Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Ben van Cranenburgh: verschil tussen versies
(http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Ben_van_Cranenburgh&oldid=29524608) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(12 tussenliggende versies door 5 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Ben van Cranenburgh''' (Haarlem, 1945) is een [[neurowetenschapper]] die zich heeft toegelegd op de toepassing van de resultaten van neurologisch onderzoek in andere takken van wetenschap, maar ook op psychlogisch, sociaal, fysiologisch en emotioneel terrein. Daarnaast heeft hij een aantal studieboeken gepubliceerd over neurologie. | |||
'''Ben van Cranenburgh''' ( | In 2011 ontving Ben van Cranenburgh een koninklijke onderscheiding ([[Ridder in de Orde van Oranje-Nassau]]) wegens zijn persoonlijke verdiensten voor de maatschappij. | ||
== Jeugd en Opleiding == | |||
Ben van Cranenburgh was de tweede van 9 kinderen. Zijn vader en moeder waren beiden advocaat. Hij doorliep de Montessori Basisschool en daarna het Gymnasium (beta) van het (nu opgeheven) Triniteitslyceum in Haarlem. Hij studeerde geneeskunde aan de [[Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam]] en was daar 3 jaar lang tevens kandidaat-assistent bij het fysiologie-onderwijs. Daar deed hij zijn eerste onderwijservaringen op: practicum zintuigen, hart en circulatie, inspanningsfysiologie. In de loop van zijn studie condenseerde het besluit om niet praktiserend arts te worden, maar zich te wijden aan wetenschap en onderwijs. Hij doorliep de co-assistentschappen interne geneeskunde, neurologie en psychiatrie, en kreeg toen een aanbod om een promotieonderzoek te doen aan het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek (tegenwoordig "[[Nederlands Herseninstituut]]"). | |||
Hij werkte hier een jaar (1970) mee in de onderzoeksgroep Cerebrale Circulatie; dit betrof de eerste experimenten in Nederland waarbij de meetmethoden met [[Krypton]]- en [[Xenon]]-isotopen van [[Karl David Eberhard Henschen Ingvar|Ingvar]] en [[Niels Alexander Lassen|Lassen]] uit Zweden werden toegepast. Daarna wijdde hij zich, samen met collega [[Walter van Emde Boas]], aan het onderzoeksproject onder leiding van Dr. [[J.P. Schadé]]. Dit betrof de activiteit van [[Zenuwcel|hersenneuronen]] op verschillende locaties, bij normale en arteriosklerotische proefdieren (konijnen, al of niet op cholesteroldieet). In feite was dit een diermodel van de arteriosklerotische dementie. Aangetoond werd dat het activiteitspatroon van de neuronen al veranderd was lang voordat de vaatafwijkingen zichtbaar waren. Van Emde Boas beschreef de [[Klinische pathologie|pathologisch-anatomische]] veranderingen in de hersenen en vaten, Van Cranenburgh analyseerde de vuurpatronen van de neuronen. Van Emde Boas en van Cranenburgh promoveerden tegelijk in 1973 in de vorm van een dubbelpromotie (dat was vrij bijzonder). | |||
== Onderwijs en onderzoek== | |||
In de jaren na de promotie legde Van Cranenburgh zich steeds meer toe op onderwijs. Hem werd gevraagd het medisch onderwijs binnen de academies fysiotherapie, die zich eind 70-er jaren gingen professionaliseren, vorm te geven. Van 1972 tot 1990 gaf hij colleges fysiologie, neurologie en pathologie aan vele studenten fysiotherapie in Haarlem, Utrecht en Amsterdam. Deze jaren waren zeer belangrijk voor de ontwikkeling van zijn onderwijskundige kwaliteiten en voor de verbreding van zijn kennis. Zijn onderwijs ondersteunde hij bewust sterk met beelden (aanvankelijk schoolbord, later overhead). | |||
Acht jaar lang puzzelde hij aan visuele uitlegschema's voor complexe fysiologische onderwerpen. De publicatie in 1980 van "[[Schema's Fysiologie]]", een visueel-didactische atlas, was het resultaat. Van Cranenburgh zelf ziet dit boek als creatiever en belangrijker dan zijn proefschrift. De vierde uitgebreide editie verscheen in 1997. Geleidelijk kwam hij in contact met andere beroepsgroepen: [[Ergotherapie|ergotherapeuten]], [[Logopedie|logopedisten]], revalidatie- en verpleeghuisartsen, pedagogen en psychologen. Na 1980 legde hij zich speciaal toe op de [[neurowetenschap|neurowetenschappen]], die toen toenemend in de belangstelling kwamen. | |||
In de jaren 80 was in de revalidatie-instelling nog nauwelijks kennis aanwezig over [[Neuropsychologie|neuropsychologische functiestoornissen]] en herstelmechanismen na [[hersenletsel]]. Ook nieuwe inzichten over [[pijn]] waren nog niet in de praktijk doorgedrongen. Ben van Cranenburgh verzorgde jarenlang referaten over deze onderwerpen in de neurologische kliniek Alexander van der Leeuw en in het [[Revalidatie Centrum Amsterdam]] (RCA, nu Reade). In het RCA deed hij klinisch onderzoek naar het voorkomen van neuropsychologische functiestoornissen bij [[Cerebrovasculair accident|CVA-patiënten]]. Bij meer dan 200 patiënten werd een eenvoudig [[Neuropsychologie|neuropsychologisch onderzoek]] afgenomen. Dit was een van de eerste onderzoekingen in Nederland waarbij werd aangetoond dat neuropsychologische functiestoornissen vaak (57%) voorkomen bij CVA-patiënten: de [[hemiparese]] is dus niet het enige probleem. | |||
Dit onderzoek vormde ook de basis voor de oprichting van een multidisciplinaire werkgroep voor de ontwikkeling van het Oriënterend Neuropsychologisch Onderzoek (ONO) dat tot op heden in vele instellingen gebruikt wordt, als eerste stap om cognitieve stoornissen bij CVA-patiënten te signaleren. | |||
=== Studieboeken === | |||
Rond 1985 werden 3 boeken uit de serie "Inleiding in de toegepaste neurowetenschappen" (1: Neurofilosofie, 2: Herstel na hersenletsel, en 3: Pijn) wijd en zijd op opleidingen gebruikt. Het succes hiervan vormde de basis voor de later gepubliceerde 4 leerboeken in de serie "Toegepaste neurowetenschappen". In 1996 verscheen het eerste deel "Neurowetenschappen, een overzicht". Deel 2, "Neuropsychologie, over de gevolgen van hersenbeschadiging" volgde in 1999, deel 3 "Pijn, vanuit een neurowetenschappelijk perspectief" verscheen in 2000, en deel 4 "Neurorevalidatie, uitgangspunten voor therapie en training na hersenbeschadiging" in 2004. Deze boeken worden veel gebruikt op opleidingen en in de praktijk. Ben van Cranenburgh blijft actief om deze boeken steeds up to date te houden. De gegeven cursussen en lezingen zorgden samen met de boeken voor een toenemende bekendheid van het [[Neurowetenschap|neurowetenschappelijke]] gedachtegoed. | |||
== Stichting ITON == | |||
Van Cranenburgh raakte ervan overtuigd dat nieuwe ontwikkelingen in de [[neurowetenschap|neurowetenschappen]] perspectieven boden voor vele gebieden: revalidatie, sport, muziek, onderwijs. Samen met [[Marc Kobus]] richtte hij in 1987 de [[Stichting ITON]] op (ITON = Instituut voor toegepaste neurowetenschappen), aanvankelijk gevestigd in Amsterdam op het voormalig Wilhelmina Gasthuis-terrein (het toenmalige academische ziekenhuis), later in Haarlem. De bedoeling was om de toepassingsmogelijkheden van [[neurowetenschap|neurowetenschappelijke]] inzichten te onderzoeken en deze nieuwe inzichten via scholingen, lezingen en publicaties voor een breed publiek toegankelijk te maken. Belangrijke kernthema's waren toen: plasticiteit, herstel na [[hersenbeschadiging]], [[chronische pijn]], [[motorisch leren]] en [[segmentale verschijnselen]]. De [[Stichting ITON]] verzorgde nascholingscursussen die toenemend bekend werden. De belangrijkste cursussen waren: Klinische Neuropsychologie, Neurotraining (later samengevoegd tot opleiding Neurorevalidatie), Motorisch Leren en Pijn. In 1990 besloot Ben te stoppen met het basisonderwijs aan studenten fysiotherapie en zijn krachten volledig te wijden aan de cursussen die ITON bood voor vele disciplines. Vanaf dat moment stond het probleem van de patiënt centraal, en niet de discipline. | |||
Sinds de oprichting van de ITON geeft Van Cranenburgh cursussen en lezingen op diverse congressen op het gebied van [[pijn]], [[neurorevalidatie]], sport en muziek. Vanaf 1995 onder andere aan het Zwitserse [[Fortbildungzentrum Zurzach]] (Klinische Neurorehabilitation und Schmerz) en op vele andere plaatsen in Duitsland en Zwitserland. De Stichting ITON werd in toenemende mate een ontmoetingscentrum voor therapeuten en andere deskundigen op het gebied van de neurorevalidatie. Tot op heden dragen vele docenten bij aan de gegeven cursussen. | |||
Vanaf 1995 kwam [[Wilbert Nieuwstraten]] (revalidatie-arts) in dienst van ITON. Marc Kobus, Wilbert Nieuwstraten en Ben van Cranenburgh vormden een sterk trio. Zij ontwikkelden de teamscholing [[Neurorevalidatie]]. Het overlijden van Marc Kobus in 2004 (49 jaar) kwam als een slag, en 6 jaar later overleed Wilbert Nieuwstraten, volkomen onverwacht (59 jaar). De ITON was in shock. | |||
Voor zover haalbaar en mogelijk heeft van Cranenburgh het werk voortgezet en gezocht naar nieuwe docenten. De samenwerking met de [[VU-Gedrags- en Bewegingswetenschappen]] (2010) was in dit opzicht zeer welkom. Een nieuw bestuur werd geïnstalleerd: Tjard de Cock Buning (filosoof/bioloog), Albert Gramsbergen (neurowetenschapper), Thomas Janssen (bewegingswetenschapper). | |||
In 2012 bestond ITON 25 jaar. Dit werd gevierd met het congres “Hersenfeest”. | |||
Binnen de ITON verzorgt van Cranenburgh diverse uitgaves voor een bredere doelgroep. In 2011/2012 verschijnen "Leven na hersenbeschadiging" en "Pijn, waarom?", beiden ook in Duits en Engels vertaald. In 2016 verschijnt het boek “Hersteld maar niet genezen’, het resultaat van een intensieve samenwerking met Henk Lindeman, die meer dan 20 jaren leefde met de gevolgen van een herseninfarct. Ook in 2016 verschijnt de geheel herziene versie van het boek “Van contractie naar actie”, over [[motorisch leren]] in dagelijks leven, sport, muziek en revalidatie. Dit boek is het resultaat van een samenwerking met andere deskundigen op het gebied van sport, muziek en revalidatie (sportcoach, pianisten, neurofysioloog, fysiotherapeut). | |||
In 2014 kwamen Ed Janssen (fysiotherapeut) en Jorn Hogeweg (neuropsycholoog/fysiotherapeut) in dienst van ITON. Met hen samen verzorgde van Cranenburgh diverse publicaties, o.a. over het in kaart brengen van [[pijn]] en het [[lichaamsschema]]. | |||
Anno 2018 wordt intensief gezocht naar manieren om de activiteiten van ITON in de toekomst voort te kunnen zetten. | |||
== Externe links == | |||
*[http://www.stichtingiton.nl www.stichtingiton.nl] | |||
== Bronnen en referenties == | |||
*http://www.hetvenijn.nl/voorgaande-jaren/2015-het-venijn-zit-in-de-staart-v/de-kracht-van-muziek-conditietraining-voor-het-brein-pauline-hoenderdaal/de-kracht-van-muziek-ben-van-cranenburgh/ | |||
== Publicaties == | |||
;Proefschrift | |||
*Cranenburgh, B. van, Emde Boas, W. van, Spontaneous Neuronal Activity in the normal rabbit and during the development of Experimental Atherosclerosis. Purmerend: Nooij, 1973 | |||
;Boeken | |||
*Cranenburgh, B. van, Schema’s Fysiologie. Algemene fysiologie, neurofysiologie en pathofysiologie, 1e dr. 1980, 4e dr. 1997, Lochem: De Tijdstroom/Elsevier | |||
*Cranenburgh, B. van, Neurofilosofie, 1e dr., Lochem: De Tijdstroom, 1983. 4e dr., Utrecht: Lemma, 1993 | |||
*Cranenburgh, B. van, Herstel na hersenletsel, 1e dr. 1983, 3e dr. 1989, Lochem: De Tijdstroom | |||
*Cranenburgh, B. van, Pijn, 1e dr., 1987, Lochem: De Tijdstroom. 7e dr., Amsterdam: Elsevier Gezondheidszorg, 2009 | |||
*Cranenburgh, B. van, Segmentale Verschijnselen. Een bijdrage aan de diagnostiek. Theoretische achtergronden en praktische toepassingen voor huisarts en fysiotherapeut, 1e dr. 1985, 4e dr., BSL/Springer, Houten 2015 | |||
*Cranenburgh, B. van, Mulder, Th., Van contractie naar actie. Theorieën over motoriek en toepassingen in sport, therapie en pedagogiek, Utrecht: Bohn, Scheltema & Holkema, 1986 | |||
*Cranenburgh, B. van, Van Contractie naar Actie. Motorisch leren in dagelijks leven, sport, muziek en revalidatie. 2e druk. BSL/Springer, Houten 2016 | |||
*Cranenburgh, B. van, Neurowetenschappen, een overzicht, deel 1 van de serie Toegepaste neurowetenschappen, 1e dr., Maarssen: De Tijdstroom, 1997. 5e dr., BSL/Springer, Houten 2016 | |||
*Cranenburgh, B. van, Neuropsychologie, over de gevolgen van hersenbeschadiging, deel 2 van de serie Toegepaste neurowetenschappen, 1e dr., Maarssen: De Tijdstroom, 1999. 4e dr, BSL/Springer, Houten 2016 | |||
*Cranenburgh, B. van, Pijn, vanuit een neurowetenschappelijk perspectief, deel 3 van de serie Toegepaste neurowetenschappen, 1e dr., Lochem: De Tijdstroom, 1987, 8e dr., BSL/Springer, Houten 2014 | |||
*Cranenburgh, B. van, Neurorevalidatie, uitgangspunten voor therapie en training na hersenbeschadiging, deel 4 van de serie Toegepaste neurowetenschappen 1e dr., 2004, 4e dr., BSL/Springer, Houten 2017 | |||
*Cranenburgh, B. van, Leven na hersenbeschadiging: Neurorevalidatie in de eerste lijn: analyse en aanpak van problemen; een leidraad voor hulpverleners. 1e druk 2011. 2e druk 2014. Haarlem: Stichting ITON | |||
*Cranenburgh, B. van, Pijn, waarom? Een gids voor mensen met pijn. 1e druk 2012. 3e druk 2017. Haarlem: Stichting ITON | |||
*Lindeman, H. en Cranenburgh, B. van, Hersteld maar niet genezen. 20 jaar leven met een herseninfarct. Een kijkje in de rechter hemisfeer. Stichting ITON, Haarlem 2016 | |||
"teksten beschikbaar onder CC-BY-SA/GFDL" | |||
[[Categorie:Nederlands neuroloog]] |
Huidige versie van 21 nov 2017 om 12:19
Ben van Cranenburgh (Haarlem, 1945) is een neurowetenschapper die zich heeft toegelegd op de toepassing van de resultaten van neurologisch onderzoek in andere takken van wetenschap, maar ook op psychlogisch, sociaal, fysiologisch en emotioneel terrein. Daarnaast heeft hij een aantal studieboeken gepubliceerd over neurologie. In 2011 ontving Ben van Cranenburgh een koninklijke onderscheiding (Ridder in de Orde van Oranje-Nassau) wegens zijn persoonlijke verdiensten voor de maatschappij.
Jeugd en Opleiding
Ben van Cranenburgh was de tweede van 9 kinderen. Zijn vader en moeder waren beiden advocaat. Hij doorliep de Montessori Basisschool en daarna het Gymnasium (beta) van het (nu opgeheven) Triniteitslyceum in Haarlem. Hij studeerde geneeskunde aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam en was daar 3 jaar lang tevens kandidaat-assistent bij het fysiologie-onderwijs. Daar deed hij zijn eerste onderwijservaringen op: practicum zintuigen, hart en circulatie, inspanningsfysiologie. In de loop van zijn studie condenseerde het besluit om niet praktiserend arts te worden, maar zich te wijden aan wetenschap en onderwijs. Hij doorliep de co-assistentschappen interne geneeskunde, neurologie en psychiatrie, en kreeg toen een aanbod om een promotieonderzoek te doen aan het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek (tegenwoordig "Nederlands Herseninstituut").
Hij werkte hier een jaar (1970) mee in de onderzoeksgroep Cerebrale Circulatie; dit betrof de eerste experimenten in Nederland waarbij de meetmethoden met Krypton- en Xenon-isotopen van Ingvar en Lassen uit Zweden werden toegepast. Daarna wijdde hij zich, samen met collega Walter van Emde Boas, aan het onderzoeksproject onder leiding van Dr. J.P. Schadé. Dit betrof de activiteit van hersenneuronen op verschillende locaties, bij normale en arteriosklerotische proefdieren (konijnen, al of niet op cholesteroldieet). In feite was dit een diermodel van de arteriosklerotische dementie. Aangetoond werd dat het activiteitspatroon van de neuronen al veranderd was lang voordat de vaatafwijkingen zichtbaar waren. Van Emde Boas beschreef de pathologisch-anatomische veranderingen in de hersenen en vaten, Van Cranenburgh analyseerde de vuurpatronen van de neuronen. Van Emde Boas en van Cranenburgh promoveerden tegelijk in 1973 in de vorm van een dubbelpromotie (dat was vrij bijzonder).
Onderwijs en onderzoek
In de jaren na de promotie legde Van Cranenburgh zich steeds meer toe op onderwijs. Hem werd gevraagd het medisch onderwijs binnen de academies fysiotherapie, die zich eind 70-er jaren gingen professionaliseren, vorm te geven. Van 1972 tot 1990 gaf hij colleges fysiologie, neurologie en pathologie aan vele studenten fysiotherapie in Haarlem, Utrecht en Amsterdam. Deze jaren waren zeer belangrijk voor de ontwikkeling van zijn onderwijskundige kwaliteiten en voor de verbreding van zijn kennis. Zijn onderwijs ondersteunde hij bewust sterk met beelden (aanvankelijk schoolbord, later overhead).
Acht jaar lang puzzelde hij aan visuele uitlegschema's voor complexe fysiologische onderwerpen. De publicatie in 1980 van "Schema's Fysiologie", een visueel-didactische atlas, was het resultaat. Van Cranenburgh zelf ziet dit boek als creatiever en belangrijker dan zijn proefschrift. De vierde uitgebreide editie verscheen in 1997. Geleidelijk kwam hij in contact met andere beroepsgroepen: ergotherapeuten, logopedisten, revalidatie- en verpleeghuisartsen, pedagogen en psychologen. Na 1980 legde hij zich speciaal toe op de neurowetenschappen, die toen toenemend in de belangstelling kwamen.
In de jaren 80 was in de revalidatie-instelling nog nauwelijks kennis aanwezig over neuropsychologische functiestoornissen en herstelmechanismen na hersenletsel. Ook nieuwe inzichten over pijn waren nog niet in de praktijk doorgedrongen. Ben van Cranenburgh verzorgde jarenlang referaten over deze onderwerpen in de neurologische kliniek Alexander van der Leeuw en in het Revalidatie Centrum Amsterdam (RCA, nu Reade). In het RCA deed hij klinisch onderzoek naar het voorkomen van neuropsychologische functiestoornissen bij CVA-patiënten. Bij meer dan 200 patiënten werd een eenvoudig neuropsychologisch onderzoek afgenomen. Dit was een van de eerste onderzoekingen in Nederland waarbij werd aangetoond dat neuropsychologische functiestoornissen vaak (57%) voorkomen bij CVA-patiënten: de hemiparese is dus niet het enige probleem. Dit onderzoek vormde ook de basis voor de oprichting van een multidisciplinaire werkgroep voor de ontwikkeling van het Oriënterend Neuropsychologisch Onderzoek (ONO) dat tot op heden in vele instellingen gebruikt wordt, als eerste stap om cognitieve stoornissen bij CVA-patiënten te signaleren.
Studieboeken
Rond 1985 werden 3 boeken uit de serie "Inleiding in de toegepaste neurowetenschappen" (1: Neurofilosofie, 2: Herstel na hersenletsel, en 3: Pijn) wijd en zijd op opleidingen gebruikt. Het succes hiervan vormde de basis voor de later gepubliceerde 4 leerboeken in de serie "Toegepaste neurowetenschappen". In 1996 verscheen het eerste deel "Neurowetenschappen, een overzicht". Deel 2, "Neuropsychologie, over de gevolgen van hersenbeschadiging" volgde in 1999, deel 3 "Pijn, vanuit een neurowetenschappelijk perspectief" verscheen in 2000, en deel 4 "Neurorevalidatie, uitgangspunten voor therapie en training na hersenbeschadiging" in 2004. Deze boeken worden veel gebruikt op opleidingen en in de praktijk. Ben van Cranenburgh blijft actief om deze boeken steeds up to date te houden. De gegeven cursussen en lezingen zorgden samen met de boeken voor een toenemende bekendheid van het neurowetenschappelijke gedachtegoed.
Stichting ITON
Van Cranenburgh raakte ervan overtuigd dat nieuwe ontwikkelingen in de neurowetenschappen perspectieven boden voor vele gebieden: revalidatie, sport, muziek, onderwijs. Samen met Marc Kobus richtte hij in 1987 de Stichting ITON op (ITON = Instituut voor toegepaste neurowetenschappen), aanvankelijk gevestigd in Amsterdam op het voormalig Wilhelmina Gasthuis-terrein (het toenmalige academische ziekenhuis), later in Haarlem. De bedoeling was om de toepassingsmogelijkheden van neurowetenschappelijke inzichten te onderzoeken en deze nieuwe inzichten via scholingen, lezingen en publicaties voor een breed publiek toegankelijk te maken. Belangrijke kernthema's waren toen: plasticiteit, herstel na hersenbeschadiging, chronische pijn, motorisch leren en segmentale verschijnselen. De Stichting ITON verzorgde nascholingscursussen die toenemend bekend werden. De belangrijkste cursussen waren: Klinische Neuropsychologie, Neurotraining (later samengevoegd tot opleiding Neurorevalidatie), Motorisch Leren en Pijn. In 1990 besloot Ben te stoppen met het basisonderwijs aan studenten fysiotherapie en zijn krachten volledig te wijden aan de cursussen die ITON bood voor vele disciplines. Vanaf dat moment stond het probleem van de patiënt centraal, en niet de discipline.
Sinds de oprichting van de ITON geeft Van Cranenburgh cursussen en lezingen op diverse congressen op het gebied van pijn, neurorevalidatie, sport en muziek. Vanaf 1995 onder andere aan het Zwitserse Fortbildungzentrum Zurzach (Klinische Neurorehabilitation und Schmerz) en op vele andere plaatsen in Duitsland en Zwitserland. De Stichting ITON werd in toenemende mate een ontmoetingscentrum voor therapeuten en andere deskundigen op het gebied van de neurorevalidatie. Tot op heden dragen vele docenten bij aan de gegeven cursussen.
Vanaf 1995 kwam Wilbert Nieuwstraten (revalidatie-arts) in dienst van ITON. Marc Kobus, Wilbert Nieuwstraten en Ben van Cranenburgh vormden een sterk trio. Zij ontwikkelden de teamscholing Neurorevalidatie. Het overlijden van Marc Kobus in 2004 (49 jaar) kwam als een slag, en 6 jaar later overleed Wilbert Nieuwstraten, volkomen onverwacht (59 jaar). De ITON was in shock. Voor zover haalbaar en mogelijk heeft van Cranenburgh het werk voortgezet en gezocht naar nieuwe docenten. De samenwerking met de VU-Gedrags- en Bewegingswetenschappen (2010) was in dit opzicht zeer welkom. Een nieuw bestuur werd geïnstalleerd: Tjard de Cock Buning (filosoof/bioloog), Albert Gramsbergen (neurowetenschapper), Thomas Janssen (bewegingswetenschapper). In 2012 bestond ITON 25 jaar. Dit werd gevierd met het congres “Hersenfeest”.
Binnen de ITON verzorgt van Cranenburgh diverse uitgaves voor een bredere doelgroep. In 2011/2012 verschijnen "Leven na hersenbeschadiging" en "Pijn, waarom?", beiden ook in Duits en Engels vertaald. In 2016 verschijnt het boek “Hersteld maar niet genezen’, het resultaat van een intensieve samenwerking met Henk Lindeman, die meer dan 20 jaren leefde met de gevolgen van een herseninfarct. Ook in 2016 verschijnt de geheel herziene versie van het boek “Van contractie naar actie”, over motorisch leren in dagelijks leven, sport, muziek en revalidatie. Dit boek is het resultaat van een samenwerking met andere deskundigen op het gebied van sport, muziek en revalidatie (sportcoach, pianisten, neurofysioloog, fysiotherapeut).
In 2014 kwamen Ed Janssen (fysiotherapeut) en Jorn Hogeweg (neuropsycholoog/fysiotherapeut) in dienst van ITON. Met hen samen verzorgde van Cranenburgh diverse publicaties, o.a. over het in kaart brengen van pijn en het lichaamsschema.
Anno 2018 wordt intensief gezocht naar manieren om de activiteiten van ITON in de toekomst voort te kunnen zetten.
Externe links
Bronnen en referenties
Publicaties
- Proefschrift
- Cranenburgh, B. van, Emde Boas, W. van, Spontaneous Neuronal Activity in the normal rabbit and during the development of Experimental Atherosclerosis. Purmerend: Nooij, 1973
- Boeken
- Cranenburgh, B. van, Schema’s Fysiologie. Algemene fysiologie, neurofysiologie en pathofysiologie, 1e dr. 1980, 4e dr. 1997, Lochem: De Tijdstroom/Elsevier
- Cranenburgh, B. van, Neurofilosofie, 1e dr., Lochem: De Tijdstroom, 1983. 4e dr., Utrecht: Lemma, 1993
- Cranenburgh, B. van, Herstel na hersenletsel, 1e dr. 1983, 3e dr. 1989, Lochem: De Tijdstroom
- Cranenburgh, B. van, Pijn, 1e dr., 1987, Lochem: De Tijdstroom. 7e dr., Amsterdam: Elsevier Gezondheidszorg, 2009
- Cranenburgh, B. van, Segmentale Verschijnselen. Een bijdrage aan de diagnostiek. Theoretische achtergronden en praktische toepassingen voor huisarts en fysiotherapeut, 1e dr. 1985, 4e dr., BSL/Springer, Houten 2015
- Cranenburgh, B. van, Mulder, Th., Van contractie naar actie. Theorieën over motoriek en toepassingen in sport, therapie en pedagogiek, Utrecht: Bohn, Scheltema & Holkema, 1986
- Cranenburgh, B. van, Van Contractie naar Actie. Motorisch leren in dagelijks leven, sport, muziek en revalidatie. 2e druk. BSL/Springer, Houten 2016
- Cranenburgh, B. van, Neurowetenschappen, een overzicht, deel 1 van de serie Toegepaste neurowetenschappen, 1e dr., Maarssen: De Tijdstroom, 1997. 5e dr., BSL/Springer, Houten 2016
- Cranenburgh, B. van, Neuropsychologie, over de gevolgen van hersenbeschadiging, deel 2 van de serie Toegepaste neurowetenschappen, 1e dr., Maarssen: De Tijdstroom, 1999. 4e dr, BSL/Springer, Houten 2016
- Cranenburgh, B. van, Pijn, vanuit een neurowetenschappelijk perspectief, deel 3 van de serie Toegepaste neurowetenschappen, 1e dr., Lochem: De Tijdstroom, 1987, 8e dr., BSL/Springer, Houten 2014
- Cranenburgh, B. van, Neurorevalidatie, uitgangspunten voor therapie en training na hersenbeschadiging, deel 4 van de serie Toegepaste neurowetenschappen 1e dr., 2004, 4e dr., BSL/Springer, Houten 2017
- Cranenburgh, B. van, Leven na hersenbeschadiging: Neurorevalidatie in de eerste lijn: analyse en aanpak van problemen; een leidraad voor hulpverleners. 1e druk 2011. 2e druk 2014. Haarlem: Stichting ITON
- Cranenburgh, B. van, Pijn, waarom? Een gids voor mensen met pijn. 1e druk 2012. 3e druk 2017. Haarlem: Stichting ITON
- Lindeman, H. en Cranenburgh, B. van, Hersteld maar niet genezen. 20 jaar leven met een herseninfarct. Een kijkje in de rechter hemisfeer. Stichting ITON, Haarlem 2016
"teksten beschikbaar onder CC-BY-SA/GFDL"