Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hub Mathijsen

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Hub Mathijsen werd geboren op 16 april 1942 in Weert als Hubertus Herman Josef Maria Mathijsen, zoon van een bierbrouwer. Mathijsen overleed op 3 juni 1994 te Amsterdam [1].

Hij trad als kind al op als soloviolist in het Weerter Jeugdorkest. Na het gymnasium ging hij naar het Conservatorium in Tilburg, waar hij viool en altviool studeerde. Hij werd in 1965 tweede concertmeester van het Nederlands Balletorkest, in Amsterdam. Daar leerde hij diverse alternatieve artiesten kennen, zoals Robert Jasper Grootveld, Cor Jaring, Theo Kley en de tandarts-kunstenaar Max Reneman.

Vanaf 1966 maakte hij deel uit van diverse alternatieve aan Provo gelieerde bewegingen. Met Theo Kley en Max Reneman richtte hij de zogenaamde Insekten Sekte op, die protesteerde tegen de milieuvervuiling en het insectisidegebruik, op een ludieke manier. Zij voerden met verwante vrienden de Vlinder Opera uit, waarin een aan spuiten verslaafde boer omringd wordt door stervende insecten (1968). Van de Vlinder Opera werd een langspeelplaat gemaakt en de VPRO filmde een uitvoering, die deels temidden van de chemische industrie in Zuid-Limburg werd opgenomen. Cor Jaring maakte een serie foto’s en Hub. Mathijsen verzorgde de muziek bij de opera, met zijn broer de psychiater Joost Mathijsen aan de piano. In 1969 bezochten Reneman, Kley en Mathijsen John Lennon en Yoko Ono in het Hilton Hotel bij hun befaamde sleep-in.

In Amsterdam traden de vrienden ook op als het Eksooties Kietsj Konservaatoriejum, waarbij Hub gezeten op een draagstoel viool speelde, en anderen op zelf verzonnen instrumenten begeleidende klanken voortbrachten. Zo protesteerden zij tegen de bouw van de Nederlandsche Bank. Kley, Mathijsen en Reneman gaven ook het Deskundologisch tijdschrift uit, waarin zij projecten beschreven zoals een rustgevende moederpop op het Leidseplein, en een fruitorgel. Het fruitorgel werd daadwerkelijk geconstrueerd en er werden demonstraties mee gegeven. Hub Mathijsen verzorgde steeds de muzikale begeleiding van diverse optredens. Vaak speelde hij daarbij salonmuziek uit de jaren twintig van de vorige eeuw.

Onder de naam Het Resistentie Orkest begon hij met een ensemble salonmuziek uit te voeren. Tot de uitvoerenden behoorden behalve Hub. Mathijsen, die de leiding had, ook zijn broer Joost, de cellist-dramaturg Carel Alphenaaren de tweede violiste Sabeth Pieterson. Later kwamen daar altviolisten bij als Ernest Spits en Maurice Horsthuis, als tweede violist Eric Kromhout, en als fluitist Mart Benders. Joost Mathijsen werd vervangen door Chaim Levano. Mathijsen speelde daarbij geregeld op de violofoon, een viool zonder klankkast met een zeer weemoedig geluid. Carel Alphenaar sprak ironische teksten uit tussen de verschillende nummers. Het Resistentie Orkest kreeg nationale faam toen het maandelijks optrad in het politieke tv-programma Haagse kringen.

In samenwerking met bioscoopexploitant Pieter Goedings begon Hub Mathijsen in de late jaren zeventig de vertoning van stomme films op zich te nemen. In de Amsterdamse bioscoop The Movies werden die wekelijks vertoond, met muziek die hij uitgezocht had en met explicatie van Carel Alphenaar. Ook ontdekte hij voorgeschreven muziek bij diverse stomme films. Zo verzorgde hij met het Resistentie Orkest uitvoeringen van films van Friedrich Murnau en Ernst Lubitsch met de originele muziek. Een vondst was de ontdekking van de operafilm Gloria Transita, die live met zangers als Lieuwe Visser en Jan Derksen uitgevoerd werd (1989). Met deze film traden zij op bij de opening van het Louvre in Parijs, bij het filmfestival van Pordenone en van Avignon.

Mathijsen richtte zich ook op reconstructies van vooroorlogse revues. Hij gaf leiding aan het onderzoek naar en opvoering van de Nelson Revue in 1982, die in Amsterdam en Berlijn uitgevoerd werd, en The Black and White Minstral Show. Begin jaren tachtig richtte hij het Tango Orkest El Choclo op, met als zangers Juan Tajes en Nanette Curie. Dit orkest stond aan het begin van de tangorevival in Nederland. Er bestaan diverse opnames en een cd van dit orkest. [2] Hub. Mathijsen overleed op 3 juni 1994. Zijn vrouw is de neerlandica Marita Mathijsen, met wie hij in 1970 trouwde. Hun dochter Alma werd geboren in 1984 en is schrijfster.

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow
rel=nofollow