|
|
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) |
Regel 1: |
Regel 1: |
| {{Infobox militair persoon | | {{Infobox militair persoon |
| | naam = Marinus Bernardus Rost van Tonningen | | | naam = Marinus Bernardus<br />Rost van Tonningen |
| | afbeelding = Rost2.jpg | | | afbeelding = Rost van Tonningen, MB. Majoor artillerie.jpg |
| | onderschrift = Generaal Rost van Tonningen | | | onderschrift = Marinus Bernardus Rost van Tonningen |
| | bijnaam = | | | bijnaam = |
| | geboorteplaats = [[Paramaribo]] | | | geboorteplaats = [[Paramaribo]] |
| | geboortedatum = 24 oktober 1852 | | | geboortedatum = 24 oktober 1852 |
| | sterfplaats = [[Den Haag]] | | | sterfplaats = [[Den Haag]] |
| | sterfdatum = 17 januari 1927 | | | sterfdatum = 17 januari 1927 |
| | partij = [[Bestand:Flag of the Netherlands.svg|20px]] [[Nederlands-Indië]], kolonie van het [[Koninkrijk der Nederlanden]] | | | partij = [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger]] |
| | onderdeel = [[artillerie]] van het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger]] | | | onderdeel = |
| | dienstjaren = [[1872]]-[[1909]] | | | dienstjaren = 1872-1909 |
| | rang = [[Luitenant-generaal]] | | | rang = [[Luitenant-generaal]] |
| | leiding = [[Lijst van commandanten van het KNIL|Commandant van het Indische leger]] | | | leiding = |
| | veldslagen = Onder meer [[Atjeh-oorlog 1877-1881|de Atjeh-oorlog]], [[Edi-expeditie]] en de [[Lombok-expeditie]] | | | veldslagen = |
| | onderscheidingen = onder meer [[officier]] in de [[Militaire Willems-Orde]], [[Eresabel]] | | | onderscheidingen = |
| | overtuiging = | | | overtuiging = |
| | portaal = KNIL | | | portaal = KNIL |
| }} | | }} |
| | '''Marinus Bernardus Rost van Tonningen''', ([[Paramaribo]], [[24 oktober]] [[1852]] – [[Den Haag]], [[7 januari]] [[1927]]) was een [[Nederland]]s [[militair]], die als hoofdofficier van het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger]] (KNIL) lange tijd in [[Nederlands-Indië]] verbleef. |
|
| |
|
| '''Marinus Bernardus Rost van Tonningen''' ([[Paramaribo]], [[24 oktober]] [[1852]] – [[Den Haag]], [[7 januari]] [[1927]]) was een Nederlands [[luitenant-generaal]], commandant van het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger|Nederlands-Indisch leger]], onder meer [[Ridder (ridderorde)|officier]] in de [[Militaire Willems-Orde]].
| | == Militaire loopbaan == |
| | Rost van Tonningen was officier in het OIL vanaf 1872. Hij werd in 1875 [[eerste luitenant]] en in 1882 [[Kapitein (rang)|kapitein]]. In 1888 nam hij onder [[Henri Karel Frederik van Teijn|generaal Van Teijn]] deel aan de [[Edi-expeditie]]. Als [[majoor]] nam hij in 1894 deel aan de Lombokexpeditie (zie de pacificatie van [[Lombok (eiland)|Lombok]]). Rost van Tonningen leidde als [[generaal-majoor]] in 1906 een strafexpeditie op [[Bali (eiland)|Bali]], waarbij de Balinese vorsten tot een collectieve zelfmoord besloten ([[Perang Poepoetan|poepoetan]]). Later werd hij commandant van het KNIL (1907-1909) in de rang van luitenant-generaal. |
|
| |
|
| ==Loopbaan==
| | Vanaf 1898 tot zijn overlijden was Rost van Tonningen adjudant i.b.d. van koningin Wilhelmina. Hij was ridder in de [[Militaire Willems-Orde]] derde klasse en ridder in de [[Orde van de Nederlandse Leeuw]]. |
| Rost van Tonningen volgde de [[Koninklijke Militaire Academie]] en vertrok, na het beëinigen van zijn studie, in 1872, in de [[militaire rang|rang]] van [[tweede luitenant]] naar | |
| [[Indië (regio)|Indië]], waar hij, na drie jaar dienst, benoemd werd tot [[eerste luitenant]]. Hij werd in 1877 te [[Atjeh]] geplaatst en maakte in 1878, onder het [[Lijst van gouverneurs van Atjeh|gouverneurschap]] van generaal [[Karel van der Heijden|Van der Heijden]], de [[Atjeh-oorlog: 1877-1881, onder leiding van Karel van der Heijden|aanval]] op de Nederlandse [[Fort (vesting)|versterking]] te Segli mee; deze werd in de nacht van 28 op 29 april en daarna weer op 3 mei door zeer sterke vijandelijke benden aangevallen. Hoewel men die, ook met hulp van de [[Marine (strijdmacht)|Marine]], zware verliezen toebracht, was Van der Heijden van oordeel dat het nodig was om afdoende maatregelen te nemen tot beteugeling van de overmoed van de vijand. Drie dagen nadat hij het bericht van de aanval had gekregen, scheepte hij zich met een [[Colonne (slagorde)|colonne]] van ongeveer 800 man naar de Noordkust in en reeds bij [[Dagorder (krijgsmacht)|dagorder]] van 25 mei kon hij op de verkregen resultaten wijzen. Rost van Tonningen had zich bij de verdediging van Segli dusdanig onderscheiden, dat hem een [[Eervolle Vermelding (Nederland)|Eervolle Vermelding]] werd toegekend, als hebbende zich onderscheiden bij de verdediging van Segli april-juni 1878.
| |
|
| |
|
| ===Lombok-expeditie=== | | == Privéleven == |
| In 1882 werd Rost van Tonningen tot [[Kapitein (rang)|kapitein]] bevorderd; in deze rang nam hij onder meer deel aan de [[Edi-expeditie]] van 1888, op de Oostkust, onder generaal [[Henri Karel Frederik van Teijn|van Teijn]]. Hij verkreeg voor zijn verrichtingen aldaar de Militaire Willems-Orde vierde klasse als hebbende zich onderscheiden door zijn verrichtingen bij verschillende oorlogshandelingen in Atjeh in 1890. Als [[majoor]] der [[artillerie]] (1893) nam hij deel aan de [[Lombok-expeditie]]; bekend is hij vooral geworden als leider van de terugtocht naar [[Ampenan]], die toen, kort na de overval, moest plaatsvinden. De 27ste augustus 's ochtends om 6.00 uur begon toen de terugtocht van de troepen uit de [[tempel]] onder leiding van Rost van Tonningen. Het veldstuk werd bij gemis aan voerende bespanning onbruikbaar gemaakt en achtergelaten. De [[Bali (eiland)|Baliërs]] begonnen onmiddellijk op te dringen, maar werden door het vuur der [[Sectie (militaire eenheid)|sectie]] bergartillerie, die daartoe buiten de tempel in stelling kwam, in bedwang gehouden. In behoorlijke marsvorm werd nu de terugtocht begonnen, met één [[compagnie (bataljon)|compagnie]] [[infanterie]] en de sectie bergartillerie als achterhoede. Spoedig werden de stukken naar de voorhoede gezonden en ook hier bewezen zij door hun goed geleid en gericht vuur uitstekende diensten. Pasagangan en Pasinggahan werden door de voorhoede stormenderhand genomen en pas bij de [[Sasak (volk)|Sasakse]] [[Kampong (nederzettingstype)|kampong]] Batoe Ringgit staakten de Baliërs de vervolging. Boven die kampong woeien niets dan nationale vlaggen en werden de troepen door de Sasakse bevolking van rijst en drinkwater voorzien. Na een half uur rust werd doorgemarcheerd naar het strand bij Tandjong-Karang, waar men weldra verbinding kreeg met een uit Ampenan uitgerukte colonne. Tegen kwart over 12 kwamen de troepen uitgeput in het bivak te Ampenan aan. De colonne had op deze dag nog een verlies van 20 doden en gewonden geleden. Het bij deze terugtocht getoonde beleid leidde ertoe dat Rost van Tonningen bij [[Koninklijk Besluit]] van 9 april 1895 de [[Eresabel]] werd toegekend.
| | Marinus Bernardus Rost van Tonningen was lid van de familie [[Rost van Tonningen]] en het eerste kind van officier [[Nicolaas Albertus Rost van Tonningen]] (1819-1878), die zijn carrière beëindigde als gezaghebber van [[Sint Eustatius]]. Hij was getrouwd met jkvr. Meinouda Sara Johanna van den Bosch (1868-1946), lid van de familie [[Van den Bosch (geslacht)|Van den Bosch]]. |
| [[Bestand:Rost van Tonningen-2.jpg|thumb|left|300px|Marinus Bernardus Rost van Tonningen]] | |
| Kort daarna verkreeg hij verlof naar Europa terug te keren en in 1898 benoemde H.M. [[Wilhelmina der Nederlanden|de Koningin]] hem tot haar [[Adjudant (functie)|adjudant]] in buitengewone dienst. Hij ging in 1899 opnieuw naar Indië waar hij, na enige tijd werkzaam te zijn geweest op het hoofdbureau der artillerie, aangesteld werd als chef van het wapen. Rost van Tonningen werd in 1904 benoemd tot [[generaal-majoor]]; in deze rang was hij [[opperbevelhebber]] van de Bali-expeditie in 1906, die met gunstige uitslag bekroond werd. Aan deze veldtocht dankte hij zijn bevordering tot officier in de Militaire Willems-Orde. Enige Balische vorsten weigerden hun verplichtingen na te komen en op 27 mei 1901 werd een [[schoener]] uit [[Banjarmasin|Bandjermasin]], die bij Sanoer was gestrand, afgelopen en gesloopt. De vorsten weigerden schadeloosstelling waarop op 7 januari 1905 tot de [[Blokkade (militaire strategie)|blokkade]] van het landschap [[Straat Badoeng|Badoeng]] werd besloten. Dit hielp niet, integendeel, de vorst van Tabahan sloot zich aan bij het verzet; overvallingen van dorpen hadden plaats, de vorst van Bangli weigerde in februari 1906 de [[Resident (bestuurder)|resident]] te ontvangen en inziende als het niet met een blokkade te verhelpen viel dan maar een bestraffing moest worden uitgevoerd werd in april het legerbestuur uitgenodigd alles voor een expeditie naar Bali in gereedheid te brengen. Rost van Tonningen werd belast met het bevel over de troepenmacht, waarmee tegen de onwillige [[Radja (titel)|radja]]'s van Badoeng, Tabanan, en later Bangli en Kloengkoeng werd opgetreden. Deze telde 92 [[officier]]en, 2.312 man, 6 marinesnelvuurstukken van 3.7 cm. en 4 [[houwitser]]s van 12 cm.
| |
|
| |
|
| ===Bali-expeditie===
| | Het echtpaar had drie zonen, waarvan de jongste, [[Meinoud Rost van Tonningen]] (1894-1945), een bekend voorman van de [[Nationaal-Socialistische Beweging|NSB]] werd. De oudste zoon, [[Nico Rost van Tonningen]] (1889-1979), was vanaf 1948 tot zijn pensionering in 1962 als adjudant en [[Grootmeester (hofhouding)|grootmeester]] in dienst van [[Juliana der Nederlanden|koningin Juliana]]. |
| Op 10 september vertrokken deze drie bataljons infanterie, een [[Peloton (krijgsmacht)|peloton]] [[cavalerie]], een halve [[compagnie (bataljon)|compagnie]] [[Wapen der Genie (KNIL)|genie]] en twee [[Batterij (militair)|batterijen]] gewapenderhand naar Badoeng en Tabanan om inwilliging van de Nederlandse eisen af te dwingen en daarna, zo nodig, ook Bangli en Kloengkoeng tot rede te brengen. Op 12 september werd het ultimatum overhandigd, op 14 september volgde de landing en op 20 september werd de aanval op [[Denpasar]] uitgevoerd. Onder de Balinezen, werd een gigantisch bloedbad aangericht, er werd met kanonnen en geweren op korte afstand geschoten op nauwelijks bewapende vrouwen en kinderen. Op 26 september pleegde de vorst van Tabanan zelfmoord, op 9 oktober begon de opmars tegen Bangli en Kloengkoeng en op 30 oktober was de expeditie afgelopen en scheepten de troepen zich weer in. De dagorder, op 31 oktober door Rost van Tonningen uitgevaardigd meldde: ''De vijfde Balische expeditie is afgelopen en de toestanden op dit eiland zijn zodanig geregeld dat een geringe troepenmacht verder de rust en orde aldaar kan handhaven. Dit resultaat is verkregen ten koste van geringe offers aan onze kant en van betrekkelijk weinig offers aan de kant van onze vroegere tegenstanders.'' Deze "geringe" offers resulteerde in 3500 doden aan de Balinese kant. Bij Koninklijk Besluit van 9 maart 1908 volgde daarop zijn benoeming tot ridder in de Militaire Willems-Orde derde klasse wegens zijn leiding van de expeditie.
| |
|
| |
|
| In juni 1907 werd Rost van Tonningen benoemd tot luitenant-generaal, commandant van het Nederlands-Indische leger en was vervolgens twee jaar werkzaam in deze functie; hij werd in 1909 gepensioneerd. Hij was, in de rang van [[luitenant-kolonel]], benoemd tot [[Ridderorde (onderscheiding)|ridder]] in de [[Orde van de Nederlandse Leeuw]] en in het bezit van de Eresabel, het [[Ereteken voor Belangrijke Krijgsbedrijven]] met de gesp Atjeh 1873-1880 en het [[Lombokkruis]]. Rost van Tonningen was vele jaren lid en voorzitter van het Nationaal Fonds tot ondersteuning van Nagelaten Betrekkingen van Nederlands-Indische Militairen, voorzitter van het [[Joannes Benedictus van Heutsz|Generaal van Heutszfonds]], de vereniging voor kinderen van gesneuvelde militairen (met name in Nederlands-Indië) beneden de rang van officier en was gedurende 15 jaar lid en voorzitter van de Commissie voor de gewapende dienst der Nederlanden. Rost van Tonningen overleed op 7 januari 1927 en werd gecremeerd op [[Westerveld (begraafplaats)|Westerveld]].
| | Rost van Tonningen overleed in 1927 op 74-jarige leeftijd.<ref>M.B. Rost van Tonningen †, Nieuwe Rotterdamsche Courant, 9 januari 1927.</ref> Hij werd gecremeerd in het [[Westerveld (begraafplaats)|crematorium Velsen]]. |
|
| |
|
| ==Familie==
| |
| Rost van Tonningen was de eerste zoon van officier Nicolaas Albertus Rost van Tonningen, die zijn loopbaan beëindigde als gezaghebber van [[Sint Eustatius]] en van Anna Brouwer. Hij was getrouwd met [[Jonkheer|Jkvr]]. Meinouda Sara Johanna van den Bosch (1868-1946), een achterkleindochter van [[Lijst van gouverneurs-generaal van Nederlands-Indië|gouverneur-generaal van Nederlands-Indië]] [[Johannes graaf van den Bosch]]. Het echtpaar had drie zonen, van wie de jongste, [[Meinoud Rost van Tonningen|Meinoud]] (1894-1945), een bekend voorman van de [[Nationaal-Socialistische Beweging|NSB]] was en in de [[Tweede Wereldoorlog]] president werd van [[De Nederlandsche Bank]]. De oudste zoon, [[Nico Rost van Tonningen|Nico]] (1889-1979), was vanaf 1930 werkzaam bij de [[Marine (strijdmacht)|marine]], waar hij als laatste de [[militaire rang|rang]] van [[viceadmiraal]] bekleedde. Vanaf 1948 tot zijn pensionering in 1962 was hij werkzaam als hoog functionaris in dienst van koningin [[Juliana der Nederlanden|Juliana]], eerst als [[Adjudant (functie)|adjudant]] en uiteindelijk als [[Grootmeester (hofhouding)|grootmeester]]. De middelste zoon, Wim (1891-1970), was net als zijn jongste broer lid van de NSB. Vanwege dat lidmaatschap werd hij in 1938 ontslagen bij [[Royal Dutch Shell|Shell]], hoewel [[Henri Deterding]] in Duitsland de NSDAP financieel steunde. In de oorlog was Wim directeur van de koninklijke oliemaatschappij Astra Romana in [[Roemenië]] en verantwoordelijk voor een belangrijke bron van brandstof voor de [[Asmogendheden]] in Europa.
| |
|
| |
| {{StartOpvolging}}
| |
| {{OpvolgingCombi
| |
| | lijst = [[Lijst van commandanten van het KNIL|Commandant van het KNIL]] <br />1907 - 1909
| |
| | vorige = [[Johan Cornelis van der Wijck|J.C. van der Wijck]]
| |
| | volgende = [[Pieter Cornelis van der Willigen|P.C. van der Willigen]]
| |
| }}
| |
| {{EindOpvolging}}
| |
| {{Appendix|2= | | {{Appendix|2= |
| * 1927. ''M.B. Rost van Tonningen overleden'', [[Het Vaderland]]. (09-01-1927) | | *''[[Nederland's Patriciaat]]'' 80 (1997), p.314-316 (met portret). |
| * 1927. ''Generaal Rost van Tonningen overleden; Segli-Lombok-Bali.'' Het Vaderland. (10-01-1927)
| | <hr> |
| * 1927. ''Crematie generaal Rost van Tonningen.'' Het Vaderland. (12-01-1927)
| | {{references}} |
| * [http://www.atchin.nl/Atchin/Home.html Informatie over Atjeh-officieren]
| | {{Wikidata|q936928}} }} |
| * Helm, F.J.A.M. van der (2012) M.B. Rost van Tonningen (1852-1927: het familieleven van de Lombokgeneraal, 's-Gravenhage, Kirjaboek ISBN 978-94-6008-140-8
| | {{DEFAULTSORT:Rost van Tonningen, Marinus Bernhardus}} |
| }} | | [[Categorie:Nederlands militair]] |
| | |
| {{DEFAULTSORT:Rost, Marinus}} | |
| [[Categorie:Nederlands generaal]] | |
| [[Categorie:Officier in de Militaire Willems-Orde]]
| |
| [[Categorie:Eresabel]]
| |
| [[Categorie:Militair in het KNIL]]
| |
| [[Categorie:Persoon in de Atjeh-oorlog]]
| |
| [[Categorie:Ridder in de Militaire Willems-Orde]] | | [[Categorie:Ridder in de Militaire Willems-Orde]] |
Marinus Bernardus Rost van Tonningen, (Paramaribo, 24 oktober 1852 – Den Haag, 7 januari 1927) was een Nederlands militair, die als hoofdofficier van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) lange tijd in Nederlands-Indië verbleef.
Militaire loopbaan
Rost van Tonningen was officier in het OIL vanaf 1872. Hij werd in 1875 eerste luitenant en in 1882 kapitein. In 1888 nam hij onder generaal Van Teijn deel aan de Edi-expeditie. Als majoor nam hij in 1894 deel aan de Lombokexpeditie (zie de pacificatie van Lombok). Rost van Tonningen leidde als generaal-majoor in 1906 een strafexpeditie op Bali, waarbij de Balinese vorsten tot een collectieve zelfmoord besloten (poepoetan). Later werd hij commandant van het KNIL (1907-1909) in de rang van luitenant-generaal.
Vanaf 1898 tot zijn overlijden was Rost van Tonningen adjudant i.b.d. van koningin Wilhelmina. Hij was ridder in de Militaire Willems-Orde derde klasse en ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Privéleven
Marinus Bernardus Rost van Tonningen was lid van de familie Rost van Tonningen en het eerste kind van officier Nicolaas Albertus Rost van Tonningen (1819-1878), die zijn carrière beëindigde als gezaghebber van Sint Eustatius. Hij was getrouwd met jkvr. Meinouda Sara Johanna van den Bosch (1868-1946), lid van de familie Van den Bosch.
Het echtpaar had drie zonen, waarvan de jongste, Meinoud Rost van Tonningen (1894-1945), een bekend voorman van de NSB werd. De oudste zoon, Nico Rost van Tonningen (1889-1979), was vanaf 1948 tot zijn pensionering in 1962 als adjudant en grootmeester in dienst van koningin Juliana.
Rost van Tonningen overleed in 1927 op 74-jarige leeftijd.[1] Hij werd gecremeerd in het crematorium Velsen.
Bronnen, noten en/of referenties