Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Julius Anton von Poseck: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 2: Regel 2:


==Leven==
==Leven==
Von Poseck stamde uit een oud gravengeslacht uit Saksen. Kort na zijn geboorte verhuisden zijn ouders naar Westfalen, waar ze hun oorspronkelijk luthers gedoopte zoon katholiek opvoedden.
Von Poseck stamde uit een oud gravengeslacht uit Saksen. Een deel van de familie was katholiek, maar de vader van Julius Anton von Poseck was gehuwd met een protestantse vrouw uit Pommeren. De kinderen werden luthers opgevoed.


Van 14 tot 16 augustus 1848 werd in Keulen een 600-jarig [[jubileum]] gevierd van de eerste-steen-legging van de Keulense Domkathedraal. Daar beleefde von Poseck iets wat zijn leven zou veranderen. Tijdens een processie op 15 augustus kwam een steen uit de kathedraal los. Een meisje, of volgens een ander verslag een jongeman, werd door de vallende steen getroffen en viel dood neer, op de plaats waar von Poseck even voorheen nog had gestaan.
Kort na zijn geboorte verhuisden zijn ouders naar Westfalen, waar de oorspronkelijk luthers gedoopte zoon, anders dan zijn broers en zussen, katholiek werd opgevoed.


In Düsseldorf kwam hij in contact met de geschriften van [[John Nelson Darby]]. Von Poseck nam later het initiatief om een aantal apostelbrieven uit het [[Nieuwe Testament]] te vertalen en legde deze aan Darby voor. Hierdoor was een begin gemaakt aan de Duitse ''Elberfelder Bibel''. In 1854 verhuisde von Poseck naar [[Barmen]], waar hij samen met [[Carl Brockhaus]], John Nelson Darby en de Nederlander [[Herman Cornelis Voorhoeve]] werkte aan deze Bijbelvertaling. Pas later werd de Engelse ''Darby Bible'' uitgegeven. Door von Poseck vertaalde artikelen verschenen vaak in het tijdschrift ''[[Bode des Heils in Christus|Botschafter des Heils in Christo]]''.
Vanaf 1836 studeerde von Poseck katholieke theologie in Münster. Hij onderbrak deze studie en ging vanaf 1838 rechten studeren in Berlijn. Later zette hij deze studierichting verder in Bonn.
In 1856 vertrok von Poseck naar Hilden en in 1857 naar Engeland. Daar trouwde hij, werkte als taalleraar, en gaf een aantal boeken uit. Hun enige dochter Helen was jarenlang in China als zendeling.


Hij ging aan de slag als advocaat-stagiair (’Referendar’) bij de regering in Düsseldorf.
Van 14 tot 16 augustus 1848 werd in Keulen een 600-jarig [[jubileum]] gevierd van de eerstesteenlegging van de Keulense Domkathedraal. Daar beleefde von Poseck iets wat zijn leven zou veranderen. Tijdens een processie op 15 augustus kwam door het gewicht van een zware vlag een steen uit de kathedraal los. Een meisje werd door de vallende steen getroffen en viel dood neer, op de plaats waar von Poseck even voorheen nog had gestaan. Dat riep bij hem ernstige vragen op over de omstandigheid dat hij bijna dood was geweest maar iemand anders getroffen was.
In de herfst van dat jaar ontmoette hij Düsseldorf William Henry Darby, een oudere broer van [[John Nelson Darby]], die twee jaar in Düsseldorf woonde. Via William Henry Darby kwam von Poseck in contact met geschriften van de ''broederbeweging'' ([[Vergadering van gelovigen]]).
Von Poseck nam later het initiatief om een aantal apostelbrieven uit het [[Nieuwe Testament]] te vertalen en legde deze aan Darby voor. Hierdoor was een begin gemaakt aan de Duitse ''Elberfelder Bibel''. In 1854 verhuisde von Poseck naar [[Barmen]], waar hij samen met [[Carl Brockhaus]], John Nelson Darby en de Nederlander [[Herman Cornelis Voorhoeve]] werkte aan deze Bijbelvertaling. Pas later werd de Engelse ''Darby Bible'' uitgegeven. Door von Poseck vertaalde artikelen verschenen vaak in het tijdschrift ''[[Bode des Heils in Christus|Botschafter des Heils in Christo]]''.
In 1856 vertrok von Poseck naar Hilden (Westfalen) en in 1857 naar Engeland. Daar trouwde hij met Christiana Davies, werkte als taalleraar, en gaf een aantal boeken uit. Hun enige dochter Helen was jarenlang in China als zendeling.
==Lieddichter==
Hij was de auteur van een kerklied met de titel ''Auf dem Lamm ruht meine Seele'' (Op het Lam rust mijn ziel). Het idee voor dit lied kreeg hij tijdens een bezoek aan de abdijkerk van Essen-Werden in het begin van de jaren 1850. Hij zag bovenin de toren een gebeeldhouwd lam, en men legde hem uit dat vele jaren geleden, toen een dakwerker herstellingen uitvoerde aan het torendak, de haak afbrak waaraan de ladder bevestigd was. De val van de dakwerker werd gebroken toen hij op een schaapje viel dat beneden graasde. Het schaap werd door de man verpletterd, maar hij overleefde hierdoor de val. Uit dankbaarheid liet hij een lam beeldhouwen en in het metselwerk van de toren aanbrengen.<ref>Vgl. [[Walther Hermes]]: ''Hermann Heinrich Grafe und seine Zeit'', Witten 1933, p. 153; en Arend Remmers: ''Gedenket eurer Führer'', Schwelm 1983. – Volgens herinneringen van Else Zint geb. Trappmann (1908–1977) zou von Poseck dit lied echter tijdens een nachtelijke wacht aan het sterfbed van haar overgrootmoeder Henriette Trappmann geb. Gördts (1835–1900) in Mettmann gedicht hebben. Ook Gertrud Hahne geb. Christiansen (1924–2013) herinnerde zich dezelfde versie, die ze van haar schoonmoeder Selma Hahne geb. Trappmann (1876–1956), een dochter van Henriette Trappmann, had gehoord.</ref>  
Hij was de auteur van een kerklied met de titel ''Auf dem Lamm ruht meine Seele'' (Op het Lam rust mijn ziel). Het idee voor dit lied kreeg hij tijdens een bezoek aan de abdijkerk van Essen-Werden in het begin van de jaren 1850. Hij zag bovenin de toren een gebeeldhouwd lam, en men legde hem uit dat vele jaren geleden, toen een dakwerker herstellingen uitvoerde aan het torendak, de haak afbrak waaraan de ladder bevestigd was. De val van de dakwerker werd gebroken toen hij op een schaapje viel dat beneden graasde. Het schaap werd door de man verpletterd, maar hij overleefde hierdoor de val. Uit dankbaarheid liet hij een lam beeldhouwen en in het metselwerk van de toren aanbrengen.<ref>Vgl. [[Walther Hermes]]: ''Hermann Heinrich Grafe und seine Zeit'', Witten 1933, p. 153; en Arend Remmers: ''Gedenket eurer Führer'', Schwelm 1983. – Volgens herinneringen van Else Zint geb. Trappmann (1908–1977) zou von Poseck dit lied echter tijdens een nachtelijke wacht aan het sterfbed van haar overgrootmoeder Henriette Trappmann geb. Gördts (1835–1900) in Mettmann gedicht hebben. Ook Gertrud Hahne geb. Christiansen (1924–2013) herinnerde zich dezelfde versie, die ze van haar schoonmoeder Selma Hahne geb. Trappmann (1876–1956), een dochter van Henriette Trappmann, had gehoord.</ref>  


Regel 21: Regel 29:
[[Categorie: Duitse adel]]
[[Categorie: Duitse adel]]
[[Categorie: Duits theoloog]]
[[Categorie: Duits theoloog]]
[[Categorie: Protestants theoloog]]
[[Categorie: Bijbelvertaler naar het Duits]]
[[Categorie: Bijbelvertaler naar het Duits]]
[[Categorie: Duits dichter]]
[[Categorie: Duits dichter]]

Huidige versie van 2 dec 2018 om 08:03

Julius Anton Eugen Wilhelm von Poseck (Cerkwica (Zirkwitz), Pommeren, 2 september 1816 – Lewisham (bij Londen), 6 juni 1896) was een predikant, kerkstichter, schrijver en vertaler in de broederbeweging (Vergadering van gelovigen).

Leven

Von Poseck stamde uit een oud gravengeslacht uit Saksen. Een deel van de familie was katholiek, maar de vader van Julius Anton von Poseck was gehuwd met een protestantse vrouw uit Pommeren. De kinderen werden luthers opgevoed.

Kort na zijn geboorte verhuisden zijn ouders naar Westfalen, waar de oorspronkelijk luthers gedoopte zoon, anders dan zijn broers en zussen, katholiek werd opgevoed.

Vanaf 1836 studeerde von Poseck katholieke theologie in Münster. Hij onderbrak deze studie en ging vanaf 1838 rechten studeren in Berlijn. Later zette hij deze studierichting verder in Bonn.

Hij ging aan de slag als advocaat-stagiair (’Referendar’) bij de regering in Düsseldorf. Van 14 tot 16 augustus 1848 werd in Keulen een 600-jarig jubileum gevierd van de eerstesteenlegging van de Keulense Domkathedraal. Daar beleefde von Poseck iets wat zijn leven zou veranderen. Tijdens een processie op 15 augustus kwam door het gewicht van een zware vlag een steen uit de kathedraal los. Een meisje werd door de vallende steen getroffen en viel dood neer, op de plaats waar von Poseck even voorheen nog had gestaan. Dat riep bij hem ernstige vragen op over de omstandigheid dat hij bijna dood was geweest maar iemand anders getroffen was.

In de herfst van dat jaar ontmoette hij Düsseldorf William Henry Darby, een oudere broer van John Nelson Darby, die twee jaar in Düsseldorf woonde. Via William Henry Darby kwam von Poseck in contact met geschriften van de broederbeweging (Vergadering van gelovigen).

Von Poseck nam later het initiatief om een aantal apostelbrieven uit het Nieuwe Testament te vertalen en legde deze aan Darby voor. Hierdoor was een begin gemaakt aan de Duitse Elberfelder Bibel. In 1854 verhuisde von Poseck naar Barmen, waar hij samen met Carl Brockhaus, John Nelson Darby en de Nederlander Herman Cornelis Voorhoeve werkte aan deze Bijbelvertaling. Pas later werd de Engelse Darby Bible uitgegeven. Door von Poseck vertaalde artikelen verschenen vaak in het tijdschrift Botschafter des Heils in Christo. In 1856 vertrok von Poseck naar Hilden (Westfalen) en in 1857 naar Engeland. Daar trouwde hij met Christiana Davies, werkte als taalleraar, en gaf een aantal boeken uit. Hun enige dochter Helen was jarenlang in China als zendeling.

Lieddichter

Hij was de auteur van een kerklied met de titel Auf dem Lamm ruht meine Seele (Op het Lam rust mijn ziel). Het idee voor dit lied kreeg hij tijdens een bezoek aan de abdijkerk van Essen-Werden in het begin van de jaren 1850. Hij zag bovenin de toren een gebeeldhouwd lam, en men legde hem uit dat vele jaren geleden, toen een dakwerker herstellingen uitvoerde aan het torendak, de haak afbrak waaraan de ladder bevestigd was. De val van de dakwerker werd gebroken toen hij op een schaapje viel dat beneden graasde. Het schaap werd door de man verpletterd, maar hij overleefde hierdoor de val. Uit dankbaarheid liet hij een lam beeldhouwen en in het metselwerk van de toren aanbrengen.[1]

Weblinks

Verwijzingen

  1. º Vgl. Walther Hermes: Hermann Heinrich Grafe und seine Zeit, Witten 1933, p. 153; en Arend Remmers: Gedenket eurer Führer, Schwelm 1983. – Volgens herinneringen van Else Zint geb. Trappmann (1908–1977) zou von Poseck dit lied echter tijdens een nachtelijke wacht aan het sterfbed van haar overgrootmoeder Henriette Trappmann geb. Gördts (1835–1900) in Mettmann gedicht hebben. Ook Gertrud Hahne geb. Christiansen (1924–2013) herinnerde zich dezelfde versie, die ze van haar schoonmoeder Selma Hahne geb. Trappmann (1876–1956), een dochter van Henriette Trappmann, had gehoord.