Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Adriaan Hendrik Philipse: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Adriaan_Hendrik_Philipse&oldid=46438534)
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Adriaan_Hendrik_Philipse_(1901-1967)&oldid=67697444 -1- 2a02:a464:47e3:1:276:256:f5a3:7cec 19 jun 2024)
Regel 1: Regel 1:
{{ne|2=2016|3=03|4=22|Man met carrière in buitenlandse dienst; artikel vol blabla}}
'''Mr. Adriaan Hendrik Philipse''' (Den Haag, 21 juli 1901-Wassenaar, 18 juni 1967) was een Nederlandse diplomaat.
'''Adriaan Hendrik Philipse''' ([[Den Haag]], [[21 juli]] [[1901]] - [[Wassenaar (gemeente)|Wassenaar]], [[18 juni]] [[1967]]) was een Nederlandse diplomaat en behoorde tot het geslacht [[Philipse]].


==Genealogie==
'''In de diplomatieke dienst'''
Adriaan Philipse was de zoon van Johan Antoni Philipse (1876-1947) en Eugenie Hooglandt (1873-1948). Hij had twee jongere zusters. <br />
Johan Antoni Philipse was de oudere broer van Jacoba Ursula Philipse (1879-1971), die met Wolter baron Bentinck getrouwd was en op de [[Havezate Schoonheten]] woonde.


Adriaan Philipse was vernoemd naar zijn grootvader Adriaan Hendrik Philipse (1842-1913), die op [[Leeuwendaal|Huize Leeuwendaal]] in Rijswijk woonde en een zoon was van [[Johan Antoni Philipse]] (1800-1884) uit Middelburg, later advocaat-generaal aan het Hooggerechtshof in Den Haag, voorzitter van de Eerste Kamer en [[minister van Staat]], en Maria Clasina Groen van Prinsteren <ref>[http://www.earlyphotography.nl/wwwopac.exe?DATABASE=image&%250=20001157 Foto van JA Philipse en 4 kinderen]</ref>, de zuster van [[Guillaume Groen van Prinsterer]].
Na zijn schooljaren aan het Gymnasium Haganum en zijn studie in Leiden, met proefschrift over de Volkenbond, werd hij in 1929 als jongste attaché uitgezonden naar het gezantschap in Kopenhagen. In 1931 keerde hij met zijn gezin terug naar Den Haag. In 1933 vroeg en kreeg hij eervol ontslag bij Buitenlandse Zaken en werd hij referendaris bij Economische Zaken/Handel, Nijverheid en Scheepvaart. Hij nam in de jaren voor de oorlog deel aan verschillende internationale handelsmissies onder leiding van H. Hirschfeld, A. Lamping en G. Hart.


Hij trouwde op 22 augustus 1929 met Jkvr. Willemine Phoenicia (Wilma) Smissaert. Ze kregen vier zonen, een dochter en tien kleinkinderen.
'''In de Tweede Wereldoorlog'''


==Carrière==
Philipse bevond zich in mei 1940 in Parijs als lid van een handelsmissie o.l.v. Lamping. Na de capitulatie van het Nederlandse leger werden de leden van de handelsmissie door de ministers E. van Kleffens en Ch. Welter gevraagd zich in Londen bij de Nederlandse regering in ballingschap te vervoegen. Te Londen ontwikkelde hij op het departement Handel, Nijverheid en Scheepvaart een ravitailleringsplan voor de herbevoorrading van naoorlogs Nederland, dat hij in juli 1940 samen met G. Hart uitwerkte (zoals beschreven in diens oorlogsdagboek), en aan minister M. Steenberghe voorlegde. Vanaf 1942 zou Philipse als lid van de Missie Steenberghe hieraan meewerken in Washington.
Philipse studeerde rechten en ging bij de buitenlandse dienst. Zijn eerste post was [[Kopenhagen]], waar hij en zijn echtgenote in contact kwamen met de [[antroposofie]]. Hier werd in 1930 hun oudste zoon geboren, Johan Antoni. Toen de oorlog uitbrak, woonde hij met zijn vrouw en vijf kinderen in de Wassenaarseweg 12 in Den Haag, waar later de [[Pullman|Pullman Club]] was gevestigd.  


Hij was tijdens de [[meidagen van 1940]] toevallig een paar dagen op zakenreis in Parijs met [[Samuel John van Tuyll van Serooskerken (1905-1994)|John van Tuyll]] van Economische Zaken. Ze gingen meteen via [[Duinkerke]] met een Engels schip naar Engeland. Zijn echtgenote dacht niet dat de oorlog snel voorbij zou zijn en verkocht het huis in Den Haag. Ze ging in [[Voorthuizen]] wonen, waar ze groenten kon verbouwen en bijen kon houden. Ze nam ook een leraar met zijn gezin mee zodat haar kinderen les konden krijgen. Door ziekte overleed hun enige dochter in 1943.
'''Ambassadeur'''


Na de oorlog werd Philipse naar Washington gezonden om zich in te zetten voor het [[Marshallplan]]. Zijn vrouw en vier zonen werden naar de Verenigde Staten overgebracht en bleven daar acht jaar wonen. Daarna werkte hij op de ambassade in Luxemburg en was hij [[ambassadeur]] in Libanon (incl. Jordanië) en Egypte.
Philipse werkte na de Tweede Wereldoorlog als handelsraad van de Nederlandse ambassade in Washington verder aan de herbevoorrading en wederopbouw van Nederland. Terug in Nederland werd hij benoemd tot chef directie Buitenlandse Dienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij bekleedde daarna drie ambassadeursposten: Luxemburg (1956-1960), Beiroet (1960-1964) en Caïro (1964-1966). In 1950 werd hij benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.


Voordat ze naar Egypte gingen, hadden ze een huis in Wassenaar gekocht, waar in 1966 hun kleinzoon Adriaan Hendrik werd geboren. Na zijn pensionering woonden ze daar. Hij overleed al in 1967. Hun tweede zoon, Hein Philipse, werd ook diplomaat.
'''Zijn familie'''


{{Appendix|2=
Adriaan Hendrik Philipse stamde uit een familie van Zeeuwse juristen. Zijn vader, mr. Johan Antoni Philipse (1867-1947), was oud-bankdirecteur en kantonrechter, zijn moeder Eugenie Hooglandt (1873-1947) stamde via haar moeder af van de succesvolle handelsfamilie Bunge.
* Nederlands Patriciaat, 1984, pag 239
{{References}}
{{Wikidata|Q15616464}} }}


{{DEFAULTSORT:Philipse, Adriaan}}
In 1929 trouwde hij met jkvr. Willemine Phoenicia Smissaert (1903-1986), dochter van jhr. mr. Henri Smissaert, directeur van de Algemeene Maatschappij van Levensverzekering en Lijfrente, directeur van de Eerste Nederlandsche Verzekerings Maatschappij, en van jkvr. Pauline Boogaert. Zij was een nicht van kunstschilder Frans Smissaert. Zij kregen vijf kinderen.
[[Categorie:Nederlands diplomaat]]
 
'''''Bronnen'''''
 
<nowiki>*</nowiki> Nederland's Patriciaat, jaargang 68, 1984, blz. 237-239.
 
<nowiki>*</nowiki> Adriaan Philipse, dagboekaantekeningen'','' mei 1940–feb. 1942; Nationaal Archief 2.21.446 nr. 83.
 
<nowiki>*</nowiki> G.H.C. Hart, dagboek Londen mei 1940–mei 1941, ed. Albert Kersten, Martinus Nijhoff, 1967 (dbnl/Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie).

Versie van 4 jul 2024 04:09

Mr. Adriaan Hendrik Philipse (Den Haag, 21 juli 1901-Wassenaar, 18 juni 1967) was een Nederlandse diplomaat.

In de diplomatieke dienst

Na zijn schooljaren aan het Gymnasium Haganum en zijn studie in Leiden, met proefschrift over de Volkenbond, werd hij in 1929 als jongste attaché uitgezonden naar het gezantschap in Kopenhagen. In 1931 keerde hij met zijn gezin terug naar Den Haag. In 1933 vroeg en kreeg hij eervol ontslag bij Buitenlandse Zaken en werd hij referendaris bij Economische Zaken/Handel, Nijverheid en Scheepvaart. Hij nam in de jaren voor de oorlog deel aan verschillende internationale handelsmissies onder leiding van H. Hirschfeld, A. Lamping en G. Hart.

In de Tweede Wereldoorlog

Philipse bevond zich in mei 1940 in Parijs als lid van een handelsmissie o.l.v. Lamping. Na de capitulatie van het Nederlandse leger werden de leden van de handelsmissie door de ministers E. van Kleffens en Ch. Welter gevraagd zich in Londen bij de Nederlandse regering in ballingschap te vervoegen. Te Londen ontwikkelde hij op het departement Handel, Nijverheid en Scheepvaart een ravitailleringsplan voor de herbevoorrading van naoorlogs Nederland, dat hij in juli 1940 samen met G. Hart uitwerkte (zoals beschreven in diens oorlogsdagboek), en aan minister M. Steenberghe voorlegde. Vanaf 1942 zou Philipse als lid van de Missie Steenberghe hieraan meewerken in Washington.

Ambassadeur

Philipse werkte na de Tweede Wereldoorlog als handelsraad van de Nederlandse ambassade in Washington verder aan de herbevoorrading en wederopbouw van Nederland. Terug in Nederland werd hij benoemd tot chef directie Buitenlandse Dienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij bekleedde daarna drie ambassadeursposten: Luxemburg (1956-1960), Beiroet (1960-1964) en Caïro (1964-1966). In 1950 werd hij benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Zijn familie

Adriaan Hendrik Philipse stamde uit een familie van Zeeuwse juristen. Zijn vader, mr. Johan Antoni Philipse (1867-1947), was oud-bankdirecteur en kantonrechter, zijn moeder Eugenie Hooglandt (1873-1947) stamde via haar moeder af van de succesvolle handelsfamilie Bunge.

In 1929 trouwde hij met jkvr. Willemine Phoenicia Smissaert (1903-1986), dochter van jhr. mr. Henri Smissaert, directeur van de Algemeene Maatschappij van Levensverzekering en Lijfrente, directeur van de Eerste Nederlandsche Verzekerings Maatschappij, en van jkvr. Pauline Boogaert. Zij was een nicht van kunstschilder Frans Smissaert. Zij kregen vijf kinderen.

Bronnen

* Nederland's Patriciaat, jaargang 68, 1984, blz. 237-239.

* Adriaan Philipse, dagboekaantekeningen, mei 1940–feb. 1942; Nationaal Archief 2.21.446 nr. 83.

* G.H.C. Hart, dagboek Londen mei 1940–mei 1941, ed. Albert Kersten, Martinus Nijhoff, 1967 (dbnl/Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie).