Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Latijnse klassen

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 24 okt 2024 om 23:43 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Latijnse_klassen&oldid=19292499 12 dec 2009 behouden bij verwijdersessie 07-08-09 (JulliusCaesar0369 24 jul 2009) ChristopheS)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Met Latijnse klassen wordt een indeling van Latijnse substantieven (zelfstandige naamwoorden) en adjectieven (bijvoeglijke naamwoorden) bedoeld, die vooral bij het aanleren van Latijn op de middelbare school wordt gebruikt. Deze wijkt af van de onderverdeling in declinaties (zie: Algemene Latijnse vervoegingen en verbuigingen).

  • Mini legenda:
    • a = korte a
    • ã = lange aa
    • sub. = substantief(zelfstandig naamwood)
    • adj. = adjectief(bijvoeglijk naamwoord)
    • m. = mannelijk
    • v. = vrouwelijk
    • o. = onzijdig

Naamvallen

Het Latijn kent zes naamvallen. De naamvallen geven meer informatie over het woord of vervangen voegwoorden in het Nederlands zoals van, voor, door, aan, voor en andere.

NOMinativus
Naamval voor onderwerp en de predicaatsnomen.
VOCativus
Naamval voor de aangesproken persoon. Tu quoque fili mi, et tu, Brute.
ACCusativus
Naamval voor het lijdend voorwerp EN vaste naamval voor woorden na bepaalde voorzetsels (het onderwerp ziet/hoort/vindt lijdend voorwerp / ad, inter, post)
GENitivus
Naamval voor de van-bepaling of bezittelijke bepaling EN vaste naamval voor woorden na bepaalde voorzetsels (voorbeeld: regis = van de koning, avi = van grootvader)
ABLativus
Naamval voor bijwoordelijke bepaling, vertaal met door of met EN vaste naamval voor woorden na bepaalde voorzetsels (Met een grote smak valt hij / in, sub…)(middel, wijze, tijd, oorzaak)
DATivus
Naamval voor: meewerkend voorwerp (aan), voor- /nadeel (voor), voorwerpsdatief (parcere pecuniae - geld sparen) en naamval voor naamwoorden bij bepaalde adjectieven (canis iratus tibi - de hond die boos op je is)

De substantieven

In het Latijn zijn alle substantieven onderverdeeld in declinaties, naargelang hun verbuiging. Zoals de inleiding zegt kan men de substantieven ook onderverdelen in klassen, woordgroepen dus.

Net zoals het Frans en het Nederlands kent het Latijn geslachten. Deze zijn mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. (Het Frans onderscheidt enkel mannelijk en vrouwlijk. Het Nederlands heeft in principe drie geslachten).

Eerste klasse van de substantieven

Elke klasse heeft haar paradigma's. Diet zijn de voorbeeldwoorden van de klasse en geslacht waaraan je kan zien hoe gelijkaardige woorden verbogen worden.

Substantieven
klasse I
ENKELVOUD MEERVOUD
mannelijk vrouwelijk onzijdig mannelijk vrouwelijk onzijdig
Nominativus Av-us
(grootvader)
Ros-a
(roos)
Don-um
(geschenk)
Av-i
(grootvaders)
Ros-ae
(rozen)
Don-a
(geschenken)
Vocativus Av-e Ros-a Don-um Av-i Ros-ae Don-a
Accusativus Av-um Ros-am Don-um Av-os Ros-as Don-a
Genitivus Av-i
(van grootvader}
Ros-ae Don-i Av-orum Ros-arum Don-orum
Ablativus Av-o
(door grootvader)
Ros-ã Don-o Av-is Ros-is Don-is
Dativus Av-o
(voor grootvader)
Ros-ae Don-o Av-is Ros-is Don-is

In de tweede klasse van de substantieven worden mannelijke en vrouwelijke substantieven op dezelfde manier verbogen.

Tweede klasse van de substantieven

Substantieven
klasse II
ENKELVOUD MEERVOUD
m. + v. o. m. + v. o.
NOM Dux
(leider)
Corpus
(lichaam)
Duc-es Corpor-a
VOC Dux Corpus Duc-es Corpor-a
ACC Duc-em Corpus Duc-es Corpor-a
GEN Duc-is Corpor-is Duc-um Corpor-um
ABL Duc-e Corpor-e Duc-ibus Corpor-ibus
DAT Duc-i Corpor-i Duc-ibus Corpor-ibus

Derde klasse van de substantieven

Substantieven
klasse III
ENKELVOUD MEERVOUD
m. v. m. v.
NOM Fructu-s
(vrucht)
Die-s
(dag)
Fructu-s Die-s
VOC Fructu-s Die-s Fructu-s Die-s
ACC Fructu-m Die-m Fructu-s Die-s
GEN Fructu-s Die-i Fructu-um Die-rum
ABL Fructu Die Fruct-ibus Die-bus
DAT Fructu-i Die-i Fruct-ibus Die-bus

Er bestaat in de derde klasse maar één onzijdig woord, cornu (hoorn, legerflank).

Ook is er een onregelmatige verbuiging van domus (huis), deze gaat gedeeltelijk volgens de eerste klasse.

Substantieven
klasse III bis
ENKELVOUD MEERVOUD
v./o. v./o.
NOM Domu-s(huis)/
Cornu(hoorn, legerflank)
Domu-s/Cornu-a
VOC Domu-s / Cornu Domu-s/Cornu-a
ACC Domu-m / Cornu Dom-os/Cornu-a
GEN Domu-s / Cornu-s Dom-orum/Cornu-um
ABL Domu-i / Cornu Dom-ibus/Corn-ibus
DAT Dom-o / Corn-i Dom-ibus/Corn-ibus

Opmerkingen bij substantieven

  • Somige naamwoorden (adj. + sub.) van de Ie adj./sub. eindigen in de NOM, M, ENK op -er of -r. In de stam kan dan de -e- wegvallen (ager = agri, puer = pueri).
  • Bij de VOC m. enk worden sommige sub. die eindigen op –ius of –eus vervangen door –i (deum, socium, liberum en virum niet).
  • Deus heeft een onregelmatige NOM meervoud di. Dit is niet zo bij dea.
  • Sommige woorden worden als vrouwelijke Ie sub. verbogen maar zijn mannelijk (agricola en namen van rivieren).
  • Vroeger was de GEN v. enk. –as, zoals in pater familias.
  • In Latijnse poëzie is de uitgang van de ABL en DAT mv. van filia en dea soms –ãbus, om verwarring met filius en filia te voorkomen.
  • Sommige woorden worden als mannelijke Ie sub. verbogen maar zijn onzijdig/vrouwelijk (bomen, (ei)landen, steden enz).
    • Aegyptus, Populus (populier), Corinthus (Korinthe), humus (grond). Onzijdig is vulgus (gepeupel).
  • De meeste IIe sub. op –us en –men zijn meestal onzijdig, -o, -s en –x vrouwelijk, -er, -or en -os mannelijk.
  • Sommige woorden worden als mannelijke IIIe sub. verbogen maar zijn vrouwelijk/onzijdig (v: manus (hand), o: enige woord: cornu). Ook domus is vrouwelijk en wordt deels als fructus verbogen en deels als avus.
  • Soms wordt van de locativus gesproken, dit is een onderdeel van de ABL en volledig zoals ABL verbogen (LOC = plaats).
  • Dies is het paradigma voor de vrouwelijke IIIe sub., maar zelf kan het ook mannelijk zijn als de dag onbekend is. Als een bepaalde dag word bedoeld is ze vrouwelijk (daarom is het dies ill-a).
  • De uitzonderingen van de laatste opmerking bij de adjectieven is soms van toepassing op de substantieven.

Adjectieven

Eén vorm

Bijwoord
Vorm voor het bijwoord, als het adj. terugvalt op het werkwoord.(goede opa = avus bonus, opa ziet goed = avus bene videt)

Eerste klasse van de adjectieven

Adjectieven
klasse I
ENKELVOUD MEERVOUD
mannelijk vrouwelijk onzijdig mannelijk vrouwelijk onzijdig
NOM Bon-us
(goed(e))
Bon-a Bon-um Bon-i Bon-ae Bon-a
VOC Bon-e Bon-a Bon-um Bon-i Bon-ae Bon-a
ACC Bon-um Bon –am Bon-um Bon-os Bon-as Bon-a
GEN Bon-i Bon-ae Bon-i Bon-orum Bon-arum Bon-orum
ABL Bon-o Bon-ã Bon-o Bon-is Bon-is Bon-is
DAT Bon-o Bon-ae Bon-o Bon-is Bon-is Bon-is
BIJW Ben-e (onr.)

Tweede klasse van de adjectieven

Adjectieven
klasse II
ENKELVOUD MEERVOUD
m.+v. o. m.+v. o.
NOM Felix
(gelukkig(e)) / Fortis
(sterk(e))
Felix/Forte Felic-es/Fort-es Felic-ia/Fort-ia
VOC Felix/Fortis Felix/Forte Felic-es/Fort-es Felic-ia/Fort-ia
ACC Felic-em/Fort-em Felix/Forte Felic-es/Fort-es Felic-ia/Fort-ia
GEN Felic-is/Fort-is Felic-is/Fort-is Felic-ium/Fort-ium Felic-ium/Fort-ium
ABL Felic-i/Fort-i Felic-i/Fort-i Felic-ibus/Fort-ibus Felic-ibus/Fort-ibus
DAT Felic-i/Fort-i Felic-i/Fort-i Felic-ibus/Fort-ibus Felic-ibus/Fort-ibus
BIJW Normaal: -iter/eindigend op -ax: -ter/eindigend op -ns: -er
Adjectieven
klasse II bis
ENKELVOUD MEERVOUD
m. v. o. m. v. o.
NOM Acer Acris
(scherp(e), fel(le))
Acre Acr-es Acr-es Acr-ia
VOC Acer Acris Acre Acr-es Acr-es Acr-ia
ACC Acr-em Acr-em Acre Acr-es Acr-es Acr-ia
GEN Acr-is Acr-is Acr-is Acr-ium Acr-ium Acr-ium
ABL Acr-i Acr-i Acr-i Acr-ibus Acr-ibus Acr-ibus
DAT Acr-is Acr-is Acr-is Acr-ibus Acr-ibus Acr-ibus
BIJW Normaal: -iter/eindigend op -ax: -ter/eindigend op -ns: -er

Bij de adjectieven bestaat er geen derde klasse of woordgroep.

Opmerkingen

  • Bij sommige Ie adj. BIJW zijn er uitzonderingen (bone → bene) en zijn er woorden die enkel in het bijwoord bestaan (cito-???).
  • Bij sommige IIe adj. BIJW zijn er uitzonderingen (trist → triste / facil → facile).
  • Anders dan bij de IIe sub., bv. de NOM enk. zijn er bij de IIe adj. geen oneindig vele mogelijkheden. Men kan kiezen tussen 3 mogelijkheden: Felix, fortis of acer.
    • acer lijkt in veel gevallen niet op felix, deze krijgt een andere tabel.
  • Bij de naamwoorden (adj. + sub.) van de IIe adj./sub. zijn er maar 3 uitgangen verschillend tussen sub. en adj.:
    de NOM/ACC/VOC O. MV. word de –a een –ia
    de ABL ENK. word de –e een –i
    de GEN MV. word de –um een –ium
    • Maar er zijn afwijkingen:
    I 3 adj. die worden verbogen als sub.: dives, pauper, vetus.
    II sub. die worden verbogen als adj.: onzijdig enkel meervoud en onzijdig met –e, -al of –ar.(bv. moen-ia) (* deze hebben meestal een ACC mv. op –is in plaats van -es.)
    III sub. met enkel GEN MV. op –ium: - gelijklettergrepige sub.(NOM en GEN hebben evenveel lettergrepen)(bv. avis)
    sub. met minstens 2 medeklinkers voor de uitgang. (bv. coll-is)

(* deze hebben meestal een ACC mv. op –is in plaats van -es.)

  • IV “de kleine familie” is wel normaal: pater, mater, parentes, frater, iuvenis, senex, canis, sedes.

Sjabloon:Latijnse grammatica