Taurine

Taurine of 2-aminoëthaan-sulfonzuur is een organisch zuur met een sulfonzuurgroep en een aminogroep. Taurine is een aminosulfonzuur en geen aminozuur en kan daarom geen peptide0n vormen. Het wordt in de stofwisseling geproduceerd als een afbraakproduct van het aminozuur cysteïne.

Geschiedenis

Taurine werd in 1827 geïsoleerd uit ossengal door de scheikundige Leopold Gmelin en de anatoom/fysioloog Friedrich Tiedemann. Zij gaven het eerst de naam gal-asparagine. Het is aanwezig in gal als taurocholisch zuur, een cholzuuramide waaruit het door zure hydrolyse kan vrijkomen. De term taurine is afgeleid van het Griekse woord tauros voor ’stier’ en werd voor het eerst genoemd in de vakliteratuur in 1838.

Onder de weinige duidelijk gedefinieerde taken van taurine in de stofwisseling zijn de vorming van galzuurconjugaten, het beïnvloeden van signaaloverdracht en de potentiële rol in de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel en de hartfunctie. Taurine stimuleert de instroom en membraanbinding van calcium. Het ondersteunt ook de beweging van natrium en kalium door het celmembraan. De stabilisatie van het membraanpotentiaal die hiermee wordt ondersteund, toont een toename van de contractie en een antiaritmisch effect op het hart. Taurine is een krachtige antioxidant en kan weefsel beschermen tegen oxidatieve schade. Een lage intramusculaire taurine concentratie is kenmerkend voor chronisch nierfalen.[8] Een tekort aan taurine leidt tot immuunsysteemstoornissen in het menselijk lichaam.

In dierproeven is ook aangetoond dat taurine een ontstekingsremmend effect heeft.[9] Taurine depletie in weefselpools, vooral in longweefsel, leidt tot ontsteking. Onderzoekers van de School of Pharmacy van de Universiteit van Londen ontdekten dat taurine de leverschade veroorzaakt door alcohol kan verminderen.[10] In een studie met duursporters kon geen prestatiebevorderend effect worden aangetoond.[11] Soms wordt een placebo-effect verondersteld[12].

In dierproeven met ratten verlaagde taurine de bloeddruk en leidde tot levensbedreigende hypernatremie bij toediening van zout.[13] Bovendien versnelde het de stofwisseling door het beïnvloeden van de insulinespiegels[14], wat het versterkende effect van taurine in energiedranken zou kunnen verklaren, waarin het een van de belangrijkste componenten is naast cafeïne en suiker. Men kan (250 ml) van de energiedrank Red Bull, bijvoorbeeld, bevat 1000 mg (= 1 g) taurine.[15] De insuline-invloedende eigenschappen van taurine op de stofwisseling konden echter niet worden bevestigd bij de mens.[16] Er is bewijs dat taurine moet worden toegediend bij nierinsufficiëntie en longontsteking.8] Andere studies lijken te suggereren dat taurine bevattende energiedranken vermeden moeten worden bij nierinsufficiëntie. 17] Exogene taurine inname kan ook nuttig zijn in bepaalde metabole toestanden bij cystische fibrose. 18] Andere studies suggereren dat een extra taurine inname van 6 g taurine per dag over een periode van één week de capaciteit tijdens de training kan verhogen. 19]