Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Spijbelen

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Een waarschuwingbord, om spijbelaars te melden
(wanneer gesignaleerd), middels het vermeldde telefoonnummer, in Savannah, VS.

Spijbelen, of in ambtelijke taal: schoolverzuim, is het opzettelijk wegblijven van school door een kind, zodat het zich aan de leerplicht onttrekt. Soms wordt de uitdrukking ook gebruikt voor het wegblijven van werk of een andere verplichting, dan wordt het verzuim genoemd. Een neologisme (2008) is het luxespijbelen: ouders houden hun kinderen van school om buiten het hoogseizoen goedkoper op (vlieg-)vakantie te kunnen gaan. Iemand die spijbelt wordt een spijbelaar of haagloper genoemd.

In Nederland

Onderzoek in Nederland toont aan dat 50% van de leerlingen wel eens gespijbeld heeft. Hiervan is echter 50% incidenteel, zoals het niet terugkomen na een tussenuur.

Waarom wordt er gespijbeld?

Er zijn verschillende redenen waarom een scholier spijbelt. Een leerling kan school saai vinden, misschien omdat hij hoogbegaafd is en hij geen uitdaging heeft, dit kan een school verhelpen door zo'n leerling te testen en indien nodig meer of moeilijker werk te laten doen. De leerling kan school ook nutteloos vinden, waardoor hij sneller lessen overslaat. Of misschien stelt de school te hoge eisen aan de leerling en wil hij zijn falen dan wijten aan "afwezigheid" i.p.v. aan "onkunde". Ook kan het een les betreffen waarin de leerling een conflict heeft met een docent, of het vak niet leuk vindt. Faalangst kan ook vaak een reden zijn: "ik kan het niet dus ik ga niet".

Het is ook goed mogelijk dat een leerling in het algemeen een hekel aan school heeft, of gepest wordt. Natuurlijk is een veel voorkomende reden gewoon geen zin in school hebben en iets leukers willen doen. Als een leerling na een tussenuur moet terugkomen voor de laatste les wordt vaak gespijbeld, evenals op vrijdag en in de zomer. Vakantieverzuim komt veel voor: het kind wordt ziekgemeld op de vrijdag voor vakantie, zodat het gezin die dag kan gebruiken om te reizen en de "Zwarte Zaterdag" ontloopt. Ook worden kinderen hele weken thuis gehouden om een vakantie mogelijk te maken. Het is voordelig om buiten de schoolvakanties op wintersport te gaan en de eventuele boete van 50 euro weegt daar wel tegen op. Ook gaan ouders wel eens vroeg op vakantie naar het buitenland of komen laat terug. De scholen geven deze zaken niet altijd door aan de leerplichtambtenaar.

Een andere vorm van spijbelen is de schoolactiviteiten zelf. Men kan bijvoorbeeld een gespijbeld lesuur gebruiken om een proefwerk voor het uur daarna extra goed te leren. Men spijbelt soms ook om een proefwerk juist te missen. In dit geval zal het spijbelen als een ziekmelding gecamoufleerd worden. De leerling moet het dan overdoen, maar wint tijd.

Een situatie thuis kan ook een reden zijn om te spijbelen. Het kan alle aandacht van de leerling opeisen. Daarnaast kan het een manier zijn om de aandacht van de ouders te trekken. Ook komt het soms nog wel eens voor dat de ouders de kinderen om welke reden dan ook zelf thuishouden.

Bestrijding van spijbelen

Spijbelen is uiteraard ongewenst. De wettelijke leerplicht wordt ontdoken, het kind mist een stuk opvoeding en ontwikkeling en zal mogelijk uiteindelijk de school zonder diploma verlaten. Daarnaast dient spijbelen streng bestreden te worden wegens de sterke groepsmentaliteit van pubers onderling. Wanneer één leerling spijbelt, en er ongestraft mee wegkomt, zullen meer leerlingen gaan spijbelen.

De school zal de eerste zijn die spijbelen signaleert, en ook als eerste actie ondernemen. De lichte gevallen kunnen worden opgelost met straf. Nablijven, strafwerk en schorsing zijn de middelen in het arsenaal van de school. Daarnaast zullen altijd de ouders moeten worden verwittigd. De ouders kunnen ook veel doen. Ze kunnen het kind op het gedrag aanspreken, en leggen meestal meer gewicht in de schaal dan de docenten. Ook kunnen wellicht verborgen redenen naar voren komen (zoals pesten, of een niet verwerkte nare echtscheiding).

Ten slotte is de school verplicht een leerplichtambtenaar te verwittigen. Deze kan, indien hij besluit actie te ondernemen, het gesprek aangaan met de ouders en leerling, om voor omstandigheden te zorgen waarin het kind wel weer naar school kan. Ook kan deze ambtenaar uiteindelijk een boete opleggen, zowel aan de ouders als aan het kind zelf als hij ouder is dan 12. Veel ambtenaren in grote steden concentreren zich echter op vakantieverzuim, wat zowel van ouders als van schooldirecteuren kritiek oplevert.

In Vlaanderen

Situering

De spijbelproblematiek is in Vlaanderen eerder beperkt, behalve in enkele grote steden waar, met name bij de allochtone bevolking het spijbelen meer voorkomt. Een onderwijsstudie van 1999 rekende in het secundair onderwijs op een 7 à 9% spijbelaars. Daarvan is er een kleine groep hardnekkige of "problematische" spijbelaar (2006-2007: 4.142 leerplichtige jongeren, of minder dan één procent). Het spijbelen komt meer voor in het secundair beroepsonderwijs (BSO) en in het DBSO. Ook de situatie in Brussel is niet helemaal duidelijk omdat sommige jongeren pendelen tussen Franstalig en Nederlandstalig onderwijs (elk met hun eigen ministerie en reglementering), en zo door de mazen van het controle-net glippen.
De overheid maakt een prioriteit van het terugdringen van spijbelen omdat onderzoek heeft aangetoond dat volwassenen die een extra kost opleveren voor de maatschappij, dikwijls een voorgeschiedenis van schoolverzuim hebben. Het gaat dan bijvoorbeeld om mensen die

  • moeilijk werk vinden,
  • of hun werk niet kunnen behouden wegens te laatkomen, of werkverzuim.
  • Ook mensen die te vaak beroep doen op ziekteverzuim, of
  • werkloosheid afwisselen met ziektemelding.
  • Ook in de psychiatrie en bij
  • mensen die in aanraking komen met het gerecht vindt men significant meer voormalige spijbelaars.

Ook al is het spijbelen niet altijd de oorzaak van de moeilijkheden, het is dan wellicht wel een signaal, zodat er in een vroeger stadium hulp kan geboden worden.

Aanpak

Vanaf 2001 voorziet de wetgever dat wettiging van afwezigheid door een ziekte-attest niet meer nodig is, als er eigenlijk geen sprake is van ziekte. Men hoopt hiermede het gecamoufleerde spijbelen door ziektemelding terug te dringen. De school krijgt zelf de bevoegdheid om deze afwezigheden (wegens moeilijke omstandigheden thuis, spanningen in de klas, gebrek aan kordaatheid bij de ouders, onaangepaste richting-keuze, ... ) te wettigen, mits ze aantoont ook inspanningen te leveren om aan de werkelijke oorzaak van de afwezigheid iets te doen. Scholen werken daarvoor samen met het CLB. Daardoor is het aantal ziekte-attesten sterk teruggelopen (besparing voor de ziekteverzekering), en kunnen leerlingen en hun ouders op steun rekenen om hun kinderen naar school te (blijven) sturen.
Daarnaast dringt het onderwijsdepartement bij de scholen aan op een aantal preventieve maatregelen, zoals:

  • School mag zelf een beperkt aantal dagen vrij geven (waarop men verwacht dat er toch veel leerlingen niet zullen opdagen, bijvoorbeeld bij plaatselijke festiviteiten)
  • Strikt toezicht en registratie van telaatkomen en afwezigheid; ouders worden in de regel nog dezelfde dag verwittigd als hun kind niet op school opdaagt.
    Deze registratie laat ook toe "patronen" te erkennen in het spijbelen (altijd bij dezelfde leerkracht, altijd op dezelfde dag, altijd tijdens een bepaalde niet-schoolse activiteit, ... )
  • Geen onderbroken lesroosters; leerlingen blijven aan één stuk van ca 8.30 tot ca 16 u op school, en hebben elk lesuur een activiteit. Zo weinig mogelijke "lege" momenten, ook tijdens en na een examenperiode.

Externe links