Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Leander Ghyselinck

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Leander Bertrand Ghyselinck (ca 1902 - na 1976) was een communistisch lid van het Belgisch verzet in de Tweede Wereldoorlog. Hij was verantwoordelijk voor een bloedbad in Tongeren waarbij 5 vermeende collaborateurs zonder proces werden geëxecuteerd.[1][2][3][4]


Levensloop

Ghyselinck was de oudste is een kroostrijk gezin. Hij volgde enkel lagere school. In zijn tienerjaren was hij twee jaar lichtmatroos. In een interview uit 1976 met onderzoeker Rudi Van Doorslaer verklaarde Ghyselinck dat hij zich in 1926 aansloot bij het Franse Vreemdelingenlegioen waar hij infanterist werd in Noord-Frankrijk. Hij werd er getraind met de mitrailleur. In 1933 zou hij het het vreemdelingenlegioen verlaten hebben. Later onderzoek door Van Doorslaer toont aan dat er nooit een 'Leander Ghyselinck' aangesloten was bij het vreemdelingenlegioen; maar het legioen liet het gebruik van een valse naam toe zodat toch niet kan worden uitgesloten dat Ghyselinck effectief de waarheid sprak. Dat Ghyselinck tijdens de Tweede Wereldoorlog commandant werd van de partizanen lijkt er op te wijzen dat hij toch minstens een minimum aan militaire opleiding heeft gehad.

Ghyselinck sloot zich in 1936 in Deinze aan bij de Kommunistische Partij van België (KPB). Hij werkte op dat ogenblik als steenkapper in een groeve in Wallonië. Door zijn lidmaatschap van de KPB werd hij door de lokale politie in het oog gehouden

In 1938 kwam hij op bij de gemeenteraadsverkiezingen. De partij haalde een schamele 84 stemmen.

Tweede Wereldoorlog

Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog werkte Ghyselinck als steenkapper in Brussel. Hij reisde bin-j het uitbreken van de oorlog terug naar Deinze en werd daar opgewacht door de Rijkswacht, die in de begindagen van de oorlog alle mogelijke staatsgevaarlijke figuren arresteerde, zowel communisten als VNV-leden en leden van Verdinaso. Ook Ghyselicnk's broer René werd gearresteerd. De communisten werden overgebracht naar de Nieuwe Wandeling in Gent waar hij zich onder meer in het gezelschap bevond van senator Ferdinand Minnaert, Gerard Van Moerkerke en Kamiel Van Acker. De gevangen werden via Doornik en Moeskroen, zowel te voet als met de trein naar Frankrijk gevoerd. De gevangenen werden brutaal behandeld door de Belgische soldaten. In de buurt van Boulogne werd de colonne omsingeld door de Duitsers waarop de Belgische bewakers het hazenpad kozen. De gevangenen werden vrijgelaten en konden te voet Gent terug bereiken, waar ze pas in juni aankwamen.

Ghyselinck weigerde tijdens de oorlog in Duitsland te gaan werken en wist na enige tijd werkloos te zijn geweest een job te vinden bij het gemeentebestuur. Later werd hij steenkapper bij een bedrijf dat een sluis in Deinze moest herstellen, zodat hij dicht bij huis kon blijven werken en zijn contacten met de andere lokale communisten onderhouden.

Bij de start van Operatie Barbarossa (de start van de oorlog van Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie) voelde de communist Ghyselinck de bui hangen en hij dook onder, niet onterecht omdat de Duitsers na deze inval veel Belgische communisten beginnen te arresteren uit angst dat ze samenwerken met de Sovjets. Ghyselinck reisde in 1941 van hier naar ginder en had moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. In die periode begon zijn eerste verzetsactiviteit: het verspreiden van sluikblad De Roode Vaan. Op uitnodiging van Kamiel Van Acker zou hij uiteindelijk naar Brussel trekken. Hier kwam hij in contact met verzetsleider Robert Dubois, die hem een revolver toestopte en hem opdracht gaf terug naar Deinze te keren. Hij moest wel alle contacten met de andere lokale communisten verbreken en bleef enige tijd op de achtergrond tot hij werd gesommeerd naar Gent te trekken waar de eerste verzetsgroepen werd opgezet door oud Spanjestrijder Louis Wewer.

In september 1942 was Ghyselinck betrokken bij een bomaanslag op een school die dienst doet als kazerne van de collaborerende Vlaamse Wacht. Eén collaborateur komt hierbij om. De bom was gefabriceerd door Jean Guillissen en door zijn vriendin aan Ghyselinck bezorgd. Guilissen en zijn vriendin Félicie Lewin werden reeds in het voorjaar van 1942 gearresteerd, Guilissen werd geëxecuteerd, de Joodse Lewin overleed in Auschwitz. Ghyselinck vertelde aan Van Doorslaer dat hij zijn verzetsactiviteiten in Gent staakte nadat de vrouw die hem de bom bezorgde werd gearresteerd. Gelet op de chronologie was die vrouw vermoedelijk een andere verzetsstrijdster dan Lewin.

De executies in Tongeren

In 1943 werd Ghyselinck door de KPB naar Limburg gestuurd waar hij onder de alias 'commandant Georges' aan het hoofd kwam te staan van de provinciale afdeling van de militarische verzetsgroep Gewapende Partizanen, waarvan het merendeel van de leiding bestond uit communisten. Zijn directe adjudant wordt Emile Neven, een man met veel connecties.

Na de oorlog verklaren verschillende getuigen dat Ghyselinck geen goede commandant was, volgens nationaal partizanenleider Louis Van Brussel had hij weinig vat op zijn manschappen.[5]

In de nadagen van de oorlog op Belgisch grondgebied vluchtten de Duitsers op 8 september 1944 uit Tongeren.

Een dag later vielen de Partizanen o.l.v. Ghyselinck en verder Laurens De Vries (alias Max), Guillaume Christiaens (alias Ambiorix), Francine Pieters (de vriendin van Devries), Gerard Stassen en Remi Nulens het stadhuis in Tongeren binnen. De inval paste in de revolutionaire sfeer die in Limburg tijdens de oorlog, die veel meer dan in de rest van België leek op een partizanenoorlog. Op een jaar tijd werden 23 VNV-leden vermoord, als repressie werden in het Fort van Breendonk 24 weerstander geëxecuteerd. Daarnaast werden nog verschillende andere aanslagen en vendetta's gevoerd die niet altijd meer gingen over verzet en collaboratie, maar die net zo goed gingen om persoonlijke afrekeningen.

De partizanen eisten in Tongeren een communistische vertegenwoordiging te krijgen in het naoorlogse stadsbestuur, maar ze wilden ook wraak nemen op collaborateurs. Rechter Romain Ducamp verzet zich tegen deze laatste eis maar wordt door Ghyselinck duidelijk gemaakt dat hij ook wordt geëxecuteerd zou worden als de partizanen hun zin niet krijgen.

Oorspronkelijk waren de partizanen van plan 15 collaborateurs te executeren, na lang discussiëren wordt dit aantal teruggebracht tot 5. De Vries koos de 5 de namen van de slachtoffers (waaronder die van Alexis Van Geel). De namen van de 5 ongelukkigen werden genoteerd door rechter Romain Ducamp die eieren voor zijn geld koos: er waren zo'n 3000 aanwezigen op de Grote Markt van Tongeren die allen wraak wilden, en Ducamp had liever had dat vijf collaborateurs zouden worden geëxecuteerd dan dat er een (communistische) opstand zou komen van het volk die gericht zou zijn tegen de bourgeoisie waar Ducamp zelf deel van uitmaakte.

De gevangenen collaborateurs werden in een kostschool bewaakt door de Rijkswacht en een andere verzetsgroep, de Belgische Nationale Beweging (BNB). Zowel rijkswacht als BNB verzetten zich aanvankelijk tegen het overleveren van de gevangenen maar gaven uiteindelijk toch toe. De slachtoffer mogen nog biechten en worden vervolgens met de auto naar de gevangenis van Tongeren overgebracht.

Twee rechters en een Amerikaans officier, die partizanenleider Ghyselinck een kleine Hitler noemde, probeerden de Partizanen tot zinnen te brengen, maar zonder succes aangezien er een geweldscultuur was ontstaan bij de partizanen en ze naar de stad waren gekomen om bloed te zien en ze wilden met niets minder genoegen nemen.

De vijf collaborateurs, Paul Romsée (broer van VNV-kopstuk Gerard Romsée), politiecommissaris Antoon Vanderougstraete, stadssecretaris Ernest Frisson, schepen Paul Vanderijst en Alexis Van Geel werden zonder proces geëxecuteerd op de binnenplaats van de gevangenis.

Na de oorlog werden de partizanen in 1951 voor de krijgsraad gebracht, met de vraag of de feiten in Tongeren een oorlogsmisdaad was of niet. De getuigenissen van de partizanen stelden dat verbinding tussen de nationale leiding en de partizanen in Tongeren verbroken was geraakt, waardoor de lokale partizanen op eigen houtje mochten handelen bij gebrek aan bevelen van hogerhand. Aangezien de 5 vermoorde collaborateurs sinds 1942 op de dodenlijst van de partizanen stonden, argumenteerden de getuigen dat de executie gerechtvaardigd was want slechts de uitvoering van een order van het commando van het verzet.

Op 14 juli 1951 werden Ghyselinck, Christiaens, Stassen en Devries schuldig bevonden aan oorlogsmisdaden en tot achttien jaar dwangarbeid veroordeeld. Ze kregen echter meteen amnestie door verjaring en werden nooit opgesloten. Ghyselinck werd tijdens het proces verdedigd door topadvocaten die aangesteld waren door de KPB. De partij had er veiligheidshalve ook voor gezorgd dat hij een veroordeling had kunnen vluchten naar Tsjecho-Slowakije.

Ghyselinck verdween na het proces in de anonimiteit.

De feiten in Tongeren worden in 2021 beschreven in het boek 'Nekschot' van historicus Rudi Van Doorslaer.

Na de oorlog

Ghyselinck werkte na de oorlog terug als steenkapper.

In 1976 woonde hij in een bescheiden huisje in Petegem-aan-de-Schelde. Hij had in dat jaar een interview met Rudi Van Doorslaer waarin hij zich wat verbitterd en teleurgesteld toonde: na de oorlog was de communistische partij vrij snel gemarginaliseerd. Ghyselincks hoop om na de oorlog een communistische herverdeling van de welvaart te krijgen kwam bedrogen uit: ondanks alle opofferingen in de oorlog was hij nog steeds een arme arbeider die niet was kunnen klimmen op de sociale ladder.

Hij sprak in dat interview ook een eerste keer over de feiten in Tongeren en haalde de speech aan die had gegeven ter aankondiging van de executies.

Bronnen

  • Rudi Van Doorslaer : Nekschot. Oorlog, geweld en bevrijding in Tongeren. Januari 2021 176 pagina's

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow