Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

OCMW

Uit Wikisage
Versie door Gentenaar (overleg | bijdragen) op 20 jun 2018 om 11:16 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Openbaar_Centrum_voor_Maatschappelijk_Welzijn&oldid=51821268)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) is een openbare instantie per gemeente in België. De OCMW's hebben tot doel elke persoon in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid (art. 1 OCMW-wet). Het OCMW verstrekt diensten aan armen, zorg aan ouderen (het OCMW beheert onder andere bejaardentehuizen) en ook psychische hulp aan de inwoners. Binnen de Franse Gemeenschap heet het OCMW Centre Public d'Action Sociale (CPAS) en binnen de Duitstalige Gemeenschap heet het Öffentliches Sozialhilfezentrum (ÖSHZ). Structurele uitkeringen aan armen zijn vervangen door het "leefloon", en dat is nu een recht.

Geschiedenis

Aanvankelijk was de zorg voor behoeftigen en armen een vorm van liefdadigheid die verstrekt werd door kerkelijke instellingen, waaronder kloosters en abdijen, de adel en andere particulieren.

In Hospitalen werden passanten en zieken en opgevangen. Aanvankelijk waren deze hospitalen verbonden aan kloosters en kapittels, maar vanaf de elfde en vooral twaalfde eeuw worden verschillende hospitalen opgericht door steden en particulieren. Heilige-Geesttafels voorzien in bedelingen aan de inwoners van de parochie. Daarnaast ontstaan godshuizen voor ouderlingen, ambachtsbussen en nog tal van andere instellingen. Stadsbesturen (en in mindere mate dorpsbesturen) winnen aan invloed in de loop van de vijftiende maar vooral zestiende eeuw. In de zestiende eeuw worden op aansturen van de centrale overheid armenkamers opgericht op stedelijk niveau, die de bestaande instellingen controleren en reguleren.

Op het einde van het ancien régime, tijdens de Oostenrijkse periode wordt een aantal beslissende stappen gezet in de evolutie van de openbare armenzorg. De grootste omslag gebeurt in de Franse periode. Alle bestaande publieke en private instellingen worden samengevoegd in een publieke organisatie van Burgerlijke Godshuizen en Burelen van Weldadigheid. In België komt er in 1891 een Wet op de Openbare Onderstand. In de negentiende eeuw zijn er opnieuw verschillende (al dan niet kerkelijke) armenzorginitatieven, maar de publieke Burelen van Weldadigheid en Burgerlijke Godshuizen blijven bestaan en vormen de voorloper van de huidige O.C.M.W.'s.

De Eerste Wereldoorlog speelt een belangrijke rol in de hulpverlening aan armen. Iedereen krijgt immers te kampen met grote werkloosheid, armoede en gebrek aan voedsel, deels door de Amerikaanse hulp opgelost. Na 1918 moet België heropgebouwd worden. Om de nodige werknemers daartoe te motiveren, en onder druk van de syndicale beweging komt er vrij snel een sociale wetgeving tot stand. Noch de sociale wetgeving noch het bestaande private initiatief kon de opkomende armoede tegenhouden.

In 1925 komt er daarom een Wet op de Commissie voor Openbare Onderstand (COO). De COO's bestonden in elke gemeente en waren samengesteld uit burgers die voorgedragen en verkozen werden door gemeenteraadsleden. Ze werden bijgestaan door een secretaris en een ontvanger. De raad van de COO kon zich laten bijstaan door een maatschappelijk werker, maar in het begin kwamen deze er nauwelijks aan te pas.

Op 8 juli 1976 komt er een Wet op het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn. De OCMW's zijn in 1976 ingesteld toen ook een reeks fusies van gemeenten zijn doorgevoerd. De vroegere gemeentelijke COO's zijn opgegaan in de OCMW's. Door de wet van 8 juli 1976 werden de COO's vervangen door de OCMW's. Deze laatste hebben een breder doel dan alleen maar het verstrekken van financiële hulpverlening. Elk OCMW moet naast een secretaris en een ontvanger ook ten minste één maatschappelijk werker in dienst hebben.

Het belangrijkste doel blijft de bestrijding van de armoede : "Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid". Het recht op bestaansminimum, thans leefloon genoemd, is bij wet gegarandeerd.

Integratie in gemeentebesturen (Vlaanderen)

Sinds de staatshervorming van 1993 zijn de gemeenschappen bevoegd voor de organieke regelgeving omtrent OCMW's (in Brussel is dit dus de GGC).

In Vlaanderen is er een tendens naar meer samenwerking en integratie tussen OCMW-besturen en gemeentebesturen. Het gemeentedecreet van 2005 en het OCMW-decreet van 2008 bevatten al eerste stappen. Zo konden onder meer de besturen voor de bestuursperiode 2007-2012 (na de verkiezingen van 2006) kiezen om de OCMW-voorzitter op te nemen in het college van burgemeester en schepenen. Vanaf de bestuursperiode 2013-2017 (na de lokale verkiezingen van 2012) werd dit verplicht.

De regering-Bourgeois, de Vlaamse regering die aantrad in 2014, wil na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 en met ingang van 1 januari 2019 de OCMW's - in Vlaanderen - afschaffen. De taken van het OCMW zouden dan overgenomen worden door het gemeentebestuur. Aangezien de federale wetgeving niet tijdig kon worden aangepast, werden de plannen in 2016 aangepast zodat de gemeente en OCMW nog als aparte rechtspersonen zullen blijven bestaan, maar met in de praktijk één bestuur: verkozen gemeenteraadsleden zullen ex officio ook de functie van OCMW-raadsleden hebben en het schepencollege die van vast bureau van het OCMW. De hervorming werd doorgevoerd met het Decreet Lokaal Bestuur.

Kenmerken van het OCMW

  • Het OCMW is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die door de overheid is opgericht en wordt gecontroleerd om te voorzien in een collectieve behoefte.
  • Het OCMW is een orgaan dat behoort tot de bevoegdheden van een gemeente met als belangrijke instellingen de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, het Vast Bureau, de Bijzondere Comités, het Overlegcomité, de Voorzitter, de Secretaris en de Ontvanger.
  • De Arbeidsrechtbanken en - hoven zijn bevoegd voor betwistingen tussen het OCMW en wie een beroep doet op zijn dienstverlening.
  • De tekorten van het OCMW worden gedragen door de gemeente.

Structuur

Bestand:OCMW Brugge.jpg
Het OCMW-hoofdkwartier in Brugge

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Elk OCMW wordt bestuurd door een Raad voor Maatschappelijk Welzijn, bestaande uit negen tot vijftien leden naargelang de grootte van de gemeente of stad. Deze worden bij de installatie van de nieuwe gemeenteraad gekozen door de gemeenteraad. In een aantal faciliteitengemeenten worden de OCMW-raadsleden democratischer al rechtstreeks door de burgers gekozen. Door het systeem van meervoudig stemrecht zetelen eerder enkel de grotere fracties, zowel uit de meerderheid als uit de oppositie, van de gemeenteraad in de OCMW-raad en hierbij vrijwel in dezelfde verhouding.

Om lid te kunnen zijn van de OCMW-raad moet de kandidaat Belg of EU-lid zijn (art. 8 G.W.), minstens 18 jaar zijn en zijn hoofdverblijf in de gemeente hebben. OCMW-raadsleden mogen geen ambt of functie bekleden dat onverenigbaar is met hun mandaat.

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn is een collegiaal orgaan en neemt beslissingen in vergadering. De Raad vergadert een of meerdere keren per maand. De voorzitter kan de Raad samenroepen wanneer hij dit nodig acht. De vergaderingen van de Raad zijn openbaar, tenzij het over personen gaat of de openbare orde de besloten zitting vereist.

De Voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn wordt voorgedragen door en uit de leden van de Raad. Hij is hoofd van het OCMW, tekent alle uitgaande briefwisseling samen met de secretaris en leidt de vergaderingen. Hij ontvangt hetzelfde salaris als een schepen van zijn gemeente. Volgens het Vlaamse gemeentedecreet is de voorzitter in Vlaanderen voortaan ook lid van het college van burgemeester en schepenen (optioneel na de verkiezingen van 2006, verplicht na de verkiezingen van 2012).

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn kiest de leden van het Vast Bureau, dat belast is met het dagelijks bestuur, en alle andere welomschreven bevoegdheden die de Raad aan het Bureau toevertrouwt.

De Raad kan Bijzondere Comités oprichten, en aan deze welomschreven bevoegdheden toevertrouwen, met uitzondering van die bevoegdheden die wettelijk aan de Raad zijn voorbehouden. Het gaat om comités voor een specifieke materie zoals sociale dienst, tewerkstelling, leefloon of huisvesting. Alle organen van het OCMW zijn de Raad voor maatschappelijk werk, het vast bureau, de voorzitter, het overlegcomité en het bijzonder comité.

Het Vast Bureau

Het Vast Bureau zorgt voor het dagelijks bestuur, en is samengesteld uit de leden van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. De leden worden benoemd bij geheime stemming.

Ingevolge artikel 11bis van de grondwet moet het vast bureau samengesteld zijn uit personen van verschillend geslacht.

Het personeel van het OCMW

Het OCMW heeft een secretaris, een financieel beheerder (ontvanger), minstens één maatschappelijk assistent en verder onderhouds- en technisch personeel.

De Secretaris woont -zonder stemrecht- de vergaderingen bij van de Raad en het Vast Bureau, maakt het verslag en informeert de Raad over de geldende rechtsregels. Hij is personeelsverantwoordelijke maar staat onder de voorzitter, de Raad en het Vast Bureau. Hij tekent samen met de Voorzitter alle uitgaande brieven.

De Ontvanger int de gelden van het OCMW en doet de betalingen die door de Raad zijn goedgekeurd.

De Sociale Dienst telt één of meer maatschappelijk werkers, en eventueel administratieve medewerkers. De Sociale Dienst biedt de volgende diensten aan:

  • hulp in noodsituaties, door eerst het nodige onderzoek te doen en vervolgens de meest passende middelen te voorzien om aan de nood te verhelpen
  • verstrekken van documentatie en advies, met maatschappelijke begeleiding van de cliënt

Met respect voor de overtuiging van de cliënt wordt, bij een aanvraag van materiële hulp of intensieve begeleiding, een verslag opgemaakt dat voorgelegd wordt aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn of aan het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst. De Raad beslist om de gevraagde steun al dan niet toe te kennen. Hij is niet verplicht het advies van de maatschappelijk werker te volgen. In principe moet deze niet aanwezig zijn bij de bespreking maar in de praktijk is dat een gewoonte geworden. De uitvoering van de beslissing wordt aan de maatschappelijk werker toevertrouwd.

Opdracht en taken

Het OCMW verzekert diensten die variëren van preventie over hulpverlening naar probleemoplossing. Daarbij horen materiële, sociale of psychologische hulp. De Sociale Dienst kan iemand doorverwijzen naar andere diensten of initiatieven, of een beroep doen op de medewerking van anderen. De vrije keuze van de cliënt blijft altijd centraal staan. Het OCMW beheert rusthuizen, serviceflats en/of lokale dienstencentra (onder meer voor ouderen). Het lokaal dienstencentrum heeft vaak een autonome werking, met een centrumleider, die meer en meer een beroep doet op vrijwilligerswerk. Het OCMW bedeelt ook warme maaltijden, organiseert poetshulp en/of gezins- en bejaardenhulp. In de grotere steden beheert het OCMW ook eigen ziekenhuizen (Aalst, Antwerpen, Brugge, Gent).

Daarnaast zijn de OCMW's door de Vlaamse Regering aangewezen om de dienstverlening te verzekeren van de Vlaamse Zorgkas.

Financiële steun

Het OCMW heeft middelen vanwege de federale overheid om o.a. het leefloon toe te kennen. Daarnaast beschikt het ook over middelen vanwege de gemeenschap via gelden uit het Vlaams gemeentefonds en het Vlaams stedenfonds. Ook middelen vanwege de gemeenten kunnen worden gebruikt om tekorten te kunnen bijpassen. Als laatste beschikt het OCMW over eigen middelen door een exploitatie van de eigen instellingen (zoals ziekenhuizen en rusthuizen), het beheer van het eigen patrimonium (zoals verkopen en verhuren van eigen onroerende goederen en beleggingen), schenkingen en terugbetalingen van particulieren van kosten voor maatschappelijke dienstverlening.

Leefloon

Aanvullende steun

Tevens kan het OCMW ook "materiële hulp in de meest passende vorm" verstrekken. Dit kan bijvoorbeeld individuele begeleiding zijn.

Andere taken

Informatie en advies

Cliënten die vragen hebben over de dienstverlening van het OCMW, over hun sociale rechten (zoals kinderbijslag, ziekteverzekering, pensioen), over huisvesting, gezondheidszorg, het invullen van administratieve documenten enzoverder, kunnen bij de sociale dienst informatie en advies krijgen. Het juridisch advies wordt gegeven door een jurist of advocaat.

Ondersteuning bij het uitoefenen van rechten

De Sociale Dienst ondersteunt cliënten die hun rechten zelf willen uitoefenen, en zet daarvoor eventueel in hun plaats de nodige stappen, zoals het aansluiten bij een ziekenfonds of het verdedigen van de rechten bij onrechtmatig ontslag (via de vakbond).

Psycho-sociale en pedagogische begeleiding

De Sociale Dienst staat in voor ondersteunende gesprekken, hulp bij de opvoeding van kinderen, en budgetbegeleiding.

Materiële hulpverlening

De materiële hulp die het OCMW verleent, kan bestaan uit:

  • financiële hulp (bijvoorbeeld tussenkomst in de huur, medische kosten, het toekennen van voorschotten op onderhoudsgelden)
  • materiële hulp (bijvoorbeeld kleren, maaltijden, hulp aan wie dakloos is)
  • dienstverlening (klusjesdienst)
  • medische hulp (dringende medische hulp buiten de openbare weg)

Schuldbemiddeling

In het kader van de wet op het consumentenkrediet verzorgt het OCMW de uitbouw van een eigen schuldbemiddeling.

Nogal wat mensen hebben een hoge schuldenlast die ze niet langer kunnen afbetalen. Maatschappelijk werkers die hiertoe bijkomende scholing hebben genoten, kunnen als schuldbemiddelaar optreden ten overstaan van de schuldeisers.

Opvang van asielzoekers

De federale overheid heeft de OCMW's ook ingeschakeld in de opvang van kandidaat politiek vluchtelingen. De asielzoekers worden via een spreidingsplan aan de verschillende OCMW's toegewezen (zie asielprocedure in België).

Ondersteuning bij tewerkstelling

Het OCMW kan arbeidstrajectbegeleiding aanbieden, meestal geïntegreerd in de Lokale Werkwinkel, samen met de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, de GTB of de RVA.

Inrichten van sociale voorzieningen

Het OCMW kan diensten en voorzieningen inrichten met een sociaal, preventief of curatief karakter. Het gaat bijvoorbeeld om de bedeling van warme maaltijden, een poetsdienst, klusjesdienst en thuiszorg.

Steun aan daklozen

Het OCMW verstrekt maatschappelijke dienstverlening aan daklozen.

Deze dienstverlening kan bestaan uit het vragen van een gemotiveerde afwijking op de toelatingsvoorwaarden aan de sociale huisvestingsmaatschappij zodat de dakloze op korte termijn over een woning kan beschikken.

Eenmaal in zijn leven heeft de dakloze ook het recht op een installatiepremie. Deze premie is gelijk aan het bedrag van een maand leefloon categorie 2.[1]

Sociaal Huis

Het Sociaal Huis is een toegankelijkheidsconcept dat op lokaal niveau moet uitgewerkt worden en dat een antwoord moet bieden op de specifieke toegankelijkheidsproblemen die zich lokaal stellen in het aanbod van dienst- en hulpverlening. Het Sociaal huis is niet noodzakelijk een gebouw, noch een actor.

Iedere stad en gemeente werkt momenteel aan de realisatie van een Sociaal Huis. Dit kadert in het Lokaal Sociaal Beleid, dat het OCMW dieper wil inbedden binnen de sociale kaart, of het geheel aan welzijnsdiensten actief in de lokale gemeenschap. Indien het een fysieke vorm aanneemt, zal een Sociaal Huis de plek zijn waar burgers voor alle administratieve en sociale dossiers, premies en uitkeringen terechtkunnen. In vele gemeenten is er al een Sociaal Huis gerealiseerd terwijl de andere gemeenten hier momenteel aan werken. Een sociaal huis is een samenwerking tussen OCMW en gemeenten.

Twee belangrijke functies van het Sociaal Huis zijn :

  • de eenloketfunctie: De burger kan hier terecht met al zijn vragen in verband met sociale dienstverlening binnen de gemeente. Hij hoeft zich niet eerst te informeren of dit nu een taak is die door het OCMW, door de gemeente of door een andere openbare of private partner wordt uitgevoerd.
  • de doorverwijsfunctie: Er is één informatieloket dat voor alle vragen met betrekking tot het welzijn kan doorverwijzen naar andere diensten en organisaties in de gemeente of omliggende gemeenten.

Commentaar

Het bestaan in België van het OCMW als afzonderlijk bestuur heeft enkel historische redenen. In andere landen maken die gelijkaardige diensten deel uit van de diensten van het gemeentebestuur. Afgaande op hun taken is het OCMW in werkelijkheid immers de sociale dienst van de gemeente. In sommige gemeenten beschikt het gemeentebestuur zelf over een sociale dienst. Politieke initiatieven werden al genomen om de OCMW's te integreren in het gemeentebestuur, maar die zijn niet gelukt.

Bibliografie

  • Het decreet van het Vlaams Gewest van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (Belgisch Staatsblad 24 december 2008; Vlaamse Codex). Het decreet behandelt enkel de organisatorische aspecten van de OCMW's. Het inhoudelijke welzijnsbeleid van Vlaanderen zit onder andere vervat in het decreet Lokaal Sociaal Beleid. Het maatschappelijk beleid is voornamelijk opgenomen in de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Welk OCMW bevoegd is, is opgenomen in de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
  • OCMW Zakboekje 2004 (Kluwer, 2004)
  • OCMW Codex (Politea, wordt aangevuld)
  • Verhalen uit het OCMW : Met hoofd, hart en handen / Leen Van Lindt (Politea, 2002)
  • Lokaal, een sterk verhaal : Getuigenissen en verhalen van mensen uit gemeente en OCMW / Leen Van Lindt & Bart Van Moerkerke (Politea, 2004)

Externe links

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow