Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Ironie: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Ironie (bedekte spot) is een stijlfiguur om je spottend uit te drukken. ([http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Ironie&oldid=21933916]))
 
(dt-fout en beetje opmaak)
 
Regel 1: Regel 1:
'''Ironie''' (uit het [[Grieks]]: εἰρωνεία ''(eirooneia)'' = geveinsde [[onwetendheid]]) is een [[stijlfiguur]] om je [[spotten]]d uit te drukken. Ironie geldt daarbij als de 'milde', [[subtiel]]e vorm: de dubbele bodem, die enige geoefendheid van een lezer of iemand die het aanhoort vergt om haar te [[herkennen]]. In het Frans noemt men ironie wel eens "l'arme du faible" (het wapen van de zwakke). Ironie is '''bedekte spot''' oftewel een bepaald soort [[humor]]. Veelal wordt het [[tegenovergestelde]] gezegt van hetgeen [[bedoeling|bedoeld]] wordt.
'''Ironie''' (uit het [[Grieks]]: εἰρωνεία ''(eirooneia)'' = geveinsde [[onwetendheid]]) is een [[stijlfiguur]] om je [[spotten]]d uit te drukken. Ironie geldt daarbij als de 'milde', [[subtiel]]e vorm: de dubbele bodem, die enige geoefendheid van een lezer of iemand die het aanhoort vergt om haar te [[herkennen]]. In het Frans noemt men ironie wel eens "l'arme du faible" (het wapen van de zwakke). Ironie is '''bedekte spot''' oftewel een bepaald soort [[humor]]. Veelal wordt het [[tegenovergestelde]] gezegd van hetgeen [[bedoeling|bedoeld]] wordt.


==Uitingsvormen==
==Uitingsvormen==
Ironie kent verschillende uitingsvormen:
Ironie kent verschillende uitingsvormen:
*De omkering, de vorm waarbij precies het tegengestelde gezegd wordt van wat men bedoelt.
*De '''omkering''': de vorm waarbij precies het tegengestelde gezegd wordt van wat men bedoelt.
*:Dat is me een lieve jongen.  
*:Dat is me een lieve jongen.  
*:Nou, het is me wat moois.
*:Nou, het is me wat moois.
*De [[overdrijving]], ook wel hyperbool, het met opzet vergroten van dingen waardoor het in het bespottelijke wordt gedreven.
*De '''[[overdrijving]]''': ook wel hyperbool, het met opzet vergroten van dingen waardoor het in het bespottelijke wordt gedreven.
*:Over dat klusje deed hij een eeuwigheid.
*:Over dat klusje deed hij een eeuwigheid.
*:Het duurt jaren om dat op te lossen!
*:Het duurt jaren om dat op te lossen!
*Het [[understatement]], het tegenovergestelde van de overdrijving, het verzwakken van een mededeling. Echter, door de verzachting wordt de mededeling juist kracht bijgezet, dankzij de ironie.
*Het '''[[understatement]]''': het tegenovergestelde van de overdrijving, het verzwakken van een mededeling. Echter, door de verzachting wordt de mededeling juist kracht bijgezet, dankzij de ironie.
*:Ik heb niet helemaal begrepen wat u zegt.
*:Ik heb niet helemaal begrepen wat u zegt.
*Niet-passend woordgebruik, het maken van een onverwachte verschuiving in het woordgebruik. Bijvoorbeeld ineens deftige woorden gebruiken, of juist platvloerse woorden.
*'''Niet-passend woordgebruik''': het maken van een onverwachte verschuiving in het woordgebruik. Bijvoorbeeld ineens deftige woorden gebruiken, of juist platvloerse woorden.
*:Wij ontvingen daar een missive over.
*:Wij ontvingen daar een missive over.
* Het scherpe contrast, voorbeelden hiervan zijn:
*'''Scherp contrast''': voorbeelden hiervan zijn:
*: Een dokter die succesvol kanker geneest, maar zelf sterft aan diezelfde kanker.
*:Een dokter die succesvol kanker geneest, maar zelf sterft aan diezelfde kanker.
*: Uitvinders die sterven door hun eigen uitvindingen.
*: Uitvinders die sterven door hun eigen uitvindingen.
*Historische ironie hangt nauw samen met scherp contrast; historische gebeurtenissen kunnen soms aparte gevolgen hebben. Voorbeelden hiervan zijn:
*'''Historische ironie''' hangt nauw samen met scherp contrast; historische gebeurtenissen kunnen soms aparte gevolgen hebben. Voorbeelden hiervan zijn:
*: Tijdens de [[Amerikaanse Burgeroorlog]] zei generaal John Sedgwick dat de [[Geconfedereerde Staten van Amerika|Confederatie]] nog geen olifant zou kunnen neerschieten, meteen hierna werd hijzelf neergeschoten.
*: Tijdens de [[Amerikaanse Burgeroorlog]] zei generaal John Sedgwick dat de [[Geconfedereerde Staten van Amerika|Confederatie]] nog geen olifant zou kunnen neerschieten, meteen hierna werd hijzelf neergeschoten.


==Verwante begrippen==
==Verwante begrippen==
Verwante begrippen zijn:
Verwante begrippen zijn:
* [[Sarcasme]], de bijtende ironie.
* [[Sarcasme]], de bijtende spot.
* [[Parodie]], het persifleren, spottend imiteren van personen.
* [[Parodie]], het persifleren, spottend imiteren van personen.
* [[Satire]], het op vervormde, groteske manier weergeven van figuren of situaties.
* [[Satire]], het op vervormde, groteske manier weergeven van figuren of situaties.


==Ironie in de literatuur==
==Ironie in de literatuur==
Ironie is niet tijds- of stromingsgebonden. Een klassiek-Griekse toneelschrijver als [[Aristophanes (blijspeldichter)|Aristophanes]] bediende zich uitbundig van diverse vormen van spot, waaronder ironie; het middeleeuwse spotdicht [[Van den vos Reynaerde|Reynaert de Vos]] bedient zich eveneens van alle gradaties. Het 19-de eeuwse [[Realisme (literatuur)|Realisme]] is over het algemeen geen goede voedingsbodem voor ironie, maar er zijn uitmuntende voorbeelden, zoals het werk van de Engelse romanschrijfster [[Jane Austen]] en de Russische toneelschrijver [[Anton Tsjechov]]. Toch is vooral de 20ste eeuw het domein van de ironie; in de Nederlandstalige literatuur moet met name gedacht worden aan [[Multatuli]], [[Willem Elsschot]], [[Godfried Bomans]], [[Simon Carmiggelt]] en [[Gerard Reve]].  
Ironie is niet tijds- of stromingsgebonden. Een klassiek-Griekse toneelschrijver als [[Aristophanes (blijspeldichter)|Aristophanes]] bediende zich uitbundig van diverse vormen van spot, waaronder ironie; het middeleeuwse spotdicht [[Van den vos Reynaerde|Reynaert de Vos]] bedient zich eveneens van alle gradaties. Het 19-de eeuwse [[Realisme (literatuur)|Realisme]] is over het algemeen geen goede voedingsbodem voor ironie, maar er zijn uitmuntende voorbeelden, zoals het werk van de Engelse romanschrijfster [[Jane Austen]] en de Russische toneelschrijver [[Anton Tsjechov]]. Toch is vooral de 20ste eeuw het domein van de ironie; in de Nederlandstalige literatuur moet met name gedacht worden aan [[Multatuli]], [[Willem Elsschot]], [[Godfried Bomans]], [[Simon Carmiggelt]] en [[Gerard Reve]].


De romans van Elsschot, met name [[Kaas (boek)|Kaas]] en [[Lijmen/Het been (roman)|Lijmen/Het Been]] laten in humoristisch perspectief een beeld zien van de zakenwereld, dat in alle opzichten iets uitvergroot, een tikje schrijnend en net-niet-realistisch is. Lijmen en Het Been tonen een geweldenaar, Boorman, die een stuk minder groot lijkt als hij door Laarmans wordt opgevolgd; zijn bedrijf bestaat uit een kantoor vol lege zalen. In Kaas koopt de hoofdpersoon een enorme portie kazen op die hij onmogelijk meer kwijtraakt. In beide boeken wordt de handelswereld op een subtiele manier doorgeprikt.
De romans van Elsschot, met name [[Kaas (boek)|Kaas]] en [[Lijmen/Het been (roman)|Lijmen/Het Been]] laten in humoristisch perspectief een beeld zien van de zakenwereld, dat in alle opzichten iets uitvergroot, een tikje schrijnend en net-niet-realistisch is. Lijmen en Het Been tonen een geweldenaar, Boorman, die een stuk minder groot lijkt als hij door Laarmans wordt opgevolgd; zijn bedrijf bestaat uit een kantoor vol lege zalen. In Kaas koopt de hoofdpersoon een enorme portie kazen op die hij onmogelijk meer kwijtraakt. In beide boeken wordt de handelswereld op een subtiele manier doorgeprikt.
Regel 33: Regel 33:
Het gebruik van ironie heeft zich ook uitgebreid naar het [[internet]]. Dit veroorzaakt nogal eens misverstanden. Zuivere geschreven tekst kent immers [[intonatie (spraak)|intonatie]] noch [[lichaamstaal]], net díe signalen die bij persoonlijke communicatie ([[In Real Life|IRL]]) duidelijk maken of een opmerking al dan niet ironisch is. Wanneer niet overduidelijk het tegengestelde waar is, kan het zodoende heel lastig zijn in te schatten of iets al dan niet ironisch bedoeld is. Dit kan vermeden worden door een [[Smiley|:-) (smiley)]] bij het ironische te plaatsen.
Het gebruik van ironie heeft zich ook uitgebreid naar het [[internet]]. Dit veroorzaakt nogal eens misverstanden. Zuivere geschreven tekst kent immers [[intonatie (spraak)|intonatie]] noch [[lichaamstaal]], net díe signalen die bij persoonlijke communicatie ([[In Real Life|IRL]]) duidelijk maken of een opmerking al dan niet ironisch is. Wanneer niet overduidelijk het tegengestelde waar is, kan het zodoende heel lastig zijn in te schatten of iets al dan niet ironisch bedoeld is. Dit kan vermeden worden door een [[Smiley|:-) (smiley)]] bij het ironische te plaatsen.


Verschillende auteurs - in Nederland bijvoorbeeld [[Hugo Brandt Corstius]] en [[Willem Frederik Hermans]] - hebben voorgesteld een [[ironieteken]] in te voeren. Op deze manier zou men lezers duidelijk kunnen maken wanneer ironie in een tekst gebruikt wordt; anderen meenden dat op die manier de bedoelde ambiguïteit verloren zou gaan. In [[2007]] kwam de [[CPNB]] zogenaamd met een voorstel, dat bij nader inzien een [[advertentie]] voor de [[Boekenweek]] was. De ironie van de advertentie is niet iedereen opgevallen.
Verschillende auteurs in Nederland bijvoorbeeld [[Hugo Brandt Corstius]] en [[Willem Frederik Hermans]] hebben voorgesteld een [[ironieteken]] in te voeren. Op deze manier zou men lezers duidelijk kunnen maken wanneer ironie in een tekst gebruikt wordt; anderen meenden dat op die manier de bedoelde [[ambiguïteit]] verloren zou gaan. In [[2007]] kwam de [[CPNB]] zogenaamd met een voorstel, dat bij nader inzien een [[advertentie]] voor de [[Boekenweek]] was. De ironie van de advertentie is niet iedereen opgevallen.


==Literatuur==
==Literatuur==

Huidige versie van 9 feb 2016 om 19:33

Ironie (uit het Grieks: εἰρωνεία (eirooneia) = geveinsde onwetendheid) is een stijlfiguur om je spottend uit te drukken. Ironie geldt daarbij als de 'milde', subtiele vorm: de dubbele bodem, die enige geoefendheid van een lezer of iemand die het aanhoort vergt om haar te herkennen. In het Frans noemt men ironie wel eens "l'arme du faible" (het wapen van de zwakke). Ironie is bedekte spot oftewel een bepaald soort humor. Veelal wordt het tegenovergestelde gezegd van hetgeen bedoeld wordt.

Uitingsvormen

Ironie kent verschillende uitingsvormen:

  • De omkering: de vorm waarbij precies het tegengestelde gezegd wordt van wat men bedoelt.
    Dat is me een lieve jongen.
    Nou, het is me wat moois.
  • De overdrijving: ook wel hyperbool, het met opzet vergroten van dingen waardoor het in het bespottelijke wordt gedreven.
    Over dat klusje deed hij een eeuwigheid.
    Het duurt jaren om dat op te lossen!
  • Het understatement: het tegenovergestelde van de overdrijving, het verzwakken van een mededeling. Echter, door de verzachting wordt de mededeling juist kracht bijgezet, dankzij de ironie.
    Ik heb niet helemaal begrepen wat u zegt.
  • Niet-passend woordgebruik: het maken van een onverwachte verschuiving in het woordgebruik. Bijvoorbeeld ineens deftige woorden gebruiken, of juist platvloerse woorden.
    Wij ontvingen daar een missive over.
  • Scherp contrast: voorbeelden hiervan zijn:
    Een dokter die succesvol kanker geneest, maar zelf sterft aan diezelfde kanker.
    Uitvinders die sterven door hun eigen uitvindingen.
  • Historische ironie hangt nauw samen met scherp contrast; historische gebeurtenissen kunnen soms aparte gevolgen hebben. Voorbeelden hiervan zijn:
    Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog zei generaal John Sedgwick dat de Confederatie nog geen olifant zou kunnen neerschieten, meteen hierna werd hijzelf neergeschoten.

Verwante begrippen

Verwante begrippen zijn:

  • Sarcasme, de bijtende spot.
  • Parodie, het persifleren, spottend imiteren van personen.
  • Satire, het op vervormde, groteske manier weergeven van figuren of situaties.

Ironie in de literatuur

Ironie is niet tijds- of stromingsgebonden. Een klassiek-Griekse toneelschrijver als Aristophanes bediende zich uitbundig van diverse vormen van spot, waaronder ironie; het middeleeuwse spotdicht Reynaert de Vos bedient zich eveneens van alle gradaties. Het 19-de eeuwse Realisme is over het algemeen geen goede voedingsbodem voor ironie, maar er zijn uitmuntende voorbeelden, zoals het werk van de Engelse romanschrijfster Jane Austen en de Russische toneelschrijver Anton Tsjechov. Toch is vooral de 20ste eeuw het domein van de ironie; in de Nederlandstalige literatuur moet met name gedacht worden aan Multatuli, Willem Elsschot, Godfried Bomans, Simon Carmiggelt en Gerard Reve.

De romans van Elsschot, met name Kaas en Lijmen/Het Been laten in humoristisch perspectief een beeld zien van de zakenwereld, dat in alle opzichten iets uitvergroot, een tikje schrijnend en net-niet-realistisch is. Lijmen en Het Been tonen een geweldenaar, Boorman, die een stuk minder groot lijkt als hij door Laarmans wordt opgevolgd; zijn bedrijf bestaat uit een kantoor vol lege zalen. In Kaas koopt de hoofdpersoon een enorme portie kazen op die hij onmogelijk meer kwijtraakt. In beide boeken wordt de handelswereld op een subtiele manier doorgeprikt.

Misverstanden

Het gebruik van ironie heeft zich ook uitgebreid naar het internet. Dit veroorzaakt nogal eens misverstanden. Zuivere geschreven tekst kent immers intonatie noch lichaamstaal, net díe signalen die bij persoonlijke communicatie (IRL) duidelijk maken of een opmerking al dan niet ironisch is. Wanneer niet overduidelijk het tegengestelde waar is, kan het zodoende heel lastig zijn in te schatten of iets al dan niet ironisch bedoeld is. Dit kan vermeden worden door een :-) (smiley) bij het ironische te plaatsen.

Verschillende auteurs – in Nederland bijvoorbeeld Hugo Brandt Corstius en Willem Frederik Hermans – hebben voorgesteld een ironieteken in te voeren. Op deze manier zou men lezers duidelijk kunnen maken wanneer ironie in een tekst gebruikt wordt; anderen meenden dat op die manier de bedoelde ambiguïteit verloren zou gaan. In 2007 kwam de CPNB zogenaamd met een voorstel, dat bij nader inzien een advertentie voor de Boekenweek was. De ironie van de advertentie is niet iedereen opgevallen.

Literatuur

Zie ook