Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Joseph Meister: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Joseph_Meister&oldid=56615368 25 jun 2020 62.235.67.185 18 jun 2020)
 
(Aanpassing)
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Joseph Jean Baptiste Meister''' (21 februari 1876 in Parijs<ref>Net als zijn eerste drie broers en zussen, werd Joseph Meister duidelijk geboren in Parijs. De locatie-informatie Steige, die bijna volledig op internet voorkomt, is onjuist, zie André Dubail: Joseph Meister le premier être humain sauvé de la rage. In: Annuaire de la Société d'Histoire du Val de Villé. Société d'Histoire du Val de Villé, Villé 1985, p.101.</ref>, † 24 juni 1940 ibid) was de eerste die volledig tegen [[hondsdolheid]] werd ingeënt.
'''Joseph Jean Baptiste Meister''' ([[Parijs]], 21 februari 1876 - aldaar, 24 juni 1940) was de eerste persoon die volledig tegen [[hondsdolheid]] werd [[Inenting|ingeënt]].


== Familie oorsprong ==
== Aanval ==
[[Bestand:Joseph Meister.jpg|miniatuur|354x354px|Joseph Meister in 1885]]
De familie Meister was van de [[Elzas]] naar Parijs verhuisd, zoals zoveel Elzassers in de 19e eeuw. Vader Joseph Antoine Meister werkte er als [[Bakker (beroep)|bakker]]. In 1877 verhuisde het gezin naar het geboortedorp van de moeder, [[Steige]], dat toen onder Duitse heerschappij stond. De vader van Joseph Meister opende daar een bakkerij.
De familie Meister was vaderlijk van de [[Sundgouw|Sundgau]].<ref>Dubail: Joseph Meister…, p.95.</ref> Zijn vader Joseph Antoine ontmoette Marie-Angélique Sonnefraud, geboren in Steige in de [[Elzas|Elzas,]] in [[Parijs|Parijs,]] waar beiden - zoals zoveel Elzassers in de 19e eeuw - naar waren verhuisd. Ze trouwden op 25 april 1870.<ref>Dubail: Joseph Meister…, p. 100.</ref> Omdat hun vaderland na de [[Frans-Duitse Oorlog|Frans-Pruisische oorlog]] door het Duitse Rijk was ingelijfd, bleven ze aanvankelijk in de hoofdstad, waar ze in het 18e arrondissement woonden. Joseph Antoine Meister werkte als bakker, zijn vrouw als trimmer. Haar eerste vier kinderen werden geboren in Parijs, eerst drie dochters, daarna Joseph Meister als de eerste zoon.<ref>Dubail: Joseph Meister…, p. 101.</ref> In 1877 verhuisde het gezin naar het geboortedorp van moeder Steige, dat nu onder Duitse heerschappij stond. Op de plaats bij de Duits-Franse grens werd echter nog steeds Frans gesproken. De vader van Joseph Meister opende daar een bakkerij<ref>Dubail: Joseph Meister…, p.102.</ref>


== 4 juli 1885 ==
Op de ochtend van 4 juli 1885 werd de negenjarige Joseph aangevallen door een jachthond, die hem in de rechterhand beet en - nadat de jongen viel - ook in de benen. Ook de eigenaar van de hond, Théodore Vonné, werd gebeten.  De wonden van het kind werden gewassen en ontsmet. Door een dierenarts werden hooi, stro en stukjes hout in de maag van de gedode hond gevonden, wat toen als een zeker teken van [[hondsdolheid]] werd beschouwd.  
Er zijn twee versies van de hieronder gepresenteerde evenementen: De variant die door Louis Pasteur in omloop is gebracht en vervolgens is verfraaid door zijn biograaf René Vallery-Radot, maar die is gebaseerd op tweedehands informatie, is de basis geworden van de traditionele presentatie in de geschiedenisboeken. Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan ​​ontdekte de lokale historicus André Dubail dat Joseph Meister zijn eigen herinneringen had achtergelaten, die in veel details verschillen.<ref>Dubail: Joseph Meister…, p. 106.</ref> Ze worden hier gebruikt, varianten van de traditionele versie zijn te vinden in de voetnoten.
 
== Behandeling ==
De ouders van Joseph brachten hun zoon naar Parijs. [[Louis Pasteur]] had een procedure ontwikkeld voor [[Inenting|vaccinatie]] tegen hondsdolheid die werkte in [[Dierproef|dierproeven]] met honden maar nog niet succesvol was getest op mensen. De behandeling vereiste herhaalde injecties met een emulsie uit het [[ruggenmerg]] van een [[Europees konijn|konijn]] dat was overleden aan hondsdolheid. De volgende dagen kreeg de jongen in totaal 13 spuiten met steeds verser wordend ruggenmerg. Joseph Meister bleef tot 27 juli onder medisch toezicht van dokter [[Grancher]] in Parijs, waarna hij terugkeerde naar de Elzas. Vanaf 20 augustus wist Pasteur zeker dat de jongen geen hondsdolheid kreeg.


Op de ochtend van 4 juli 1885 maakte de bakker Joseph Antoine Meister rond 5 uur zijn oudste zoon wakker om vloeibare gist te halen bij een brouwerij in het naburige stadje Meisengott (nu Frans: Maisonsgoutte). [7] Nabij het centrum van het dorp werd de negenjarige aangevallen door een jachthond, die hem in de rechterhand beet en - nadat de jongen viel - in de benen. Een slotenmaker had het tafereel bekeken en de hond met een ijzeren staaf weggejaagd. [8] Later werd de eigenaar Théodore Vonné toegevoegd, die erin slaagde de hond bij de halsband te grijpen en op te sluiten in een garage, maar niet zonder gebeten te worden. [9] De wonden van het kind werden gewassen bij de dorpsfontein, een van de dochters van de hondeneigenaar herstelde zijn gescheurde kleding, Vonné gaf hem zelf een teken ter reparatie. Niemand bracht echter de zwaargewonde Joseph Meister mee naar huis, die op de terugweg voortdurend moest gaan zitten om te rusten. [10]
Zijn geval geldt als het eerste gepubliceerde geval van een succesvolle inenting tegen hondsdolheid. Maar omdat het kadaver van de hond niet was bewaard, was er geen wetenschappelijke zekerheid of de hond wel was besmet met hondsdolheid.  


Volgens Meister en een krantenartikel zou de hond andere mensen en dieren hebben aangevallen, [11] er is in ieder geval niets van dat soort gemeld. [12] Théodore Vonné aarzelde blijkbaar om zijn waardevolle jachthond onmiddellijk te doden, maar probeerde hem naar een dierenarts in Schlettstadt te brengen, 25 km verderop. Onderweg probeerde het dier andere mensen te bijten zodat het door gendarmes werd gedood. Vonné bracht het karkas naar de dierenarts, die na necropsie hooi, stro en stukjes hout in de maag van de hond vond, wat toen als een zeker teken van hondsdolheid werd beschouwd. [13]
== Verdere leven ==
Joseph Meister leerde hij het bakkersvak van zijn vader. Op 20-jarige leeftijd deed hij dienst in het Duitse leger. Sinds zijn broer Léon de vaderlijke bakkerij overnam, zocht hij werk in een bakkerij in Weiler en trouwde uiteindelijk in 1903 met de dochter van de eigenaar. Hij erfde de bakkerij maar de zaken gingen slecht en in 1912 werd de bakkerij verkocht. Joseph Meister wendde zich tot het [[Pasteur-instituut (Frankrijk)|Pasteur Institute]], waar men hem de baan van [[conciërge]] gaf. Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog bezetten Duitse troepen Parijs. Tien dagen later pleegde Joseph Meister zelfmoord.


De ouders van Joseph brachten hun zoon naar de volgende arts, Eugène Weber, een beoefenaar in Weiler, die rond acht uur 's avonds de wonden met carbolzuur (fenol) uitspoelde. [14] In afwachting van het rijtuig in Schlettstadt bezocht Vonné een café, waar hij vertelde over de gebeurtenissen. Drie heren herinnerden zich dat ze in een krant hadden gelezen van een Parijse chemicus, Pasteur genaamd, die goed was geslaagd in dierproeven met een vaccinatie tegen hondsdolheid. [15] Bij zijn terugkeer ging Vonné naar de ouders en vertelde hen over de diagnose van de dierenarts en over de wetenschapper in Parijs. Diezelfde avond besloten ze naar Parijs te gaan. [16] Op 5 juli, een zondag, ging de moeder van Joseph op reis met haar zoon en Théodore Vonné, ze staken de grens over naar Frankrijk en namen de trein in Saint-Dié naar Nancy en vervolgens naar Parijs. Daar wilden de reizigers in verschillende ziekenhuizen niet het adres krijgen van de pasteur, die in medische kringen controversieel was, totdat Madame Meister uiteindelijk de overhand kreeg. Ze leerden dat Pasteur werkte in de École normal supérieure in de rue d'Ulm. [17]
{{Bronvermelding anderstalige Wikipedia|taal=fr|titel=Joseph Meister}}
 
{{authority control|TYPE=p|Wikidata=Q497072 }}
== De toestand van de vaccinatie tegen hondsdolheid ==
{{DEFAULTSORT:Meister, Joseph}}
Louis Pasteur had een procedure ontwikkeld voor vaccinatie tegen hondsdolheid die werkte in dierproeven met honden en was getest door een onderzoekscommissie. [18] Dit was ook gemeld in dagbladen. Destijds was het niet bekend dat hij zijn proces doormaakte had het bij twee personen geprobeerd, maar moest de behandeling om verschillende redenen stopzetten. Deze eerste pogingen tot behandeling werden alleen ontdekt door de Amerikaanse historicus Gerald L. Geison in de laboratorium dagboeken van Pasteur. [19] Pasteur veranderde vervolgens zijn vaccin productieproces, maar had het aangepaste proces nog niet voldoende getest in dierproeven. [20] Dit kan de reden zijn waarom hij op 12 juni 1885 de behandeling van twee hem schriftelijk voorgestelde mensen nog steeds weigerde. [21] Nu, op 6 juli, stond hij meteen voor twee gebeten mensen. In het geval van Théodore Vonné werd al snel duidelijk dat de beet het shirt niet was binnengedrongen en dus geen wond had veroorzaakt. Pasteur heeft hem naar huis gestuurd. Joseph Meister daarentegen was verschillende keren gewond geraakt door de hond aan de rechterarm en benen. [22]
[[Categorie:Vaccinatie]]
[[Bestand:Inoculation of Jean-Baptiste Jupille.jpg|miniatuur|Meisters vaccinatie tegen hondsdolheid]]
Een duidelijke diagnose van hondsdolheid bij de hond kon alleen worden uitgevoerd door weefsel over te dragen aan konijnen, een techniek die op dat moment alleen in het laboratorium van Pasteur werd beheerst. Het karkas van de hond was echter niet beschikbaar. De autopsie resultaten werden als een zekere aanwijzing beschouwd dat het dier echt hondsdol was; Volgens de eigen informatie van Pasteur is echter slechts ongeveer een op de tien mensen die door een hondsdolheid gebeten zijn daadwerkelijk besmet. [23] Joseph Meister zou het dus zonder behandeling hebben overleefd met een waarschijnlijkheid van 90 procent; alleen in het geval van een infectie zou de dood - en dan zeker - op hem hebben gewacht.
 
== De behandeling ==
In een eigentijdse voorstelling wordt Jean-Baptiste Jupille als tweede persoon ingeënt tegen hondsdolheid. Aangezien Pasteur geen arts was, kijkt hij vanuit de achtergrond.
 
Pasteur besloot de behandeling te proberen. Als chemicus was hij niet bevoegd om mensen te behandelen. Tijdens een lopende sessie van de Academie van Wetenschappen kreeg hij twee collega-artsen, Edmé Félix Alfred Vulpian en Jacques-Joseph Grancher, die zijn diagnose bevestigden. Twee artsen - Vulpian [24] en blijkbaar Pasteur's eigen medewerker Roux [25] - weigerden de behandeling uit te voeren. Het vaccin werd vervolgens door Grancher geïnjecteerd. [26] Aangezien Pasteur geen bedden beschikbaar had in een ziekenhuis, liet hij zijn moeder en zoon Meister twee bedden klaarmaken in een laboratoriumgebouw aan de Rue Vauquelin. [27]
 
Op een vaak gereproduceerd beeld van Albert Edelfelt kijkt Louis Pasteur naar een fles waarin het gedroogde ruggenmerg van een hondsdol konijn aan een draad over een droogmiddel hangt.
 
Het behandelingsregime vereiste herhaalde injectie van gedroogde ruggenmerg emulsies van konijnen . Hoe langer het ruggenmerg was opgedroogd, hoe minder virulent de virussen van dit levende vaccin waren. Nog op de avond van 6 juli, zestig uur na de vermoedelijke infectie, werd Joseph Meister met een halve Pravaz-spuit ingespoten met de emulsie van een ruggenmerg van een konijn dat zestien dagen eerder was overleden aan hondsdolheid. [28] De volgende dagen tot 16 juli kreeg de jongen in totaal 13 spuiten met steeds verser wordend ruggenmerg. Bij transmissie-experimenten met konijnen bleek het vaccin van de eerste zeven vaccinaties niet-virulent; de latere vaccinatie doses werden steeds virulent. De konijnen die het controle vaccin kregen van de laatste twee injecties, werden zeven dagen later hondsdolheid. [29]
 
Bij de laatste vaccinatie - het ruggenmerg was nog maar één dag gedroogd - bracht Pasteur volledig virulente rabiësvirussen over. [30] De Italiaanse wetenschapshistoricus Antonio Cadeddu heeft in dit verband gewezen op een medisch-ethisch probleem: in ieder geval werden de laatste drie vaccinaties niet langer gemotiveerd door de behandeling, maar Pasteur maakte van de gelegenheid gebruik om mensen te testen of de jongen daadwerkelijk immuun was voor hondsdolheid door de vorige vaccinaties was geworden. Aangezien Joseph Meister bij het vorige ongeval waarschijnlijk niet besmet was, oordeelde Cadeddu dat dit niet moreel gerechtvaardigd was. [31] Joseph Meister heeft het overleefd. Voor het eerst had Louis Pasteur een persoon volledig en met succes gevaccineerd tegen hondsdolheid.
 
Louis Pasteur kondigde de behandeling van Joseph Meister en de behandeling van een tweede persoon - de herder Jean-Baptiste Jupille - aan op 26 en 27 oktober, voor de academies van wetenschap en geneeskunde, wat een internationale sensatie veroorzaakte. [32]
 
== Het verdere leven van Joseph Meister ==
Joseph Meister bleef tot 27 juli onder medisch toezicht van Grancher in Parijs, waarna hij werd verzorgd door dokter Weber in de Elzas. Vanaf 20 augustus wist Pasteur zeker dat de jongen geen hondsdolheid kreeg. Pasteur bleef in het volgende jaren hebben per brief contact met Joseph Meister [33] en steunden de familie ook met geld toen de bakkerij in de problemen kwam. [34] In de herfst van 1890 sloot de nu 14-jarige Joseph Meister zich aan bij Louis Pasteur, maar hij had zo veel last van heimwee dat hij het jaar daarop terugkeerde naar de Elzas. Daar leerde hij het bakkersvak van zijn vader. Op 20-jarige leeftijd deed hij dienst in het Duitse leger. Sinds zijn broer Léon de vaderlijke bakkerij overnam, zocht hij werk in een bakkerij in Weiler en trouwde uiteindelijk in 1903 met de dochter van de eigenaresse, Elise Klein. Na de dood van zijn schoonvader erfde hij in 1908 de bakkerij. De zaken waren slecht en werden in 1912 verkocht.
 
Joseph Meister wendde zich tot het Pasteur Institute, waar Roux hem de baan van conciërge gaf. Door naar Parijs te verhuizen, ontsnapte hij tijdens de Eerste Wereldoorlog aan militaire dienst in het Duitse leger, die zijn broer Léon moest uitvoeren. In 1916 werden in totaal zeven kinderen geboren, waarvan er vier de volwassen leeftijd bereikten. Twee dochters kwamen later bij het Pasteur Instituut. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stuurde Joseph Meister zijn familie naar het land. Op 14 juni 1940 bezetten Duitse troepen Parijs. Tien dagen later pleegde Joseph Meister zelfmoord. Hoewel vaak wordt beweerd dat hij weigerde Duitse soldaten toegang te verlenen tot de crypte van Pasteurs, zijn de precieze omstandigheden van zijn dood onduidelijk. [35] Meister's vrouw Elise stierf op 10 november 1944.
 
== Roem ==
Pasteur, een fervent patriot, was blij dat de eerste persoon die met succes tegen hondsdolheid werd ingeënt uit de Elzas kwam. [36] De Duitse autoriteiten van hun kant hebben de zaak grondig onderzocht. [37] De vaccinatie was de aanleiding om het Pasteur Instituut op te richten. In de Elzas vroegen in totaal elf kranten om donaties, waarvoor Pasteur in een aangeraakte brief dankte. [38] Veel Fransen beschouwden de zelfmoord van Joseph Meister in de Tweede Wereldoorlog als een teken dat de Elzas nooit meer Duits zou worden. [39] Vreemd genoeg ontving de tweede persoon, die volledig was ingeënt tegen hondsdolheid - Jean-Baptiste Jupille - een standbeeld op de binnenplaats van het Pasteur Instituut, maar Joseph Meister niet. [40]
 
== literatuur ==
Antonio Cadeddu: Les vérités de la science. Pratique, récit, histoire: le cas Pasteur. Leo S. Olschki, Florence 2005, pp. 166-183.
 
André Dubail: Joseph Meister le premier être humain sauvé de la rage. In: Annuaire de la Société d'Histoire du Val de Villé. Société d'Histoire du Val de Villé, Villé 1985, pp. 93-148.
 
Gerald L. Geison: The Private Science van Louis Pasteur. Princeton University Press, Princeton 1995, blz. 234-256.
 
Adrien Loir: A l’ombre de Pasteur. Souvenirs personeel. Le mouvement sanitaire, Parijs 1938, pp. 73-79.
 
René Vallery-Radot: La vie de Pasteur. 2 delen. Parijs, Flammarion 1900.
 
== bewijs ==
Net als zijn eerste drie broers en zussen, werd Joseph Meister duidelijk geboren in Parijs. De locatie-informatie Steige, die bijna volledig op internet voorkomt, is onjuist, zie André Dubail: Joseph Meister le premier être humain sauvé de la rage. In: Annuaire de la Société d'Histoire du Val de Villé. Société d'Histoire du Val de Villé, Villé 1985, p.101.
 
Dubail: Joseph Meister…, p.95.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 100.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 101.
 
Dubail: Joseph Meister…, p.102.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 106.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 104. Traditioneel wordt er gezegd dat Joseph Meister naar school was gegaan in Meisengott, maar in feite ging hij naar de Franstalige school in Steige en was daarom vroeg genoeg onderweg om terug te zijn voordat de les begon. Pasteur zegt expliciet dat het ongeluk om 8 uur 's morgens is gebeurd, wat te laat is omdat Joseph tegen die tijd op school had moeten zitten.
 
Dubail: Joseph Meister ..., p. 107. Er wordt traditioneel gezegd dat de hondeneigenaar zich meteen haastte om te helpen en de enige was.
 
Dubail: Joseph Meister ..., p. 107.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 109.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 110; het krantenartikel verscheen op 12 juli 1885 in de Nouvelles alsaciennes.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 113.
 
Dubail: Joseph Meister…, pp. 110 en 113.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 113.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 116. Traditioneel wordt de aanbeveling om naar Pasteur in Parijs te reizen toegeschreven aan Weber.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 116.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 117.
 
Rapportage van de openbare instituut en de beaux-arts par la commissie chargée de contrôler les expériences de M. Pasteur op de profylaxe van de woede. In: Pasteur Vallery-Radot (red.): Œuvres de Pasteur. Deel 6: Maladies virulentes, virus vaccins en profylaxe de la rage. Masson, Paris 1933, pp. 753-758. Oorspronkelijk gepubliceerd in Journal officiel de la République française. 216, 1884, blz. 4228-4230.
 
Gerald L. Geison: The Private Science van Louis Pasteur. Princeton University Press, Princeton 1995, blz. 195-205.
 
Deze vraag is controversieel. Pasteur zelf beschrijft zijn methode als voldoende getest op in totaal 50 honden, maar de meeste van deze experimenten verwijzen nog steeds naar de oude methode. Er worden nog experimenten uitgevoerd om de manier waarop vaccins worden gemaakt te veranderen. In het bijzonder had Pasteur altijd het vaccin gegeven en vervolgens de proefdieren besmet met hondsdolheid, terwijl bij de behandeling van mensen de vaccinatie noodzakelijkerwijs de infectie volgt.
 
Pasteur Vallery-Radot (red.): Correspondance de Pasteur. Deel 4: L'Étape des maladies virulentes (suite). Vaccinatie de l'homme contre la rage. Dernières années 1885-1895. Flammarion, Paris 1951, blz. 21f.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 122.
 
Louis Pasteur: Causerie. In: Pasteur Vallery-Radot (red.): Œuvres de Pasteur. Deel 7: Mélanges scientifiques et littéraires. Masson, Parijs 1939, blz. 363–371, hier blz. 364. Dit feit kwam niet aan bod in verband met de gebeurtenissen rond Joseph Meister, noch van Pasteur, noch van literatuur tot Geison. De gebeurtenissen worden altijd gepresenteerd alsof de meester een zekere dood zonder behandeling had verwacht. Tegen beter weten schrijft Pasteur zelf: "De dood van dit kind leek onvermijdelijk [...]." Zie: Méthode pour prévenir la rage après morsure. In: Pasteur Vallery-Radot (red.): Œuvres de Pasteur. Deel 6: Maladies virulentes, virusvaccins en profylaxe de la rage. Masson, Parijs 1933, pp. 603-610, hier p.606.
 
Adrien Loir: A l’ombre de Pasteur. Souvenirs personeel. Le mouvement sanitaire, Parijs 1938, pp. 73f. Loir was een ooggetuige van de gebeurtenissen.
 
Geison: The Private Science of Louis Pasteur…, blz. 236-238.
 
Loir: A l'ombre de Pasteur…, p. 74.
 
Loir: A l'ombre de Pasteur…, p. 74.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 126.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 126.
 
Zelf zegt hij dat de overgedragen virussen virulenter waren dan die van hondsdolle straathonden, zie Méthode pour prévenir la rage après morsure. In: Pasteur Vallery-Radot (red.): Œuvres de Pasteur. Deel 6: Maladies virulentes, virusvaccins en profylaxe de la rage. Masson, Parijs 1933, pp. 603-610, hier p.607.
 
Antonio Cadeddu: Les vérités de la science. Pratique, récit, histoire: le cas Pasteur. Leo S. Olschki, Florence 2005, pp. 169-171.
 
Method pour prévenir la rage après morsure. In: Pasteur Vallery-Radot (red.): Œuvres de Pasteur. Deel 6: Maladies virulentes, virus vaccins en profylaxe de la rage. Masson, Paris 1933, pp. 603-610. Oorspronkelijk gepubliceerd in Comptes rendus de l’Académie des sciences. Volume 101, 1885, blz. 765-773.
 
Dubail: Joseph Meister…, pp. 129–131.
 
Dubail: Joseph Meister…, pp. 135 en 137.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 143.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 130.
 
Dubail: Joseph Meister…, p. 132.
 
Dubail: Joseph Meister ..., p. 134.
 
Dubail: Joseph Meister…, p.14
 
 Dubail: Joseph Meister…, S. 93.
 
{{Appendix}}
{{nocat||2020|06|18}}

Huidige versie van 9 jul 2020 om 22:24

Joseph Jean Baptiste Meister (Parijs, 21 februari 1876 - aldaar, 24 juni 1940) was de eerste persoon die volledig tegen hondsdolheid werd ingeënt.

Aanval

De familie Meister was van de Elzas naar Parijs verhuisd, zoals zoveel Elzassers in de 19e eeuw. Vader Joseph Antoine Meister werkte er als bakker. In 1877 verhuisde het gezin naar het geboortedorp van de moeder, Steige, dat toen onder Duitse heerschappij stond. De vader van Joseph Meister opende daar een bakkerij.

Op de ochtend van 4 juli 1885 werd de negenjarige Joseph aangevallen door een jachthond, die hem in de rechterhand beet en - nadat de jongen viel - ook in de benen. Ook de eigenaar van de hond, Théodore Vonné, werd gebeten. De wonden van het kind werden gewassen en ontsmet. Door een dierenarts werden hooi, stro en stukjes hout in de maag van de gedode hond gevonden, wat toen als een zeker teken van hondsdolheid werd beschouwd.

Behandeling

De ouders van Joseph brachten hun zoon naar Parijs. Louis Pasteur had een procedure ontwikkeld voor vaccinatie tegen hondsdolheid die werkte in dierproeven met honden maar nog niet succesvol was getest op mensen. De behandeling vereiste herhaalde injecties met een emulsie uit het ruggenmerg van een konijn dat was overleden aan hondsdolheid. De volgende dagen kreeg de jongen in totaal 13 spuiten met steeds verser wordend ruggenmerg. Joseph Meister bleef tot 27 juli onder medisch toezicht van dokter Grancher in Parijs, waarna hij terugkeerde naar de Elzas. Vanaf 20 augustus wist Pasteur zeker dat de jongen geen hondsdolheid kreeg.

Zijn geval geldt als het eerste gepubliceerde geval van een succesvolle inenting tegen hondsdolheid. Maar omdat het kadaver van de hond niet was bewaard, was er geen wetenschappelijke zekerheid of de hond wel was besmet met hondsdolheid.

Verdere leven

Joseph Meister leerde hij het bakkersvak van zijn vader. Op 20-jarige leeftijd deed hij dienst in het Duitse leger. Sinds zijn broer Léon de vaderlijke bakkerij overnam, zocht hij werk in een bakkerij in Weiler en trouwde uiteindelijk in 1903 met de dochter van de eigenaar. Hij erfde de bakkerij maar de zaken gingen slecht en in 1912 werd de bakkerij verkocht. Joseph Meister wendde zich tot het Pasteur Institute, waar men hem de baan van conciërge gaf. Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog bezetten Duitse troepen Parijs. Tien dagen later pleegde Joseph Meister zelfmoord.


rel=nofollow