Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Typografie

Uit Wikisage
Versie door Tjako (overleg | bijdragen) op 8 sep 2008 om 23:48 (bron: http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Typografie&oldid=13086898 voor eerdere bewerkers zie aldaar)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Typografie (van het Griekse τύπος ofwel: 'tupos' = 'slag, vorm, afdruk'; en γράφειν ofwel 'graphein' = 'schrijven'), behelst het zetten, drukken en vormgeven van teksten, zowel voor functionele als esthetische doeleinden.

Om deze doeleinden te verwezenlijken speelt de opmaak van tekstblokken, de bladspiegel en de keuze van lettertypen, vette en cursieve varianten, witruimte en interpunctie een belangrijke rol.

Oorspronkelijk was het belangrijkste medium voor de typografie het boek. Anders dan voor boeken is typografie tegenwoordig niet weg te denken van formulieren, webpagina's, interactieve cd-roms, reclameteksten of waarschuwingsborden. Typografie dient rekening te houden met het medium en doel van de geschreven teksten. Deze stellen verschillende eisen voor leesbaarheid en opvallendheid.

Toepassing van typografie

Typografie houdt zich bezig met tekstuele vormgeving, en wordt in de meeste gevallen toegepast om het doel en de inhoud van een tekst te ondersteunen. Een tekst moet bijvoorbeeld prettig leesbaar zijn. Daarom worden teksten in boeken en kranten vaak uit een lettertype met schreef gezet, maar op het beeldscherm juist vaak met een schreefloos lettertype zoals Verdana of Tahoma opgemaakt.

Voor een reclame- of waarschuwingsbord is het van belang dat woorden opvallen door ze met felle kleuren te accentueren. In een lange tekst wordt het juist als storend wordt ervaren wanneer er vetgedrukte woorden uitspringen en wordt bij voorkeur cursivering gebruikt om de lezer te attenderen.

Ook met andere zaken die de leesbaarheid van een tekst beïnvloeden houdt typografie zich bezig. Bijvoorbeeld het gebruik (doelgroep) en de indeling van een pagina. De typograaf let op:

  • de zetbreedte (regellengte): de breedte van een tekstblok of kolom. De typograaf let daarbij op het maximum aantal tekens of woorden per regel. Bij een tekst met te lange regels moet het oog van de lezer namelijk een te grote afstandssprong maken van het eind van de regel naar het begin van de volgende. In het algemeen worden maxima gehanteerd van gemiddeld ca. 85 tekens (inclucief spaties en leestekens) of van gemiddeld twaalf woorden.
  • de diverse lettergroottes (corpsen) en -soorten. Door een combinatie daarvan (naast onder andere kleurgebruik) kan de typograaf de diverse tekstelementen visueel onderscheidend maken en daarmee de inhoudelijke hiërarchie goed visualiseren en ordenen. Letterfamilies bestaan uit diverse lettersoorten, meestal minimaal romein (normaal), vet, cursief en vet-cursief. Er zijn ook uitgebreide letterfamilies, die dan bijvoorbeeld als extra lettersoort vet-cursief, halfvet, extra vet, versmald en verbreed hebben.
  • de interlinie: het wit tussen twee regels.
  • de regelafstand: de grootte van de letter (het corps) opgeteld bij de grootte van de interlinie. (Voorbeeld: corps 10 punt + 4 punt interlinie geeft een regelafstand van 14 punt.)
  • de woordspaties: het wit (de ruimte) tussen twee woorden.
  • het gebruik van kapitalen (hoofdletters) en onderkast (kleine letters als deze)
  • de letterspatiëring: het wit tussen de letters onderling
  • de leestekens
  • de gebruikte letterfamilie(s) (lettertypen).
  • het vaste (verticale) tussenwit (bij meerdere kolommen)
  • het bijeenblijven van inhoudelijke 'eenheden'

Om een bekend voorbeeld te geven: de staartregel van een alinea die niet alleen boven aan een pagina mag staan (het zgn. 'hoerenjong'). Zo bestaat er onder andere ook de 'wees' of de 'weduwe' (uit het Engels: the 'widow'). Deze termen staan beiden voor de eerste regel van een alinea die alleen staat onderaan een pagina.

Voor woordenboeken of kranten, waar ruimte schaars is, worden er opzettelijk smalle lettertypen uitgezocht, waardoor het papier efficiënter benut kan worden. De marges worden dan uiteraard ook klein gehouden. Een voorbeeld is de Lexicon (Bram de Does, 1992), die wordt gebruikt in de krant NRC Handelsblad en het woordenboek de Dikke Van Dale.

Sommige aspecten en gewoontes van de typografie zijn universeel: te lange regels, te weinig interlinie en te kleine woordspaties lezen niet prettig. Andere gewoontes zoals het gebruik van aanhalingstekens en gedachtestreepjes verschillen van tijd tot tijd en van land tot land en daarbinnen nog weer van publicatie tot publicatie.

Geschiedenis

Sinds de uitvinding van het schrift heeft men zich bezig gehouden met een vorm van typografie. In het westen is dit het duidelijkst geworden nadat Johann Gutenberg de boekdrukkunst introduceerde. Zijn eerste boeken proberen een evenwichtige bladspiegel te maken door het zorgvuldig uitkiezen van ligaturen en afkortingen, zoals die destijds ook in handschriften gebruikt werden.

De methode die Gutenberg gebruikte, namelijk losse houten letterstaafjes die een drukker (in hoog- of boekdruk) in een matrijs plaatste, is een methode die ruim vijf eeuwen lang is toegepast en waarbij vele conventies ontwikkeld zijn die ook in modernere technieken nog terug te vinden zijn.

De drukkunst heeft vele innovaties gekend, zoals de vlakdruk (offset), de rotatiepers, de zetmachines van Monotype en later Linotype, en heden ten dage de PC. Deze laatste maakt het voor eenieder mogelijk zelf teksten op te maken en de rol van typograaf te vervullen. Veel mensen gebruiken het tekstverwerkingsprogramma Word, WordPerfect of Writer waar ze zelf talloze mogelijkheden hebben om teksten van verschillende lettertypen, kleuren en vormen te voorzien. Andere typografische systemen zijn TeX en LaTeX, voornamelijk voor het opmaken van wetenschappelijke teksten gebruikt, en professionele opmaakprogramma's zoals QuarkXPress, Adobe InDesign en Framemaker.

Typografische eenheden

Zie Typografische eenheid voor een uitgebreider overzicht.

Binnen de typografie zijn verschillende maatsystemen in gebruik. Verwarrend genoeg worden ze alle drie uitgedrukt in 'punten', een lettertype kan bijvoorbeeld 12-punts groot zijn. (Men spreekt dan van 'corps 12'.) Ook zijn ze alle drie geënt op een twaalfdelig stelsel.

Het klassieke Europese systeem is gemaakt door de Fransman François-Ambroise Didot en dit stelsel omvat onder meer de cicero en augustijn. De punt in dit stelsels is 0,376 mm. 1 Didot of Augustijn bestaat uit 12 punten.

Het stelsel dat in de Angelsaksische wereld wordt gebruikt, heet Pica. 1 Picapunt is 0,35146 millimeter (dus iets kleiner dan de Didot of Augustijn). Dit betekent dat er 72,27 punten in een inch gaan. 1 Pica bestaat uit 12 punten.

Met de komst van de computer en de invoering van PostScript is er nog een derde punt geïntroduceerd, gebaseerd op de Angelsaksische punt, maar nu afgerond zodat er precies 72 punten in een inch gaan, deze punt is dus de grootste van de drie typografische maatsystemen.

Voorts wordt er ook met het metrieke stelsel en met inches gewerkt.

Nederlandse typografen

Gerelateerde artikelen

Externe link

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  • Boek. Over het maken van boeken
    H. van Krimpen
    Van Loghum Slaterus / Gaade, 1966 / 1986
  • Tekstwijzer
    K.F. Treebus
    SDU Uitgeverij, 1990
    ISBN 90-12-06634-4
  • The Elements of Typographic Style v. 3.0
    Robert Bringhurst, Hartley & Marks
    ISBN 0-88179-206-3
rel=nofollow