Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Johann Salomo Semler

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
rel=nofollow

Johann Salomo Semler (tweede voornaam ook Salomon), (Saalfeld, Thüringen, 18 december 1725 – in Halle (Saale), 14 maart 1791) was een protestantse theoloog en een grondlegger van de historisch-kritische bijbelwetenschap.

Leven

Semler werd geboren in Saalfeld in het Keurvorstendom Saksen. Zijn vader was luthers diaken. Hij studeerde aan de universiteit van Halle, waar hij assistent werd van de rationalist Siegmund Jakob Baumgarten. In 1751 verhuisde hij naar Altdorf om filologie en geschiedenis te onderwijzen, en in 1752 keerde hij terug naar Halle als hoogleraar theologie.

Na de dood van Baumgarten in 1757, volgde Semler hem op als hoofd van de faculteit theologie. Hij genoot een grote populariteit ondanks de verwarde en droge indruk van zijn lezingen.

Semler stelde zich als doel om de Bijbelteksten wetenschappelijk te onderzoeken en ontwikkelde met dat doel een strikt historische interpretatie. Hij ontkende dat de volledige tekst van de Hebreeuwse Bijbel en van het Nieuwe Testament geïnspireerd was, en bracht argumenten naar voor om zijn zienswijze te ondersteunen. Hoe duidelijker hij dit standpunt naar voor bracht, hoe sterker de weerstand die dit opriep onder traditioneel gezinden. Tijdschriften publiceerden schimpscheuten tegen hem en verenigingen van geestelijken dienden klacht in, maar uiteindelijk steeg hierdoor alleen maar zijn populariteit.

Ondanks zijn rationalistische aanpak, behield hij het standpunt dat geloof noodzakelijk was om religieuze zaken te begrijpen. In 1779 schreef hij echter een reactie op de rationalistische Wolfenbüttel fragmenten, waarin hij ijverig streed voor de leerstellingen van de Kerk. Omdat men dit tegenstrijdig gedrag vond, ondermijnde dit zijn positie. Hij werd afgezet als bestuurder van het theologische seminarie.

In de daarop volgende periode publiceerde hij enerzijds werken die aanspoorden tot het vrije denken, en anderzijds verdedigde hij de kerkelijke ’orthodoxie’. Dit werkte in de hand dat de oppositie tegen hem langs alle kanten versterkte.

Toen hij in de laatste jaren van zijn leven overtuigd alchemist werd, zagen velen hierin een bewijs van zijn nalatende denkkracht. Hij overleed in 1791.

Als tekstcriticus

Hij gaf geen editie uit van het Grieks Nieuw Testament en formuleerde geen nieuwe tekstkritische regels. Zijn bijdrage lag eerder op theoretisch gebied. Hij bestudeerde de verschillende teksttypes, beginnend met de tekstfamilies die Bengel „Aziatisch” en „Afrikaans” had genoemd. Semler onderscheidde drie teksttypes: de „Oosterse”, „Westerse” (voornamelijk vertegenwoordigd door de Latijnse tekstversies) en de „Alexandrijnse” tekst. Zijn indeling werd uitgewerkt door Griesbach en door Hort, die dit het „Byzantijnse”, „Westerse” en „Alexandrijnse” teksttype noemden.

Werken

  • Abhandlungen von den vornehmsten Wahrheiten der natürlichen Religion (1754)
  • Die Vernunftlehre, als eine Anweisung zum richtigen Gebrauch der Vernunft in der Erkenntnis der Wahrheit (1756)
  • Allgemeine Betrachtungen über die Triebe der Thiere, hauptsächlich über ihre Kunsttriebe. Zum Erkenntniss des Zusammenhanges der Welt, des Schöpfers und unser selbst (1760)
  • Apologie oder Schutzschrift für die vernünftigen Verehrer Gottes (geschreven in 1735–1767/68, als volledig werk bekend sinds 1814, voor het eerst volledig gedrukt in 1972, geredigeerf door Gerhard Alexander. Insel-Verlag (Frankfurt).)
  • Kleine gelehrte Schriften. Vorstufen zur Apologie oder Schutzschrift für die vernünftigen Verehrer Gottes. Uitgave van Wilhelm Schmidt-Biggemann. Joachim-Jungius-Gesellschaft der Wissenschaften Hamburg 79. Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen 1994. (656 p.) ISBN 3-525-86270-9
  • Abhandlungen von den vornehmsten Wahrheiten der natürlichen Religion. Fünfte Auflage, durchgesehen, und mit einigen Anmerkungen begleitet von Johann Albert Heinrich Reimarus [1729–1814]. Hamburg, Bonn, 1781, 704 p. (Zij werkten beiden als gymnasiumleraren in Hamburg.)