Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Historisch-kritische methode: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 4: Regel 4:


== Geschiedenis ==
== Geschiedenis ==
De historisch-kritische methode heeft verschillende ontwikkelfases doorlopen: na de tekstkritiek ontstond een literaire kritiek die ontleedt en vooral de bronnen van de tekst onderzocht. Daarna werd ook gekeken naar de vormen van de boodschap ene tot slot ontstond een analyse van de redactie waarbij vooral gelet wordt op de wijze waarop de tekst is samengesteld.
De historisch-kritische methode heeft verschillende ontwikkelfases doorlopen: na de tekstkritiek ontstond een literaire kritiek die ontleedt en vooral de bronnen van de tekst onderzocht. Daarna werd ook gekeken naar de vormen van de boodschap en tot slot ontstond een analyse van de redactie waarbij vooral gelet wordt op de wijze waarop de tekst is samengesteld.


=== Tekstkritiek ===
=== Tekstkritiek ===

Versie van 4 mrt 2012 09:59

De historisch-kritische methode (ook wel hogere Bijbelkritiek of hogere schriftkritiek genoemd - met afwisselend hoofdletters of kleine letters) is de verzameling van analytische instrumenten waarmee de exegeet de tekst van de Bijbel benadert. Daarbij wordt geprobeerd de tekst te plaatsen in een historische context en breder gekeken dan alleen de context van de Bijbel zelf. Er wordt gekeken naar de historische context van het Midden-Oosten als geheel, de literaire traditie van die tijd, religieuze gebruiken in landen waarmee de auteurs van de Bijbel in aanraking moeten zijn gekomen (zoals het Oude Egypte, het Babylonische Rijk, het Assyrische Rijk, de Meden en Perzen) en daarmee samenhangende aspecten. De instrumenten komen daarom uit alle disciplines: sociologie, cul­turele antropologie, psychologie, psychoanalyse, retorica, communicatiewetenschappen en zo verder.

Het doel van de hogere kritiek is via het nagaan van details zoals auteurschap en doelgroep, bronnenmateriaal en datum van compositie van elk boek te achterhalen wat de bedoeling van de schrijvers en redacteuren van de Bijbel was. Op die manier kan worden begrepen wat de oorspronkelijke boodschap was die zij richtten tot de eerste lezers.

Geschiedenis

De historisch-kritische methode heeft verschillende ontwikkelfases doorlopen: na de tekstkritiek ontstond een literaire kritiek die ontleedt en vooral de bronnen van de tekst onderzocht. Daarna werd ook gekeken naar de vormen van de boodschap en tot slot ontstond een analyse van de redactie waarbij vooral gelet wordt op de wijze waarop de tekst is samengesteld.

Tekstkritiek

De historisch-kritische methode begon als tekstkritiek en begon in feite met Desiderius Erasmus. Erasmus beheerste als weinig anderen zowel het Oudgrieks als Latijn en raakte er door zijn studie van de Bijbel van overtuigd dat bepaalde delen van de Bijbel in de Latijnse Vulgaat niet goed vertaald waren. Erasmus had zes Griekse handschriften van het Nieuwe Testament tot zijn beschikking en vertaalde elk ervan naar het Latijn om de verschillen met de Vulgaat te laten zien. In 1516 liet Erasmus de vrucht van zijn arbeid drukken; dit wordt de Textus receptus genoemd. Uit zijn minutieuze vergelijking van de hem beschikbare teksten bleek dat er verschillende variaties waren van de tekst van de Bijbel. Hoewel de verschillen soms klein waren brachten de verschillende varianten soms een andere boodschap over. Het bracht het besef dat de Bijbel een tekst was als alle teksten: geschreven in een bepaald handschrift, in een bepaalde taal, in een bepaalde tijd. Bij het kopiëren van de teksten (de boekdrukkunst werd immers pas in de eerste helft van de 15e eeuw uitgevonden) slopen verschillen in de tekst. Soms door schrijffouten maar soms ook doordat met goede bedoelingen wijzigingen werden aangebracht bijvoorbeeld om de tekst begrijpelijk te maken voor het publiek waarvoor het afschrift werd gemaakt of omdat de kopiist dacht dat zijn voorganger een schrijffout had gemaakt. De tekst van de Bijbel bleek dus vatbaar voor interpretatie.

De volgende belangrijke stap werd gezet door Spinoza door de uitgave in 1670 van zijn Tractatus theologico-politicus (anoniem uitgegeven). Spinoza stelde dat de Bijbel op zo veel verschillende manieren werd uitgelegd omdat de oorspronkelijke boodschap niet werd begrepen. Vervolgens probeerde hij de oorspronkelijke bedoeling van bepaalde passages te achterhalen. Hij toonde aan dat dat in sommige gevallen niet mogelijk is omdat de taal waarin de passage oorspronkelijk werd geschreven niet werd begrepen of de achtergrond van de auteurs onduidelijk was. Vervolgens somde hij grondig en onweerlegbaar bepaalde innerlijke tegenstrijdigheden in de Bijbel op. Hij schreef dat hij dat niet deed om het gezag van de Bijbel te ondermijnen maar dat het gezag juist wordt ondermijnd als de fouten niet zouden worden erkend en daarmee vermengd zouden worden met de onbedorven plaatsen.

Richard Simon publiceerde in 1672 zijn Histoire critique du Vieux Testament waarin hij argumenten van o.a. Louis Cappel en Johannes Morinus op intelligente wijze bundelde, samenvoegde en verder ontwikkelde door eigen ideeën. Zo wees wees hij op de doubletten, de verschillen in inhoud en de verschillen in stijl die men kan constateren in de Pentateuch. Simon wordt algemeen beschouwd als een talenwonder. Hij beheerste alle talen waarin de Bijbel (of delen ervan) waren geschreven volledig en presenteerde talloze argumenten die het buitengewoon moeilijk voorstelbaar maakten dat alle delen van de Pentateuch door Mozes waren geschreven. De geestelijkheid reageerde woedend. Niet in het minst omdat Simon zijn werk in een moderne taal had geschreven in plaats van Grieks of Latijn en zo dus voor iedereen te begrijpen. Ook protestantse fundamentalisten waren furieus dat aan het auteurschap van Mozes werd getwijfeld. Jean le Clerc ("Clericus") schreef onder de schuilnaam Pierre Ambrun een werk getiteld Sentimens de quelques théologiens de Hollande waarin hij (vergeefs) probeerde de argumenten van Simon te weerleggen. Maar pas in de achttiende eeuw werd de geldigheid van argumenten van Simon algemeen erkend.

Literaire kritiek

Om toch aan Mozes als auteur te kunnen vasthouden, stelde Jean Astruc in 1753 in zijn werk Conjectures sur les mémoires dont il parait que Moyse s'est servi pour composer la Genèse, avec des remarques qui affirment ou qui éclaircissent ces conjectures dat Mozes bij het schrijven van Genesis gebruik had gemaakt van verschillende bronnen (en vooral van twee hoofdbronnen). Maar na die tijd zijn het alleen religieuzen in de ultra-orthodoxe of fundamentalistische hoek die eraan vasthouden dat de Pentateuch in zijn geheel door Mozes is geschreven. Deze tekstkritiek probeerde vooral de Bijbelse teksten in de tijd te plaatsen en richtte zich vooral op het ontrafelen en ontleden van de tekst om te analyseren wat de verschillende bronnen ervan waren. De vorm waarin de tekst uiteindelijk werd gegoten en welke boodschap deze door de redacteuren diende over te brengen raakte onderbelicht. Hierdoor werd soms beweerd dat de historisch-kritische methode er alleen op gericht was de tekst in stukken te snijden en daarmee kapot te maken. Dit leek te passen bij de negatieve kijk op de Bijbel die in de negentiende ontstond.

Hermann Gunkel doorbrak dat beeld. Hij erkende wel dat bijvoorbeeld de Pentateuch was samengesteld uit delen die door verschillende personen waren geschreven, maar hij keek meer naar het totaalplaatje dat door de afzonderlijke elementen ontstond. Voor hem was belangrijk tot welk genre een bepaald onderdeel hoorde - zoals legende of lofzang - en wat de context was waarin de tekst werd gebruikt, zoals binnen de rechtspraak, binnen de liturgie of andere toepassingen.

Formgeschichte

Een relatief recente benadering is de Formgeschichte waarbij de vorm van het verhaal kritisch wordt bestudeerd. De studie van de synoptische evangeliën door Rudolf Bultmann en Martin Dibelius op deze wijze is een bekend en belangrijk voorbeeld. Omdat zij beïnvloed werden door het existantialisme van Martin Heidegger hadden velen in eerste instantie bezwaren tegen deze benadering. Maar toen dit ontegenzeggelijk diep inzicht opleverde in het ontstaan van het Nieuwe Testament bij de eerste Christenen en vooral hoe de prediking van Jezus zich heeft ontwikkeld tot de prediking die Jezus verkondigt als de Christus verstomden de bezwaren.

Redaktionsgeschichte

Gelijktijdig met de Formgeschichte ontwikkelde zich de Redaktionsgeschichte het redactieproces kritisch wordt bestudeerd. Het doel daarvan is te achterhalen op welke theologisch fundament elke evangelist heeft voortgebouwd en wat de eigen ideeën waren van hem.

Externe links

(Zie onderkopjes over ’Higher Criticism’)