As I Lay Dying

Cover van de eerste uitgave, 1930

Als I Lay Dying (Toen ik op sterven lag) is een in 1930 gepubliceerde roman van de Amerikaanse schrijver William Faulkner.

Hij schreef het boek in zes weken, terwijl hij werkte op een elektriciteitscentrale, Faulkner zelf beschreef het als een "tour de force." Deze vijfde roman van Faulkner wordt algemeen gerekend tot de beste romans van de 20e-eeuwse literatuur. De titel is afgeleid van Boek XI van Homerus' Odyssee, waarin Agamemnon tot Odysseus spreekt: "Toen ik lag te sterven, wilde de vrouw met de ogen van de hond mijn ogen niet sluiten toen ik afdaalde in het dodenrijk."

De roman is bekend om zijn stream of consciousness-schrijftechniek, de meerdere vertellers en de hoofdstukken van sterk verschillende lengte. Zo bestaat het kortste hoofdstuk in het boek uit slechts vijf woorden: "My mother is a fish" (Mijn moeder is een vis.)

Samenvatting

De familie Bundren woont in de omgeving van Yoknapatawpha, Mississippi. De moeder, Addie, staat op het punt te sterven en laat haar man, Anse, beloven haar bij zijn familie te begraven op de Jefferson-begraafplaats, ruim 65 kilometer van de Bundren-boerderij. Zodra Addie sterft, begint het gezin aan een reis door het hele land naar de betreffende begraafplaats. Onderweg weigert Anse meer dan eens een aalmoes, waardoor hij meerdere keren zijn familie veroordeelt om buiten te slapen en geen maaltijden te krijgen.

Cash, de oudste zoon breekt zijn been tijdens de reis, en hoewel hij de zelfgemaakte spalk accepteert die voor hem is gemaakt door zijn familie en dokter Peabody (terugkerend personage in de romans van Faulkner), ontkent hij dat hij eronder lijdt, net zoals zijn vader zou doen. Van Darl, de tweede zoon kan de lezer de geleidelijke achteruitgang van zijn mentale toestand observeren: hij steekt met name een boerderij in brand waar de groep Addies kist had opgeslagen. Jewel, de derde zoon, aarzelt om de groep in de steek te laten, vooral nadat Anse zijn geliefde paard heeft verkocht. Later wordt door dominee Whitfield onthuld dat Jewel eigenlijk zijn verborgen zoon is, wat alleen hij lijkt te weten. Het vierde kind is een zeventienjarig meisje, Dewey Dell, dat, zwanger van een boer genaamd Lafe, vooral naar Jefferson wil gaan voor een abortus. Het laatste lid van de familie is de jongste, Vardaman. Addie noemt hem het kind dat ze van haar man heeft gestolen (via Jewel). Omdat hij nog zo jonis, hij begrijpt de problemen van deze odyssee niet volledig.

In Jefferson wordt Darl gearresteerd voor de brand op de boerderij en naar een psychiatrisch ziekenhuis gebracht. Dewey Dell wordt bedrogen door de apotheker, die haar abortuspillen (eigenlijk talkpoeder) geeft in ruil voor seks in de achterkamer. Het arme meisje heeft ook de enkele dollars die ze bezat laten stelen door Anse, die een kunstgebit koopt en trouwt met een vrouw uit Jefferson, dezelfde die ermee had ingestemd hen schoppen te lenen om Addie te begraven.