Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Verpleegkundige

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

Een verpleegkundige is iemand die middelbaar of hoog opgeleid is in het uitvoeren van verpleegkundige taken. Hij of zij houdt zich bezig met het geven van verpleegkundige zorg. Hieronder valt basiszorg, zoals de persoonlijke verzorging als wassen, aankleden en verschonen, maar ook wondverzorging, observatie en rapportage en gespecialiseerde zorg. Verpleegtechnische handelingen zijn bijvoorbeeld het inbrengen van een sonde of een katheter.Ook het begeleiden van patiënten is een taak van de verpleegkundige. Hierbij kan het gaan om de omgang van de patiënt met ziekte en behandeling en het bevorderen of leren van zelfredzaamheid. Verpleegkundigen werken dikwijls samen met verzorgenden. Hun taak is vooral de basiszorg te verlenen aan patiënten. Wondzorg, het geven van injecties, infuustherapie, verrichten van bloedafnames, medicatie klaarzetten en toedienen en tal van andere taken mogen uitsluitend uitgevoerd worden door een verpleegkundige.

Werkveld

Verpleegkundigen werken in ziekenhuizen, de geestelijke gezondheidszorg, revalidatiecentra, de gehandicaptenzorg, verpleeg- en verzorgingshuizen, privéklinieken en in de thuiszorg of als particulier. Daarnaast houden verpleegkundigen zich bezig met het uitvoeren van geneeskundige of psychologische behandelingen in opdracht van of onder toezicht van een arts of een klinisch psycholoog. Zij mogen zelf geen medische diagnoses stellen, maar kunnen vaak wel medische taken uitvoeren (volgens vastgestelde protocollen). Wel stelt een verpleegkundige een verpleegkundige diagnose. Dat is een diagnose die betrekking heeft op de gezondheidsproblemen van de patiënt, en hoe die daar mee omgaat. Verpleegkundige interventies worden tegenwoordig meer gebaseerd op onderzoek. Naast de beroepservaring is dit onderzoek van groot belang.

Een belangrijk deel van het werk van verpleegkundigen bestaat ook uit het geven van informatie over gezondheid en leefstijl, ziekte en behandeling. Dit heet GVO (Gezondheidsvoorlichting- en Opvoeding) of Gezondheidspromotie.

Een overzicht van specialisaties in nederland:

  • Ambulanceverpleegkundige ([1][2]), werkt als ambulancemedewerker.
  • CCU-verpleegkundige ([3]), werkt op de afdeling hartbewaking (Coronary Care Unit) en in het reanimatieteam.
  • Penitentiair verpleegkundige (of gevangenisverpleegkundige) ([4]), werkt in een gevangenisomgeving.
  • Wond- en decubitusverpleegkundige ([5]), gespecialiseerd in wond- en decubitusbehandeling.
  • Diabetesverpleegkundige ([6]), gespecialiseerd in diabeteszorg.
  • Dialyseverpleegkundige ([7]), gespecialiseerd in dialyse- en transplantatieproblematiek.
  • Gynaecologieverpleegkundige of Obstetrieverpleegkundige ([8]), gespecialiseerd in obstetrie en gynaecologie.
  • Kraamverpleegkundige - ([9]), gespecialiseerd in het verzorgen van zwangere en pasgeborende.
  • Kinderverpleegkundige - ([10]), gespecialiseerd in het verzorgen van kinderen.
  • Geriatrieverpleegkundige ([11]), houdt zich bezig met patiënten met geriatrische aandoeningen.
  • IC-verpleegkundige - ([12]), werkt op de intensive-careafdeling (IC) en is gespecialiseerd in het verzorgen en verplegen van ernstig zieke zorgvragers.
  • Incontinentieverpleegkundige - ([13]), gespecialiseerd in het begeleiden van zorgvragers met incontinentie,
  • Mammacareverpleegkundige - ([14]), gespecialiseerd in het begeleiden van mannen en vrouwen met borstkanker.
  • Oncologieverpleegkundige - ([15]), gespecialiseerd in het verzorgen van kankerpatiënten.
  • Operatieassistent / anesthesie medewerker ([16]), assisteert de chirurg of anaesthesioloog tijdens de operatie.
  • Psychiatrisch Verpleegkundige - ([17]), gespecialiseerd in het verzorgen van mensen met een psychiatrische aandoening.
  • Reanimatieteam - ([18]), gespecialiseerd in het handelen bij een hartaanval.
  • Stomaverpleegkundige - ([19]), gespecialiseerd in het verzorgen van zorgvragers met een stoma.
  • Spoedeisendehulpverpleegkundige - ([20]), gespecialiseerd in het verzorgen van zorgvragers die met spoed geholpen moeten worden.
  • Transferverpleegkundige - ([21]) zorgt voor een goede afstemming tussen de zorg in het ziekenhuis en de zorg thuis
  • MMT-verpleegkundige - ([22]), als lid van het Mobiel Medisch Team of traumateam om per helikopter ter plekke aan slachtoffers van ernstige ongevallen en rampen specialistische acute medische zorg te leveren.
  • Docent in de verpleegkunde ([23]), met een opleiding verpleegkunde en na verdere opleidingen is het mogelijk uiteindelijk zelf bij te dragen aan het opleiden van verpleegkundigen.
  • Praktijkopleider - ([24]), met een opleiding verpleegkunde nieuwe leerlingen en stagiaires begeleiden.
  • GGZ verpleegkundig specialist - ([25], [26], een verpleegkundige die zich met een master opleiding heeft gespecialiseerd in de geestelijke gezondheidszorg.

Opleiding

Eerste niveau

De opleidingen in Nederland en Vlaanderen lijken op elkaar. In beide landen is er sprake van twee niveaus verpleegkundigen. Het hoogste niveau wordt in Nederland niveau 5 (HBO) genoemd, in Vlaanderen Bachelor in de verpleegkunde, dat in Vlaanderen ook gekend is onder de oudere benamingen van gegradueerde verpleegkundige of het nog oudere A1-verpleegkundige. Die laatste is in dagelijkse praktijk de meest voorkomende benaming in Vlaanderen. Deze opleidingen, die worden gevolgd aan een hogeschool, hebben het internationale Bachelor-niveau en kunnen leiden tot de internationaal gebruikelijke graad Bachelor of Nursing(BN). Deze verpleegkundigen worden opgeleid om breed inzetbaar in de zorg te zijn. Meestal vervullen zij coördinerende taken. Binnen de opleidingen zijn differentiaties mogelijk, bijvoorbeeld voor intensieve zorg, psychiatrie en de zorg voor verstandelijk gehandicapten. Na de basisopleiding kan men zich specialiseren in bijvoorbeeld: hartbewaking, spoedeisende hulp, ambulanceverpleegkundige, kinderverpleegkundige.

Basisonderdelen van de opleiding Bachelor in de verpleegkunde in Vlaanderen (te studeren, ongeacht de specialisatie die men later kiest):

Tweede niveau

Het tweede niveau verpleegkunde-opleiding wordt in Nederland als niveau 4 (MBO+) beschouwd. In Vlaanderen is het een studierichting in het hoger beroepsonderwijs. Na voltooiing van deze studierichting is men gediplomeerd verpleegkundige. De verouderde benaming A2-verpleegkundige wordt in Vlaanderen nog veel gebruikt. In het laatste jaar van de opleiding kan men een specialisatie volgen: verpleegkundige in het algemeen ziekenhuis, verpleegkundige binnen de psychiatrische gezondheidszorg of verpleegkundige binnen de geriatrie. Deze opleidingen zijn over het algemeen meer praktijk gericht, in Nederland leiden ze meestal tot specialialisatie in één bepaalde richting van de zorg.

Vervolgopleidingen

Naast de niveau 4 en 5 opleiding is er de mogelijkheid voor verpleegkundigen om zich te specialiseren, de verpleegkundig specialist. Deze is erkend door de voormalige minister van Volksgezondheid, Welzijn & Sport, Hans Hoogervorst, benoemd in de Wet BIG artikel 14. De vraag is nog wie (welke opleiding) zich verpleegkundig specialist mag gaan noemen.

Verpleegkundigen niveau 5 kunnen na het volgen van de masteropleiding Advanced Nursing Practice, Nurse Practitioner (NP) worden. Deze gespecialiseerd verpleegkundige is werkzaam binnen een specifiek medisch deskundigheidsgebied. De bevoegdheden voor uitvoeren van medische handelingen is uitgebreid. Zo mag de nurse practitioner onder bepaalde voorwaarden een medische diagnose stellen en medicijnen voorschrijven. De Nurse practitioner verleent verpleegkundige zorg op expertniveau, richt zich op de toepassing van wetenschappelijk onderzoek in de zorg en deskundigheidsbevordering.

In Vlaanderen zijn vele specialisaties en vervolgopleidingen te volgen als bachelor-na-bachelor. Er kan een specialisatie in de verpleegkunde gevolgd worden na het basisdiploma Bachelor verpleegkunde, zoals geriatrische verpleging, neonatologie, intensieve zorgen, psychiatrische verpleging,...Men kan ook verder studeren tot Master in de verpleegwetenschappen.

Een academische opleiding in de verplegenswetenschapper (Master of Science Verplegingswetenschap) of in de ziekenhuiswetenschappen sluit ook aan bij het basisdiploma Bachelor in de verpleegkunde. Een academicus die vanuit een verpleegkundige wetenschappelijke invalshoek onderzoek kan doen en beleidsfuncties kan uitvoeren. Ook de didactiek van opleiding voor verpleegkundigen komt hier aan bod. De verplegingswetenschapper speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van Evidence Based Practice.

Nationale Samenwerking

In Nederland heeft de verpleegkundige beroepsgroep zich verenigd in V&VN. Ontstaan op 1 augustus 2006 uit de AVVV. Onderdeel van deze vereniging zijn de platforms waarin gespecialiseerd verpleegkundigen elkaar vinden. V&VN is tevens het nationale platform voor de verpleegkundige en verzorgende adviesraden.

Daarnaast zijn verpleegkundigen georganiseerd in de vakbonden ABVAKABO FNV, NU'91 en CNV Publieke Zaak.

Het nationale kenniscentrum voor verpleegkundigen is het Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging (LEVV). Dit centrum richt zich voornamelijk op deskundigheidsbevordering door voorlichting en informatievoorziening richting instellingen en individuele zorgverleners.

In Vlaanderen is er het NVKVV (Nationaal Verbond van Katholieke Vlaamse Verpleegkundigen en Vroedvrouwen) en de VVU (Vlaamse Verpleegunie).

Internationale Samenwerking

39 opleidingen uit 18 Europese landen zijn een samenwerkingsverband aangegaan in een netwerk. Dit netwerk heet het Florence Network. Drie Nederlandse en drie Belgische bachelor-opleidingen verpleegkunde maken deel uit van dit netwerk:

  • In Nederland: Haagse Hogeschool Den Haag - Hanze Hogeschool Groningen - Noordelijke Hogeschool Leeuwarden
  • In België: Katholieke Hogeschool Sint-Lieven, Aalst Sint en St-Niklaas - Katholieke Hogeschool Leuven - HogeschoolUniversiteitBrussel HUB te Brussel

Opsomming van verpleegtechnische handelingen

Sondevoeding toedienen, verzorgen maagsonde, verzorgen stoma, verzorgen blaaskatheter, verzorgen suprapubische katheter, medicijnen uitzetten/registreren/toedienen, injecteren (intramusculair, intracutaan, subcutaan, intraveneus), perifeer infuus inbrengen, lavementen toedienen, oplossingen en verdunningen maken, tracheacanule verzorgen, tracheastoma verzorgen, uitzuigen ('aspireren') van de keel, de mondholte en de onderste luchtwegen (Bronchiaal Toilet), zuurstof toedienen, aerosol toedienen, bloed en bloedproducten toedienen, wondverzorging, hechtingen verwijderen, tampons verwijderen, wonddrains verwijderen, lichaamstemperatuur regelen, parenteraal vloeistoffen toedienen, katheteriseren van de blaas, maagsonde inbrengen, een ECG afnemen en interpreteren, observatie van personen met continue monitoring, toezicht houden op spuitpompen, orgaanspoelingen uitvoeren, venapunktie, hielprik, monsters verzamelen, reanimeren.

In België (Vlaanderen) zijn de verpleegkundige handelingen ondergebracht in 3 verschillende categorieën:

  • A-handelingen:

Omvat vooral de observaties van de patiënt op fysisch, psychisch, sociaal vlak die bijdragen tot het stellen van een medische diagnose door de arts of verpleegkundige diagnosen door de verpleegkundige + het onder zijn hoede nemen van gezonde en/of zieke personen en handelingen verrichten die bijdragen tot het behoud, verbetering of het herstel van de gezondheid.

  • B-handelingen:

B1-handelingen: Dit zijn verpleegkundige handelingen die zonder voorschrift van de arts mogen uitgevoerd worden.

B2-handelingen: Dit zijn verpleegkundige handelingen die enkel op voorschrift van de arts mogen uitgevoerd worden in functie van de medische diagnose en behandeling vb. start intraveneuze antibioticakuur.

  • C-handelingen:

Dit zijn toevertrouwde medische handelingen bv. het toedienen van cytostatica.

Recht

In Nederland is 'verpleegkundige' een bij wet beschermde beroepstitel en mag als zodanig alleen worden gebruikt door mensen die een erkende opleiding hebben genoten. Verpleegkundigen zijn geregistreerd in het BIG-register. Zij vallen onder het tuchtrecht en kunnen ter verantwoording worden geroepen voor het tuchtcollege. De handelingen die alleen voorbehouden zijn aan verpleegkundigen (en andere beroepsgroepen in de gezondheidszorg) zijn beschreven in de Wet BIG.

Twee andere wetten belangrijk binnen de verpleegkundige zorgverlening is de WGBO en de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector.

In België (waar Vlaanderen toe behoort) is het gebruik van de titel beschermd geworden door de wet van 15 november 1946 tot de bescherming van de titels van verpleger en verpleegster. Wie na de afkondiging van deze wet van 15 november 1946 de titel van verpleger of verpleegster wilde gebruiken, was verplicht om eerst een opleiding tot verpleegkundige te volgen.

Wat in Nederland onder de benaming van verpleegtechnische handelingen is gekend, noemt in Vlaanderen de technische verpleegkundige verstrekkingen en toevertrouwde handelingen. De personen die geen opleiding tot verpleegkundige hadden gevolgd en die wel technische verpleegkundige verstrekkingen en / of toevertrouwde handelingen verrichten waren toen nog niet strafbaar bij wet.

De wet van 20 december 1974 betreffende de uitoefening van de verpleegkunde bracht hier verandering in. Deze wet regelde onder andere de professionele relatie tussen de artsen en de verpleegkundigen. Maar wat nog belangrijker was, was dat deze wet ook bepaalde dat er bij koninklijk besluit een lijst van technische verpleegkundige verstrekkingen en toevertrouwde handelingen zou vastgesteld worden

Deze lijst is uiteindelijk vastgesteld in het koninklijk besluit van 18 juni 1990 houdende vaststelling van de lijst van de technische verpleegkundige verstrekkingen en de lijst van de handelingen die door een arts aan beoefenaars van de verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd, alsmede de wijze van uitvoering van die verstrekkingen en handelingen en de kwalificatievereisten waaraan de beoefenaars van de verpleegkunde moeten voldoen.

De bepalingen van de wet van 20 december 1974 betreffende de uitoefening van de verpleegkunde zijn naderhand door de Belgische wetgever opgenomen geweest in het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.

In België is het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967, samen met het voornoemd koninklijk besluit van 18 juni 1990, de voornaamste wetgeving die een verpleegkundige bij het beoefenen van zijn of haar beroep moet respecteren.

Geschiedenis

Vrouwen werkzaam binnen de zorg gedurende de periode 1850 - 1966 werden verpleegster genoemd. De mannelijke variant is '"verpleger'". De term duikt voor het eerst op in de negentiende eeuw. Tijdens deze periode neemt de medische wetenschap een grote vlucht. Tal van medisch ontdekkingen worden gedaan. Hiermee groeit het aantal ziekenhuizen en de vraag naar personeel om voor de patiënten te zorgen. Door de réveil en de opkomst van de vrouwenemancipatie nam de belangstelling van vrouwen uit voornamelijk de midden-klasse voor de zorg toe. De eerste opleidingen verschenen. Florence Nightingale speelde hierbij een belangrijke rol.

Er werden aan een verpleegster specifieke - voornamelijk "moederlijke" - eisen gesteld: zelfopoffering, dienstbaarheid, gehoorzaamheid, toewijding, onderdanigheid (in het ziekenhuis vooral aan de man in de rol van arts) en trouw. Het is het beeld van de verpleegster als de verlengde arm van de arts. De verpleegster voert uit wat de arts voorschrijft. Naar de patiënt toe had zij de rol van "moeder". Tijdens een nachtdienst bleef zij bijvoorbeeld op de ziekenzaal om te waken, midden tussen de patiënten.

Een van de belangrijkste kenmerken van een verpleegster is dat zij haar werk deed vanuit een roeping. Dit in tegenstelling tot de verpleegkundige die het werken in de zorg ziet als een professie met een eigen deskundigheidsgebied.

Omdat de zorg toen nog voornamelijk in handen was van geestelijken werd een verpleegster of verpleger door een patiënt aangesproken als zuster of broeder.

Scholen

Scholen met de opleiding verpleegkund(ig)e in Nederland:

Scholen met de opleiding verpleegkund(ig)e in Vlaanderen:

Zie ook