Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Ziekte van Alzheimer

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Dit artikel valt onder beheer van Dorp:Hippokrateshoef.
Wikisage is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden of toepassing van de in dit lemma gegeven medische informatie.    lees meer

De ziekte van Alzheimer is een aandoening waarbij delen van de hersenen verschrompelen, op vele plaatsen 'plaque'-vorming optreedt en de patiënt soms in snel tempo dementeert. De aandoening is vernoemd naar Alois Alzheimer, een Duitse psychiater en neuropatholoog. Een harde diagnose is doorgaans pas mogelijk na overlijden, door de hersenen te onderzoeken.

Ziektebeeld

De ziekte wordt gekenmerkt door een voortschrijdende achteruitgang van de psychische functies. De ziekte wordt veroorzaakt doordat bepaalde eiwitten (amyloïdprecursorproteïne:APP) abnormaal worden afgebroken. Hierdoor ontstaan abnormale afbraakproducten (bèta amyloïd) welke aggregaten vormen. Waarschijnlijk is deze vorm van amyloïd schadelijk voor zenuwen die vervolgens afsterven. Bij post mortem onderzoek wordt een sterk gekrompen hersenschors (atrofie) gevonden met buiten de cel gelegen amyloïd neerslagen (seniele plaques), in de cel gelegen amyloïd neerslagen (neurofibrillaire tangles) en neerslagen rond bloedvaten. Deze neerslagen zijn niet gelijkmatig over de hersenschors verdeeld. Met name gedeelten van de hersenschors waar geheugenfuncties gelokaliseerd zijn, zijn in het begin aangedaan. De ziekte begint met geheugenstoornissen. In het begin is vooral de inprenting gestoord, hierdoor wordt nieuwe informatie niet meer opgeslagen. Patiënt vraagt bijvoorbeeld meerdere malen per dag hetzelfde en vergeet afspraken. Informatie die in het verleden is opgeslagen zoals herinneringen aan vroeger is nog wel beschikbaar. Als de ziekte voortschrijdt ontstaan ook stoornissen in het lange termijngeheugen. Verder ontstaan vroeg in de ziekte taalstoornissen zoals woordvindstoornissen, stoornissen in taalbegrip en afgenomen woordproductie. Deze ontwikkelen zich tot een afasie (taalstoornis) met confabuleren (het vertellen van overdreven of onware verhalen). Daarnaast ontstaan visueel ruimtelijke stoornissen waardoor patiënten verdwalen en de tafel niet meer kunnen dekken. In een later stadium ontstaat een apraxie waardoor een patiënt allerlei vertrouwde handelingen zoals aan- en uitkleden en zelfverzorging niet meer kan verrichten. Geleidelijk trekt de patiënt zich terug: hij wordt onverschilliger, verliest zijn interesse in de omgeving, zijn initiatief neemt af en hij besteedt minder aandacht aan zelfverzorging. Bij een groot percentage patiënten komen stemmingsveranderingen zoals depressie voor. Acute verslechteringen kunnen optreden bij infectie, medicijnvergiftiging, ziekenhuisopname en plotselinge grote veranderingen zoals een verhuizing. Bekend is het delier (acute verwarring) bij infectie en ziekenhuisopnames. Het langzame progressieve beloop leidt tot achteruitgang van alle functies, uiteindelijk leidend tot een volledige afhankelijkheid van dagelijkse verzorging. De gemiddelde ziekteduur is acht jaar.

De ontwikkeling van de ziekte kan versterkt worden door vereenzaming. De psychische functies worden dan minder gebruikt waardoor de kwaliteit achteruit kan gaan. Geestelijk in beweging blijven stimuleert de hersencellen waardoor de ziekte mogelijk minder snel zal optreden.

Er lijkt een genetische aanleg te bestaan voor Alzheimer. Het ApoE4 allel bij mensen geeft een verhoogde kans op de ziekte. Mensen die over het ApoE3 en Apo E4 beschikken hebben een 3 maal verhoogde kans op de ziekte van Alzheimer en mensen die over twéé ApoE4 allelen beschikken hebben een 14 maal verhoogde kans op de ziekte. 50% van de mensen met ApoE4 krijgen echter géén Alzheimer en veel Alzheimerpatiënten hebben geen ApoE4 allel(en).

De rol van aluminium en kwik (in amalgaam-vullingen) als veroorzakers van Alzheimer is nog niet opgehelderd. De hoeveelheid onderzoek is beperkt en spreekt elkaar deels tegen. Andere factoren die misschien (!) ook een rol spelen zijn: andere metalen bijvoorbeeld koper, ontstekingsreacties in de hersenen, een tekort aan vitamines, oxidatieve stress en metabole verstoringen.[1][2][3][4][5]

Voorkomen

Wereldwijd zijn er naar schatting 24 miljoen mensen met de ziekte van Alzheimer (gegevens 2005). In België zijn er 85.000 patiënten en komen er jaarlijks 20.000 bij. Tegen 2010 zal het aantal opgelopen zijn tot meer dan 150.000. In Nederland zijn er 250.000 patiënten.

De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende variant van dementie. Twee derde van alle patiënten die dement zijn lijdt aan Alzheimer.

Behandeling

Er is geen genezingsmethode voor de ziekte van Alzheimer; beschikbare behandelingen hebben maar een klein symptomatisch effect en zijn slechts palliatief.

Voor de farmaceutische behandeling van de ziekte van Alzheimer worden vooral acetylcholinesteraseremmers gebruikt. Deze stoffen remmen het acetylcholinesterase-enzym waardoor acetylcholine minder snel afgebroken wordt, waardoor zowel de concentratie en de werkingsduur van de neurotransmitter wordt verhoogd. Een publicatie in de British Medical Journal stelt echter dat de werkzaamheid van deze acetyl­cholinesterase­remmers niet gefundeerd is[6].

Hulp verstrekken

Bij het verzorgen en het begeleiden van iemand met een dementie vragen de volgende punten de aandacht:

  • de leefgewoonten voordat de dementie begon,
  • eisen waaraan de woonsituatie moet voldoen,
  • begeleiding en de lichamelijke verzorging.
  • medicatie zoals galantamine

Leefgewoonten

Het kennen van de leefgewoonten van iemand met een dementie is voor een goede verzorging en begeleiding onmisbaar omdat het de mogelijkheid biedt het gedrag beter te begrijpen. Aansluiten op de onderstaande leefgewoonten zal bovendien onrust en verwardheid positief beïnvloeden. Gewoonten met betrekking tot:

Het is erg zinvol om van de leefgewoonten een overzicht samen te stellen zodat een ieder die bij de hulp betrokken is daar gebruik van kan maken. Men heeft dan een hulpmiddel om:

  • het gedrag beter te begrijpen en in te voelen.
  • de basisveiligheid te vergroten
  • de doelmatigheid van de hulp te verbeteren.
  • de communicatiemogelijkheden te vergroten.

Woonsituatie

Het komt er dus steeds op aan zich af te vragen wat de gewoonten van iemand met een dementie waren. Dat is niet alleen beter voor hem of haar, maar ook de omgeving wordt dan meer ontlast en ziet mogelijk ook meer en beter resultaat. Dat geeft de familie ook meer bevrediging bij de moeilijke taak die zij op zich genomen hebben.

Vervolgens is het belangrijk om na te gaan waar gevaar kan ontstaan. Bijvoorbeeld de opbergplaats van medicijnen en andere gevaarlijke stoffen. Aandacht vraagt ook de sluiting van deuren, ramen en trappen. Om te proberen iemand die dement is zo goed mogelijk "bij de tijd" te houden is het van belang dat tijd en datum op een vaste plaats goed zichtbaar zijn. Dit "bij de tijd" houden kan ook gestimuleerd worden door een goed gebruik van de media en het bij de hand hebben van een fotoalbum van de familie. In dit verband is het ook goed na te gaan welke activiteiten voorheen op welke dag en op welk tijdstip gedaan werden en daar aan vast te houden. Bijvoorbeeld de maaltijden, persoonlijke hygiëne, kerkbezoek, Bijbel lezen, gebruik van bepaalde gerechten op bepaalde dagen, etc.

Lichaamsverzorging

Hieraan zal door iemand met de ziekte van Alzheimer minder aandacht worden besteed. Belangrijk is dan dat deze taak niet direct overgenomen wordt maar dat, al is het wat minder goed, zoveel mogelijk door hen zelf gedaan wordt. De zieken zijn dan op een zinvolle wijze bezig, en wat nog belangrijker is blijven mogelijk meer "bij de tijd". Door de ziekte zal men vaak niet voldoende in staat zijn om aan te geven dat men pijn heeft of zich niet lekker voelt. Naast een goede observatie van het lichamelijk functioneren kan ook hier het kennen van de leefgewoonten weer een belangrijk hulpmiddel zijn. Als bijvoorbeeld een demente man steeds maar zijn broekriem los doet, hoeft dat niet het gevolg te zijn van decorumverlies maar kan dat er op duiden dat hij pijn in zijn buik heeft. Steeds kleine beetjes urine verliezen hoeft niet er op te wijzen dat er onzindelijkheid optreedt, maar kan ook betekenen dat er mogelijk een afwijking aan de blaas of de nieren is. Minder "helder" worden kan door de dementie komen, maar ook door een andere afwijking, zoals ouderdomsdiabetes. Het is daarom sterk aan te bevelen om regelmatig, bijvoorbeeld één maal per kwartaal, door de huisarts een paar eenvoudige testen te laten doen in verband met de normale verrichtingen van het lichaam.

Bijzondere aandacht vraagt het eten en drinken. Zo is het door de verwardheid en een gestoorde pijnzin heel wel mogelijk dat er bijvoorbeeld gloeiend hete thee opgedronken wordt of dingen gegeten gaan worden, b.v. planten, die buitengewoon slecht voor de gezondheid zijn. Het komt ook nogal eens voor dat mensen met de ziekte van Alzheimer schrokkerig eten en onvoldoende kauwen. Taai voedsel zoals rosbief vraagt extra aandacht, om verslikken te voorkomen.

Omgaan met decorumverlies

Decorum kan omschreven worden als een gevoel dat de mens heeft voor wat wel en wat niet passend is in een bepaalde situatie. Decorumverlies is een veel voorkomend verschijnsel bij de ziekte van Alzheimer, zodat er sprake is van een geheel of gedeeltelijk onvermogen om zich in een situatie passend te gedragen. Met als gevolg dat daardoor grote kans bestaat dat men door de omgeving wordt afgewezen en er conflicten en/of vereenzaming ontstaat. Het is daarom van groot belang dat het verlies van gevoel voor decorum zoveel mogelijk wordt voorkomen. Het kennen van de leefgewoonten is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Door het decorumverlies kan ook het taalgebruik grover worden. Zonder te willen zeggen dat geen enkele correctie daarvan op zijn plaats is moet daar toch zorgvuldig mee worden omgegaan. Verwijten of daar op een bevoogdende wijze mee omgaan zal als regel negatief werken op de relatie met hen. Het kan ook zijn dat door de ziekte het religieuze leven vervlakt en dat een een onaangepast gedrag tegenover het geloof ontstaat, bijvoorbeeld door te vloeken. Het heeft geen enkele zin om de patiënt dit te verwijten, aangezien deze zich van dit gedrag nauwelijks of niet bewust is.

Hulp van lotgenoten

België

De Vlaamse Alzheimer Liga is pluralistisch en niet gebonden aan andere organisaties. Ze heeft samenwerkingsverbanden met andere zelfhulpgroepen en organisaties. Naast het ondersteunen van de uitwisseling van kennis en ervaring met de ziekte van Alzheimer (middels familiegroepen), doet de Liga ook aan sensibilisatie.

Nederland

Alzheimer Nederland, opgericht door Henk ter Haar, is de organisatie waarin mensen met dementie, of zij die in hun omgeving met dementie of de ziekte van Alzheimer te maken krijgen, zich verenigen.

Bekende Alzheimerpatiënten

Referenties

Externe links