Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Sonnet 66

Uit Wikisage
Versie door Jules (overleg | bijdragen) op 23 dec 2019 om 11:41 (vertaling)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Sonnetten van Shakespeare, 1609

Sonnet 66 is een van de 154 sonnetten van de Engelse toneelschrijver en dichter William Shakespeare. Het maakt deel uit van de zogenaamde Fair Youth sequence (Mooie jongeling-reeks), een reeks sonnetten waarin de dichter zijn liefde verklaart aan een jongeman. In dit sonnet baalt de dichter zodanig van de corruptie in de wereld dat hij verlangt te sterven. Alleen zijn verbondenheid met zijn geliefde weerhoudt hem daarvan.

Sonnet 66

Sonnet 66

Tired with all these, for restful death I cry,
As to behold desert a beggar born,
And needy nothing trimm'd in jollity,
And purest faith unhappily forsworn,
And gilded honour shamefully misplac'd,
And maiden virtue rudely strumpeted,
And right perfection wrongfully disgrac'd,
And strength by limping sway disabled
And art made tongue-tied by authority,
And folly, doctor-like, controlling skill,
And simple truth miscall'd simplicity,
And captive good attending captain ill:

Tir'd with all these, from these would I be gone,
Save that, to die, I leave my love alone.|}
Vertaling Sonnet 66

(Jules Grandgagnage, 2010)[1]

Hondsmoe ben ik, en sterven is mijn wens
Van eerzamen als bedelaar t' aanschouwen, 
En onbenullen met een rijke pens,
En door het valse lot geschaad vertrouwen,
En eerbetoon aan dwaze baantjesjagers
En onbesmette deugd tot hoer verlaagd,
En zuivere perfectie afgekraakt,
En kracht door zwakkeren ten val gebracht.
En kunst door blind bestuur monddood gemaakt,
En dwaasheid in een doktersjas verkleed,
En simpele waarheid om zijn aard versmaad,
En goedheid die moet buigen voor de zweep.
Het liefste ging 'k moegestreden heen,
Maar jij, mijn liefde, laat ik niet alleen.

Analyse

Shakespeares sonnetten zijn voornamelijk geschreven in een metrum genaamd jambische pentameter, een rijmschema waarin elke sonnetregel bestaat uit tien lettergrepen. De lettergrepen zijn verdeeld in vijf paren, jamben genoemd, waarbij elk paar begint met een onbeklemtoonde lettergreep.

In sonnet 66 is de dichter levensmoe. In zijn wanhoop somt hij al zijn ergernissen en grieven op over de toestand van de samenleving. De spreker hekelt drie dingen: de algemene oneerlijkheid van het leven, de heersende maatschappelijke immoraliteit en een onderdrukkende regering. In tegenstelling tot de meeste andere sonnetten van Shakespeare, waar een verandering van toon of stemming plaatsvindt vanaf regel 9, verandert het sonnet pas met de laatste versregel: de minnaar van de dichter geeft zin aan zijn leven en dat weerhoudt hem ervan om de dood te verkiezen.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen

  • The Riverside Shakespeare: Sonnets, p. 1839 e.v., Houghton Mifflin Company; 2nd edition (31 december 1996), ISBN 0-395-75490-9
  • David West: Shakespeare's Sonnets, Overlook Hardcover (14 juni 2007), UK ISBN 97807-15636619
  • David Crystal en Ben Crystal: Shakespeare's Words: A Glossary and Language Companion, Penguin (Non-Classics) (31 december 2002), ISBN 978-0140291179

Literatuur

  • The Oxford Shakespeare 'The Complete Works', 1994, Clarendon Press- Oxford, ISBN 0-19-818284-8

Noten

rel=nofollow
rel=nofollow

Externe links

rel=nofollow