Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Stedelijke Academie voor Schone Kunsten (Lier): verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Stedelijke_Academie_voor_Schone_Kunsten_(Lier)&oldid=46022994 Schilderij 15 feb 2016)
(start overzetting)
Regel 29: Regel 29:


De lokalen aan de Vismarkt werden te klein om zowel de muziekacademie als de tekenacademie te herbergen. Daarom verhuisde de tekenacademie in 1989 naar de door de stad Lier aangekochte Becquevortkazerne aan de Koepoortstraat.<ref>[https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/10467 Inventaris Onroerend Erfgoed] id.erfgoed.net</ref>
De lokalen aan de Vismarkt werden te klein om zowel de muziekacademie als de tekenacademie te herbergen. Daarom verhuisde de tekenacademie in 1989 naar de door de stad Lier aangekochte Becquevortkazerne aan de Koepoortstraat.<ref>[https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/10467 Inventaris Onroerend Erfgoed] id.erfgoed.net</ref>
=== De academie in de achttiende eeuw ===
In oktober werd opgericht in 1793 als “ eene schole van teekening in de architecture oft bouwkonst”. Een dertigtal leerlingen volgde les in het bovenlokaal van “ Den Eiken Boom”. Toen in 1798 de Fransen het gebouw verkochten werd de school tijdelijk naar de bovenzalen van het [[stadhuis (Lier)|stadhuis]] overgebracht, nadien op de verdieping van [[Vleeshuis (Lier)|het Vleeshuis]].


== Directeurs ==
=== De academie in de negentiende eeuw ===
In 1807 werd de school een officiële instelling onder de benaming van Stedelijke Academie voor Schone kunsten. In 1820 telde de Academie 90 leerlingen en twee leraars.
Het leerprogramma omvatte twee afdelingen: de cursus tekenkunde met aanverwante vakken en de cursus bouwkunde die in hoofdzaak bedoeld was voor de opleiding van degelijke ambachtslieden. De leerlingen genoten kosteloos onderwijs.
In 1864 bleek de school te klein: het aantal leerlingen was tot 340 gestegen en er moesten er nog veel geweigerd worden.De klas bouwkunde werd voorlopig ondergebracht in twee zalen van een stadslokaal in de Mechelsestraat . De zomercursussen georganiseerd van 15 maart tot einde juni, hadden meer succes dan de wintercursussen, die startten begin oktober.
1865 was een jaar van een grondige hervorming van het leerprogramma. De leergangen omvatten een voorbereidende klas, lager, middelbaar en hoger onderwijs.
Het probleem van huisvesting raakte pas opgelost in 1878, toen de school werd overgebracht naar het verbouwde oud gasthuis aan de Berlaarsepoort.
De tekenschool beschikte over acht klaslokalen en een galerij voor plaasteren beelden. Het leerlingenaantal steeg, lagere en middelbare graad werden volledig ingericht.
Het middelbaar omvatte: schilderkunst, beeldhouwkunst met toepassing op de ambachten en bouwkunde.
 
=== De academie in de twintigste eeuw ===
In oktober 1914 werden de gebouwen totaal verwoest, maar reeds op 6 december 1914 werd de school heropend in de lokalen van de kazerne Nazareth in de Blokstraat.Zelfs in de oorlogsjaren werden de lessen regelmatig gegeven en druk bijgewoond.
De beeldengalerij en de bibliotheek werden uitgebreid. Na de oorlog werd de kazerne door het Belgisch leger opgeëist en werd de school voorlopig overgebracht naar de turnzaal van de verwoeste normaalschool aan de Berlaarsestraat. Toen in 1922 de normaalschool ontruimd moest worden verhuisde de academie naar de eigendom Kahn, gelegen aan de Tramweglei.
In 1928 werd de driejaarlijkse cursus tekenkunst voor kantwerksters opgericht. Het aanvankelijk succes, 45 inschrijvingen, was echter tijdelijk.
In 1933 verhuisde de school opnieuw- definitief, werd gezegd- naar het voormalige [[Sint-Gummaruscollege (Lier)|St.-Gummaruscollege]] aan de Vismarkt. De lokalen moesten gedeeld worden met [[Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans (Lier)|Muziekschool]]. Nadat het gebouw tijdelijk was opgeëist tijdens de mobilisatie en het in mei 1940 voor een deel beschadigd werd door het opblazen van de Aragonbrug, werden de lessen hervat in 1941.
Het lessenpakket groeide maar de school ondervond concurrentie van het technisch onderwijs. In 1953 werd de academie door het Ministerie van Cultuur als zodanig erkend.
Het jeugdatelier, de kant- en weefklassen werden gevestigd in de lokalen van de stadsschool in de Abtsherbergstraat. De afdeling monumentale kunsten verhuisde naar het oud politiebureel in dezelfde straat en de beeldhouwklas keerde terug naar de Blokstraat. In [[Koningshooikt|Koningshooikt]] werd een bijafdeling opgericht. De etalagecursussen uit de jaren 60 groeiden uit tot de [[kunsthumaniora]] met volledig leerplan, opgericht in 1979.
Vier jaar later splitste de kunsthumaniora zich af van het [[deeltijds kunstonderwijs]]. In hetzelfde jaar, 1983, verhuisden het atelier kant- en weefkunst naar het oude belastingskantoor in de Antwerpsestraat. Dringend moest - opnieuw wegens plaatsgebrek – uitgekeken worden naar een andere bestemming. De Becquevortkazerne kwam leeg te staan, zelf een gebouw met een rijke geschiedenis: klooster sedert de 15e eeuw, school, spinnerij van de fabriek, de Heyder, kazerne, archief.
In 1989 verhuisden als eersten de beeldhouwers, twee jaar later de weef- en kantateliers.
Ondertussen was ook 1990 een jaar van grote hervormingen waarbij o.a. het oriëntatiejaar werd afgeschaft en de huidige leergangen werden ingericht.
In 1991 werd in [[Broechem|Ranst]] een filiaal opgericht. In 1992 verhuisden de ateliers schilderkunst en de avondklas tekenkunst naar de Koepoortstraat.
De klas monumentale kunsten werd stelselmatig afgebouwd. In 1994 werd de optie architectuurtekenen afgeschaft. In 1995 verhuisde het secretariaat.
Dagcursussen tekenen en schilderen, avondcursussen kant werden opgericht.
Het schoolgebouw werd grondig gerenoveerd en uitgerust met lift, tuin en 2 parkings.
In 1998 werden 2 extra lokalen voor het jeugdatelier ingericht in het annex gebouw in de Koepoortstraat. Het atelier voor de opleiding ''Vrije Grafiek'' wordt verder uitgerust met een vlak- en hoogdrukpers.
Het leerlingenaantal neemt alle jaren toe: verschillende ateliers worden ontdubbeld. In het filiaal Ranst wordt de programmatie uitgebreid met een optie ''tekenkunst'' in de hogere graad en de specialisatiegraad én een extra opleiding ''initiatie tekenen en schilderen'' in de middelbare graad voor volwassenen.
 
=== De academie in de eenentwintigste eeuw ===
In 2002 wordt een leraar als ICT-coördinator aangesteld. In 2003 breidt de programmatie van de middelbare graad jongeren in Lier uit met een optie digitale beeldvorming. Naast het digitaal atelier worden ook andere ateliers voorzien van een internetaansluiting.
In samenwerking met de vereniging zonder winstoogmerk ''Vrienden van de Academie voor Schone Kunsten'', de stedelijke musea, de stedelijke jeugddienst, de stedelijke dienst welzijn en de lagere scholen organiseert de academie workshops. Ook externe lesgevers worden gecontacteerd en ingezet in het programma met leerplan.
In 2006 wordt de optie ''mode en theaterkostuums'' in de hogere graad opgericht.
In 2009 merkt men voor het eerst een daling in het voordien stijgende aantal leerlingen: van 943 naar 870 leerlingen. Besparingsmaatregelen van overheidswege maken bijvoorbeeld een einde aan het immer blijven overzitten van de leerlingen in de verschillende graden. Vanaf dan mag een leerling slechts éénmaal per graad overzitten. Andere besparingsmaatregelen zoals een stop op het programmeren van nieuwe filialen en opties maken de ambitie om te groeien onmogelijk in de komende jaren.
In 2015 werd in [[Malle|Oostmalle]] een filiaal opgericht, na aanvraag van een afwijking van de programmatiestop. In 2016 opent op 11 juni het nieuwe atelier voor de opleiding keramiek.
 
== Aanbod anno .... ==
Vooreerst bestaat de structuur in het deeltijds kunstonderwijs uit vier graden met verschillende opties.
 
# '''Lagere graad''' (vanaf 6 jaar tot 12 jaar) = ''jeugdateliers''
## Algemene Beeldende Vorming
# '''Middelbare graad''' (vanaf 12 jaar tot 18 jaar) = ''jongerenateliers''
## Algemene Beeldende Vorming (''waarnemingstekenen, vormstudie en kleurstudie'')
## Digitale Beeldvorming (''waarnemingstekenen en digitale beeldvorming'')
## Beeldverhaal (''waarnemingstekenen, vormstudie en beeldverhaal'')
# '''Middelbare graad''' (vanaf 18 jaar) = ''volwassenenateliers''
## Initiatie tekenen en schilderen (''waarnemingstekenen, vormstudie en kleurstudie'')
## Digitale Beeldvorming (''waarnemingstekenen en digitale beeldvorming'')
# '''Hogere graad''' (vanaf 18 jaar) telkens met het verplichte opleidingsonderdeel ''kunstgeschiedenis''
## Tekenkunst
## Schilderkunst
## Beeldhouwkunst
## Vrije Grafiek
## Liers Kantwerk
## Fotokunst
## Mode & Theaterkostuums
## Keramiek
# '''Specialisatiegraad''' (na een hogere graad) telkens met een verplicht keuzevak uit de andere disciplines
## Tekenkunst
## Schilderkunst
## Beeldhouwkunst
## Vrije Grafiek
## Liers Kantwerk
## Keramiek
 
Daarnaast organiseert de academie in samenwerking met de ''Vrienden van de Academie voor Schone Kunsten'' workshop zoals aquarel, mixed media, boekbinden, striptekenen, cultuurklassen voor basisscholen, artistieke teambuildingsmomenten voor organisaties enz.
 
== Bestuur ==
 
Binnen de stedelijke structuren hoort het kunstonderwijs onder de vleugels van het departement ''Uit in Lier''. Met leidinggevende van het cultuurdepartement, Lyco Vaes, zetten de directeurs van de beide academies samen met de andere teamleiders van dit departement een dynamisch en artistiek cultuurbeleid in Lier op poten. De politieke bevoegdheid van dit departement ligt bij de schepen van ''cultuur'' en ''onderwijs'', Ivo Andries. Het spreekt voor zich dat de Stad Lier er toe bijdraagt om de beide academies - [[Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans (Lier)|muziekschool]] en de tekenschool in de volksmond - ten volle te steunen bij de doelstellingen. De stad Lier is de ''Inrichtende Macht'' van de academies.
 
De salarissen van leerkrachten, administratieve personeelsleden en directeurs worden rechtstreeks betaald door het Vlaamse Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) van het departement Onderwijs & Vorming van de Vlaamse gemeenschap. Ook de verificatie van onze administratie wordt geregeld via AgODi. De verificateur controleert minsten tweemaal.
 
== Directeuren ==
===Achttiende eeuw===
===Achttiende eeuw===
* [[P.J. Denis]] (1750-1814), kunstenaar en eerste directeur van de tekenacademie van 1798 tot 1814.
* 1798 - 1814 [[P.J. Denis]] (1750-1814), kunstenaar en eerste directeur van de tekenacademie.


===Negentiende eeuw===
===Negentiende eeuw===
* Jan Vervoort
* Jan Vervoort
* Cornelis Van Boeckel
* Cornelis Van Boeckel
* [[Melchior Tieleman|Melchior Gommaar Tieleman]] (1784-1864), schilder en directeur van de Stedelijke Academie van 1829 tot 1864.
* 1829 - 1864 [[Melchior Tieleman|Melchior Gommaar Tieleman]] (1784-1864), schilder. Hij studeerde eerst aan de kunstacademie van zijn geboortestad Lier
* [[Jan Baptist De Weert| Jan Baptist De Weert ]](1829 - 1884)<ref>http://www.arcadja.com/auctions/en/private/baptist_de_weert_jan/artworks/447008/0/</ref>, schilder en directeur van de stedelijke academie
 
* 1864 - 1884 [[Jan Baptist De Weert]](1829 - 1884)<ref>http://www.arcadja.com/auctions/en/private/baptist_de_weert_jan/artworks/447008/0/</ref>, schilder
* Edward Wouters
* Edward Wouters


===Twintigste eeuw===
===Twintigste eeuw===
* Edwardus Careels (1857-1933), architect en directeur van 1920 tot 1929
* 1920 - 1929  Edwardus Careels (1857-1933)<ref>(°3 februari 1857 te Lier, †22 oktober 1933 te Lier)</ref> , architect Hij was leraar in de Academie voor Schone Kunsten (1893 – 1899), daarna directeur
* Jan Ros, directeur van 1955 tot 1957
* 1955 - 1957 Jan Ros  
* [[Oscar Van Rompay (kunstschilder)|Oscar Van Rompay]] (1899-1997) kunstschilder en directeur van 1958 tot 1961.
* 1958 - 1961 [[Oscar Van Rompay (kunstschilder)|Oscar Van Rompay]] (1899-1997) kunstschilder.
* Sylvain De Bie, directeur van 1962 tot 1986
* 1962 - 1986  Sylvain De Bie  
* Piet Janssens, directeur van 1986 tot 1995
* 1986 - 1995  Piet Janssens
* Andree Charle (1952 - ), kunsthistorica en eerste vrouwelijke directeur (van 1995 tot 2011)
* 1995 - 2011  Andree Charle (1952 - ), kunsthistorica en eerste vrouwelijke directeur


===Eenentwintigste eeuw===
===Eenentwintigste eeuw===
* Giovanni De Weerd (1968 - ), onderwijswetenschapper en huidig directeur (sinds 2012)
* Giovanni De Weerd (1968 - ), onderwijswetenschapper en huidig directeur (sinds 2012)


{{Appendix|1=alles|2=
== Externe links ==
'''Externe links'''
*[http://www.academielier.be Stad Lier - academielier.be]
*[http://www.academielier.be Stad Lier - academielier.be]
'''Noten'''
 
{{References}}
{{Bron|bronvermelding= {{References}}
{{Wikidata|}} }}
{{Wikidata|}} }}



Versie van 15 feb 2016 17:43

rel=nofollow

De Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten van Lier, in de volksmond ook wel de tekenschool genoemd, is een vestiging van het Vlaamse deeltijds kunstonderwijs.[1] Met duizend leerlingen is het samen met de Lierse muziekschool de grootste academie van België.

Geschiedenis en evolutie

De Academie voor Schone Kunsten werd opgericht in 1793 als "eene schole van teekening in de architecture oft bouwkonst".[2] De eerste locatie was in het bovenlokaal van Den Eiken Boom. Toen in 1798 de Fransen het gebouw verkochten, werd de school tijdelijk naar de bovenzalen van het stadhuis overgebracht en nadien naar de verdieping van het Vleeshuis. In 1807 werd de school een officiële instelling onder de benaming van Stedelijke Academie voor Schone kunsten.[3]

In 1933 werd de school gevestigd in de lokalen van het leegstaande Sint-Gummaruscollege aan de Vismarkt. In dat historisch pand (Hof van Santhoven) [4] was reeds de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans gevestigd.

De lokalen aan de Vismarkt werden te klein om zowel de muziekacademie als de tekenacademie te herbergen. Daarom verhuisde de tekenacademie in 1989 naar de door de stad Lier aangekochte Becquevortkazerne aan de Koepoortstraat.[5]

De academie in de achttiende eeuw

In oktober werd opgericht in 1793 als “ eene schole van teekening in de architecture oft bouwkonst”. Een dertigtal leerlingen volgde les in het bovenlokaal van “ Den Eiken Boom”. Toen in 1798 de Fransen het gebouw verkochten werd de school tijdelijk naar de bovenzalen van het stadhuis overgebracht, nadien op de verdieping van het Vleeshuis.

De academie in de negentiende eeuw

In 1807 werd de school een officiële instelling onder de benaming van Stedelijke Academie voor Schone kunsten. In 1820 telde de Academie 90 leerlingen en twee leraars. Het leerprogramma omvatte twee afdelingen: de cursus tekenkunde met aanverwante vakken en de cursus bouwkunde die in hoofdzaak bedoeld was voor de opleiding van degelijke ambachtslieden. De leerlingen genoten kosteloos onderwijs. In 1864 bleek de school te klein: het aantal leerlingen was tot 340 gestegen en er moesten er nog veel geweigerd worden.De klas bouwkunde werd voorlopig ondergebracht in twee zalen van een stadslokaal in de Mechelsestraat . De zomercursussen georganiseerd van 15 maart tot einde juni, hadden meer succes dan de wintercursussen, die startten begin oktober. 1865 was een jaar van een grondige hervorming van het leerprogramma. De leergangen omvatten een voorbereidende klas, lager, middelbaar en hoger onderwijs. Het probleem van huisvesting raakte pas opgelost in 1878, toen de school werd overgebracht naar het verbouwde oud gasthuis aan de Berlaarsepoort. De tekenschool beschikte over acht klaslokalen en een galerij voor plaasteren beelden. Het leerlingenaantal steeg, lagere en middelbare graad werden volledig ingericht. Het middelbaar omvatte: schilderkunst, beeldhouwkunst met toepassing op de ambachten en bouwkunde.

De academie in de twintigste eeuw

In oktober 1914 werden de gebouwen totaal verwoest, maar reeds op 6 december 1914 werd de school heropend in de lokalen van de kazerne Nazareth in de Blokstraat.Zelfs in de oorlogsjaren werden de lessen regelmatig gegeven en druk bijgewoond. De beeldengalerij en de bibliotheek werden uitgebreid. Na de oorlog werd de kazerne door het Belgisch leger opgeëist en werd de school voorlopig overgebracht naar de turnzaal van de verwoeste normaalschool aan de Berlaarsestraat. Toen in 1922 de normaalschool ontruimd moest worden verhuisde de academie naar de eigendom Kahn, gelegen aan de Tramweglei. In 1928 werd de driejaarlijkse cursus tekenkunst voor kantwerksters opgericht. Het aanvankelijk succes, 45 inschrijvingen, was echter tijdelijk. In 1933 verhuisde de school opnieuw- definitief, werd gezegd- naar het voormalige St.-Gummaruscollege aan de Vismarkt. De lokalen moesten gedeeld worden met Muziekschool. Nadat het gebouw tijdelijk was opgeëist tijdens de mobilisatie en het in mei 1940 voor een deel beschadigd werd door het opblazen van de Aragonbrug, werden de lessen hervat in 1941. Het lessenpakket groeide maar de school ondervond concurrentie van het technisch onderwijs. In 1953 werd de academie door het Ministerie van Cultuur als zodanig erkend. Het jeugdatelier, de kant- en weefklassen werden gevestigd in de lokalen van de stadsschool in de Abtsherbergstraat. De afdeling monumentale kunsten verhuisde naar het oud politiebureel in dezelfde straat en de beeldhouwklas keerde terug naar de Blokstraat. In Koningshooikt werd een bijafdeling opgericht. De etalagecursussen uit de jaren 60 groeiden uit tot de kunsthumaniora met volledig leerplan, opgericht in 1979. Vier jaar later splitste de kunsthumaniora zich af van het deeltijds kunstonderwijs. In hetzelfde jaar, 1983, verhuisden het atelier kant- en weefkunst naar het oude belastingskantoor in de Antwerpsestraat. Dringend moest - opnieuw wegens plaatsgebrek – uitgekeken worden naar een andere bestemming. De Becquevortkazerne kwam leeg te staan, zelf een gebouw met een rijke geschiedenis: klooster sedert de 15e eeuw, school, spinnerij van de fabriek, de Heyder, kazerne, archief. In 1989 verhuisden als eersten de beeldhouwers, twee jaar later de weef- en kantateliers. Ondertussen was ook 1990 een jaar van grote hervormingen waarbij o.a. het oriëntatiejaar werd afgeschaft en de huidige leergangen werden ingericht. In 1991 werd in Ranst een filiaal opgericht. In 1992 verhuisden de ateliers schilderkunst en de avondklas tekenkunst naar de Koepoortstraat. De klas monumentale kunsten werd stelselmatig afgebouwd. In 1994 werd de optie architectuurtekenen afgeschaft. In 1995 verhuisde het secretariaat. Dagcursussen tekenen en schilderen, avondcursussen kant werden opgericht. Het schoolgebouw werd grondig gerenoveerd en uitgerust met lift, tuin en 2 parkings. In 1998 werden 2 extra lokalen voor het jeugdatelier ingericht in het annex gebouw in de Koepoortstraat. Het atelier voor de opleiding Vrije Grafiek wordt verder uitgerust met een vlak- en hoogdrukpers. Het leerlingenaantal neemt alle jaren toe: verschillende ateliers worden ontdubbeld. In het filiaal Ranst wordt de programmatie uitgebreid met een optie tekenkunst in de hogere graad en de specialisatiegraad én een extra opleiding initiatie tekenen en schilderen in de middelbare graad voor volwassenen.

De academie in de eenentwintigste eeuw

In 2002 wordt een leraar als ICT-coördinator aangesteld. In 2003 breidt de programmatie van de middelbare graad jongeren in Lier uit met een optie digitale beeldvorming. Naast het digitaal atelier worden ook andere ateliers voorzien van een internetaansluiting. In samenwerking met de vereniging zonder winstoogmerk Vrienden van de Academie voor Schone Kunsten, de stedelijke musea, de stedelijke jeugddienst, de stedelijke dienst welzijn en de lagere scholen organiseert de academie workshops. Ook externe lesgevers worden gecontacteerd en ingezet in het programma met leerplan. In 2006 wordt de optie mode en theaterkostuums in de hogere graad opgericht. In 2009 merkt men voor het eerst een daling in het voordien stijgende aantal leerlingen: van 943 naar 870 leerlingen. Besparingsmaatregelen van overheidswege maken bijvoorbeeld een einde aan het immer blijven overzitten van de leerlingen in de verschillende graden. Vanaf dan mag een leerling slechts éénmaal per graad overzitten. Andere besparingsmaatregelen zoals een stop op het programmeren van nieuwe filialen en opties maken de ambitie om te groeien onmogelijk in de komende jaren. In 2015 werd in Oostmalle een filiaal opgericht, na aanvraag van een afwijking van de programmatiestop. In 2016 opent op 11 juni het nieuwe atelier voor de opleiding keramiek.

Aanbod anno ....

Vooreerst bestaat de structuur in het deeltijds kunstonderwijs uit vier graden met verschillende opties.

  1. Lagere graad (vanaf 6 jaar tot 12 jaar) = jeugdateliers
    1. Algemene Beeldende Vorming
  2. Middelbare graad (vanaf 12 jaar tot 18 jaar) = jongerenateliers
    1. Algemene Beeldende Vorming (waarnemingstekenen, vormstudie en kleurstudie)
    2. Digitale Beeldvorming (waarnemingstekenen en digitale beeldvorming)
    3. Beeldverhaal (waarnemingstekenen, vormstudie en beeldverhaal)
  3. Middelbare graad (vanaf 18 jaar) = volwassenenateliers
    1. Initiatie tekenen en schilderen (waarnemingstekenen, vormstudie en kleurstudie)
    2. Digitale Beeldvorming (waarnemingstekenen en digitale beeldvorming)
  4. Hogere graad (vanaf 18 jaar) telkens met het verplichte opleidingsonderdeel kunstgeschiedenis
    1. Tekenkunst
    2. Schilderkunst
    3. Beeldhouwkunst
    4. Vrije Grafiek
    5. Liers Kantwerk
    6. Fotokunst
    7. Mode & Theaterkostuums
    8. Keramiek
  5. Specialisatiegraad (na een hogere graad) telkens met een verplicht keuzevak uit de andere disciplines
    1. Tekenkunst
    2. Schilderkunst
    3. Beeldhouwkunst
    4. Vrije Grafiek
    5. Liers Kantwerk
    6. Keramiek

Daarnaast organiseert de academie in samenwerking met de Vrienden van de Academie voor Schone Kunsten workshop zoals aquarel, mixed media, boekbinden, striptekenen, cultuurklassen voor basisscholen, artistieke teambuildingsmomenten voor organisaties enz.

Bestuur

Binnen de stedelijke structuren hoort het kunstonderwijs onder de vleugels van het departement Uit in Lier. Met leidinggevende van het cultuurdepartement, Lyco Vaes, zetten de directeurs van de beide academies samen met de andere teamleiders van dit departement een dynamisch en artistiek cultuurbeleid in Lier op poten. De politieke bevoegdheid van dit departement ligt bij de schepen van cultuur en onderwijs, Ivo Andries. Het spreekt voor zich dat de Stad Lier er toe bijdraagt om de beide academies - muziekschool en de tekenschool in de volksmond - ten volle te steunen bij de doelstellingen. De stad Lier is de Inrichtende Macht van de academies.

De salarissen van leerkrachten, administratieve personeelsleden en directeurs worden rechtstreeks betaald door het Vlaamse Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) van het departement Onderwijs & Vorming van de Vlaamse gemeenschap. Ook de verificatie van onze administratie wordt geregeld via AgODi. De verificateur controleert minsten tweemaal.

Directeuren

Achttiende eeuw

  • 1798 - 1814 P.J. Denis (1750-1814), kunstenaar en eerste directeur van de tekenacademie.

Negentiende eeuw

  • Jan Vervoort
  • Cornelis Van Boeckel
  • 1829 - 1864 Melchior Gommaar Tieleman (1784-1864), schilder. Hij studeerde eerst aan de kunstacademie van zijn geboortestad Lier

Twintigste eeuw

  • 1920 - 1929 Edwardus Careels (1857-1933)[7] , architect Hij was leraar in de Academie voor Schone Kunsten (1893 – 1899), daarna directeur
  • 1955 - 1957 Jan Ros
  • 1958 - 1961 Oscar Van Rompay (1899-1997) kunstschilder.
  • 1962 - 1986 Sylvain De Bie
  • 1986 - 1995 Piet Janssens
  • 1995 - 2011 Andree Charle (1952 - ), kunsthistorica en eerste vrouwelijke directeur

Eenentwintigste eeuw

  • Giovanni De Weerd (1968 - ), onderwijswetenschapper en huidig directeur (sinds 2012)

Externe links

Bronvermelding

rel=nofollow