Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Chinchilla

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Chinchilla's)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

De chinchilla oftewel Chinchilla lanigera is een knaagdier. Soms wordt het dier foutief boomkonijn genoemd terwijl het dier in de verste verte geen familie is van het konijn en al helemaal niet in bomen te vinden is.

Oorsprong

De chinchilla leefde oorspronkelijk in Chili en Peru (Zuid-Amerika) in de Andes. In de 17e eeuw ontdekten de Spaanse kolonisten de chinchilla en zijn unieke pels (ong. 40 haren per haarzakje). De pelzen werden in Europa verkocht. In de 19e eeuw waren de pelzen samen met koffie het belangrijkste exportproduct van Zuid-Amerika. Rond 1910 waren de chinchilla's in het wild zo goed als uitgestorven.

Algemeen

  • Latijnse naam : Chinchilla lanigera
  • Lichaamlengte : 25-35 cm
  • Staartlengte  : 13-18 cm
  • Oorlengte  : 4-6 cm
  • Oorbreedte  : 3-4 cm
  • Snorhaarlengte: 10-13 cm
  • Gewicht  : 450-700 gram
  • Lichaamstemperatuur: 37 graden
  • Gemiddelde leeftijd: 10-15 jaar ( min. 8 jaar en max. 20 jaar)

De chinchilla is bekend vanwege zijn zachte en dichte vacht: er groeien 40 tot 120 haren uit elke haarwortel. Chinchilla's kunnen verschillende kleuren hebben: grijs, beige, wit, bruin en zwart. Een combinatie van kleuren en tinten is mogelijk. Chinchilla's verzorgen hun vacht door te baden in speciaal zand. Hierdoor wordt het vuil en vettigheden opgenomen. De snorharen van de chinchilla kunnen tot een derde van de lichaamslengte van het dier zelf bereiken.

Chinchilla's zijn groepsdieren, het wordt daarom aangeraden om chinchilla's in gevangenschap dan ook in groepen te houden. Het samenhouden van alleen vrouwtjes of alleen bokjes is geen probleem. Maar zet nooit meer dan 1 bokje bij vrouwtjes omdat dit tot ruzie onder de bokjes leidt met mogelijk de dood tot gevolg!

Chinchilla's zijn behendige klauteraars. Hierbij kan het wel eens voorkomen dat er botbreuken ontstaan door een val. Simpele botbreuken genezen snel bij deze dieren.

Chinchilla's kunnen verschillende geluiden maken. In de dagelijkse omgang kunnen ze zacht piepen of knorren. Wanneer er gevaar dreigt, kan een chinchilla ook blaffen om de rest van de groep te waarschuwen. Als een chinchilla kwaad is, gaat hij recht op staan, gromt en zal de potentiële belager ondersproeien met zijn urine.

De kwetsbare pels van een chinchilla moet natuurlijk verzorgd worden, gelukkig kan de chinchilla dat zelf, als hij tenminste een zandbad ter beschikking heeft. Dat zandbad dient hij minstens iedere dag een uur te mogen gebruiken, best laat u het bad constant in de kooi (op voorwaarde dat het elke dag gezeefd wordt). Indien het de chinchilla geen bad ter beschikking heeft, kan hij z'n vacht niet schoonmaken noch bij warme temperaturen zijn vacht niet verluchten (met overhitting tot gevolg).

Kleuren

Er bestaan tal van kleuren bij chinchilla's. Hier staan de belangrijkste op een rijtje:

  • standaard: Ook wildkleur, grijs met witte buik en witte pootjes. Donkere oren, donkere ogen.
  • beige: licht grijsbruine chinchilla met witte buik, rode ogen en roze oren. Er bestaan 3 soorten beige: homo en hetero-beige, de homo-beige chinchilla is lichter van vacht en fellere rode ogen dan de hetero-beige. En blond, héél lichte vacht en rode ogen.
  • mozaïek: Overwegend wit met grijze/bruine/beige vlekken, rode of zwarte ogen.
  • Pink white: Ten onrechte albino genoemd, geheel witte chinchilla, roze oren en rode ogen
  • Abricot: Witte chin met beige kleurschakeringen, rode ogen en roze oren
  • violet: Resessieve mutatie, de chinchilla is grijs met een paarse gloed, zwarte ogen en viotte-achtige oren
  • saffier: Resessieve mutatie, grijze chinchilla met blauwe gloed, zwarte ogen, blauw-achtige oren

Alle bovenstaande kleuren hebben een witte buik. soms kunnen deze patronen samenhangen met een bepaald vachtpatroon, deze patronen kunnen bont, ebony en velvet zijn.

  • Ebony: als een chinchilla ebony is, bedoelt men dat de buik dezelfde kleur heeft als de rest van het lichaam,

er bestaan white ebony's, brown ebony's, black ebony's, violet ebony's, ....

  • Velvet: een velvetchinchilla heeft een witte buik maar duidelijke donkere strepen op zijn voorpootjes, die al sinds zijn geboorte aanwezig zijn. Velvets hebben ook een 'masker' op hun kop en rug. Dat masker is eigenlijk een donkerdere vacht.
  • Bont: genetisch gezien zijn bonte chinchilla's gelijk aan mozaïek met het verschil dat de vlekken duidelijk afgelijnd zijn (in tegenstelling tot mozaïek waarbij de vlekken geleidelijk overlopen in het wit).

Een chinchilla kan ook velvet, bont en ebony tegelijkertijd zijn (maar zijn eerder zeldzaam).

Voortplanting

Een vrouwtje zal na een leeftijd van vijf maanden voor het eerst bronstig kunnen worden. Vanaf de leeftijd van 9 maanden zijn ze kweekrijp, het is echter aan te raden ze pas te laten dekken als ze minimaal 12 maanden oud zijn. Wanneer een vrouwtje bronstig is, zal een mannetje dat kunnen ruiken. De draagtijd van een chinchilla is 111 dagen. Let wel op dat je het bokje minimaal een week gescheiden houdt van het vrouwtje, nadat ze bevallen is. Dit is om te voorkomen dat ze herdekt wordt. Na de bevalling zijn chinchilla's direct weer bronstig. Maar gezien de vader een deel van de opvoeding op zich neemt en een grote hulp is voor de moeder, is het beter om hem tijdens de zwangerschap te laten castreren. Het is ook aan te raden om het zandbadje gedurende die tijd uit de kooi te halen. Een week na de bevalling mag het het zandbadje terug hebben. De zoogtijd is minimaal 8 weken, maar de jongen mogen pas weg met 12 weken. Als men de jongen wil houden, moeten de mannelijke 'familieleden' gecastreerd worden. Er mogen ook geen meerdere bokjes bij 1 of meerdere vrouwtjes zitten, tenzij ze in familie gehouden worden.

Wanneer men gaat kweken met chinchilla's moet men op de lethale factor letten omdat dit het vrouwtje in levensgevaar kan brengen en/of tot misvormde kleintjes kan leiden. De lethale factor ontstaat wanneer 2 witte chinchilla's paren of 2 velvets, daarmee de vuistregel: wit X wit of velvet X velvet = FOUT

Voeding

De chinchilla is een planteter. Chinchilla's aten in de vrije natuur voornamelijk dorre grassen, kruiden en struiken. Chinchilla's mogen geen suiker, vet of vochtige bestanddelen eten omdat hun darmstelsel daarvan van streek kan raken. In tegenstelling tot andere knaagdieren, is de chinchilla geen graan- of zaadeter. In de dierenspeciaalzaak kan men speciaal chinchillavoer kopen, met droge ingrediënten en extra vitaminen en mineralen. Maar koop voor je chinchilla voer dat enkel uit pellets bestaat. Chinchillavoer met verschillende stukjes in is te vet- en suikerrijk en zelfs giftig voor de chinchilla

Een belangrijk onderdeel in de voeding is dagelijks vers en droog hooi. Dit hooi heeft een belangrijke functie bij het slijten van de kiezen en dringt de risico's op gebitsproblemen terug. En vergeet niet dat hooi minstens 60% van hun eetpatroon beslaat!

Bijna alle knaagdieren eten af en toe hun eigen uitwerpselen, zo ook de chinchilla. Tijdens de spijsvertering in het darmkanaal ontstaat vitamine B12. Door het eten van hun ontlasting krijgen ze die vitamine binnen.

Als snoepje of tussendoortje kan men de chinchilla een rozijntje (liefst enkel in geval van verstopping, dit kan je zien als de chinchilla zijn keuteltjes heel klein zijn), stukje appel of zelfs een stukje wortel geven (gedroogd niet vers!). Maar wel met mate!

Kalk nemen chinchilla's op door aan een kalksteenblok te knagen (bijvoorbeeld een YTONG bouwsteen)

Tot slot kan geen enkel knaagdier zonder water, dus ook de chinchilla niet.

Gedrag

De dieren komen tijdens schemer en dageraad tevoorschijn om nog even lekker in de zon te kunnen liggen. 's Nachts gebruikt het dier zijn snorharen om de weg in het donker te kunnen vinden. Ze kunnen hun snorharen gebruiken om vast te stellen of de kloven wijd genoeg zijn om doorheen te kruipen. Indien de snorharen niet buigen, zal de chinchilla niet blijven steken. Er wordt gezegd dat de vrouwtjes de mannetjes domineren. Hoewel vele bronnen verklaren dat chinchilla’s monogaam zijn, is daarvoor weinig bewijs. Deze dieren leven in kolonies die van klein, met enkele individuen, naar groot, met een honderd of meer kunnen variëren. C. brevicaudata zou vele geluiden kunnen maken. Ze geven een lange waarschuwingskreet (die lijkt veel op fluiten en die de groep waarschuwt voor gevaar), zij maken een laag geluid wanneer ze paren en ze kunnen sissen en spugen als ze agressief zijn. Bedreigingen omvatten ook gegrom, het knarsen van tanden en het met urine ondersproeien van vijanden.

Uitgestorven of niet?

Er wordt verondersteld dat de C. brevicaudata zeldzaam is of mogelijk is uitgestorven in het wild. Terwijl sommigen menen dat het laatste dier gezien werd in 1953, verklaart de IUCN dat C. brevicaudata nog steeds in moeilijk bereikbare gebieden zou kunnen bestaan, bijvoorbeeld daar waar de grenzen van Argentinië, Chili en Bolivia samenkomen. Er is ook een ongecontroleerde melding geweest van de C. brevicaudata in noordelijk Chili in de Lauca Nationaal Park rond 1970. De condities in het Sajama Nationaal Park van Bolivia zou ideaal zijn voor de soort om te kunnen overleven, maar er is niets officieel vastgesteld van hun aanwezigheid daar. De in het wild levende populatie is nu volledig beschermd. Het handhaven is moeilijk vanwege de afgelegen gebieden waarin de dieren leven. De hoge waarde van hun bont creëert een stimulans voor vallenzetters om de wet te overtreden. In het verleden heeft de bescherming van chinchilla's eigenlijk geresulteerd in een geweldige toename in de prijs van hun bont. Bijvoorbeeld het in 1910 getekende verdrag tussen Chili, Bolivia, Peru en Argentinië had dit resultaat en het vangen van chinchilla's voor bont ging gewoon verder ondanks het verbod. Een doeltreffende bescherming van de C. brevicaudata zou de ontdekking van een in het wild levende populatie en hun bescherming door getrainde permanente bewakers betekenen. Het is onwaarschijnlijk dat C. brevicaudata net zo wordt bedreigd door een verlies van habitat als C. lanigera. Het is belangrijk op te merken dat de menselijke activiteiten zoals mijnbouw, brandhout extractie en het grazen van geiten en vee, het potentieel heeft om wilde populaties te decimeren. Uiteindelijk zal het dier misschien ook bedreigd worden door het verbranden en oogsten van de algarrobilla struik (Balsamocarpon brevifolium) en misschien van concurrentie met soorten van het geslacht Octodon en Abrocoma. Andere factoren zoals kleine levensvatbare populaties die geplunderd worden door vossen beïnvloeden ook de chinchilla populatie. Pogingen tot herintroductie zijn niet succesvol geweest. Verdere studies naar de voortplanting en modellen die de populatie beïnvloeden zouden misschien meer licht werpen.

Externe links

rel=nofollow

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Chinchilla lanigera op Wikimedia Commons