Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Casparus van Houten Sr.: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(geen verschil)

Versie van 8 jul 2018 15:50

Casparus van Houten Sr. (1770-1858) was een chocoladefabrikant in Amsterdam. Hij opende in 1815 een chocoladefabriek, met daarbij een molen die met de hand werd aangedreven. In die tijd werden cacaobonen nog vermalen tot een fijne massa, die vervolgens werd gemengd met melk om chocolademelk te maken, of die met toevoeging van suiker, kaneel en vanille, als basis diende voor het maken van koekjes. Het hoge vetgehalte maakte de koekjes echter zwaar verteerbaar.

In 1828 patenteerde Casparus van Houten Sr. een goedkope manier om het vet uit geroosterde cacobonen te persen. Deze vinding wordt meestal toegeschreven aan zijn zoon Coenraad, maar onderzoek door de publicist Peter van Dam wijst er op dat zijn vader de uitvinder was van deze hydraulische cacaobonenpers[1]. De kern van de boon, beter bekend als de nib, bevat een gemiddeld percentage van 54 percent cacaoboter, voornamelijk bestaande uit natuurlijk vet. Van Houtens machine reduceerde het cacaobotergehalte in de ruwe cacaobrokken met ongeveer de helft. Die brokken konden eenvoudig worden verpulverd tot cacaopoeder, de basis voor alle chocoladeproducten.

Van Houten introduceerde een verdere ontwikkeling door bewerking van het poeder met alkalische zouten zoals kalium en natriumcarbonaten, zodat het poeder makkelijker mengbaar werd met water. Het eindproduct, een oorspronkelijk Nederlands procedé, heeft een donkere kleur en een milde smaak. Tegenwoordig wordt dit proces wereldwijd toegepast en wordt het ook wel 'Dutching' genoemd. De introductie van cacaopoeder maakte het bereiden van chocoladedranken veel eenvoudiger, maar ook werd het mogelijk om chocolade te combineren met suiker en er daarna weer cacaoboter aan toe te voegen, zodat er bijvoorbeeld chocoladepasta van gemaakt kon worden.

In 1838 verliep het patent, zodat ook andere fabrikanten in navolging van Van Houten cacaopoeder konden produceren en er steeds meer chocoladeproducten op de markt kwamen.