Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Schrikreflex

Uit Wikisage
Versie door SjorsXY (overleg | bijdragen) op 4 jul 2010 om 10:48 (De schrikreflex (startle reflex / schrikreactie) is een natuurlijke reactie op onverwachte en intense stimuli. ([http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Schrikreflex&oldid=21093221]))
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De schrikreflex oftewel startle reflex oftewel schrikreactie is een natuurlijke reactie op onverwachte en intense stimuli, zoals een hard geluid. Het komt tot uiting in spierreacties zoals contractie van van de nekspieren, opspringen en knipperen van de oogleden. In experimenteel onderzoek naar aangeleerde angstigheid of vrees wordt veel gebruikgemaakt van de schrikreactie. Het vormt een belangrijk element van diermodellen van aangeleerde angstigheid.

Versterkte schrikreactie

De schrikreactie neemt in amplitude toe als bij mensen of dieren eerst vrees wordt opgewekt. Dit laatste wordt ook wel versterkte schrikreactie genoemd. Een geconditioneerde vreesreactie kan bij proefdieren worden opgewekt door bijvoorbeeld een lichtstimulus (CS, conditionele stimulus/voorwaardelijke prikkel) door een aversieve stimulus zoals een elektrische schok (UCS, onconditionele stimulus/onvoorwaardelijke prikkel) te laten volgen. Als nu de luide toon die de schrikreactie oproept (een rat maakt dan een klein luchtsprongetje) tegelijk met (of kort na) de lichtstimulus wordt aangeboden, zal de schrikreactie op de toon aanzienlijk toenemen (de rat maakt een nog hoger sprongetje). Bij mensen wordt de schrikreactie vaak gemeten aan de hand van de oogknippering op een korte luide toon (50 ms witte ruis van ongeveer 95 decibel). Onderzoek met mensen heeft verder aangetoond dat de versterkte schrikreactie ook optreedt na het zien van films of dia's met onaangename of angstopwekkende scènes. Ook bij bepaalde angststoornissen, zoals de posttraumatische stressstoornis blijkt de schrikreactie versterkt.

Verzwakking van schrikreactie

Modulatie van de schrikreactie kan ook tot uiting komen in een kleiner worden van de schrikreactie. Dit blijkt onder andere in een afname van de amplitude van oogknipreflex bij mensen na het zien van dia's die als aangenaam of prettig worden beoordeeld (in vergelijking met neutrale dia's). De schrikreactie kan ook worden afgezwakt door een zwakke neutrale stimulus die kort voor de prikkel die de schrikreactie oproept, wordt aangeboden. Dit fenomeen staat men bekend onder de naam Prepulsinhibitie (PPI).

Neurale circuit

De Amerikaan Davis heeft het neurale circuit van de schrikreactie goed in kaart gebracht. Deze vindt plaats als neuronenkernen in de pons, de zogeheten nucleus reticularis pontis caudalis, via perifeer auditieve kernen (nucleus cochlearis) en de afferente auditieve zenuwbanen (lemniscus lateralis) input ontvangen. De pons reageert op deze input door contractie van de spieren, via de motoneuronen in het ruggenmerg. De versterkte schrikreactie treedt op als eerst in de amygdala een vreesreactie is opgeroepen. De centrale nucleus van de amygdala (nucleus centralis amygdalae) heeft outputverbindingen met de pons die, nadat vrees is opgewekt, de neuronen in de pons pre-activeren (of: hun activiteit moduleren). Het is nog onduidelijk of hetzelfde circuit betrokken is bij de verzwakking van de schrikreactie na aangename stimuli.

Zie ook

Referenties

  • Bradley, M.M., Cuthbert, B.N. & Lang, P.J. (1990). Startle reflex modification: emotion or attention? Psychophysiology, 27, 513-523.
  • Davis, M. (1992). The role of the amygdala in fear potentiation and startle: implications for animimal models of anxiety. Trends in Pharmacological Sciences, 13, 35-41