Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Rudolf Otto

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

Rudolf Otto (voluit Karl Louis Rudolph Otto (Peine, 25 september 1869Marburg, 6 maart 1937) was een Duits godsdienstwetenschapper en luthers theoloog.

Hij had vooral invloed met zijn hoofdwerk Das Heilige (Breslau, 1917; volledige titel: Das Heilige – Über das Irrationale in der Idee des Göttlichen und sein Verhältnis zum Rationalen).

Leven

Rudolf Otto werd geboren in Peine, in de Pruisische provincie Hannover, waar zijn vader een kleine mouterij had. In 1882 verhuisde het gezin naar Hildesheim, en de vader overleed.

In mei 1888 begon hij een theologiestudie aan de Universiteit van Erlangen. Later wisselde hij naar de Universiteit van Göttingen.

Hij promoveerde in 1905 tot in Tübingen tot dr.phil. met het proefschrift Naturalistische und religiöse Weltansicht.

Otto was ook politiek actief. In 1913 werd hij, na zich reeds meermaals kandidaat te hebben gesteld, verkozen als afgevaardigde van de nationaal-liberale partij in de Pruisische Tweede Kamer (Abgeordnetenhaus).

Tijdens zijn loopbaan maakte hij twee wereldreizen. In 1911–1912 bezocht hij Noord-Afrika, Zuid- en Oost-Azië; in 1927–1928 reisde hij door Zuid-Azië en het Midden-Oosten. De reizen hadden een grote invloed op zijn belangstelling voor andere religies buiten het christendom.

Tijdens een van zijn vele reizen liep hij een tropische ziekte op, waardoor hij voortdurend morfine nam als pijnstiller. Hij kreeg ook te maken met zware depressies. In 1929 ging hij vervroegd met emeritaat.

In oktober 1936 viel hij in Stauffenberg, in de omgeving van Marburg, van een toren. Vervolgens werd hij opgenomen in een psychiatrische instelling. Daar overleed hij stierf hij op 6 maart 1937 aan een longontsteking.

Erkenningen

  • In 1932 kreeg Otto een eredoctoraat van de Universiteit Uppsala.

Weblinks en literatuur