Kopstoot (zelfverdediging)

Een kopstoot is een zelfverdedigingstechniek die wordt toegepast bij zelfverdedigingskunsten zoals het jiujitsu en het san shou. Hierbij wordt met het hoofd een stoot toegebracht, doorgaans tegen een van de kwetsbare delen van de aanvaller, veelal delen van het hoofd.

De kopstoot kan in verschillende richtingen worden toegepast, zowel naar voren als naar achteren en zijwaarts. Bijvoorbeeld bij een verwurging van achteren, waarbij het lichaam van de aanvaller zich dicht bij die van de verdediger bevindt, kan een achterwaartse kopstoot als atemi tegen de neus of kin voor de hand liggen. Als het de aanvaller niet verwondt, zal het in veel gevallen in ieder geval de aandacht afleiden, waarop andere technieken kunnen worden ingezet.

Aangezien het hoofd en nek zelf kwetsbare lichaamsdelen zijn, dient degene die een kopstoot toepast goed op te letten dat hij of zij hier zelf niet bij verwond raakt. Het kan echter ook gebeuren dat een kopstoot wordt uitgevoerd bij een aanval van een vuistslag, waarbij vooral het ronde (harde, stevige) voorhoofd met gemak een hand (handbeentjes) kan breken. Het is dan overduidelijk zelfverdediging geweest. Jammerlijk wordt de kopstoot ook gebruikt bij het moedwillig aangaan / gebruiken van geweld, wat strafbaar is.

Het zich tegen een kopstoot verdedigen is veelal niet eenvoudig, omdat de kopstoot vaak erg onverwachts en van zeer korte afstand aankomt.

De kopstoot is in maar weinig sporten toegestaan. Toch komt men de kopstoot ook buiten genoemde zelfverdedigingsporten evengoed tegen. Een voorbeeld hiervan is de finale van het Wereldkampioenschap voetbal 2006, waarin Zinédine Zidane een kopstoot uitdeelde aan Marco Materazzi tegen de borst, waarvoor hij een rode kaart kreeg en het veld moest verlaten.