Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hermanus Leonardus La Lau

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 22 nov 2021 om 12:43 (verw 29 jul 2016 https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Hermanus Leonardus La Lau&oldid=33565986 11 nov 2012 Menke 19 jul 2011)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bestand:LaLau.jpg
Hermanus Leonardus La Lau

Hermanus Leonardus La Lau (Haarlem, 4 april 1876 - Meester Cornelis, 16 mei 1945) was een Nederlands luitenant-generaal, commandant van het Nederlands-Indisch leger, onder meer ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Loopbaan

La Lau bezocht vanaf 1893 de cadettenschool in Alkmaar en vanaf 1895 de Koninklijke Militaire Academie, als bestemd voor de infanterie in Nederlands-Indië. Hij werd in 1898 benoemd tot tweede luitenant, geplaatst te Padang, in 1900 bevorderd tot eerste luitenant en nam in die rang deel aan de krijgsverrichtingen te Djambi.

In 1903 vertrok La Lau naar Atjeh, waar hij optrad als adjudant. In 1907 vertrok hij weer naar Nederland om daar aan de Hogere Krijgsschool een cursus te volgen; hij keerde in 1910 naar Nederlands-Indië terug, waar hij korte tijd gedetacheerd werd bij de topografische dienst. In 1911 volgde zijn benoeming tot kapitein, en na enige tijd doorgebracht te hebben op Timor werd hij gedetacheerd bij de generale staf. Spoedig daarna vertrok La Lau naar Amboina, dat hij in 1914 verliet, om terug naar de generale staf te gaan. In juni 1921 werd hij bevorderd tot majoor bij de staf, in 1922 tot luitenant-kolonel benoemd en datzelfde jaar weer bij de infanterie geplaatst. Hij vertrok in 1924 met een jaar verlof, keerde in 1925 terug en werd op 2 mei van dat jaar bevorderd tot kolonel, op 6 mei 1926 tot generaal-majoor, commandant der eerste divisie en op 2 november van hetzelfde jaar benoemd tot commandant van het Nederlands-Indische leger. Zijn taak was niet gemakkelijk omdat de invoering van een grootscheepse reorganisatie op punt stond te beginnen. La Lau stelde dat[1] principiële versterking van de troepenmacht op Atjeh niet nodig en nadere invulling niet noodzakelijk was. Hij was bovendien een voorstander van het stelsel dat het leger in de Buitengewesten moest worden aangewend voor politiek-politionele doeleinden. Hij beschouwde militaire verenigingen als een teken des tijds en vond dat deze nooit het karakter konden dragen van de vakverenigingen in de burgermaatschappij. Al dadelijk, aan het begin van zijn commando, braken er communistische relletjes uit in Bantam, korte tijd daarop gevolgd door soortgelijke aan de westkust van Sumatra. Toen bleek al dat door ondoordachte en te ver doorgevoerde bezuinigingen in de legersterkte, onder zijn voorganger, generaal Gerth van Wijk, de infanterie-macht als onvoldoende moest worden aangemerkt om het hoofd te kunnen bieden aan een enigszins behoorlijk georganiseerd optreden der communisten. De gevolgen van de, een paar jaar tevoren ingevoerde, en toen zeer beruchte, afvloeiregelingen, die een paar jaar lang de meest waardevolle krachten uit het leger hadden doen verdwijnen, met name in de lagere rangen, traden toen duidelijk aan het licht. In de commando-periode van La Lau werd ook het nieuwe beleid van de regering bekend, dat bij de verdediging van Nederlands-Indië de hoofdtaak zou worden opgedragen aan de vloot en het leger slechts een secundaire functie te vervullen kreeg. Tenslotte schafte La Lau het concubinaat binnen het leger af. La Lau werd op 2 oktober 1929 gepensioneerd, nadat hij op 25 september het legercommando had overgedragen aan generaal Cramer.

Hij droeg het Ereteken voor Belangrijke Krijgsbedrijven met de gespen Djambi 1901-1904 en die van Atjeh 1901-1905 en het Onderscheidingsteken voor Langdurige Dienst als officier met het cijfer XXX; hij was verder ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, officier in de Orde van Oranje-Nassau (Koninklijk Besluit van 24 augustus 1922) en had een eervolle vermelding. La Lau overleed op 16 mei 1945 te Meester Cornelis.

Portaal KNIL
Voorganger:
W.A. Blits
Commandant van het KNIL
1926 - 1929
Opvolger:
H.A. Cramer

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Nieuwe Rotterdamse Courant. (28-10-1926)
rel=nofollow
  • 1926. De nieuwe chef, De Sumatra Post, 3 november 1926
  • 1926. De nieuwe legercommandant, Nieuwe Rotterdamse Courant, 29 november 1926 *1926. Interview met de nieuwe legercommandant, Nieuwe Rotterdamse Courant, 28 oktober 1926
  • 1929. De wisseling in het legercommando, De Sumatra Post, 3 oktober 1929
  • Informatie over Atjeh-officieren
rel=nofollow