Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hof Musschenbroek

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Zie Van Musschenbroek voor leden van de gelijknamige familie.

De Hof Musschenbroek was een Keurkeulse leenhof in Heerlen in het land van Valkenburg. Tegenwoordig bevindt zich hier de buurtschap Musschenbroek.

Op 8 augustus 1429 kwam hof Musschenbroek in bezit van Martin van Lieck door zijn echtgenote Mechtildis van Havert. Zo was Goddart Doppelstein van kasteel Doenrade het jaar 1444 stadhouder van de Keurkeulse leenhoven in Heerlen.

In Keulen begon een Romeinse weg die via Heerlen en Maastricht naar Boulogne-sur-Mer liep, om vandaaruit voor handel naar Engeland te gaan. Het gebied van het Caumerbeekdal waar de zijtakken Musschenbroekbeek, Schroetenbeek en Loopgraaf doorstromen, was zodoende een geliefd woongebied. De Caumerbeek heette ook wel de Molenbeek vanwege de Caumermolen, Oliemolen, Kopkensmolen en Schandelenmolen.
Het landgoed Musschenbroek had in de vijftiende eeuw, ten tijde van heren (Martin) van Lieck, een watermolen[1], zo ook de heren van ter Weijer.
Hof Musschenbroek werd in het jaar 1888 verwoest en tot een kleine hoeve herbouwd. [2]

Heren van hof Musschenbroek

Bestand:Zegel Dirk von Lieck.jpg
Zegel van de familie Lieck (Leeck) uit het jaar 1468.
  • (?-1380) Steynard van Musschenbroek
  • (1380-?) Diederik van Havert, deken van Sint-Servaas in Maastricht
  • (1429-1435) Martin van Lieck tot Musschenbroek en Oberlieck (1384-1435). Het goed kwam in zijn bezit door huwelijk met Mechtildis van Havert.
  • (?) Johan van Lieck, kortstondig heer van Oberlieck en Musschenbroek.
  • (1451-1490) Dirk I van Lieck tot Musschenbroek en Oberlieck (1425 - 1490)
  • (1490-) Dirk II van Lieck.

Heren (en gezinnen) van hof Musschenbroek[3]

Martin van Lieck tot Musschenbroek en Oberlieck

Martin van Lieck tot Oberlieck (1384-1435) was heer van Ridderhuis Oberlieck en kwam op 8 augustus 1429 in privébezit van hof Musschenbroek door zijn echtgenote Mechtildis van Havert. Ze kwam uit een ridderfamilie. Haar broer Dirk van Havert was commandeur van de geestelijke ridderorde te Siersdorf (1424-1441). Martin had een broer Dirk (de oude), en was als ridder onder de hertog van Brabant in dienst van Johann II van Loon-Heinsberg (stadhouder van het Land van Valkenburg en gouverneur van Limburg).
Het huwelijk heeft hem twee dochters en twee zonen gegeven:

  • Eva, huwde het jaar 1440 onder huwelijkse voorwaarden met vrijheer Gehard van Streithagen tot Uerfeld (Heerlen, Welten). Ze nam een bruidsschat mee van 1.200 gulden. Hun zoon Wilhelm van Streithagen tot Uerfeld wordt onder de hertog van Brabant voogd en stadhouder van het Land van Valkenburg, (1514, 1524, 1530).
  • Johan, (kortstondig heer van het landgoed Oberlieck en Musschenbroek).
  • Johanna van Lieck tot Lieck huwde met vrijheer Johan van Streithagen tot Streithagen. Ze werd door haar broer Dirk I voor 2/3 beleend met ridderhuis Oberlieck. Hun zoon Gerard wordt landscommandant van de Duitse ridderorde te Maastricht, (1512-1536).
  • Dirk I, was minderjarig en kreeg het jaar 1451 Ridderhuis Oberlieck en huis Musschenbroek.

Dirk I van Lieck tot Musschenbroek (Heerlen) en Oberlieck (Heinsberg)

Dirk I van Lieck tot Musschenbroek en Oberlieck (1425 - 1490) was tevens heer van hof Lieck van 1451 tot zijn overlijden in 1490. Hij huwde op dinsdag 4 juli 1450 onder huwelijkse voorwaarden met Mechtilde van Pollart. Ze was de dochter van Johann van Pollart geboren uit een regenten familie te Roermond. Getuigen van de bruid waren neef Dirk, oom Dirk en vader Johann van Pollart. Aan de zijde van de bruidegom waren dat Dirk van Havert, Heinricht van Havert, Johann van Heinsberg (natuurlijk) en Gehard van Streithagen tot Uerfeld, (Heerlen).

Het huwelijk heeft hem een dochter en twee zonen gegeven:

  • Dirk II, kreeg hof Musschenbroek.
  • Deam, kreeg ridderhuis Oberlieck, het stamhuis van familie Lieck met een oudste vermelding uit 1296. Hij was in dienst van de hertog Willem II van Gulik-Berg (gouverneur der Nederlanden). Bleef kinderloos.


Hij zegelde op 1 februari 1468 als eerste met de familiaire Leeuw van Limburg: gekroond en twee staarten.[4] Hij deed dit twee weken vóór de laatste erfdeling van de heren van Heinsberg aan Maria van Loon-Heinsberg (1426-1502) gravin van Nassau en vrouwe van Breda, (ze werd de overgrootmoeder van Willem van Oranje). Maria was de allerlaatste telg uit het oud adellijke geslacht Heinsberg-Sponheim de voorouderlijke stam van de heren van Lieck, van der Leeck. De leeuw op het schild van zijn zegel wijkt niet af van alle andere Limburgse leeuwen. Het zegel bevindt zich in het staatsarchief van Düsseldorf.
Dirk I van Lieck tot Musschenbroek en Oberlieck heeft het jaar 1486 ten behoeve van Dirk van Pollart een som geld verpand met een schepenbrief waarvan zwager Thijs van Eyll de houder is. Hij stelt hof tot Musschenbroek in handen van zijn zwager tot zekerheid van de schuld. Tussen 1519 en 1533 leende Arnold I Huyn van Amstenrade, heer van Geleen, familie Leeck (Lieck) in totaal 1.220 Overlandsche Rijnsche goudgulden met als onderpand hun erfgoed te Musschenbroek. Arnold werd nooit eigenaar van dit landgoed, maar was seigneur gagiste (pandheer) hiervan.

Dirk II van Lieck tot Musschenbroek

Bestand:Hückelhoven-Doveren Denkmal-Nr. 99, Gut Grittern (4372).jpg
Huis Gritteren
Bestand:Hückelhoven-Doveren Denkmal-Nr. 99, Gut Grittern (4373).jpg
Voorbouw van huis Gritteren

Dirk II van Lieck tot Musschenbroek, de zoon van Dirk I. Daarmee wordt Dirk II erfgenaam van de lijn Oberlieck-Musschenbroek een nevenlijn van de heren van Lieck. Zijn wapen is een leeuw, genageld, getongd en gekroond van wit op een veld van keel, met enkelvoudige staart.

Zijn tijdlijn gaf een gravin Wilhelmina Elisabeth von Hompesch. Deze gravin werd op 20 september 1686 tot 1734 gekozen tot abdissin van de Sint-Amelbergabasiliek te Susteren en decanes van het kapittel. De gravin was de dochter van Willem Degenhart von Hompesch, heer van Bollheim en Frauenberg, en van Elisabeth Christina van Lieck, erfvrouw van Eschweiler en Gritteren. De vrijheren van Hompesch waren een riddergeslacht. De grafen von Hompesch-Bolleheim hebben huis Gritteren van erfvrouw Elisabeth von Lieck uit de lijn van Musschenbroek-Oberlieck tot in hun laatste jaren van de negentiende eeuw in hun bezit gehad. Boven de ingang van de lage voorbouw was ter ere van het echtpaar Lieck het alliantswapen verwerkt van Johan van Lieck en Elise von Wevorden. Terwijl in de zandstenen schoorsteen uit de tijd van de renaissance de tien wapens van de zestien voorouders van hun zoon Dirk IV van Lieck stonden die het jaar 1617 huwde met Maria van Hetzingen tot Eschweiler. Het wapen boven de lage voorbouw stamt af van zijn voorouder Dirk II van Lieck tot Musschenbroek.

Dirk II van Lieck tot Musschenbroek huwde met Christine van Beesten. Dit huwelijk gaf hem twee zonen:

  • Dirk III huwde Sophia van Gritteren tot Gritteren op zaterdag 20 Februari 1535.
  • Deam kreeg van zijn oom Deam het stamhuis Lieck op het aristocratische landgoed Oberlieck, 1527, met recht om te jagen in het 34 morgen grote bos.


In 1538 belastte Arnold I Huyn van Amstenrade zijn aandeel in hof Musschenbroek verder met een kapitaal van 160 goudgulden. Waarvan de betaling van de renten van de lening aan de familie Leeck (Lieck) op Heer Jansgeleen plaats moest vinden. Deam moest het jaar 1539 vanwege hoge schulden aan Krein van Lieck tot Doenrade 50 morgen land verpanden. Met het beleg van Heinsberg door de Habsburgers en door de wederopbouw van Oberlieck verarmde hof Lieck verder het jaar 1543. Deam was in dienst van hertog Willem V van Gulik-Berg-Kleef-Gelre. Kreeg in het hertogdom waaronder Susteren, Sittard en Born vielen een ridderzetel. Deam en zijn vrouw Anna kregen langs de kloosterkerk een cartouche uit mergelsteen met dubbelwapen en het opschrift A.D. 1586. De vrouw kreeg een dwarsbalk als wapen en de man de Leeuw van Limburg. Het familie/stamwapen met opschrift Lieck stond tot aan de twintigste eeuw verwerkt in de toegangspoort van stamhuis Lieck (13e-eeuw, tegenwoordig in gebruik als carré hoeve).

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  • De stamreeks van Oberlieck. Mappe 737. Ernst Oidtman 1932.
  • Jo Horst, 'De Oliemolen' in: Bulletin van de historische kring Het Land van Herle, nr. 2, 1952, p.41.
  • Frans Gerards, 'Over de on[t]staansgeschiedenis van de Keurkeulse mankamer te Heerlen' in: Bulletin van de historische kring Het Land van Herle, nr. 4, 2003, p.121-122.

  1. º (Merten van Leick, Rijksarchief Limburg)
  2. º Bulletin van de Historische kring: Het Land van Herle, 1960.
  3. º De stamreeks van Oberlieck. Mappe 737. Ernst Oidtman 1932.
  4. º Staatsarchief Dusseldorf.
rel=nofollow
rel=nofollow
50° 54' 10" N 5° 58' 22" E