Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Lineair A

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 26 dec 2016 om 05:54
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het Lineair A is een schrift dat ontwikkeld is door de Kretenzische beschaving (3000 – 1400 v.Chr.). Het is het eerste Europese schrift. Het is nog steeds niet geheel ontcijferd.

Lineair A-schrift op de bodem
van een gevonden beker.

Aanvankelijk bestond het schrift uit ideogrammen. Hierbij stelt elk teken een voorwerp, handeling of persoon voor; het doet denken aan Egyptische hiërogliefen. De tekens werden in klei gedrukt met stempels.

In de loop der tijd werden deze tekens vereenvoudigd en uiteindelijk blijven er alleen lijnen over: zogenoemd lineair schrift. Niet enkel werden de tekens vereenvoudigd tot lijnen, ze stellen ook geen begrippen meer voor maar lettergrepen van een woord (syllabisch schrift).

Het lineair lettergrepenschrift van de Kretenzers heet "Lineair A" om het te onderscheiden van dat van de Myceners of Achaeërs, dat behalve op Kreta ook op het Griekse vasteland werd gebruikt, "Lineair B". Het Lineair B ontwikkelde zich, na de vestiging van de Myceners op Kreta, uit het Lineair A. De taal van het Lineair B is Grieks.

De Kretenzers maakten gebruik van het Lineair A om de administratie van het paleis bij te houden. Van veel van de ca. 90 schrifttekens is wel de uitspraak bekend, omdat de vorm van die tekens bijna hetzelfde is als in het latere Lineair B, maar de taal is geen Grieks (maar Prehelleens) en voor een deel nog steeds een raadsel.

Een van de meer serieuze mogelijkheden is dat de taal van het Lineair A tot de (West-)semitische taalgroep behoort. Deze stelling is vooral door Cyrus H. Gordon verdedigd, in een reeks publicaties sinds 1956. Een feit is dat een aantal woorden waarvan we zowel de uitspraak, als uit de context de betekenis kennen, overeen lijken te komen met gebruikelijke woorden in talen als het Hebreeuws of Fenicisch. Gordon claimde voor zo'n twee dozijn woorden semitische parallellen te kunnen aanwijzen.

Een voorbeeld is het woord "ku-lo" waarmee totalen van inventarisaties worden aangeduid: dit correspondeert met Semitisch "kull" ("kul", "kol") = "totaliteit, geheel". Maar zoals ons woord "totaal" ontleend is aan het Latijn, zo zou ook in het Lineair A het woord "ku-lo" een leenwoord kunnen zijn. Het gebruik van het woord "ku-lo" bewijst dus niet dat de taal van het Lineair A semitisch is, en de meeste deskundigen staan sceptisch tegenover Gordons hypothese.

Meer recent heeft de Nederlander Jan G. P. Best in een lange reeks publicaties geprobeerd de "semitische oplossing" voor het Lineair A aannemelijk te maken. Hij identificeerde de taal van Lineair A als een noordwestsemitische taal en onderbouwde zijn theorie met een opmerkelijke veelvoud aan argumenten. Niet alleen wist hij aan de hand van geschiedkundige argumenten aannemelijk te maken dat Kreta vanaf ca. 2000 v.Chr. een belangrijke doorgangsplaats was voor internationale handel tussen Europa, Egypte en de Levant, ook was hij in staat het tekeninventaris van het Lineair A terug te voeren op drie bronnen: de egyptische hiërogliefen, authentieke kretenzische tradities en het assyrisch-babylonisch spijkerschrift. Niet alleen de qua taalmateriaal spaarzame en voor een ontcijfering nauwelijks toereikende kleitabletten wist Best als semitisch te interpreteren, hij slaagde er bovendien in de langere zogenaamde "Libation inscriptions" als noordwestsemitisch te interpreteren. Deze teksten zijn met name belangrijk, omdat ze in de regel complete zinnen vormen, waardoor de grammaticale eigenschappen van de taal gemakkelijker kunnen worden geanalyseerd. Een toenemend aantal geleerden van overal op aarde raakt overtuigd van de juistheid van de ontcijfering door Jan G. P. Best. Een hoofdprobleem bij de toetsing van een ontcijfering van het Lineair A is het geringe aantal teksten in dat schrift. Daardoor is intern bewijs moeilijk te vinden. Nieuwe hoop rijst, nu duidelijk is geworden dat in Byblos teksten zijn gevonden in een schrift, dat vele tekens met het Lineair A gemeenschappelijk heeft en bovendien volgens de consensus van de geleerden eveneens semitisch noteert. Mochten deze teksten inderdaad overtuigend als semitisch geïnterpreteerd kunnen worden, dan kan met behulp van die teksten de geldigheid van de ontcijfering van het Lineair A door Jan G. P. Best bevestigd worden.

Zeer recent is de fascinerende theorie geopperd dat de Minoïsche taal gerelateerd is aan het Vedisch, en daarmee een Indo-Europese taal zou zijn. Ook zou de Minoïsche cultuur gerelateerd zijn aan die van de Indusvallei. Zie de artikelen in het tijdschrift Minoa

Zie ook

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Lineair A op Wikimedia Commons