Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hebreeuws

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 8 nov 2011 om 13:29 (één spelling voor de naam Eliezer Ben Jehoeda)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Klassiek Hebreeuws, ook bekend als Lesjon HaKodesj (‘de heilige taal’) maar soms ook als Ivriet, is algemeen de taal van het jodendom. Er bestaan verschillende varianten, zoals het Hebreeuws van de Thora, dat van de Misjna, en dat van de rabbijnse en andere literatuur daarna. De verschillen tussen deze soorten liggen in de kleine details van de spelling of zelfs compleet andere woorden en zinsconstructies.

Modern Hebreeuws, ook bekend als Ivriet, is de officiële landstaal van de moderne staat Israël. Het verschil tussen modern Hebreeuws en klassiek Hebreeuws is niet zo groot, maar toch noemenswaardig en enigszins apart. Met name de zinsconstructie wijkt op veel punten af.

Semitische talen

Hebreeuws behoort tot de Semitische tak van de Afro-Aziatische talen. Het Hebreeuws is verwant aan andere Semitische talen als het Arabisch, Aramees en Akkadisch en in mindere mate ook aan andere Afro-Aziatische talen als het Amhaars, Berbers en het Egyptisch. Een kenmerk van veel Semitische talen, waaronder het Hebreeuws, is het zogenaamde triconsonantalisme. Bijna alle woorden kunnen herleid worden tot drie consonanten (medeklinkers), de radicalen, die de wortel (radix) van het woord vormen. Sommige radicaalstammen zijn ‘afgesleten’ of ‘uitgehold’, zodat er soms nog maar twee radicalen zichtbaar zijn. Er zijn ook stammen die uit meer dan drie radicalen bestaan, soms onder invloed van andere talen. En dan zijn er nog de leenwoorden, waarvoor de linguïstische wetten van het Hebreeuws uiteraard niet gelden. Het Jiddisch bevat weliswaar vele Hebreeuwse en Aramese woorden, maar behoort tot de Germaanse tak van de Indo-Europese talen — dezelfde taalgroep waartoe ook het Nederlands, het Duits en het Engels behoren.

Van rechts naar links

Het Hebreeuws heeft eigen alfabet en wordt van rechts naar links geschreven. Aanvankelijk werd het proto-Sinaïtische alfabet gebruikt, dat ontstaan was uit een beeldschrift. De eerste letter, alef, komt van het woord voor os, enzovoorts. De Grieken namen het alfabet over, waarbij enkele tekens de functie van klinkers gingen vervullen. Aanvankelijk werd door hen boustrophedon (letterlijk: zoals een os ploegt) geschreven, dat wil zeggen: afwisselend van rechts naar links en van links naar rechts. Uiteindelijk schreven de Grieken alleen nog maar van links naar rechts. Dat geldt ook voor talen die geschreven worden in de alfabetten die aan het Griekse ontleend zijn: het Latijnse en het Cyrillische alfabet. Hebreeuws wordt echter nog steeds van rechts naar links geschreven.

Gebruik

Als gesproken taal is het Hebreeuws eeuwenlang een ‘dode taal’ geweest, in de zin dat mensen het niet gebruikten voor dagelijkse communicatie. In de joodse godsdienst werd de taal echter altijd gebruikt en onderwezen.

Vormen

Klassiek Hebreeuws

Hebreeuws van de Thora en Tenach

De Thora bevat de oudste vorm van Hebreeuws. De vorm van Hebreeuws in de daarop volgende boeken in de Tenach is —voor kenners— al aanzienlijk anders.

Eeuwenlang meende men in Europa op basis van het boek Genesis dat alle talen ter wereld afstamden van het Hebreeuws, dat immers rond 3900 voor het begin van de christelijke jaartelling de taal van Adam en Eva en ook van Noach en Mozes was geweest. In zijn in Parijs geschreven “Dissertatio de origine gentium Americanarum” uit 1643 probeerde Hugo de Groot deze interpretatie van Genesis te verdedigen door te stellen dat de talen van de “Amerikaanse inboorlingen” (de zogenaamde Indianen), net zoals alle andere talen, terug te voeren zijn op het Hebreeuws. Grotius’ stellingen werden in hetzelfde jaar reeds door J. de Laet weerlegd.[1] In latere tijd werd de rol van bijvoorbeeld het Sanskriet enige tijd overschat bij pogingen een oertaal te reconstrueren.

Hebreeuws van de Misjna

Vanaf ongeveer 200 n.Chr. werden bepaalde joodse juridisch-religieuze teksten te boek gesteld, in de vorm van de Misjna, de Tosefta en andere werken. Deze rabbijnse literatuur werd decennialang, zo niet eeuwenlang mondeling overgeleverd. Het karakter van de teksten (vraag- en discussiestijl, afgewisseld met korte illustrerende verhalen) maakt het goed mogelijk ze uit het hoofd te leren. De taalfase van deze teksten wordt vaak Rabbijns Hebreeuws genoemd, omdat de auteurs van de teksten “rabbijnen” heten (hebr. “rav”, meester, heer). De twee grote tekstverzamelingen met de naam Talmoed (de Babylonische Talmoed en de Jeruzalemse Talmoed, naar het gebied waar de redactie plaatsvond) zijn deels een soort commentaar en aanvulling op de Misjna. De taal die hiervoor werd gebruikt is grotendeels Aramees.

Middeleeuws rabbinaal Hebreeuws

De middeleeuwen brachten aanzienlijke vernieuwingen in de Hebreeuwse taal, en wel voornamelijk in de geschreven taal. De meeste ontwikkelingen op taalkundig gebied, inclusief een seculiere literatuur, vonden plaats in Spanje, onder de islamitische overheersing. In veel mindere mate was ook Italië belangrijk, vooral voor romantische poëzie. In Spanje waren dichters zoals Ibn Gevirol en Jehuda Halevi actief. Hun gedichten en andere literatuur besloegen een breed genre. Voor deze literatuur, alsook de medische en religieuze lectuur van bijvoorbeeld Maimonides, moesten nieuwe woorden en uitdrukkingen in het Hebreeuws worden ontwikkeld. Rabbijnen als Maimonides vertaalden hun werk soms naar dit Hebreeuws, na het eerst in het Arabisch in omloop te hebben gebracht.

Modern Hebreeuws

In het begin van de 19e eeuw werd het Hebreeuws opnieuw een levende taal, waarbij het onder met name seculiere joden geleidelijk een aantal andere door joden gesproken talen, zoals Jiddisch en Ladino, tot op zekere hoogte verving. Eliëzer Ben-Jehoeda was de voornaamste pionier van het modern Hebreeuws. Hij was toonaangevend in een beweging die probeerde het Hebreeuws nieuw leven in te blazen. Dat hield niet alleen in dat mensen moesten leren het actief te gaan spreken en gebruiken, maar ook dat er nieuwe woorden geschapen moesten worden voor allerlei zaken die er nog niet waren toen de Tenach in het Hebreeuws werd opgeschreven en toen de taal intensief werd gebruikt, in de tijd van de rabbijnen. De taal kende geen woorden voor bijvoorbeeld trein, telefoon en fiets, en later tv, magnetron en computer. Zo ontstond het Modern Hebreeuws, ofwel, in die taal, ‘Ivriet’.

Kritiek en tegenstand van orthodox-joodse zijde

De charedische (ultraorthodoxe) gemeenschap verzette zich hevig tegen het ontstaan van Modern Hebreeuws. De leidende charedische rabbijnen excommuniceerden de zionisten die deze scholen openden en verboden hun aanhangers om kinderen naar die scholen te sturen. Ook religieus-zionistische scholen werden tot verboden gebied verklaard.[2] Ondanks de intensieve oorlog die de rabbijnen voerden tegen het Modern Hebreeuws, spreken vele charedische joden vandaag toch Modern Hebreeuws. De rabbijnen, waaronder de Jeruzalemse opperrabbijn Yosef Chaim Sonnenfeld, wilden het klassieke Hebreeuws reserveren voor het gebruik als heilige taal, en wilden in het dagelijks leven Jiddisch blijven gebruiken. Als alternatief wilden zij het echte klassieke Hebreeuws nieuw leven inblazen. Modern Hebreeuws verschilt op talrijke punten van het klassieke Hebreeuws. Dezelfde rabbijnen maken geen bezwaar tegen het gebruik van het klassieke Hebreeuws. Ook vandaag de dag zijn er met name in Jeruzalem nog talrijke groepen die weigeren modern Hebreeuws te gebruiken, en groeien er kinderen op die geen modern Hebreeuws kunnen spreken. In de Litvish-charedische gemeenschap is het gebruik van modern Hebreeuws meer aanvaard dan in de chassidische wereld. Maar, zoals in een artikel in de Litvishe krant Yated Ne'eman geschreven werd: “Modern Hebreeuws kan uiteraard nooit de plaats van de heilige taal innemen, omdat er (misschien wel opzettelijk) woorden in zijn toegevoegd die uit onreine bronnen komen.”[3]

Rabbijn Shmuel HaLevi Wosner uit Bnei Brak, een van de grootste chassidische rabbijnen, zei: “Zij hebben de heilige taal vernietigd, vervuild en verminkt met de uitvinding van ‘Modern Hebreeuws.’ Het is bekend wat de rabbijnen van de Talmoed zeiden: dat iedereen die Hebreeuws spreekt, in de hemel zal komen. Dit geldt vanzelfsprekend niet voor ‘Modern Hebreeuws’.”[4]

De krant Yated Ne'eman publiceerde een aantal analyses van de strijd tussen de charedische joden en de voorstanders van het zionistisch Hebreeuws.[2] Een bekende kijk op modern Hebreeuws is dat de makers ervan (zoals Eliezer Ben Jehoeda[5]) hun taal wilden gebruiken als fundament voor een seculiere cultuur, die de traditionele religieuze wereld moest vervangen, waarvan de traditionele taal van wijsheid, het rabbijns Hebreeuws, een centraal onderdeel was.[6]

Nieuwe woorden

De “Commissie van de Hebreeuwse taal” houdt zich bezig met het creëren van nieuwe woorden. Dat garandeert overigens niet dat die woorden ook door de bevolking worden aanvaard en gebruikt. Sommige woorden, zoals het woord voor computer: ‘machshev’ (bereken-object), vinden onmiddellijk ingang, maar andere uitgevonden woorden worden aan de kant geschoven voor populaire leenwoorden, zoals ‘sach-rachok’ (ver-spreker), dat het moest afleggen tegen ‘telefon’.

Gebruik van de term ‘Ivriet’

Met name aanhangers van het zionisme of (ex-)Nederlanders die naar Israël zijn geëmigreerd, gebruiken de naam 'Ivriet' voor het Hebreeuws zoals dat tegenwoordig in Israël als voertaal in gebruik is. Ivriet wordt dan in tegenstelling tot Hebreeuws gebruikt, dat oud-Hebreeuws zou moeten beduiden. Het gebruik van deze term is echter niet noodzakelijk. Hebreeuws is simpelweg de Nederlandse term voor het Hebreeuwse woord Ivriet. Het moderne Hebreeuws, herleefd door Eliezer Ben Jehoeda, is een variant op diezelfde taal.

Invloed op het Nederlands

Het Hebreeuws heeft op diverse manieren invloed uitgeoefend op de Nederlandse woordenschat. Een aantal woorden kwam via het Jiddisch in het Nederlands terecht; veel van deze woorden worden in Vlaanderen niet of in mindere mate gebruikt. Een tweede groep woorden werd rechtstreeks uit het Hebreeuws ontleend, voornamelijk onder invloed van het jodendom. Verder is een groot aantal Hebreeuwse woorden via talen als Grieks en Latijn, in het Nederlands opgenomen.

Voorbeelden van woorden die via het Jiddisch in de Nederlandse taal terechtkwamen:

  • bajes (gevangenis; van bajit = huis)
  • gabber (van chaver = vriend)
  • goochem (van chacham = wijze)
  • jajem (van jajin = wijn)
  • jat, jatten (van het aanwijsstokje met een handje, de 'jad')
  • mesjogge (van mesjoega = gek)

Voorbeelden van woorden uit het klassiek Hebreeuws die in het Nederlands opgenomen werden, rechtstreeks of via een andere taal:

Voorbeelden van woorden die enigszins vervormd via het Grieks of Latijn aan het Hebreeuws zijn ontleend:

  • hosanna (oorspr. Hebr. vorm: hosjiana)
  • messias (oorsp. Hebr. vorm: masjiach)
  • sabbat (oorspr. Hebr. vorm: sjabbat)

In christelijke liturgische taal kan men ook hebraïstische uitdrukkingen zoals Here der Heren en in de eeuwen der eeuwen aantreffen.

Literatuur

  • Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands, Uitg. Sdu uitgevers, Den Haag, 2002, ISBN 90-12-09293-0

Externe links

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen en referenties
rel=nofollow
rel=nofollow

Wikibooks  Wikibooks: Hebreeuws

rel=nofollow