Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hoefijzer

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Hoefnagel)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Verschillende hoefijzers uitgestald
(de lichtere zijn van aluminium).

Een hoefijzer is een metalen bescherming voor de hoeven van een hoefdier (meestal een paard of ezel). Het is een vlak stuk ijzer met gaten, waardoorheen door een hoefsmid spijkers worden geslagen (hoefnagels genoemd) om het ijzer onder de hoef te bevestigen. Dit werk heet beslaan of ook wel stampen. De vorm van een hoefijzer volgt de rand van de hoef, met aan de achterzijde een opening.

Hoefijzers voorkomen dat de hoeven worden beschadigd. Vooral in streken met een vochtige grond die de hoeven relatief zacht maakt, voorkomen ze beschadigingen die tot infectie zouden kunnen leiden.

Types

Er zijn speciale hoefijzers voor verschillende functies. Er bestaan hoefijzers met punten aan de onderzijde, waarmee een paard op het ijs kan lopen en zo een slede of ar over het ijs kan voorttrekken. Het paard komt dan "goed beslagen ten ijs", iets wat in een Nederlands gezegde is verwerkt.

Materialen

Ieder paard heeft zijn eigen soort beslag. Er kunnen voor de hoefijzers verschillende materialen worden gebruikt. De materialen die gebruikt worden hebben allemaal een eigen functie. Het meest gebruikte materiaal is ijzer. Dit metaal is hard en toch goed te vervormen bij het smeden. Doordat het hard is, slijt het ook niet zo snel. Naast ijzer wordt ook wel gietijzer gebruikt. Dit is erg hard materiaal, wat niet koud kan worden gesmeed.

Voor dravers wordt vaak aluminium gebruikt. Het voordeel van aluminium is, dat de paarden niet gehinderd worden bij het draven door teveel gewicht aan de hoeven. Dit zorgt ervoor dat het paard zijn natuurlijke ritme houdt. Aluminium ijzers worden voor de voorhoeven gekozen, om te zorgen dat er zo weinig mogelijk gewicht aan het been wordt toegevoegd. Bij de achterbenen zorgt het aluminium voor een sterkere remming dan ijzer. Om een goede afzet te realiseren bij dravers is het versnellen van het voorbeen-ritme en het vertragen van het achterbeen-ritme meestal noodzakelijk. Als de achterbenen te snel bewegen is een goede afzet niet goed mogelijk, dit gaat ten koste van de snelheid van het paard. Een nadeel van het aluminium is dat het zo snel slijt. Dit heeft tot gevolg dat de paarden vaker beslagen moeten worden.

Een alternatief voor het gebruik van aluminium is tweri. Dit is een legering van aluminium en magnesium. Het is licht materiaal en in tegenstelling tot aluminium wel slijtvast. Het is echter wel duurder. Verder bestaat de kans, dat er door het schrapen in de box vonken van het ijzer springen, waardoor brand kan ontstaan. Om deze reden wordt bijvoorbeeld ook geen titanium gebruikt. Dit metaal is erg hard en licht, maar ook erg brandgevaarlijk. Naast metalen wordt er ook wel gebruikgemaakt van kunststof. Deze kunststof ijzers hebben als voordeel dat ze erg licht zijn en dus het ritme tijdens het draven niet nadelig beïnvloeden. Kunststof ijzers remmen het achterbeenritme en zorgen dus voor extra afzet en extra snelheid. Een nadeel van het kunststof is dat ze niet echt vast onder de voet liggen. Daardoor is er beweging mogelijk. Dit kan bloedingen veroorzaken bij de nagelgaten. Er wordt ook veel gebruikgemaakt van combinaties van materialen. Dan wordt bijvoorbeeld in de toon van een aluminium ijzer een stukje staal geperst of gelast.

Het type ijzer kan per land erg verschillen. Ook de plaats van de nagelgaten is wisselend per land. In Nederland wil men meestal een ijzer dat draagt. Dit houdt in dat men graag een breed ijzer wil dat veel steun biedt aan de hoef. In België wil men meestal vette ijzers. Dit houdt in dat de gaten voor de nagels aan de binnenkant van het ijzer zitten met als gevolg dat de hoefrand een groot steun oppervlak heeft. Als de gaten meer aan de buitenkant van het ijzer zitten, wordt het wel een mager ijzer genoemd, dan is het oppervlak voor de hoefrand om op te steunen kleiner.

Grip

Om voor extra grip te zorgen worden in het ijzer gaten gemaakt, waar kalkoenen in gedraaid kunnen worden. Dit gebeurt in de takken en / of in de toon van het ijzer. De kalkoenen zijn er in veel verschillende maten en vormen. Ook bij kalkoenen wordt wel gebruikgemaakt van widiapunten om te zorgen dat ze niet te snel slijten. De kalkoenen worden vlak voor een wedstrijd in de gaten gedraaid. Na de wedstrijd worden de kalkoenen snel weer verwijderd, ze hebben namelijk een nadelige invloed op de stand van het paard. Het paard komt iets over de toon te staan en dit brengt dan problemen met zich mee voor de pees van de hoefbeenstrekker. Het lichaamsgewicht wordt verplaatst, de bodem van de straal komt verder van de grond af en de koot zakt iets meer door, waardoor het hoefmechanisme niet goed meer kan functioneren. Verder loopt het paard het risico dat het zijn kroonrand betrapt, doordat de kalkoenen uit het ijzer steken. Er bestaan ook speciale ijzers, die zonder kalkoenen ( schroeven met meestal 3/8 draad, 1 cm dik en variërend in hoogte) ook extra grip bieden. In Engeland bijvoorbeeld zijn de zogenaamde concave ijzers zeer gewild. mede door de lange jacht traditie aldaar. Deze concave ijzers, hebben een afgeschuinde binnenzijde. hierdoor biedt het ijzer veel steun, maar is relatief lichte, en het design biedt meer grip dan een volledig vlak ijzer. Het ijzer is ook volledig doorgeritst, in de teen en in de takken ( zijkanten). verder zijn er nog verschillende andere profiel ijzers op de markt die het paard meer grip bieden.

Opleiding

Hoefsmederij kan men onder andere aanleren in het Centrum voor Volwassenenonderwijs (C.V.O.) in Anderlecht.

Symboliek

Een hoefijzer boven de deur hangen zou geluk brengen. Het is echter wel van belang hoe dat gebeurt. De juiste wijze is met het open gedeelte naar boven, een soort U-vorm dus, zo vangt het het geluk op. Andersom zal hij dat niet doen, sterker nog: er wordt gezegd dat hij dan pech zal brengen.

Ook een kapot hoefijzer over de rechterschouder gooien zou geluk brengen.

Eén van de oudste verhalen waarin de bijzondere eigenschappen van het hoefijzer worden beschreven, is de legende van Sint Dunstan, een Engelse bisschop die leefde in de tiende eeuw. Hij was niet alleen een groot geleerde maar ook musicus en edelsmid. Op zekere dag kwam de duivel bij de bisschop langs en vroeg hem zijn hoeven te beslaan. Dunstan zag meteen wie hij voor zich had, bond de duivel vast, zette één van zijn tangen op de neusgaten van de duivel en dwong hem zo te beloven dat hij nooit een huis zou binnengaan waar een hoefijzer aanwezig was. Er bestaan afbeeldingen van Sint Dunstan waarop hij de duivel met zijn tang bij de neus heeft. Het is waarschijnlijk de oorsprong van het gezegde iemand bij de neus nemen.

Een hoefijzer wordt ook vaak gebruikt in de heraldiek.

Alternatieven

Tegenwoordig verschijnen er steeds meer alternatieven voor hoefijzers omdat hoefijzers nadelige gevolgen blijken te hebben voor de hoeven. Recente ontdekkingen en nieuwe inzichten van onder andere de hoefsmid Jaime Jackson en Pete Ramey en de Duitse veearts Dr. Strasser laten zien dat hoefijzers niet alleen onnodig zijn, maar ook nog eens schadelijk voor de paardenhoef. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van hoefschoenen. Dat is te vergelijken met onze eigen schoen. Het wordt gemaakt van kunststof en wordt persoonlijk aangemeten omdat elke hoef weer een andere maat heeft. Het voordeel van hoefschoenen is dat je het alleen gebruikt als je uit rijden gaat, de rest van de tijd staat het paard blootsvoets. Dat heeft als economisch voordeel dat de schoenen niet onnodig slijten en de hoeven worden zo min mogelijk belemmerd door onnatuurlijke materialen. Het nadeel is dat het enige oefening kost om het paard de schoenen aan te trekken en het is nog prijzig in de aanschaf. Ook steeds meer mensen laten hun paard blootsvoets door het leven gaan. Door een andere bekappingsmethode is het mogelijk om paarden op harde ondergrond en ruw terrein te laten lopen zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de hoeven. Het kost gemiddeld een jaar om de hoeven weer in goede conditie te krijgen. Hierbij is het belangrijk om het paard veel bewegingsvrijheid te geven voor een goede doorbloeding van de hoeven.

Er is echter nog steeds veel discussie over dit onderwerp. Een grote groep hoefsmeden blijft van mening dat ijzers de beste optie zijn.

Zie ook

Externe links

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Horseshoe op Wikimedia Commons