Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Piëtisme

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 13 feb 2023 om 11:22
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het piëtisme was een hervormingsbeweging in de 17e en 18e eeuw, die ontstond als reactie op het tegen die tijd verstarde, dogmatische en intellectualistische protestantisme. In eerste instantie ontstond het in de omgeving van het lutheranisme.

De beweging streefde naar meer oprechte vroomheid (godvruchtigheid) door de levensveranderende boodschap van het christendom en naar een praktisch christelijk leven. Het stelde zich tot doel de onvolledig gebleven Reformatie te voleindigen of aan te vullen met een persoonlijke hervorming of reformatie van het leven. Het bekritiseerde dat de Reformatie verzand was in instituten en dogmatiek en riep op tot een levend geloof.

Een centrale rol in het piëtisme was Bijbelstudie, zowel persoonlijk als in studiegroepen. De Bijbel diende de basis te vormen voor het geloof en voor de levensoriëntering.

Een grote invloed op het piëtisme was afkomstig van het Engelse puritanisme, door de verspreiding van boeken en theologische verhandelingen. Omdat de gereformeerde/hervormde kerken in Duitse streken intensieve banden hadden met hun zustergemeenten in de Lage Landen, had ook de Nadere Reformatie in de Nederlanden een invloed op de ontwikkeling van het piëtisme, vooral op de gereformeerde versie ervan.

Het piëtisme beïnvloedde bewegingen en ideologieën zoals het methodisme en de Moravische broeders.

Collegia pietatis

In 1670 kwamen enkele mannen in de Elzas naar Philipp Jacob Spener met een verzoek om opbouwende kleine bijeenkomsten te houden, die weldra Collegium pietatis of Exercitium pietatis werden genoemd. Spener organiseerde deze in zijn pastorie. Daaruit ontwikkelde zich de ’Erbauungstunde’ of Bijbelstudie als de voor het piëtisme kenmerkende activiteit. IN het Nederlands kwam hiervoor ook het woord ’conventikels’ in gebruik. De bezoekers van deze stonden werden in het Duits ’Stundenbrüder’ genoemd, ’Stündeler’ in Zwitsers Duits; in het Russisch ontstond hieruit in de 19e eeuw de term штундист (Stundist) in de betekenis van ’sektelid’.

Tot ongeveer het midden van de 18e eeuw waren er herhaaldelijk geschillen tussen de vertegenwoordigers van de lutherse orthodoxie en het piëtisme. De orthodoxe tegenstanders beschuldigden de piëtisten onder andere van heterodoxe opvattingen en praktijken, van het verstoren van de kerkordes door de conventikels en andere vernieuwingen, van het verdelen van de gemeenten en van een neiging tot perfectionisme. Een voorbeeld hiervan is de Hamburgse Religions-Revers van 1690, een eed waarmee de geestelijkheid een anti-piëtistisch standpunt moesten aannemen maar die een felle controverse ontketende.

Etymologie

Het woord piëtisme is een Latijns-Frans-Griekse mengvorm. Het Franse woord piété is net als het Nederlandse woord piëteit gevormd uit de stam pietat van het Latijnse woord pietas (’plichtsgevoel’, ’plichtsbesef’, ’plichtsgetrouw gedrag tegenover de goden en de mensen’, ’eerbied’, ’godsvrees’, ’vroomheid’), wordt aangevuld met het achtervoegsel -isme, wat een gelatiniseerde versie is van de Griekse uitgang -ismós, die verwijst naar ideologieën. Het wordt meestal in verband gebracht met Philipp Jacob Speners belangrijkste werk, Pia Desideria (1675). Het Duitse woord Piëtismus duikt sinds 1680 op in teksten, maar volgens Speners herinnering werd het woord in 1674 in de omgeving van Frankfurt am Main al in een spottende betekenis gebruikt voor schijnvroomheid of schijnheiligheid.

De eerste die het woord piëtist als positieve zelfaanduiding gebruikte, was de piëtistische poëzieprofessor Joachim Feller (1638-1691) uit Leipzig.