Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Tolo Saryusz Makowski

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Witold Arthur Wladislaw Saryusz Makowski (Sint-Petersburg, 1912 - Den Haag, 1995) was een Poolse diplomaat en Engelandvaarder. Hij werd Tolo genoemd.

Tolo werd in Sint-Petersburg geboren. Zijn vader was de Poolse professor Arnold Saryusz Makowski , die van 1920-1943 als hoogleraar was verbonden aan het Geologisch Instituut van de Vrije Universiteit in Warschau. Tolo's vader was zeer bevriend met Józef Piłsudski, beiden waren lid van de Poolse Socialistische Partij en hadden in 1899 en 1901 in de gevangenis gezeten. Daarna zetten ze zich in voor de strijd van een vrij Polen.

Tolo was reserve-officier der cavalerie bij het 22ste Ulanen Regiment in Brody van 1932-1939. Hij studeerde in die jaren ook economie aan de universiteit in Warschau. Na zijn studie ging hij in 1938 werken bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en werd hij diplomaat. Zijn eerste post was Leipzig en in de zomer van 1939 werd hij vice-consul in Amsterdam.

Terwijl zijn echtgenote in Den Haag bleef, vertrok Tolo naar Frankrijk, waar hij zich aanmeldde bij het Polish Army Camp in Coetquidan. Daar was kolonel Maczek bezig een Poolse divisie op te richten die later uitgroeide tot de 1ste Poolse Pantser Divisie, die meehielp Breda te bevrijden in oktober 1944. Tolo reisde in opdracht van de Poolse Inlichtingendienst als verbindingsman regelmatig terug naar Den Haag en hield de Amerikaanse en Britse diplomaten zo van alle vorderingen op de hoogte. Tijdens één van deze bezoeken brak de oorlog uit, waarna hij niet meer terug naar Parijs kon gaan.

Oorlogsjaren

Tolo voelde zich in Nederland niet veilig. Hij bezocht wederom de Amerikaanse ambassade waar hij contact had met majoor Colbert. Op 9 september kreeg Tolo te horen dat hij moest verhuizen en minimaal 15 km van de kust af moest gaan wonen. Hij vertrok naar Amsterdam. Daar ontmoette hij advocaat Boelen, die een Poolse echtgenote had en voorzitter was van het Comité Polen-Nederland. Hierdoor kreeg hij wat financiële ondersteuning.

Mevrouw Boelen bracht Tolo in contact met verzetsorganisatie Vrij Nederland. In februari 1941 werden veel mensen gearresteerd en werd het tijd om Amsterdam te verlaten. Tolo dook eerst onder in Noord-Brabant maar wilde naar Schotland gaan en zich bij de Poolse troepen aanmelden. Met luitenant Pim van Doorn en cadet Du Pon vertrok hij in de nacht van 18 op 19 april in een kano vanuit Katwijk, maar er stak een storm op; de Katwijkse vissersboot KW 32 redde hen en bracht de heren naar IJmuiden.

In Amsterdam was inmiddels een proces gestart tegen de 25 opgepakte leden van Vrij Nederland. Acht mannen waren ter dood veroordeeld, de anderen kregen gevangenisstraf. Boelen wist dat niemand Tolo's naam genoemd had.

Het was tijd voor een tweede poging om naar Engeland te gaan. Met Frederik Kragt vertrok hij te voet naar Frankrijk. Ze bereikten onbezet Frankrijk, maar werden in de trein opgepakt en geïnterneerd in fort Chapely bij Lyon. Met vijf studenten ontsnapte hij en hij besloot naar Den Haag terug te keren waar hij op 29 december 1941 aankwam. Hij trok tijdelijk in bij zijn aanstaande schoonvader.

Op 8 april 1942 werd hij in Amsterdam door de Gestapo uit zijn bed gelicht en naar het Oranjehotel gebracht voor verhoor. Van Piet van Blockland hadden ze over zijn reis naar Frankrijk gehoord. Drie maanden later werd hij naar Kamp Amersfoort overgeplaatst. Op 14 augustus 1942 werd hij vrijgelaten. Later bleek dat hij door een Duitser herkend was omdat hij in 1936 als reserve met het Poolse springruiterteam naar de Olympische Zomerspelen in Berlijn was geweest.

Tolo dook onder op een kleine boerderij bij Deurne. Nadat hij hersteld was vond hij werk bij Philips in Venlo. In december trouwde hij met Mary Ann van der Straaten. Ze woonden in Deurne en raakten betrokken bij een organisatie die onderduikers en gestrande militairen hielp. Nadat op 29 februari 1944 een jachtvlieger een noodlanding in Son maakte, nam hij de Poolse piloot Erazm Nardzinski enkele maanden in huis. Daarna reisde de piloot via Frankrijk naar Engeland, waar hij na de oorlog bleef wonen.

Deurne werd op 24 september door de 11de Engelse Pantserdivisie bevrijd. Tolo's huis brandde die dag af. Enkele weken later beviel Mary Ann van hun zoon Jerzy. Tolo vertrok naar Lille, waar Poolse militairen zich verzamelden om naar Engeland te gaan. In het najaar meldde hij zich in Schotland bij de First Polish Division, en in april 1945 werd hij ritmeester en verbindingsofficier het 30th Corps.

Na de oorlog

Na de demobilisatie kwam hij terug in Den Haag, waar hij van zijn schoonvader een baan kreeg bij de British Iron & Steel Corp. Ltd. In 1950 kreeg hij de Nederlandse nationaliteit.

Tolo werd voorzitter van de Bond van Poolse Oud-strijders in Nederland.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow