Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

IP-adres

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

Een IP-adres, waarin IP staat voor Internet Protocol, is een adres waarmee een NIC (network interface card of controller), of in het Nederlands 'netwerkkaart', van een host op het internet eenduidig geadresseerd kan worden binnen het TCP/IP-model (Standaard van "het" internet) .

Elke computer die is aangesloten op het internet of netwerk heeft een nummer waarmee deze zichtbaar is voor alle andere computers op het internet. Men kan dit vergelijken met telefoonnummers. Om het mogelijk te maken dat computers elkaar kunnen vinden en identificeren hebben deze hun eigen nummer nodig. Deze nummers zijn de IP-adressen. Een IP-adres op internet is meestal gekoppeld aan een bedrijf. Zo is het te achterhalen waar bewerkingen onder een IP-adres vandaan komt. Bij mensen die vanuit huis werken identificeert het IP-adres hun internet provider. Bijdragen op het Internet zijn hierdoor bijna nooit werkelijk anoniem. De persoon achter een IP-adres is in de meeste gevallen te achterhalen, soms direct, maar soms alleen via medewerking van justitie.

Adresruimte

Tot nu toe gebruikt men voornamelijk IP-adressen die bestaan uit 32 bits, het zogenaamde Internet Protocol Version 4-systeem (IPv4). In de praktijk blijkt dit systeem te weinig bruikbare adressen op te leveren, zodat men het systeem Internet Protocol Version 6 (IPv6) ontwikkeld heeft, met IP-adressen bestaande uit 128 bits.

IPv4

In IPv4 is een IP-adres een reeks van 32 bits. De adresruimte van IPv4 bevat daarom maximaal 232 = 4.294.967.296 IP-adressen. Dit maximum is strikt theoretisch, want in de praktijk worden bepaalde adressen als broadcastadres of netwerkadres gebruikt, en onder andere daarom kan niet ieder adres gebruikt worden om een NIC te adresseren. Een deel van de adresruimte is bovendien als privé-adresruimte voor bijvoorbeeld testdoeleinden gereserveerd, zoals beschreven staat in RFC 1918. Dit deel wordt niet over het internet gerouteerd.

Het is gebruikelijk een IP-adres uit IPv4 op te delen in vier groepen van 8 bits en deze weer te geven in de vorm van door punten gescheiden decimale getallen, bijvoorbeeld 130.94.122.197. Dit is korter dan de 32 bits, en eenvoudiger te lezen. Voor de mens zijn zulke reeksen van vier getallen echter ook nog moeilijk te onthouden. Daarom wordt het DNS gebruikt om IP-adressen in leesbare en makkelijker te onthouden namen zoals nl.wikisage.org om te zetten en vice versa.

In principe bestaat een IP-adres in IPv4 uit een netwerkgedeelte, gevolgd door een hostgedeelte. Het netwerkgedeelte geeft aan welk netwerk bedoeld is en het hostgedeelte geeft de host (bv. een pc of een router) aan binnen het netwerk. Voor een 'klasse A'-netwerk geldt dat de eerste 8 bits netwerkbits zijn, en de overige 24 zijn hostbits. In een 'klasse B'-netwerk bestaat het IP-adres uit 16 netwerkbits gevolgd door 16 hostbits. Een adres in een 'klasse C'-netwerk bestaat uit 24 netwerkbits gevolgd door 8 hostbits. Of we te maken hebben met een klasse A, B of C netwerk is op te maken uit de eerste byte van het IP-adres. Onderstaande tabel geeft steeds een waardebereik binnen de eerste byte, gevolgd door de bijbehorende netwerkklasse.

waardebereik eerste byte netwerk-klasse aantal bytes in netwerk-adres
0-126 A 1
128-191 B 2
192-223 C 3

Van het bovenstaande algemene principe wordt vaak afgeweken op de volgende wijze. Binnen CIDR wordt de zogenaamde slashnotatie gebruikt voor IP-adressen. In een adres dat decimaal wordt aangegeven met G.H.K.L/M, waarbij G-M gehele getallen zijn, geeft het getal M aan hoeveel bits van het adres voor het netwerkgedeelte zijn; de rest van de 32 bits is voor het hostgedeelte. De door M aangegeven voor netwerknummering te gebruiken bits, worden samen het subnet-mask genoemd.

Bij bijvoorbeeld 130.94.122.197/32 zijn alle bits voor het netwerkgedeelte en is er sprake van een enkele host. Indien een subnet 130.94.122.0/24 als allocatie heeft, zijn de eerste 24 bits uit het adres, dus de eerste drie door punten gescheiden decimale getallen, voor het netwerkgedeelte, en de laatste 8 bits voor de hosts binnen het subnet. Hierdoor zijn er in dit voorbeeld 28 = 256 adressen voor adressering van individuele hosts. (N.B.: het eerste adres, 130.94.122.0, en het laatste, 130.94.122.255, vallen normaal gesproken af omdat ze dan het (sub-)netwerkadres resp. het broadcastadres zijn.)

Onder andere om de schaarste aan adresruimte binnen IPv4 tegemoet te komen, is NAT (Network Address Translation), ook wel IP masquerading genoemd, ontwikkeld.

Hiermee kunnen de hosts van een intranet met IP-adressen uit de privé-adresruimte van RFC 1918 worden geadresseerd, terwijl de NAT-router dit naar buiten toe presenteert als één enkel IP-adres van de routeerbare adresruimte, dus slechts één IP-adres hoeft werkelijk gerouteerd en toegekend te worden, terwijl honderden hosts hier gebruik van kunnen maken.

Men kan dit vergelijken met het systeem van een interne telefooncentrale. Er is slechts één buitenlijn (één IP-adres) maar vele gebruikers die via die telefooncentrale verbonden zijn met de buitenwereld. Voor alle andere gebruikers op het internet is er maar één IP-adres zichtbaar.

IPv6

Een structurele oplossing voor de schaarste in adresruimte van IPv4 is te vinden in de opvolger hiervan: IPv6. In IPv6 zijn er 128 bits beschikbaar voor een IP-adres, en is de theoretische bovengrens dus 2128 = 340.282.366.920.938.463.463.374.607.431.768.211.456 = 3,4 ∙ 1038 IP-adressen. Net als bij IPv4 geldt dat in de praktijk weer adressen gebruikt worden als netwerkadres en broadcastadres, maar evengoed is het aantal toe te kennen IP-adressen hiermee astronomisch groot.

Soorten adressen

Soorten IP-adressen waartussen men wel onderscheid maakt:

  • Dynamisch IP-adres versus statisch IP-adres. Als een NIC een statisch IP-adres heeft, blijft dit adres telkens hetzelfde; als het een dynamisch IP-adres is, wordt het dynamisch gealloceerd, bijvoorbeeld met het DHCP-protocol, en kan het in de loop van de tijd veranderen. Dynamische IP-adressen worden vaak voor inbelaccounts (dialups) gebruikt.
  • Privé-IP-adres versus routeerbaar IP-adres. Een privé-IP-adres is een adres uit de in RFC 1918 beschreven adresruimte.
  • IP-adres volgens IPv4 versus IP-adres volgens IPv6.

Speciale adressen

Speciale IP-adressen binnen IPv4 zijn onder meer:

Zie ook

Externe links