Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Eugène Callewaert

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Eugeen Florimond Callewaert (Lichtervelde, 9 juni 189215 juni Wolfenbüttel, 1944) was een Belgisch accordeonbouwer en politicus. Hij was burgemeester van Lichtervelde.

Accordeonbouwer in WO I

De vader van Eugeen Callewaert, Felix Callewaert (Zwevezele, 1862), huwde Emma Boone en begon in Zwevezele een accordeonfabriek. Omstreeks 1890 vestigde hij zich in Lichtervelde op de hoek van de Statiestraat en de Beverenstraat. Het spoorverkeer was voor zijn accordeons economisch interessant. Het Lichtervelds accordeon, of ’De Callewaert’, zou faam verwerven in de muziekwereld. Velen kenden de gemeente Lichtervelde dankzij het Callewaertaccordeon, dat ook een ’Lichterveldschen’ genoemd werd. Een exemplaar is tot op heden te zien in het muziekinstrumentenmuseum.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de accordeonfabriek volledig vernield, verloor de familie een zoon aan het front en overleed moeder Emma Boone als gevolg van een bombardement. De rest van de familie vluchtte naar Kuringen in Limburg, waar vader Felix Callewaert in 1918 overleed.

Na de Eerste Wereldoorlog bouwde Eugeen Callewaert de accordeonfabriek van zijn vader opnieuw op, en zou ze uitbaten tot in 1944.

Interbellum en WO II

Tijdens het interbellum werd Eugeen Callewaert actief in de gemeentepolitiek en stelde zich kandidaat voor De Burgersgilde. Zijn stemmenaantal was zo goed dat hij in 1933 schepen werd, nadat schepen Depuydt ziek werd en ontslag nam op 25 september. Toen burgemeester Emiel Vermeesch-Dochy in 1937 overleed, werd Callewaert, enigszins tegen zijn zin, voorgedragen om hem op te volgen. In 1938 bevestigde de kiezer hem in die functie.

Toen de oorlog uitbrak, bleef Callewaert op post, net zoals zijn schepenen. In de loop van de oorlog werd de ene na de andere door de Duitse bezetters vervangen door een lokaal lid van de VNV. In 1942 werd Callewaert vervangen door Maurice Goddeeris. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Callewaert lid van het verzet. Dit werd ontdekt, hij werd opgepakt en afgezet. Op 18 september en 19 september 1942 arresteerde de Duitse politie veertig Lichterveldenaars. Via het concentratiekamp Esterwegen kwam Callewaert in 1944 samen met twaalf andere Lichterveldenaren in Wolfenbüttel terecht. Op 15 juni 1944 werden zij onthoofd:

  • Schepen dokter Louis Debaeke
  • Omer Vermandele
  • Gabriël Dewaele
  • Georges Baert
  • Gerard Tanghe
  • Albert Craeynest
  • Gaston Maertens
  • Theofiel Colpaert
  • André Denolf
  • Jules Hoorne
  • Odiel Moyaert
  • Hilaire Demeyer
  • Marcel Vanderhaeghen uit Roeselare en
  • twee Torhoutse verzetslieden.

Op 15 juni 1944 schreven de dertien veroordeelde Lichterveldenaars een afscheidsbrief. De geschriften zouden hun echtgenotes nooit bereiken. Toen de Russen Wolfenbüttel bevrijdden, verdwenen de brieven in het staatsarchief van Potsdam. Na de val van de muur spoorde de Gentse professor G. De Graeve ze op. Hij schreef er in 1991 een lijvige studie over onder de titel Terminus Wolfenbüttel.

Drie jaar lang lagen de Lichterveldenaren begraven op het Katholische Friedhof in Wolfenbüttel. Op 7 augustus 1947 werden zij ontgraven en na de repatriëring werd er op 24 augustus in Lichtervelde een heldenhulde gehouden.

Repressie

Op 1 mei 1945 krijgen waarnemend burgemeester Gustaaf Colpaert en pastoor Jozef Paul De Beir het bericht van de onthoofdingen. Lichtervelde was toen al acht maanden bevrijd. Zij brachten de families omzichtig op de hoogte maar konden de woede bij de Witte Brigade (afdeling opgericht in Lichtervelde op 6 december 1941) en het volk niet vermijden. De Torhoutse rijkswacht hield zich afzijdig en collaborateurs met pekelzonden werden opnieuw (Lichtervelde onderging een eerste repressiegolf bij de bevrijding in september 1944) aangehouden. In de Statiestraat werden inboedels kort en klein geslagen en in brand gestoken. De nachtelijke patrouilles van het Engelse leger deden de rust terugkeren.

Begrafenis

Op 23 juni 1945 vond er ter nagedachtenis van de dertien een plechtige rouwdienst plaats. Met de klemtoon op de eenheid in de rouw poogde pastoor De Beir de vrede in de gemeente te herstellen. Dat zou echter ijdele hoop zijn. Bij elke stemming in de gemeenteraad speelt nu, meer dan ooit tevoren, de zwart-wit tegenstelling. Het is het begin van wat burgemeester Gabriël Kindt, de 'vuile politiek' noemde. Eugeen Callewaert ligt niet begraven in het familiegraf, maar in de graftombe van de terechtgestelden op het einde van de middengang van het kerkhof in Lichtervelde. Eugeen Callewaert was gehuwd met Marie-Louise Casselman, die zijn burgemeestersambt in de naoorlogse periode op haar nam. Ze volgde in 1947 haar man op. Haar aanstelling was vooral een eerbetoon aan haar overleden echtgenoot. Ze was één van de eerste vrouwelijke burgemeesters in het land. Ze bleef burgemeester tot in 1966 en overleed in 1987 in Brugge. Zij werd bijgezet in het familiegraf.

Voorganger:
Emiel Vermeesch-Dochy
Burgemeester van Lichtervelde
1937-1942
Opvolger:
Maurice Goddeeris

Literatuur

  • Patrick Cornillie & Frans Vanzieleghem. Vijftig jaar na Wolfenbüttel. In: Tiende jaarboek Heemkundige Kring Karel Van de Poele, Lichtervelde, 1994, p. 105-116.
  • Modest Maertens. De stille strijd van Eugeen Callewaert, burgemeester van Lichtervelde, Beernem, De Windroos, 1995, 142 p.
  • Modest Maertens. De periode 1939-1945, In: Kroniek van Lichtervelde in de twintigste eeuw. Zestiende jaarboek Heemkundige Kring Karel Van de Poele, Lichtervelde, 2000, p. 194-222.
  • Mathieu Smedts. Waarheid en leugen in het verzet.
rel=nofollow