Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Lage Landen

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Staatkundige geschiedenis
van de Nederlanden

Friesland

1024 Sticht 1528
Sticht Utrecht

Groningen &
Ommelanden

1339 Gelre 1543
Gelre

1384 1482
Bourgondische Nederlanden

Rijksabdij Thorn

Graafschap Horn

980 Wapen van het prinsbisdom Luik 1795
Prinsbisdom
Luik


Rijksabdij
Stavelot-
Malmedy


Hertogdom
Bouillon

1482 1581 / 1795
Habsburgse Nederlanden
(vanaf 1556:
Spaanse Nederlanden)
1581 1795
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
1581 1713
Zuidelijke Nederlanden
1713 1795
Oostenrijkse Nederlanden
(1790
Verenigde Nederlandse Staten)
1795 1801
Bataafse Republiek
1795 1804
Eerste Franse Republiek
1801 1806
Bataafs Gemenebest
1806 1810
Koninkrijk Holland
1810 1813
Eerste Franse Keizerrijk
1804 1815
Eerste Franse Keizerrijk
1813 1815
Vorstendom der Nederlanden
1815 1830
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
1815 - 1867
G-H
Luxemburg
1830

Koninkrijk der Nederlanden
1830
Koninkrijk België
(Duitse Bond)
1867
Groot- Hertogdom Luxemburg

De termen Lage Landen en Nederlanden duiden geografisch op een laagvlakte in Noordwest-Europa die is ontstaan als delta van een aantal grote rivieren, met name de Rijn, Maas, IJssel en Schelde (zie ook Ontstaan van de Nederlandse ondergrond).[1] De termen worden daarnaast gebruikt in de geschiedschrijving, met name om het gebied te beschrijven in de tijd waarin Nederland, België en Luxemburg nog niet als aparte staten bestonden. De Bourgondische en Habsburgse Nederlanden, met inbegrip van de later gevormde Republiek der Verenigde Provinciën, hadden toen grofweg de omvang van de huidige Benelux. Meer dan 'de Lage landen' is 'de Nederlanden' in gebruik gebleven als hyperoniem voor alle staats- en/of bestuursvormen die in dit gebied tussen 1384 en 1795 bestonden.

Etymologie

Nederlanden en Lage Landen betekenen in principe precies hetzelfde. Beide termen gaan terug op historische aanduidingen die voor deze gewesten in omloop kwamen. De Lage landen bij de zee vormen reeds het onderwerp van een 14de eeuwse kroniek. De benaming Niderlant werd in de middeleeuwen al gebruikt voor het gebied aan de benedenloop van de Rijn vanaf Keulen, gezien in tegenstelling tot gebieden aan de bovenloop, het 'Oberlant'. In de zestiende eeuw, onder de regering van de Habsburgse vorst Karel V, werd deze term in haar meervoudsvorm specifiek gebruikt voor die gebieden in de lage landen die deze vorst onder zijn bewind verenigd had.

Voordien hanteerden de Bourgondische heersers voor hun bezittingen in dit gebied al een collectieve aanduiding. Zij maakten een tweedeling in hun gebieden de par deça ('van hier') en die de par delà ('van daar'), het laatste doelend op hun stamgebied Bourgondië. Deze aanduiding gaf aan waar toen hun focus lag, namelijk in de rijke Nederlanden, waar zij ook bestuurlijke instellingen vestigden (in Brugge, Mechelen en Brussel). Hun hoge ambtenaren waren Franstalig.

Onder hun machtige Habsburgse opvolger Karel V kwam de uitdrukking Les Pays d'embas of d'en bas, later les Pays bas, in zwang, waarvoor twee Nederlandse vertalingen bestaan, namelijk Lage Landen of de Nederlanden. Ook voor de Habsburgers gaf deze term aan, dat dit gebied slechts een deel van hun rijk vormde, namelijk een geografisch laag gelegen deel versus de hoger gelegen delen elders. Ook toen lag het bestuurscentrum niet in de Lage landen zelf.

Deze deiktische ('aanwijzende') benaming, oorpronkelijk mede gebaseerd op de tegenstelling Neder- / Opper- (vgl. Duits Nieder- / Ober-) ontwikkelde zich tot de algemene en vaste naam voor dit gebied, die spoedig overal in Europa werd overgenomen: Frans: Pays-Bas; Italiaans: Paesi Bassi; Spaans Países Bajos; Engels: Low Countries; Duits: die Niederlande.

Landen die het Franse voorbeeld volgen zijn de Romaanstalige en Engeland, landen die het Duitse voorbeeld volgen de meeste Germaanse en Noord-Europese. Aangezien Nederland zelf tot de laatste groep behoort vindt men ook in Nederland een benaming volgens het Duitse voorbeeld. De vorm Lage Landen heeft dan ook niet meer dan secundaire status behouden in het taalgebruik.

Betekenis

Beide oorspronkelijk deiktische termen kennen ook een 'geografische' interpretatie, omdat het evenzeer fysieke termen zijn. Zij kregen echter onder de Bourgondiërs en de Habsburgers een vaste, politieke en etnografische betekenis. Ons land draagt dus een naam die historisch verwijst naar de grondleggers van onze staatkundige eenheid. Het gaat hier dus om een oorspronkelijk meer informele, semi-staatkundige term, die in het buitenland snel de algemeen gangbare is geworden, maar in onze streken eigenlijk niet zozeer. Het geheel werd hier ook graag aangeduid als de Zeventien Provinciën.
Kenmerkend is voor beide vertalingen de meervoudige vorm, die aangaf dat het gebied uit afzonderlijke deelgebieden of gewesten bestond. Tot 1585 werd daarbinnen nog geen definitief onderscheid gemaakt tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, maar daarna tot 1795 wel. Als men het over 'de Nederlanden' heeft en daarbij het gebied van het huidige koninkrijk op het oog heeft, gebruikt men de term Noordelijke Nederlanden - in tegenstelling tot de Zuidelijke Nederlanden, de voorloper van het huidige België. Toen in 1815 het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden ontstond, greep Koning Willem I bewust terug op het oude meervoudige begrip. In 1839 werden Noord en Zuid opnieuw gescheiden (zie ook Belgische Revolutie).

Behalve in de geschiedschrijving wordt de term 'Lage Landen' tegenwoordig nog gebruikt als literaire of informele aanduiding voor Nederland en België samen.[2] [3]

Historische omvang

In historisch opzicht moeten ook Luxemburg en Frans-Vlaanderen bij de Lage Landen gerekend worden:

Geschiedenis

De geschiedenis van dit gebied als een staatkundige eenheid begint in de vijftiende eeuw. In de periode daarvoor vormden de Lage Landen beneden de Rijn tot aan de Seine het noordelijk deel van Gallië, Gallia Belgica genaamd, een provincie van het Romeinse Rijk ingedeeld in civitates, overeenkomend met de locatie van de stammen. Ten noorden van de Rijn, maar later ook langs de Noordzeekust van het Zwin tot aan de Wezer, woonden de Friezen, die van 650 tot 734 hun Friese rijk hadden.
In het Frankische en Karolingische rijk was het gebied van de Lage Landen verdeeld in ruwweg 50 gouwen met aan het hoofd een (niet-erfelijke) gouwgraaf, die van de oorspronkelijke civitates waren afgeleid.

Heilige Roomse Rijk (925)

    Zie ook: Zie ook de Nederlanden in de Middeleeuwen Sinds 925 behoorden de Lage Landen formeel tot het Duitse koninkrijk van het Heilige Roomse Rijk. De gouwgraafschappen gingen toen geleidelijk aan op in zo'n 20 grotere en kleinere landsheerlijkheden, die bestuurd werden door feitelijk onafhankelijke hertogen, graven en andere landsheren. De grootste en machtigste gebieden waren de hertogdommen Brabant en Gelre, de graafschappen Vlaanderen en Holland, het sticht Utrecht en het prinsbisdom Luik.

Bestand:Map-1477 Low Countries.png
De Lage Landen in 1477

Bourgondische Nederlanden (1384)

Vanaf 1384 kwamen steeds meer landsheerlijkheden in handen van de hertogen van Bourgondië en spreekt men van de Bourgondische Nederlanden.
In 1477 sneuvelde hertog Karel de Stoute in de slag bij Nancy en ging een groot deel van het Franse bezit van de Bourgondiërs, waaronder het hertogdom zelf, verloren aan de Franse kroon. Hertog Karels enige erfgenaam was zijn dochter Maria van Bourgondië, die nog in hetzelfde jaar 1477 trouwde met Maximiliaan van Oostenrijk. Hierdoor kwamen de overgebleven Bourgondische gebieden onder de soevereiniteit van het Huis Habsburg en worden sindsdien de Habsburgse Nederlanden genoemd.

Maria van Bourgondië overleed in 1482 en werd opgevolgd door haar zoon Filips de Schone (1478-1506).

Pragmatieke Sanctie (1549)

De kleinzoon van Maria en Maximiliaan, keizer Karel V, breidde de inmiddels Habsburgse Nederlanden verder uit. Nadat hij in 1543 het hertogdom Gelre had ingelijfd, was een min of meer aaneengesloten en afgerond geheel van landsheerlijkheden ontstaan. Alleen in het zuidelijke deel vormde het prinsbisdom Luik nog een grote enclave waar hij niet aan durfde te komen, terwijl hij ook het graafschap Oost-Friesland niet wist te behouden. Dit geheel van Nederlandse gewesten werd sindsdien ook wel aangeduid als de Zeventien Provinciën.

In 1549 bepaalde keizer Karel V in de Pragmatieke Sanctie (1549) dat de Bourgondische Kreits voortaan ondeelbaar zou zijn en bij overerving over zou gaan binnen de mannelijke en vrouwelijke lijn van zijn familie. Daarmee scheidde hij de Lage Landen of Nederlanden (de informele naam die hij en zijn Bourgondische voorgangers voor dit gebied hanteerden) af van Frankrijk en van het Duitse Rijk. In de Pragmatieke Sanctie verklaarde keizer Karel V:

"Wij, Karel, bij de gratie Gods Rooms Keizer (...) laten weten aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, dat wij geoordeeld hebben dat het van groot belang is voor onze voornoemde landen (...) dat zij in de toekomst altijd onder eenzelfde vorst zouden blijven die ze in één geheel zou houden, wetend dat hun deling ten gevolge van succesies en erfenissen hun ondergang en ruïne zou betekenen. Afgescheurd en van elkaar gescheiden zouden zij ten prooi kunnen vallen aan buurstaten (...). Dit zal echter kunnen vermeden worden indien onze landen altijd in het bezit blijven van één vorst die ze als één geheel bestuurt. Gegeven in onze stad Brussel in de maand november van het jaar Onzes Heeren 1549."

Bestand:Map-1579 Union of Utrecht.png
De Lage Landen in 1579
Bestand:Utrecht-atrecht.jpg
De Zeventien Provinciën: Unie van Utrecht en Unie van Atrecht

De Habsburgse Nederlanden worden van 1543 tot 1581 aangeduid als de Zeventien Provinciën. Nadat Karel V in 1555 de Lage Landen overdroeg aan zoon Filips II van Spanje spreekt men ook wel van de Spaanse Nederlanden.

Unie van Utrecht (1579) en Acte van Verlatinghe (1581)

Filips II wilde onder meer de inmiddels naar het calvinisme neigende gewesten weer naar het rooms-Katholicisme terugbrengen, hetgeen tot zeer veel verzet leidde. De Nederlandse Opstand, ook de Tachtigjarige Oorlog genoemd, begon in 1568. In 1579 sloten een aantal Nederlandse gewesten de Unie van Utrecht, een verbond om de Spanjaarden te bestrijden, waarin daarnaast een aantal staatkundige zaken werd geregeld. De oorspronkelijke gewesten die de overeenkomst ondertekenden waren Gelre en Zutphen, Holland, Zeeland, Utrecht en de Groningse Ommelanden. Later sloten ook Friesland en Drenthe zich aan, alsmede een aanzienlijk aantal steden in Noord en Zuid. Bij de Acte van Verlatinghe van 1581 scheidden de calvinistische gewesten zich af en ontstond de Republiek der Verenigde Nederlanden.

Noord en Zuid

Sinds 1648 (Vrede van Munster) zijn de Lage Landen gesplitst in de Zuidelijke en in de Noordelijke Nederlanden. Gedurende anderhalve eeuw bleef het Zuidelijke deel van de Nederlanden in handen van de Habsburgers, eerst van de Spaanse en vanaf 1713 van de Oostenrijkse tak.

In 1795 werden de Zuidelijke Nederlanden geannexeerd door de Eerste Franse Republiek en werd de Noordelijke republiek opgevolgd door de Bataafse Republiek. In 1806 werd dit het Koninkrijk Holland, een vazalstaat van het keizerrijk van Napoleon.

Tijdelijke vereniging

In de periode 1810-1813 maakten de beide Nederlanden deel uit van het Franse rijk. In zekere zin was daarmee voor het eerst sinds 1581 hun historische eenheid hersteld. Die eenheid was echter relatief: voor 1581 was er sprake van een personele unie van vorstendommen, niet van een land.[4] In 1813 ontstond het Koninkrijk Nederland, waarbij in 1815 ook het Zuidelijke deel gevoegd werd. In 1831, bij het ontstaan van België, viel dit Verenigd Koninkrijk weer uit elkaar en werden de twee landen aparte koninkrijken.

Samenwerking

Sindsdien heeft met name de oprichting in 1944 van de douane-unie Benelux, in 2010 om te vormen tot Benelux Unie, staatkundig tot uitdrukking gebracht dat de drie betrokken landen (met inbegrip van Luxemburg) een bijzondere verbondenheid kennen. België en Luxemburg hadden al in 1921 tot een economische unie besloten. Daarnaast zijn er verschillende culturele verdragen tussen de drie landen gesloten.

Noten

  1. º Vergelijk R.C. van Caenegem, H.P.H. Jansen (red); m.m.v. H.T. Waterbolk (1978): De Lage Landen van prehistorie tot 1500, Amsterdam.
  2. º Vergelijk bijvoorbeeld Reinder P. Meijer (1978): Literature of the Low Countries. A short history of Dutch Literature in the Netherlands and Belgium, The Hague / Boston, dat de gehele literatuur vanaf de twaalfde tot en met de twintigste eeuw bestrijkt.
  3. º Vergelijk een staande uitdrukking in de sportjournalistiek als: de derby der Lage Landen (in het bijzonder bij voetbal en korfbal), en meer recent ook: 'Nederland is de eerste scrabblekampioen van de Lage Landen', VRT Nieuws/De Redactie, 9-12-09.
  4. º (en) «Each of the principalities retained its own identity and institutions, but all took increasing pride in their common culture and administrative organization, including the Order of the Golden Fleece, which became something of a symbol of their political unity.» Willem Pieter Blockmans, Walter Prevenier, The Promised Lands: The Low Countries Under Burgundian Rule, 1369-1530, University of Pennsylvania Press, 1999, p.231.

Literatuur

  • Blom, J.C.H. en Lamberts, E. (red) (2006): Geschiedenis van de Nederlanden, Baarn.
  • Braure, Maurice (1966): Histoire des Pays-Bas, 2 éd. rev., Paris.
  • Jansen, H.P.H. (1982): Kalendarium; geschiedenis van de Lage Landen in jaartallen, 5e druk, Utrecht (latere titel: Lexicon geschiedenis der Lage Landen, 1983).
  • Janssen, P. e.a. (red) (1996): De gouden delta der Lage Landen. Twintig eeuwen beschaving tussen Seine en Rijn, Antwerpen.
  • Kossmann, E.H. (2002): De Lage Landen 1780-1940. Twee eeuwen Nederland en België, Amsterdam/Antwerpen.
  • Kossmann-Putto, J.A. en Kossmann, E.H. (1996): De Lage Landen. Geschiedenis van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, 7e druk, Rekkem.
  • Rogier, L.J. (1980): Eenheid en scheiding. Geschiedenis der Nederlanden 1477-1813, Utrecht/Antwerpen.
  • Romein, J. en A. (1977): De lage landen bij de zee. Een geschiedenis van het Nederlandse volk, Den Haag/Antwerpen, ISBN 9021420295.
  • Vermaseren, B.A., met medewerking van Pieter Geyl (1978): Atlas. Algemene en Vaderlandse geschiedenis, 20e druk, Groningen, ISBN 90 01 90700 8.
  • Ter Haar, Jaap (1998): (Meer dan 2000 jaar) Geschiedenis van de Lage Landen, Fibula/Unieboek bv, ISBN 90 269 6884 1.

Externe links