganze reaktionäre Völker vom Erdboden verschwinden machen. Und das ist auch ein Fortschritt". Geschrieben von Friedrich Engels.
De lezer kan deze tekst eventueel met Google vertalen omzetten in begrijpelijk Nederlands
Vooroorlogse periode
De Joden in de Duitsche Sociaal-Democratie
In november 1921 werd in De Socialistische Gids een artikel van Eduard Bernstein vertaalt door Andries Sternheim geplaatst, met als titel "De Joden in de Duitsche Sociaal-Democratie" Hierin uitte Bernstein kritiek op het feit dat Marx de Jood als belichaming van het egoïsme en zijn godsdienst als het voorbeeld van de gedachten der geldmenschen neerzet, en zich uitspreekt tegen staatsburgerlijke rechten der Joden en deze te verschuiven tot het nog veraf liggende tijdstip van den socialistischen ommekeer der maatschappij.[9]
Correlatie met Nationaal Socialisme
Al in 1933 schreef Willem Banning in zijn boek Het Nationaal Socialisme (1932-1933) dat met name de S.A. (Sturmabteilung) geleid door Ernst Röhm een grote aantrekkingskracht uitoefende op de Communisten. Uit de reeds eerder genoemde roman over Horst Wessel wordt duidelik, hoe deze volledig toegewijde en sterk idealistiese jonge man met zijn S. A.-troep steeds werkt onder de kommunistiese arbeiders, en de besten overhaalt naar de nazi's. Als dit een algemeen beeld is, zitten er in de S. A. heel wat radikale socialisten[10] Ook in De Socialistische Gids oktober 1933 verscheen een artikel van Banning onder de titel Hoe hebben wij de Duitse gebeurtenissen te verstaan waarin hij schreef: Het verschijnsel van het kommunisme in Duitsland kan niet uit één oorzaak verklaard worden, maar duidelik is wel dat het psychologies gezien sterke verwantschap met het nationaal-socialisme vertoont. [11] Banning werd beschouwd als een autoriteit ten aanzien van het Marxisme, hij schreef zelfs een biografie van Karl Marx. Ook de authenticiteit vanwege de tijdsgeest waarin deze mening zich heeft gevormd is uniek en waarheidsgetrouw.
Naoorlogse periode
Joden als kanaries in de kolenmijn
In 1946 schreef de communist Jef Last enkele artikelen in het socialistische tijdschrift De Vlam (voorheen De Vonk) o.a. een artikel over het streven van de Joden om een eigen staat in Palestina te stichten. Hij schrijft; we waren anti-Zionisten. Evenals Marx, evenals Lenin, evenals thans nog „der Bund". menen wij, dat de Joodse kwestie slechts door het socialisme was op te lossen, echter niet door speciaal Joodse organisaties of een Joodse staat, maar door de steeds verdere versmelting van de Joden met volken waartussen zij leefden. Hier wijst last de zionistische oplossing af, omdat Marx deze afwijst. In twee andere artikelen wederom in De Vlam pleite Last voor toegang van 100.000 ontheemde Joden in Nederland, met als titel "Een socialistische oplossing tegenover het Zionisme." Hij schrijft hierin:"Laten wij, in plaats van te jammeren, de eis stellen: 100.000 Joden in Nederland. Wanneer dan anti-semietische bezwaren loskomen, zoveel te beter, dan weten wij waar de vijand zich verschuilt en dan kunnen wij de argumenten openlijk bestrijden, die nu slechts als klets en fluisterpraatjes hun vergiftig werk doen. Daarmee wil ik niet loochenen dat toelating van Joden, thans in ons land onmiddellijk een antisemitisch hetze zou ontketenen. Ik meen echter dat wij dit slechts kunnen wensen De vijand is niet minder sterk en niet minder gevaarlijk wanneer hij zich verbergt, dan wanneer hij openlijk de strijd aanbindt. Wij kunnen slechts wensen, dat de eis tot toelating van displaced persons. zoals zij ook in Amerika voorgesteld wordt, de stiekeme antisemieten tevoorschijn zal doen komen uit hun holen, die tevens zullen blijken de anti-democraten te zijn, de reactionairen van alle pluimage, die naar een Nederlands fascisme verlangen" [12]
Links antisemitisme in Duitsland
Götz Aly voormalig Maoïst en historicus publiceerde in 2008 zijn boek Unser kampf 1968 waarin hij een onthutsend beeld schetste van de linkse Duitse studenten van 1968 en hen omschreef als kinderen van de generatie van 1933, die in stijl en ideologie jammerlijk veel op hun nazi-ouders leken. Ze hadden hun verachting voor het individu, hun verheerlijking van de jeugd, hun demonisering van andersdenkenden en het onwankelbare geloof in het eigen gelijk met elkaar gemeen. En dat niet alleen: het antisemitisme was volgens Aly een wezenlijk bestanddeel van het gedachtegoed van de radicale ‘68’ers’, die met name in Duitsland talrijk waren. Hun gezindheid werd weliswaar tot uitdrukking gebracht in anti-zionistische en (met name) anti-Amerikaanse parolen, maar achter deze linkse cosmetica gingen klassieke anti-joodse vooroordelen schuil. Net als in de jaren dertig werden jodendom en grootkapitaal met elkaar in verband gebracht. En net als in de jaren dertig waren Joden (onder wie de Berlijnse hoogleraren Richard Löwenthal en Ernst Fraenkel) het doelwit van lastercampagnes. In 1969 beraamde een bewoner van Kommune 1 zelfs een (mislukte) bomaanslag op het joods gemeentecentrum in West-Berlijn – nota bene op 9 november, de 31ste verjaardag van de Kristalnacht. [13] In 2012 publiceerde het Zeitschrift Für politik een essay geschreven door Maximilian Elias Imhoff over een onderzoek naar links antisemitisme: Linker antiisraelischer Antisemitismus als Antijudaismus: Eine quantitative Studie, waarin geconcludeerd word dat dat antisemitisme zich als Israël-kritiek manifesteert en zich van antisemitische ressentimenten bedient. Ook werd geconcludeerd dat antisemitisme deel uitmaakt van de solidariteit met de Palestijnen. Daarnaast waren er 19% van de ondervraagden die zich niet kunnen onderscheiden van antisemitische sentimenten. [14][15][16][17]
Links antisemitisme in Nederland
Het linkse antisemitisme is jarenlang niet benoemd omdat politieke activistische organisaties zich o.a achter Joodse leden van de organisatie verschuilen, met name door de Marxistische organisatie Internationale Socialisten (IS) die naar aanleiding van een overheids rapport dat onderzoek heeft gedaan naar Polarisatie en radicalisering in Nederland en over de IS oordeelde dat deze beweging antisemitisch is, zich tegen die aantijging verweerde door Joodse leden op te voeren als bewijs dat de IS niet antisemitisch kan zijn. Ook hun openlijke steun en samenwerking met Palestijnse organisaties die openlijk de vernietiging van Israël nastreven duid op meer dan alleen maar solidariteit. [18][19] In 2003 schreef Koen Haegens in De Fabel van de illegaal de essay "Antisemitisme een oude bekende van links" waarin hij een historische tijdlijn van het aan Karl Marx gelieerde antisemitisme publiceerde. [20]
BDS-semitisme
Voor enkele jaren beperkte de BDS beweging zich nog tot het oproepen van een boycot van producten uit de Palestijnse gebieden indien die bedrijven gevestigd waren in Israël, en toen al reageerde de BDS beweging niet op vragen hoe de vele Palestijnse gezinnen die afhankelijk waren van werk in die bedrijven in hun onderhoud zouden moeten voorzien indien een dergelijke boycot effectief zou zijn. Inmiddels heeft de BDS beweging haar masker laten vallen, en roept openlijk op tot boycot van alles wat maar met Israël te maken heeft. Dat dit nu algemeen wordt vertaalt naar de nationaal socialistische slogan "Koop niet bij Joden" is een understatement. We kunnen nu echt spreken van Links nationaal-socialisme, hetgeen ook voor sommige politieke partijen een netelig vraagstuk is geworden. Van GroenLinks leider Jesse Klaver wordt beweerd, weliswaar onbevestigd maar wel aannemelijk dat hij in besloten kring het antisemitische karakter van de BDS beweging onderkend en resoluut afwijst, en zich realiseert dat openlijke banden daarmee een gevaar voor de partij vormen. Wie herinnert het zich niet toen omstreeks 2009 de Internationale Socialisten René Danen[21] als bestuurslid voor GroenLinks naar voren schoven en de huidige burgemeester van Amsterdam Femke Halsema het gevaar onderkennende hem resoluut uit de partij verwijderde. Inmiddels heeft ook de Duitse regering zich gerealiseerd dat de BDS beweging een antisemitisch teneur vertegenwoordigt, en heeft de moed opgebracht de BDS als zodanig te benoemen. [22]
Bronnen, noten en/of referenties
|