Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Jan Frans Willems

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

Joannes Franciscus (Jan Frans) Willems (Boechout, 11 maart 1793Gent, 24 juni 1846) was een Vlaams schrijver en prominent lid van de Vlaamse Beweging. Het Willemsfonds is naar hem genoemd.

Kinder- en jeugdjaren

Jan Frans Willems ging naar school in Boechout en mogelijk ook te Kontich. Er wordt verondersteld dat het de bedoeling was dat hij koster zou worden. In 1805 werd hij naar Lier gestuurd, waar hij geschoold werd in het Latijn, het zingen, het orgelspel en de dictie. In Lier kwam hij ook in contact kwam met de welgestelde familie Bergmann en de ouders van Anton Bergmann, die later schrijver en advocaat zou worden. Wegens het slechte niveau van het onderwijs op school, gaf de liberaal Georg Bergmann zijn kinderen thuis zelf les. Hij nam ook Jan Frans Willems op in zijn klas. Bergmann bracht hem een redelijk niveau bij van het Nederlands, Frans en Duits, romantische idealen, vrijheidsliefde, liefde voor de (geschiedenis van de) moedertaal en een liberale levensbeschouwing bij. In 1809 ging Jan Frans Willems aan de slag als notarisklerk in Antwerpen. In die periode startte hij met het schrijven en het uitgeven van pamfletten en historische geschriften.

Taalpolitiek 1815-1830

De actieve politiek die het Nederlands in Vlaanderen moest bevorderen van koning Willem der Nederlanden zorgde ervoor dat Willems carrière maakte. Van 1815 tot 1821 werkte hij als adjunct-archivaris in het Antwerps stadsarchief en in 1819 werd hij lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde in Leiden.[1] In 1821 bevorderde hij tot Ontvanger der Registratie voor Antwerpen. In 1826 werd hij aanvaard als lid van de Commissie tot uitgave van de oude vaderlandse kronijken en in 1827 van de Commissie voor de Rerum belgicarum scriptores. In 1830 kreeg hij een eredoctoraat in de wijsbegeerte en letteren van de Rijksuniversiteit Leuven. Als Zuid-Nederlander vond hij de moed zich zelfstandig op te stellen qua taal, letterkunde en geschiedenis.

Belgische revolutie

In het nieuwe België werd hij wellicht vanwege zijn orangistische sympathie overgeplaatst naar Eeklo. In 1835 werd hij in eer hersteld en kreeg hij de benoeming tot Ontvanger der Registratie terug in Gent. Hoewel Willems zich na 1830 neerlegde bij de Belgische situatie, zag hij liever dat Vlaanderen en Nederland één bleven. Hij bleef werken aan de culturele eenheid en gaf de doorslag in de spellingoorlog, die van de taaleenheid van Vlaanderen en Nederland een feit maakte (bevestigd op het Grote Taalcongres van 1841). De spelling die in 1844 van kracht werd, droeg zijn naam: de Willems-spelling.

In 1835 werd hij lid van de Koninklijke Academie van Wetenschappen. Als enig Nederlandstalig lid probeerde hij – tegen de verfransingspolitiek van de Belgische regering in – de Vlaamse literatuur en poëzie een plaats te geven. Willems slaagde erin de bescheiden Vlaamse initiatieven te coördineren en gaf zo de Vlaamse Beweging in het jonge België richting.

Volgelingen

Jan Frans Willems kreeg een schare Vlaamse volgelingen:

Overlijden

Tijdens de Gentse Feesten op 24 juni 1846 wou de Rederijkerskamer De Fonteine (waarvan Willems erevoorzitter was) in de Stadsschouwburg een benefietvoorstelling geven ten voordele de armen. Toen Willems die dag vernam dat de zaal was toegezegd aan een Duits gezelschap, stoof hij woedend naar het stadhuis, kreeg er een beroerte en stierf ’s avonds in zijn woning op de Zandberg. In de gevel is nu een gedenkplaat ingemetseld. Hij werd begraven op de begraafplaats buiten de Dampoort en op 20 juni 1848 overgebracht naar het nieuwe Campo Santo in Sint-Amandsberg. Théodore-Joseph Canneel ontwierp zijn grafmonument.

Werk

Willems is bekend van toneelstukken zoals Den Rijken Antwerpenaer, Quinten Matsijs en zijn Nederlandse vertalingen van literaire en historische verhalen uit de Middeleeuwen en de rijmkronieken van Jan van Heelu. Postuum verscheen het boek Oude Vlaemsche Liederen met diverse kinder- en volksliedjes die tot op heden bekend zijn: Klein, klein kleutertje, Het reuzenlied (’Kere weer om, reusken, reusken’), Zeg kwezelken wilde gij dansen, Het loze vissertje en Wel Anne Marieken, waar gaat gij naar toe? Het heerken van Maldeghem, ’t Smidje en Roza, willen we dansen? staan ook in de bundel en zijn later gecoverd door Kadril, Laïs en Rum.

Verder:

  • 1807: Willems debuteerde met Hekeldicht op den maire en municipaliteyt van Bouchout.
  • 1812: Zijn Hymne aan het vaderland over den veldslag van Friedland en de daaropvolgende Vrede van Tilsit wordt bekroond.
  • 1818: Met zijn gedicht Aen de Belgen – Aux Belges van 1818 breekt hij door in Zuid-Nederlandse literaire kringen.
  • 1834: Vertaalde als eerste Van den vos Reynaerde.
  • 1844: Publiceerde Oude Vlaemsche Liederen.
  • 1848: Postume uitgave tweede deel, Oude Vlaemsche Liederen ten deele met de melodieën, door zijn vriend F. A. Snellaert.

Trivia

Bronnen

Literatuur

  • Bart D'HONDT, Van Andriesschool tot Zondernaamstraat. Gids door 150 jaar liberaal leven te Gent, Gent, Liberaal Archief, Snoeck, 2014, p. 61–62.
  • Ludo STYNEN, Jan Frans Willems. Vader van de Vlaamse Beweging. Antwerpen, De Bezige Bij, 2012.

Weblinks

Zie ook

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º F. PRIMS en F. VERBEECK, Het Antwerpsche stadsarchief, Antwerpen, 1941, p. 20.
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow