Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Rembert Dodoens

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Rembert Dodoens (Mechelen, 29 juni 1517Leiden, 10 maart 1586), ook bekend onder zijn gelatiniseerde naam Rembertus Dodonaeus, was een arts en botanicus te Mechelen en later te Leiden en de auteur van een kruidenboek dat reeds in de 16e eeuw internationaal werd uitgegeven.

Leven

De vader van Rembert Dodoens, Denys Dodoens, was afkomstig uit Leeuwarden, Friesland en ging geneeskunde studeren aan de universiteit van Leuven, waarna hij in Mechelen stadsgeneesheer werd.

Rembert Dodoens werd op 13-jarige leeftijd ingeschreven aan de universiteit van Leuven. Hij studeerde Latijn en Grieks, geneeskunde, aardrijkskunde en kosmografie.

Toen hij 16 was, verscheen zijn eerste Herbarium in druk, met daarin, behalve een beschrijving van de kruiden, ook een hoofdstuk over een aantal ziekten.

In 1535 studeerde Dodoens in Leuven af als licenciaat in de geneeskunde. Hij reisde door Italië, Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. In Parijs ontmoette hij de lijfarts van Frans I en de arts Andreas Vesalius.

In 1546 keerde hij terug naar Mechelen, waar hij zich in de Lange Schipstraat vestigde. Spoedig werd hij stadsgeneesheer. In die functie moest hij de behoeftigen gratis verzorgen, en de nodige maatregelen treffen in geval van besmettelijke ziekten zoals lepra.

In 1574 vertrok hij uit Mechelen om drie jaar aan het Weense hof te werken als lijfarts van keizer Maximiliaan van Oostenrijk (1459–1519). Daarna vestigde hij zich in Leiden.

In 1578 trok hij naar Keulen. Daar woonde hij een tweetal jaren en reisde toen naar Mechelen en Antwerpen, en vervolgens naar Leiden, waar hij hoogleraar werd.

Hij overleed in Leiden op 10 maart 1585. In de Leidse Sint-Pieterskerk staat zijn Mechelse herkomst duidelijk aangegeven in het grafschrift.

Cruydeboeck

Zijn bekendste werk is zijn Cruydeboeck uit 1554. Hij beschreef hierin meer dan duizend planten. Dodoens had er bewust voor gekozen het boek in de taal van het volk te schrijven: Nederlands/Vlaams, en niet in het Latijn zoals voor wetenschappelijke boeken in die tijd gebruikelijk was, omdat hij wenste dat het boek toegankelijk zou zijn voor het volk, en niet alleen voor een elite. Op die manier had hij een aandeel aan het verspreiden van de volkstaal. Het boek bevat wel 715 afbeeldingen. Dodoens deelde de planten in zes groepen in, met als derde groep de geneeskruiden, die uitvoerig worden besproken.

Een Franse vertaling door de beroemde Franse botanicus Carolus Clusius verscheen in 1557, en in 1583 werd een Latijnse bewerking uitgegeven. Het bleef tweehonderd jaar lang het meest verspreide handboek in West-Europa.

Dodoens gaf een beschrijving van de plant, waar deze voorkomt, de namen van deze plant in verschillende talen, en hoe deze in de geneeskunde werd gebruikt.

Naar Dodoens genoemde taxa

Charles Plumier noemde een geslacht Dodonaea naar Dodoens.[1] Carl von Linné nam deze indeling, maar deelde ze in bij het geslacht Ilex in de hulstfamilie (Aquifoliaceae).[2][3]

Maar Linné gaf de naam Dodonaea[4] daan een geslacht in de zeepboomfamilie (Sapindaceae).

Ook het wilgenroosje (Chamaenerion dodonaei of Epilobium dodonaei) is naar Dodoens genoemd.

Werken (selectie)

  • Den Nieuwen Herbarius, 1543
  • Cosmographica in astronomiam et geographiam isagoge, 1548; een werk met een beschrijving van de werelddelen, de hemellichamen en de bewegingen ervan.
  • De frugum historia, 1552
  • Trium priorum de stirpium historia commentariorum imagines, 1553
  • Posteriorum trium de stirpium historia commentariorum imagines, 1554
  • Cruydeboeck, 1554 (Het tweede boek gedrukt door Plantijn)
  • Physiologices medicinae tabulae, 1580
  • Medicinalium observationum exempla rara, 1581
  • Stirpium historiae pemptades sex, 1583
  • Praxis medica, 1616 (postuum)
  • Ars Medica, ofte Gheneeskunst, 1624 (postuum)

Weblinks

rel=nofollow
 
  1. º Charles Plumier: Nova Plantarum Americanarum Genera. Leiden 1703, p. 26.
  2. º Carl von Linné: Critica Botanica. Leiden 1737, p. 92.
  3. º Carl von Linné: Genera Plantarum. Leiden 1742, p. 54.
  4. º Carl von Linné: Genera Plantarum. Leiden 1742, p. 159.