Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Harry Hoxsey

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 15 dec 2019 om 20:36
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Harry Mathias Hoxsey (Taylorville, Christian County, Illinois, V.S., 23 oktober 1901 – Dallas, Texas, 23 december 1974) was een omstreden Amerikaans natuurgeneeskundige.

Leven

Harry Hoxsey werd geboren in een gezin met twaalf kinderen.

Toen hij acht jaar was, hielp al hij mee in zijn vaders dierenartspraktijk. Toen Harry’s vader zeven jaar later op zijn sterfbed lag, gaf hij de recepten verder aan Harry en liet hij Harry beloven dat hij de zalven, poeders en inwendige vloeibare kruidenformules zou gebruiken om zoveel mogelijk mensen te helpen en de middelen niet te gebruiken voor persoonlijke rijkdom.

In zijn boek You Don't Need to Die vertelt hij dat het paard van zijn overgrootvader, een quaker, een farmer in zuidelijk Illinois, ziek was. De overgrootvader observeerde dat het paard bepaalde bloemen en onkruid ging eten die geen deel uitmaakten van zijn normale voedingswijzen, en genas daarop. Overgrootvader maakte aftreksels van deze planten. Elke volgende generatie in de familie werkte ook als dierenarts en verbeterde de formules voortdurend. Het Hoxsey-middel bestond uit twee delen: een voor uitwendig gebruik, en een voor inwendig gebruik.

In 1922 gebruikte Hoxsey het middel voor het eerst op mensen. Hij smeerde de pasta op de lip van een veteraan van de Amerikaanse burgeroorlog en zou hem zo hebben genezen.[1] Mensen vertelden verder dat Hoxsey’s middeltjes goed werkten. Al gauw kwamen ook kankerpatiënten ten einde raad naar Hoxsey’s formules.

Nadat hij in Taylorville, Illinois, gearresteerd was voor het beoefenen van geneeskunde zonder vergunning, vertrok Hoxsey rond 1924 naar Chicago, met het doel de werkzaamheid van zijn remedies te bewijzen aan Morris Fishbein, hoofd van de American Medical Association (AMA) en redacteur van het pas opgerichte JAMA (Journal of the American Medical Association). Hoxsey’s formule werd getest op een terminale kankerpatiënt (een politieagent uit Chicago, sergeant Thomas Manix). De agent genas door Hoxsey’s kruidenbehandelingen en bleef nog tien jaar in leven.

Fishbein was onder de indruk en stelde voor om Hoxsey’s formules af te kopen zodat deze exclusief eigendom van de AMA zouden worden. Maar Hoxsey dacht terug aan wat hij aan zijn vader had beloofd en weigerde in te gaan op de verkoop. Zo ontwikkelde zich een oorlog tussen de AMA en Hoxsey. Hoewel Fishbein toegaf dat de werkstof sanguinarine in Hoxsey’s rode bloedwortelpasta werkzaam was tegen huidkanker, vond de AMA Hoxsey’s kruidentonicum waardeloos.

Hoxsey werd gebrandmerkt als ergste kankerkwakzalver van de eeuw en zou in de loop der jaren meer gearresteerd worden dan alle anderen in de geschiedenis van de geneeskunde.

Een officier van justitie die Harry Hoxsey in twee jaar tijd meer dan honderd keer arresteerde, liep over naar de kant van Hoxsey toen zijn broer, die naar verluidt aan terminale kanker leed, met succes werd behandeld in een Hoxseykliniek.[2]

Hoxsey spande wegens ’laster’ een rechtszaak aan tegen Fishbein en de AMA, en won deze in 1950, waardoor hij de ingrediënten geheim mocht houden. Hij werd echter gedwongen om de ingrediënten te onthullen aan de FDA zodra zij de bevoegdheid kregen om de ingrediëntenlijst af te dwingen.

De FDA liet 17 therapiecentra in 17 grote steden van de Verenigde Staten op één dag sluiten. Een Hoxseykliniek werd opgericht in Tijuana, Mexico. Op aansporing van Harry Hoxsey zelf werd de naam van de kliniek gewijzigd naar Biomedical Center, met de bedoeling dat de kliniek geen schade zou leiden van Hoxsey’s reputatie als ’kwakzalver’. Toch zijn de bezoekers zich ervan bewust dat het gaat om een Hoxsey-kliniek, en heeft zijn reputatie bij hen niets aan populariteit ingeboet.

In de jaren 1960 werd de Hoxsey-therapie in Amerika verboden als kwakzalverij, zonder medisch onderzoek.

Van alle door Hoxsey gebruikte kruiden werden intussen in vitro anti-kanker- en anti-tumor-eigenschappen aangetoond.[3] Het volledige Hoxsey-tonicum werd nooit getest in een klinisch onderzoek.[2]

Literatuur

  • Kenny Ausubel, When Healing Becomes a Crime: The Amazing Story of the Hoxsey Cancer Clinics and the Return of Alternative Therapies, ISBN 978-0892819256

Verwijzingen

rel=nofollow
Werk in uitvoering
Iemand is nog met dit artikel bezig. Kom later terug om het resultaat te bekijken.