Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Stijlfiguur

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

Een stijlfiguur of stijlmiddel is het gebruik van taalelementen zoals woorden, woordgroepen, of klanken, die (volgens de retorica) als creatieve middelen om de tekst of toespraak te verfraaien (welsprekendheid of elocutio), een effect te bereiken, de aandacht van de lezer of toehoorder trekken, hem/haar op een belangrijk punt wijzen, en zo uiteindelijk de doelstelling van de toespraak bereiken; en ook (volgens de literatuurwetenschappen) de taalkundige verschijnselen in de uiterlijke vorm of in de innerlijke structuur van een tekst, waardoor de bedoeling gaat afwijken van de letterlijke betekenis.

De vier basiscategorieën met betrekking tot de vorming van alle stijlfiguren zijn

  • toevoeging (adiectio), ook wel in de vorm van herhaling; uitbreiding
  • weglating (detractio), verkorting
  • overdracht (transmutatio) of transfer
  • permutatie (immutatio), switching, uitwisseling, vervanging

Deze vier werden onderscheiden door klassieke retorici, en dienen nog steeds om de verschillende stijlfiguren te omvatten. Oorspronkelijk werden deze in het Latijn de vier bewerkingen van de quadripartita ratio genoemd.

Of iets als stijlfiguur of stijlfout wordt beschouwd, hangt er enerzijds van af of de schrijver of spreker het bewust gebruikte om een bepaald doel te bereiken; of dat het anderzijds een storend element is, dat niet bijdraagt tot het doel van een tekst.

Benamingen

Honderden stijlmiddelen die in de retorica, poëzie en taalwetenschap gebruikt worden, werden reeds systematisch beschreven in de Grieks-Romeinse Oudheid, bijvoorbeeld door Cicero en Quintilianus. ) honderden stijlfiguren en geleerden hebben hun namen toegeschreven, en vervolgens probeerde te classificeren ( Fontanier , Dumarsais ).

Veel van deze stijlfiguren hebben dan ook nog steeds Griekse of Latijnse namen. In enkele gevallen zijn begrippen uit het Frans, Engels of andere talen overgenomen.

Soms worden benamingen bijna als synoniemen gebruikt (bijvoorbeeld pleonasme en tautologie); soms heeft een begrip verschillende betekenissen naargelang het gevolgde systeem (bijvoorbeeld katachrese). De grens tussen gelijkaardige stijlfiguren is soms erg subtiel (bijvoorbeeld tussen metafoor, metonymie en synecdoche).

De moderne taalkunde vernieuwde de studie van de stijlmiddelen, stelde nieuwe criteria voor de identificatie en classificatie voor, die op hun beurt gebaseerd waren op de stijl, op de psycholinguïstiek of op de pragmatiek. De mechanismen van de stijlfiguren zijn het onderwerp van neurolinguïstisch en psychoanalytisch onderzoek.

Auteur

Het woord auteur (Latijnse auctor, auctoris) komt etymologisch van „verhoger, verheffer”. De auteur „verheft” een tekst door het gebruik van stijlfiguren. Dit kan het gebruik van figuratieve taal inhouden, waardoor de schrijver de woorden in een nieuwe betekenis „verheft”. Andere stijlfiguren hebben betrekking op het ritme van de tekst, op de zinsbouw of de herhaling.

Functies

Door hun originele vorm verrijken stijlfiguren een concept. Metaforen (bijvoorbeeld: „Dit boek is een juweel”) werken veel suggestiever dan een mededelende zin (bijvoorbeeld: „Dit is een heel mooi boek”), omdat ze de geest (het denken) aanspreken; stijlfiguren kunnen tegengestelden verenigen in een oxymoron („Het overbodige is heel noodzakelijk”, Voltaire), een grappig effect veroorzaken met een zeugma („nemen wij afscheid en de laatste trein”, Gerrit Achterberg,[1] kan met klanken spelen zoals de alliteratie, of een puur esthetisch doel hebben, zoals woorden die als anadiplose worden herhaald.

Zie ook

rel=nofollow