Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Paul Balzereit: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
'''Paul Balzereit''' (volledig: '''Paul Johannes Gerhard Balzereit'''; pseudoniemen '''Paul Gehrhard''' en '''P. B. Gotthilf'''; [[Kiel]], [[2 november]] [[1885]] – [[Maagdenburg]], [[6 juli]] [[1959]]) was de opziener van het bijkantoor van het [[Wachttorengenootschap]] in Maagdenburg tijdens de eerste periode van de vervolging van [[Jehovah's Getuigen]] door het [[nazisme]].
'''Paul Balzereit''' (volledig: '''Paul Johannes Gerhard Balzereit'''; pseudoniemen '''Paul Gehrhard''' en '''P. B. Gotthilf'''; [[Kiel]], [[2 november]] [[1885]] – [[Maagdenburg]], [[6 juli]] [[1959]]) was de opziener van het bijkantoor van het [[Wachttorengenootschap]] in Maagdenburg tijdens de eerste periode van de vervolging van [[Jehovah's Getuigen]] door het [[nazisme]].


Balzereit volgde een handelsopleiding. Na een paar jaar in dit beroep en op de Germania scheepswerf gewerkt te hebben, sloot hij zich rond 1910 aan bij de de internationale Bijbelonderzoekers. Vanaf 1913 gaf hij als reizende ’pelgrimsbroeder’<ref>Een reizende vertegenwoordiger en spreker van het Wachttorengenootschap. Tegenwoordig heet dit een kringopziener.</ref> lezingen aan bijbelonderzoeksgroepen in Duitsland. Al in 1916/17 was hij tijdelijk redacteur van de [[Wachttoren]] en in 1920 werd hij benoemd tot bijkantoordienaar.<ref>Tegenwoordig heet dit bijkantooropziener. Dit is de verantwoordelijke voor een bijkantoor van Jehovah’s Getuigen.</ref> Het bijkantoor was toen gevestigd in [[Barmen]]-[[Elberfeld]] (wat nu deelgemeenten zijn van [[Wuppertal]]) werd en in 1923 verhuisd naar Maagdenburg. Vanaf 1933 was Balzereit ’president’ van de Duitse afdeling van het Wachttorengenootschap. Vanaf 1931 kregen de bijbelonderzoekers de naam Jehovah's Getuigen. Toen zij in 1933 werden verboden, gingen zij onder Balzereits leiding door met het uitgeven van de nu verboden publicaties, zij het op beperkte schaal. Omdat de ambtenaren de uitgave van ’onbedenkelijke’ publicaties (de Bijbel en een kalender) verder toelieten, probeerde Balzereit over het niet-politieke en godsdienstige karakter van de Getuigen van Jehovah te informeren, mar zonder succes. Vooral vanaf 1934 toonde hij de neiging om compromissen aan te gaan, wat voor de leiding in het hoofdkantoor in [[Brooklyn]] niet acceptabel was.
Balzereit volgde een handelsopleiding. Na een paar jaar in dit beroep en op de Germania scheepswerf gewerkt te hebben, sloot hij zich rond 1910 aan bij de de internationale Bijbelonderzoekers. Vanaf 1913 gaf hij als reizende ’pelgrimsbroeder’<ref>Een reizende vertegenwoordiger en spreker van het Wachttorengenootschap, wat overeenkomt met wat nu een kringopziener heet.</ref> lezingen aan bijbelonderzoeksgroepen in Duitsland. Al in 1916/17 was hij tijdelijk redacteur van de [[Wachttoren]] en in 1920 werd hij benoemd tot bijkantoordienaar.<ref>Tegenwoordig heet dit bijkantooropziener. Dit is de verantwoordelijke voor een bijkantoor van Jehovah’s Getuigen.</ref> Het bijkantoor was toen gevestigd in [[Barmen]]-[[Elberfeld]] (wat nu deelgemeenten zijn van [[Wuppertal]]) werd en in 1923 verhuisd naar Maagdenburg.
 
In 1924 en 1926 gaf Balzereit ook eigen publicaties uit. Zijn ''Anklage gegen die Geistlichkeit'', die in 1924/25 over het hele Duitse rijk verspreid werd, irriteerde de kerken in die mate dat het lutherse [[consistorium]] op 16 mei 1925 een klacht indiende tegen Balzereit als verantwoordelijke uitgever. De Maagdenburgse schepenenrechtbank sprak hem vrij en hij werd voor het justitiepaleis door een grote menigte gefeliciteerd.<ref>„von einer großen Menschenmenge vor dem Justizpalast begrüßt und beglückwünscht.” {{ts.|Volksstimme Magdeburg}}, 7 februari 1926.</ref>
 
Vanaf 1931 kregen de bijbelonderzoekers de naam Jehovah’s Getuigen. Vanaf 1933 was Balzereit ’president’ van de Duitse afdeling van het Wachttorengenootschap. Toen zij in 1933 werden verboden, gingen zij onder Balzereits leiding door met het uitgeven van de nu verboden publicaties, zij het op beperkte schaal. Omdat de ambtenaren de uitgave van ’onbedenkelijke’ publicaties (de [[Bijbel]] en een kalender) verder toelieten, probeerde Balzereit over het niet-politieke en godsdienstige karakter van de Getuigen van Jehovah te informeren, maar zonder succes. Vooral vanaf 1934 toonde hij de neiging om compromissen aan te gaan, wat voor de leiding in het hoofdkantoor in [[Brooklyn]] niet acceptabel was.


Op 10 mei 1935 werd hij gearresteerd en op 17 december 1935 werden hij en acht anderen die als ’prominente’ leidinggevenden van Jehovah’s Getuigen werden beschouwd, veroordeeld tot tweeënhalf jaar gevangenisstraf. Terwijl hij [[Joseph Franklin Rutherford]] ervan verzekerde „dat hij alles in het werk zou stellen om de broeders ertoe aan te moedigen het getuigeniswerk voort te zetten”, verklaarde hij tijdens het verhoor uitdrukkelijk dat er niets was gedaan. Deze tegenstrijdigheid leidde ertoe dat Rutherford een brief schreef „Aan Jehovah’s getrouwe volk in Duitsland”, waarin hij verklaarde „dat het Genootschap niets meer met hem te maken wil hebben, noch met een van degenen die bij die gelegenheid de kans hadden getuigenis af te leggen van Jehovah’s naam en koninkrijk en verzuimd hebben dit te doen.”
Op 10 mei 1935 werd hij gearresteerd en op 17 december 1935 werden hij en acht anderen die als ’prominente’ leidinggevenden van Jehovah’s Getuigen werden beschouwd, veroordeeld tot tweeënhalf jaar gevangenisstraf. Terwijl hij [[Joseph Franklin Rutherford]] ervan verzekerde „dat hij alles in het werk zou stellen om de broeders ertoe aan te moedigen het getuigeniswerk voort te zetten”, verklaarde hij tijdens het verhoor uitdrukkelijk dat er niets was gedaan. Deze tegenstrijdigheid leidde ertoe dat Rutherford een brief schreef „Aan Jehovah’s getrouwe volk in Duitsland”, waarin hij verklaarde „dat het Genootschap niets meer met hem te maken wil hebben, noch met een van degenen die bij die gelegenheid de kans hadden getuigenis af te leggen van Jehovah’s naam en koninkrijk en verzuimd hebben dit te doen.”


Na zijn gevangenissstraf werd hij overgeplaatst naar het concentratiekamp [[Sachsenhausen]]. Hij ondertekende de verklaring die hem voorgelegd werd om zijn geloof af te zweren en vermeed elk contact met zijn voormalige geloofsgenoten. Ondanks de belofte van vrijlating moest hij echter terugkeren naar het blok en bleef tot 29 april 1939 in het kamp. Op het [[disctrictscongres van Jehovah's Getuigen|congres]] [[Luzern]] ((4-7 september 1936) werd [[Erich Frost]] door J. F. Rutherford in zijn plaats benoemd als ledinggevende over het land.
Na zijn gevangenissstraf werd hij overgeplaatst naar het concentratiekamp [[Sachsenhausen]]. Hij ondertekende de verklaring die hem voorgelegd werd om zijn geloof af te zweren en vermeed elk contact met zijn voormalige geloofsgenoten. Ondanks de belofte van vrijlating moest hij echter terugkeren naar het blok en bleef tot 29 april 1939 in het kamp. Op het [[districtscongres van Jehovah's Getuigen|congres]] in [[Luzern]] (4-7 september 1936) werd [[Erich Frost]] door J. F. Rutherford in zijn plaats benoemd als leidinggevende over het land.


Na de oorlog groepeerden een aantal voormalige bijbelonderzoekers zich in de door Paul Balzereits vader gestichte Allgemeine Bibel-Lehrvereinigung, ABL, met Balzereit als voorzitter. Zij beschouwden zich als onderdeel van de [[Dawn Bible Students Association]] en stonden verder achter ideeën van [[Charles T. Russell]]. In 1958 werd deze vereniging hernoemd naar Vereinigung freistehender Christen en verklaarde Balzereit zich schriftelijk bereid om samen te werken met het [[DDR]]-Ministerium für Staatssicherheit (Stasi) om campagne te voeren tegen [[Jehovah's Getuigen]].<ref>https://web.archive.org/web/20160110225125/http://www.neuegeschichte.de/aufsaetze/ehemalige-zeugen-jehovas-im-dienste-des-mfs-der-fall-balzereit</ref>
Na de oorlog groepeerden een aantal voormalige bijbelonderzoekers zich in de door Paul Balzereits vader gestichte Allgemeine Bibel-Lehrvereinigung, ABL, met Balzereit als voorzitter. Zij beschouwden zich als onderdeel van de [[Dawn Bible Students Association]] en stonden verder achter ideeën van [[Charles Taze Russell|Charles T. Russell]]. In 1958 werd deze vereniging hernoemd naar Vereinigung freistehender Christen en verklaarde Balzereit zich schriftelijk bereid om samen te werken met het [[DDR]]-Ministerium für Staatssicherheit (Stasi) om campagne te voeren tegen [[Jehovah's Getuigen]].<ref>https://web.archive.org/web/20160110225125/http://www.neuegeschichte.de/aufsaetze/ehemalige-zeugen-jehovas-im-dienste-des-mfs-der-fall-balzereit</ref>


==Noten==
==Noten==

Huidige versie van 11 mrt 2024 om 12:38

Paul Balzereit (volledig: Paul Johannes Gerhard Balzereit; pseudoniemen Paul Gehrhard en P. B. Gotthilf; Kiel, 2 november 1885Maagdenburg, 6 juli 1959) was de opziener van het bijkantoor van het Wachttorengenootschap in Maagdenburg tijdens de eerste periode van de vervolging van Jehovah's Getuigen door het nazisme.

Balzereit volgde een handelsopleiding. Na een paar jaar in dit beroep en op de Germania scheepswerf gewerkt te hebben, sloot hij zich rond 1910 aan bij de de internationale Bijbelonderzoekers. Vanaf 1913 gaf hij als reizende ’pelgrimsbroeder’[1] lezingen aan bijbelonderzoeksgroepen in Duitsland. Al in 1916/17 was hij tijdelijk redacteur van de Wachttoren en in 1920 werd hij benoemd tot bijkantoordienaar.[2] Het bijkantoor was toen gevestigd in Barmen-Elberfeld (wat nu deelgemeenten zijn van Wuppertal) werd en in 1923 verhuisd naar Maagdenburg.

In 1924 en 1926 gaf Balzereit ook eigen publicaties uit. Zijn Anklage gegen die Geistlichkeit, die in 1924/25 over het hele Duitse rijk verspreid werd, irriteerde de kerken in die mate dat het lutherse consistorium op 16 mei 1925 een klacht indiende tegen Balzereit als verantwoordelijke uitgever. De Maagdenburgse schepenenrechtbank sprak hem vrij en hij werd voor het justitiepaleis door een grote menigte gefeliciteerd.[3]

Vanaf 1931 kregen de bijbelonderzoekers de naam Jehovah’s Getuigen. Vanaf 1933 was Balzereit ’president’ van de Duitse afdeling van het Wachttorengenootschap. Toen zij in 1933 werden verboden, gingen zij onder Balzereits leiding door met het uitgeven van de nu verboden publicaties, zij het op beperkte schaal. Omdat de ambtenaren de uitgave van ’onbedenkelijke’ publicaties (de Bijbel en een kalender) verder toelieten, probeerde Balzereit over het niet-politieke en godsdienstige karakter van de Getuigen van Jehovah te informeren, maar zonder succes. Vooral vanaf 1934 toonde hij de neiging om compromissen aan te gaan, wat voor de leiding in het hoofdkantoor in Brooklyn niet acceptabel was.

Op 10 mei 1935 werd hij gearresteerd en op 17 december 1935 werden hij en acht anderen die als ’prominente’ leidinggevenden van Jehovah’s Getuigen werden beschouwd, veroordeeld tot tweeënhalf jaar gevangenisstraf. Terwijl hij Joseph Franklin Rutherford ervan verzekerde „dat hij alles in het werk zou stellen om de broeders ertoe aan te moedigen het getuigeniswerk voort te zetten”, verklaarde hij tijdens het verhoor uitdrukkelijk dat er niets was gedaan. Deze tegenstrijdigheid leidde ertoe dat Rutherford een brief schreef „Aan Jehovah’s getrouwe volk in Duitsland”, waarin hij verklaarde „dat het Genootschap niets meer met hem te maken wil hebben, noch met een van degenen die bij die gelegenheid de kans hadden getuigenis af te leggen van Jehovah’s naam en koninkrijk en verzuimd hebben dit te doen.”

Na zijn gevangenissstraf werd hij overgeplaatst naar het concentratiekamp Sachsenhausen. Hij ondertekende de verklaring die hem voorgelegd werd om zijn geloof af te zweren en vermeed elk contact met zijn voormalige geloofsgenoten. Ondanks de belofte van vrijlating moest hij echter terugkeren naar het blok en bleef tot 29 april 1939 in het kamp. Op het congres in Luzern (4-7 september 1936) werd Erich Frost door J. F. Rutherford in zijn plaats benoemd als leidinggevende over het land.

Na de oorlog groepeerden een aantal voormalige bijbelonderzoekers zich in de door Paul Balzereits vader gestichte Allgemeine Bibel-Lehrvereinigung, ABL, met Balzereit als voorzitter. Zij beschouwden zich als onderdeel van de Dawn Bible Students Association en stonden verder achter ideeën van Charles T. Russell. In 1958 werd deze vereniging hernoemd naar Vereinigung freistehender Christen en verklaarde Balzereit zich schriftelijk bereid om samen te werken met het DDR-Ministerium für Staatssicherheit (Stasi) om campagne te voeren tegen Jehovah's Getuigen.[4]

Noten

rel=nofollow

Weblinks

rel=nofollow