Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Robert Laird Borden

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Sir Robert Laird Borden (Grand-Pré, Nova Scotia, 26 juni 1854 - Ottawa, 10 juni 1937) was een Canadees politicus en de achtste minister-president van zijn land. Gedurende zijn ambtstermijn, van 1911 tot 1920, leidde hij Canada door de Eerste Wereldoorlog.

Vroege politieke carrière

Borden werd in een klein plaatsje in Nova Scotia geboren en genoot onderwijs aan het Acacia Villa Seminary. Hij studeerde rechten en oefende vanaf 1878 het beroep van advocaat uit. Vanaf 1882 werkte hij voor een advocatenkantoor in Halifax alwaar hij in 1890 de leiding kon overnemen.

Minister-president Charles Tupper haalde in 1896 Borden over om zich voor de Conservatieve Partij kandidaat te stellen voor een zetel in het Canadees Lagerhuis. Hoewel Tupper de verkiezingen verloor won Borden wel zijn zetel en hij nam als lid van de oppositie plaats in het parlement. Na weer een verkiezingsnederlaag trad Tupper in 1900 af als partijleider en in 1901 werd Borden gekozen om de Conservatieve partij te leiden in haar oppositie tegen het beleid van de Liberaal Wilfrid Laurier.

Bij parlementsverkiezingen in 1905 verloren de Conservatieven wederom en zelfs Borden moest zijn eigen zetel inleveren hoewel hij korte tijd later via een bijverkiezingen (by-election) weer in het Lagerhuis zitting nam. De verkiezingen van 1908 zagen de conservatieven een zetelwinst boeken maar Lauriers Liberalen bleven aan de macht.

Een tweedeling in de Liberale Partij die zich in 1910 begon af te tekenen en conflicten over onder meer het defensiebeleid en vrijhandel met de Verenigde Staten zorgde in 1911 voor een grote verkiezingsoverwinning voor de Conservatieven en op 10 oktober 1911 werd Borden ingezworen als de nieuwe minsiter-president.

Minister-presidentschap

Interne verdeeldheid over het regeringsbeleid zorgde voor een aantal moeizame jaren voor Borden en partijleden uit de Frnastalige provincie Québec probeerden hem te vervangen als partijleider. In 1913 dreigde een kabinetscrisis over plannen voor een aparte marinemacht voor Canada, los van het moederland Groot Brittannië en een wet hiertoe van Borden sneuvelde in de Canadese senaat maar Borden koos ervoor over dit punt geen verkiezingen uit te schrijven.

Eerste Wereldoorlog

In augustus 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. Daar het buitenlandse beleid voor de aanname van het Statuut van Westminster in 1932 nog immer door het Moederland werd bepaald betekende dit automatisch dat ook Canada in oorlog met Duitsland was. Aanvankelijk was het land verenigd achter het beleid van de regering en steunde ook de Franstalige gemeenschap de oorlogsinspanning. Een door het parlement goedgekeurde War Measures Act gaf de regering extra bevoegdheden ten koste van de volksvertegenwoordiging. Gaanderweg verloor Borden steun onder de Franstaligen en het aantal recruten uit de Engelstalige provincies oversteeg die uit Québec vele malen.

Tijdens een bezoek aan Groot-Brittannië in 1915 eiste Borden meer invloed voor Canada in de uitvoering van de oorlog, iets dat in 1916 ook inderdaad gebeurde.

In juni 1917 diende Bordens regering een wetsvoorstel in om dienstplicht in te voeren, iets dat op grote weerstand vanuit Québec stuitte. In oktober van dat jaar stelde Borden aan de Liberale leider Laurier voor om een regering van nationale eenheid te vormen, iets dat de oud minister-president weigerde. Vele Liberalen uit de Engelstalige provincies sloten zich echter toch bij Borden aan en onder de naam Union Party wonnen zij een overweldigende meerderheid bij de parlementsverkiezingen van 1917. Gedurende 1917 en 1918 voerde Bordens regering steeds strengere wetten in, onder meer om stemrecht van dienstweigeraars en Duistsprekende burgers te beperken. In 1918 vonden in Québec rellen plaats waarbij militaire recruteerders werden gedood.

Gedurende het merendeel van de tweede helft van 1918 en 1919 verbleef Borden in Europa alwaar hij Canada vertegenwoordigde bij de vredesonderhandelingen. Borden zorgde, dankzij Canadas oorlogsinspanningen, ervoor dat Canada meer prestige kreeg in de wereld en een meer onafhankelijke koers ging varen, los van Groot-Brittannië.

Na de oorlog

Na zijn terugkeer naar Canada probeerde Borden de steun voor de Conservatieven in Québec enigszins weer op te bouwen en hij ging zover dat hij af zou treden als dat de partij zou helpen, hetgeen door zijn partij werd afgeslagen. Op 10 juli 1920 nam Borden alsnog ontslag, mede door zijn verslechterende gezondheid, en Arthur Meighen werd zijn opvolger.

Nadat zijn gezondheid weer verbeterde werd Borden de Canadese vertegenwoordiger bij de Conferentie van Washington in 1921-1922 en in de Volkerenbond in 1930.

Borden overleed in 1937 op 82 jarige leeftijd. Hij was de laatste minister-president van Canada die werd geridderd. Zijn beeltenis siert het $100 biljet.

    Zie ook: Lijst van Minister-Presidenten van Canada