Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Jacobus Latomus

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Jacques Masson, (ook bekend als Jacques Latomus of Iacobus Latomus; geboren rond 1475 in Cambron, HenegouwenLeuven, Hertogdom Brabant, 29 mei 1544) was een theoloog en inquisiteur in de Lage Landen.

Loopbaan

Hij behaalde in het jaar 1500 de graad van Magister Artium aan het Collège Montaigue van Parijs. Van 1500 tot 1504 was hij in Leuven leider van het door Jan Standonck gestichte college voor arme studenten (het Domus Standonica).

Hij hield lezingen aan de facultas artium en werd op 3 november 1510 lid van de academische raad van de Univeriteit van Leuven. Op 16 augustus 1519 promoveerde hij tot doctor in de theologie. Hij werd daarop lid van de bestuursraad van de theologische faculteit en in de jaren 1520, 1526 en 1529 was hij decaan van de faculteit. In 1537 werd hij universiteitsrector.

Als polemist viel hij Luther en Erasmus hevig aan.

Terwijl de humanist Erasmus zich in zijn theologie voornamelijk steunde op taalkundige argumenten, verdedigde Latomus de scholastiek, waarin naast de studie van de Heilige Schrift ook logica, dialektiek, moraalfilosofie en metafysica aan bod kwamen. Hij gaf zijn verdediging als pasgepromoveerd theoloog in 1519 uit met als titel De trium linguarum et studii theologici ratione dialogus. Hij bestreed hierin het onderwijs van Grieks en Hebreeuws aan de universiteit en de invloed van Erasmus. Twintig jaar lang was hij een van Erasmus’ felste tegenstanders, maar hij slaagde er niet in om Erasmus tot de brandstapel te laten veroordelen. Latomus werd wel beschreven als duistere en koude man, klein van gestalte, met dunne lippen, donkere kringen onder zijn ogen en mank.[1] Erasmus maakte van deze kenmerken gebruik om hem in zijn polemische geschriften de bijnaam Hephaestus te geven.[1]

In 1522 was hij een theologisch raadgever voor de inquisitie in verband met de zaak tegen Jacobus Praepositus (Jacob Proost).

In 1526 benoemde Robert de Croy, de bisschop van Kamerijk (Cambrai), Latomus tot koorheer. Robert de Croy en ook Charles de Croy hadden les bij hem gevolgd.

Bij zijn tijdgenoten stond hij bekend als de grootste ketterjager van Europa.[2] In 1533 gaf Luther hem een ’eervolle vermelding’ als „de geleerdste onder de tegenstanders”.[3]

Hij werkte tot zijn overlijden in 1544 vanuit Leuven. Hij stierf op 29 mei dat jaar en werd begraven achter het hoogaltaar van de Leuvense Sint-Pieterskerk.

De geschriften van Jacobus Latomus bleven tot in de 20e eeuw grotendeels onopgemerkt. Lutheronderzoekers kwamen vooral via Luthers geschriften iets over Latomus te weten. Een uitzondering vormde Joachim Rogge, die Latomus beschreef als een van de weinige rooms-katholieke theologen die zich wetenschappelijk en serieus in Luthers geschriften verdiepte en die het er niet bij liet zomaar Luthers zienswijzen te veroordelen. Pas aan het begin van de 21e eeuw werd in de Johannes a Lasco-bibliotheek in Emden een eerste druk ontdekt van Latomus’ werk uit 1521, waardoor de interesse van geschiedkundigen aan Latomus gewekt werd.[4]

Een neef van hem met dezelfde naam werd in 1562 kanunnik van de Sint-Pieterskerk in Leuven en werd in hetzelfde graf begraven.

Werken (gedeeltelijke lijst)

  • De trium linguarum et studii theologici ratione dialogus. (Antwerpen, 1519)
  • Articulorum doctrinae fratris M. Lutheri per theologos Lovanienses damnatorum ratio ex sacris literis et veteribus tractatoribus. (Antwerpen, 1521)
  • De primatus pontificis adversus Lutherum. (1525)
  • De confessione secreta. (Antwerpen, 1525)
  • Confutationum adversus Guililmum Tindalum. (1542)
  • Duae epistolae, una in libellum de ecclesia, Philippo Melanchthoni adscripta; altera contra orationem factiosorum in comitiis Ratisbonensibus habitam. (Antwerpen, 1544)
  • Opera omnia. (Leuven, 1550)

Verwijzingen

rel=nofollow
rel=nofollow
 
rel=nofollow