John Ogilvie

De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

De heilige John Ogilvie (Drum-na-Keith, 4 juli 1579 – Glasgow, 10 maart 1615) was een Schots jezuïet.

Leven

John was de oudste zoon van Walter Ogilvie, een Schots calvinistisch edelman, een hofbeambte van koningin Maria Stuart. Zijn moeder Agnes Elphinstone was katholiek en twee van haar broers waren broeders in de Sociëteit van Jezus.

In 1592 reisde hij naar het Europese vasteland om school te lopen aan de bekende lutherse school in Helmstedt.

In 1596 volgde hij een opleiding aan het Scottish College, dat zich toen in Leuven bevond. Hij kreeg les van o.a. Cornelius a Lapide s.j. en bekeerde zich op 17-jarige leeftijd tot het katholicisme. Hij bezocht vervolgens verschillende katholieke onderwijsinstellingen. Tijdens zijn studies in Olomouc (Olmütz) besloot hij jezuïet te worden. In 1597 trad hij in bij de jezuïeten en werd in 1610 in Parijs tot priester gewijd. Vervolgens werd hij naar Rouen in Normandië gestuurd. Herhaaldelijk verzocht hij om zijn toewijzing aan Schotland. In Schotland werd het katholicisme verboden en katholieken, vooral diegenen die de mis bijwoonden, kregen vaak met hevig geweld te maken. De jezuïeten wilden de onderdrukte katholieken bijstaan. Wanneer zij gevat werden, werden zij gefolterd, opgehangen en gevierendeeld. Ogilvie kreeg in 1613 de opdracht om terug te keren naar Schotland en vertrok samen met James Moffatt s.j. en de kapucijn John Campbell o.f.m.cap.. Hij werkte als ondergronds missionaris in Edinburgh en Glasgow, waar hij de priesterjagers trachtte te ontwijken door zich uit te geven voor John Watson, een paardenhandelaar of soldaat die terugkeerde van de oorlogen in Europa. Na elf maanden werd hij in Glasgow verraden door Adam (volgens andere beschrijvingen Alexander) Boyd, een valse katholiek. Op bevel van aartsbisschop John Spotiswood werd hij gearresteerd en langdurig opgesloten. Hij werd ondervraagd door een door koning Jacobus I (James I) benoemd comité, bestaande uit aartsbisschop Spotiswood, bisschop Boyd van Argyll, de lords Fleming, Boyd, en Sir William Livingstone van Kilsyth, de proost van de stad Glasgow, Sir Walter Stewart, en Sir George Elphinston.

Volgens katholieke schrijvers werd hij ook gefolterd om namen van katholieken te geven. In elk geval kreeg hij te weinig te eten en zorgde men ervoor dat hij nauwelijks slaap kreeg. Toch gaf hij geen informatie vrij over andere katholieken. Na drie processen werd hij veroordeeld om te worden opgehangen en gevierendeeld. Men beklemtoonde dat hij niet voor zijn geloof werd veroordeeld, maar wegens verraad aan de door de koning uitgeschreven wetten. Drie uur later werd hij opgehangen. Als laatste daad voor zijn terechtstelling, gooide hij zijn rozenkrans in de menigte toeschouwers. Deze werd opgevangen door de calvinistische baron John ab Eckersdorff. Deze werd later katholiek en schreef zijn bekering toe aan deze rozenkrans.

Het vierendelen werd niet uitgevoerd wegens de onverholen sympathie van het volk of volgens andere bronnen wegens zijn grootte.

John Ogilvie is de enige gecanoniseerde Schotse martelaar in de Rooms-Katholieke Kerk. Nadat het proces voor de zaligverklaring in 1629 werd opgestart, raakte het wat vergeten. Pas 400 jaar later, op 22 december 1929, werd hij zalig verklaard door paus Pius XI. Zijn heiligverklaring door paus Paulus VI volgde op 17 oktober 1976. Zijn feestdag is op 10 maart.