Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Arpetaren

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Arpetaren is de verzamelnaam voor de Alpijnse volkeren en stammen die gedurende twee millennia vóór het begin van onze jaartelling en de eeuwen daarna tot de 11e eeuw het westelijk Alpengebied bevolkten en behoorden tot dezelfde etniciteit. De Arpetaren hadden een voor-Keltische oorsprong hadden en stamden af van de oorspronkelijke neolithische Europeanen. De Arpetaren woonden in Arpitanië en waren sprekers van het arpétara, een niet-Indo-Europese taal waarvan er theorieën bestaan van verwantschap met het Euskara (Baskisch). Omdat de Arpetaren nooit een politieke eenheid hebben gevormd, worden ze door auteurs niet altijd erkent als stammen van één etnische groep, maar doorgaans afzonderlijk per stam beschreven en geassimileerd aan de Gallische stammen.

Naamherkomst

De woorden die in de oudheid gebruikt werden voor de Keltische volkeren zijn niet eenduidig en de volken en gebieden die door de Grieken en Romeinen als Keltisch werden aangeduid komen vaak ook niet overeen met de volken en gebieden die men tegenwoordig Keltisch noemt. Hoewel historici de Alpijnse volkeren tot de Kelten rekent, gaat men tegenwoordig eerder uit van een neolithische Alpijnse bevolkingsgroep van gezamenlijke afkomst, die men in de 20e eeuw Arpetaren is gaan noemen.

De term Arpetar is een retroniem en heeft een Neolithische- en Pre-Indo-Europese oorsprong uit het Arpétara, de taal die door deze volkeren gesproken werd. De term is verdeeld over de lettergrepen: AR (rots), PE (onder), TAR (bewoners). Het gaat dus oorspronkelijk om een bergvolk, of een volk dat uit de bergen afkomstig is.

Geschiedenis

Oude geschiedenis

De oorspronkelijke volken die zich in Europa bevinden, afstammelingen van de cro-magnonmens[1], vestigen zich tussen 5.000 en 2.500 voor onze jaartelling definitief in het Alpengebied, dat vanwege het einde van de ijstijd langzaamaan bewoonbaar wordt. Tijdens de bronstijd bezetten de Arpetaarse volkeren de gebergten en de bergpassen, waardoor ze controle hebben over de interne handel tussen de Povlakte en de Rhônevallei en deze handel volledig beheersen. Door de aanwezigheid van natuurlijke en economische rijkdommen ontstond tussen de twee gebieden zeer geleidelijk een ware Alpijnse beschaving met dezelfde taal, cultuur, heidense religie en dito landbouw-, wapen- en kunsttechnieken. Deze etnische groep is men achteraf tijdens de 20e eeuw Arpetaren gaan noemen.

Anno 50 of 40 v.Chr. vermeldde de Romeinse generaal Julius Caesar in zijn werk Commentarii de bello Gallico onder meer de Ceutrones (Tarentaise en Faucigny), de Medulli (Maurienne), de Graioceli (Hoog-Maurienne) en de Salassi (Valle d'Aosta) als aanwezige Alpijnse stemmen. In dit werk wordt nochtans niets losgelaten over de criteria die Cesar gebruikt heeft om deze stammen naar zijn inziens als volgt in te delen. De Romeinen assimileerden de Arpetaarse stammen aan de Galliërs. Omdat de meeste van deze "Gallische" stammen grotendeels Kelten waren, werden ze door de Romeinen ook Celtae genoemd. De Arpetaren waren echter geen spreker van een Keltische taal, maar het is denkbaar dat de Arpetaren, als gevolg van culturele uitwisselingen, door de Romeinen en latere historici geassimileerd werden aan de Kelten omdat ze Keltische technieken overgenomen en toegepast hebben binnen de eigen Alpijnse beschaving.

Feodalisme en christianisering

Omdat de Arpetaren heidenen waren, werden ze door de vroegere christenen in Europa gezien als Saracenen dat bestreden moest worden. Hierdoor waren ze zelden onderwerp van studie.

De Arpetaren zijn een volk waaruit de Arpitanen, waaronder de bevolking van Savoye (Frankrijk) en Valle d'Aosta (Italië), zich ontwikkelden.

Arpetaarse volkeren

De Arpetaren werden vaak door de Romeinen en historici beschreven als onderdeel van de Gallische stammen, omdat hun leefgebied zich bevond in de Gallische provincies van de Romeinse Republiek. Ook werden enkele stammen beschreven als een Keltische, Ligurische, Raetische of Germaanse stam, maar wetenschappers hebben deze nooit met zekerheid kunnen categoriseren. Omdat de Arpetaarse stammen nooit een politieke eenheid hebben gevormd, kregen de Arpetaarse stammen in kronieken onder meer de volgende namen toegekend:

Woongebied

De stammen formden echter nooit één front en hadden noch de ambities om één staat voor Arpetaren te stichten. Kronieken zinspelen echter wel op een Arpteraarse staat rondom de huidige stad Tortona. Dit territorium had Atylia als hoofdstad en een zekere commandant Marc of Malc als gezagsdrager. Het woongebied van de Arpetaren komt grotendeels overeen met het zogeheten “Arpitanië”.

Taal

Zie Arpétara voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Arpetaren spraken het Arpétara, een Neolithische taal die voor zover bekend slechts verwant was aan het Euskara (Baskisch). Opvallend is dat de omringende volken, de Romeinen en de Kelten, geen radicale pogingen ondernamen om hun talen op te leggen en het Arpétara te verdrijven, maar gebruik maakte van leenwoorden of nieuwe woorden creëerden op basis van het Arpétara. De term Salassi is mogelijk een samenstelling van SAL (sterk) en ATZ (stam), hetgeen erop wijst dat de Salassi een sterk volk zou zijn. Deze hypothese kan worden onderbouwd door het feit dat de Salassi gedurende anderhalve eeuw weerstand boden tegen Romeinse aanvallen.

De taal is ook bekend van enkele schaarse inscripties, die in het Etruskische alfabet waren geschreven. Deze werden gevonden in de streek Lugano, die we kunnen situeren bij het Lago di Como en het Lago Maggiore. De auteur Joseph Henriet suggereert dat Lepontisch een dialect was van het Arpétara. Er gaan ook stemmen op voor de bewering dat Lepontisch een dialect was van het Gallisch, maar dit wordt betwist gezien de Lepontische inscripties ook werden gevonden op muntstukken die in circulatie waren onder de Salassi en de Kelten noch aanwezig waren op de Alpenpassen, noch de taal beheersten, noch het alfabet in kwestie.

"Saracenen"

Zie Saracenen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Volgens de de lokale alpenlegenden waren de regio's binnen Arpitanië als tegenreactie op de christianisering bezet door (islamitische) Saraceense stammen, die deels zouden zijn opgegaan in de lokale bevolking. Dit wordt echter door wetenschappers en taalkundigen betwist, omdat er geen sporen van (Noord-)Afrikaanse beschavingen gevonden zijn, noch in de taal.[2] Als heidendom aanhangers weigerden de autochtoonse Arpetaren zich te bekeren tot het christendom, waardoor het volk misleidend werd aangeduid met de term Saracenen, een term uit de klassieke oudheid die toentertijd opnieuw gebruikt werd voor alle tegenstanders van de christenen.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties

Voetnoten

  1. º (fr) Clocher, Joseph-René. (1982) « Dis-moi la Savoie ». Montmelian: Trésors de la Savoie, pp. 6.
  2. º La Théorie des Arpetars. Histoire de Bellino Geraadpleegd op 2011-05-21
rel=nofollow

Literatuur

  • (it) Luppi, Bruno (1973) Saraceni in Provenza, in Liguria e nelle Alpi occidentali. Bordighera, Instituto internazionale di Studi Liguri
  • (it) Henriet,Joseph (1976) Noi, Saraceni delle Alpi. Châtillon, Edizioni Cervino
  • (it) Settia, A. (1987) « I Saraceni sulle Alpi: una storia da riscrivere ». in Studi Storici

Q2210483 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow
rel=nofollow